Details





Titel:

29 NOVEMBER 2013. - Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 13 juli 2012 houdende de oprichting en organisatie van een Vlaamse dienstenintegrator(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 14-02-2014 en tekstbijwerking tot 01-08-2019)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Art. 1-2
Art. 2 TOEKOMSTIG RECHT
Art. 3
Art. 3 TOEKOMSTIG RECHT
Art. 4-5
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingsbepalingen
Afdeling 1. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot vaststelling van de regels voor het beheer van de DAB ICT en tot regeling van de bevoegdheden van en de delegatie aan de ICT-manager
Art. 6-14
Afdeling 2. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 mei 2009 houdende de uitvoering van het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer
Art. 15-18
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art. 19-20



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2009035665  2009200620 



Uitvoeringsbesluit(en):

2017030445 



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer.

Art.2. § 1. Het coördinatiecomité, vermeld in artikel 20 van het decreet van 13 juli 2012 houdende de oprichting en organisatie van een Vlaamse dienstenintegrator, bestaat uit effectieve leden en plaatsvervangende leden. Alle leden zijn deskundigen op het domein van elektronisch bestuurlijk gegevensverkeer.
  § 2. Het coördinatiecomité is samengesteld uit de volgende effectieve leden:
  1° een stemgerechtigde vertegenwoordiger per beleidsdomein als vermeld in artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie, op voorstel van de beleidsraden van de respectieve beleidsdomeinen. Op verzoek van de beleidsraden van de respectieve beleidsdomeinen kunnen ten hoogste twee vertegenwoordigers per beleidsdomein met raadgevende stem in het coördinatiecomité worden opgenomen;
  2° drie stemgerechtigde vertegenwoordigers van de lokale en provinciale besturen, van wie één op voorstel van de Vereniging van de Vlaamse Provincies, één op voorstel van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten en één op voorstel van de Vlaamse ICT Organisatie;
  3° een stemgerechtigde vertegenwoordiger van het Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen, vermeld in artikel 5, 15°, van het decreet van 7 mei 2004 houdende de oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap "Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen";
  4° een stemgerechtigde vertegenwoordiger van de VDI;
  5° een stemgerechtigde vertegenwoordiger van de minister, die het voorzitterschap van het coördinatiecomité waarneemt.
  § 3. Voor elke vertegenwoordiger, vermeld in paragraaf 2, 1° tot 4°, wordt in een plaatsvervangend lid voorzien, op voorstel van de instanties, vermeld in paragraaf 2, 1° tot 4°.
  De plaatsvervanger van de voorzitter is een van de vertegenwoordigers, vermeld in paragraaf 2, 1° tot en met 3°, en wordt aangewezen door de minister.
  § 4. Het lidmaatschap van het coördinatiecomité is onverenigbaar met een mandaat in het Europees Parlement, de Kamer van Volksvertegenwoordigers, de Senaat, het Vlaams Parlement, het Brussels Hoofdstedelijk Parlement, de provincieraad, de gemeenteraad en de Raad voor Maatschappelijk Welzijn, met het ambt van minister, staatssecretaris, gouverneur, burgemeester en met het lidmaatschap van een bestendige deputatie, een schepencollege en een kabinet.
  § 5. Het secretariaat van het coördinatiecomité wordt verzorgd binnen de DAB Informatie Vlaanderen.
  § 6. De leden van het coördinatiecomité worden door de minister benoemd voor een termijn van vijf jaar.
  De leden van het coördinatiecomité kunnen door de minister ontslagen worden op eigen verzoek of om ernstige redenen.

Art. 2 TOEKOMSTIG RECHT.
  <Opgeheven bij BVR 2017-06-02/16, art. 16, 002; Inwerkingtreding : onbepaald >

Art.3. De bevoegdheden, vermeld in artikel 4, 8°, artikel 5, 4° en 5°, artikel 20, tweede lid, en artikel 21 van het decreet van 13 juli 2012 houdende de oprichting en organisatie van een Vlaamse dienstenintegrator, omvatten zowel operationele als strategische aspecten met betrekking tot zowel het informatiebeleid als het ICT-beleid.
  Ingevolge de bevoegdheden van het coördinatiecomité, vermeld in artikel 21, eerste lid, 4° tot en met 6°, en het tweede en derde lid, van het voormelde decreet, maakt het coördinatiecomité strategische keuzes voor een gemeenschappelijk beleid over de aanmaak, het beheer, de uitwisseling, het gebruik en het hergebruik van de gegevens die de verschillende instanties nodig hebben voor de uitvoering van hun taken met het oog op de realisatie van een efficiënt en interoperabel gebruik van gegevens over de verschillende instanties heen.
  Ingevolge de bevoegdheden van het coördinatiecomité, vermeld in artikel 4, 8°, en artikel 5, 4° en 5°, van het voormelde decreet, beraadslaagt het coördinatiecomité op strategisch niveau over alle relevante overkoepelende en entiteitsoverschrijdende aspecten van het inzetten van ICT-oplossingen, gebruikt binnen de dienstverleningsprocessen van de Vlaamse overheid. Inzonderheid maakt het coördinatiecomité strategische keuzes voor een gemeenschappelijk veiligheidsbeleid, gemeenschappelijke ICT-standaarden en een gezamenlijk gebruik van infrastructuurdiensten en ICT-omgevingen.
  Het coördinatiecomité onderzoekt over welke thema's inzake het informatie- en het ICT-beleid en onder welke voorwaarden het coördinatiecomité beslissingen kan nemen die voor alle entiteiten van de Vlaamse administratie, vermeld in artikel 1, 5°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie, bindend zijn. Het coördinatiecomité rapporteert op regelmatige basis over de vorderingen van dat onderzoek aan de minister. Het eindresultaat van het onderzoek wordt uiterlijk tegen het einde van het eerste jaar na de inwerkingtreding van dit besluit aan de Vlaamse Regering bezorgd.
  Het coördinatiecomité organiseert op regelmatige tijdstippen een overleg met de verschillende belanghebbenden om de eenvormigheid in afspraken na te streven ter bevordering en bestendiging van de samenwerking tussen de verschillende instanties en externe overheden op het vlak van het informatie- en het ICT-beleid.
  Het coördinatiecomité kan voor het vervullen van zijn taken een beroep doen op de medewerking van deskundigen.
  Het coördinatiecomité rapporteert jaarlijks aan de minister over de realisering van zijn opdrachten.

Art. 3 TOEKOMSTIG RECHT.
  <Opgeheven bij BVR 2017-06-02/16, art. 2, 002; Inwerkingtreding : onbepaald >

Art.4. In oorlogstijd en in omstandigheden die daarmee gelijkgesteld zijn krachtens artikel 7 van de wet van 12 mei 1927 op de militaire opeisingen of tijdens de bezetting van het grondgebied door de vijand, kan de minister de noodzaak van de verhindering van de toegang tot de gegevens en de gegevensbronnen bij de VDI of van de gehele of gedeeltelijke vernietiging van de gegevensbronnen, ter bespreking voorleggen aan [1 het stuurorgaan Vlaams Informatie- en ICT-beleid, vermeld in [2 artikel III.74 van het bestuursdecreet van 7 december 2018]2]1.
  De minister kan daartoe overgaan op eigen initiatief of op verzoek van de persoon die belast is met het dagelijks bestuur van de VDI.
  [1 Het stuurorgaan Vlaams Informatie- en ICT-beleid, vermeld in het eerste lid,]1 brengt, op eigen initiatief of op verzoek van de minister een gemotiveerd advies uit, dat minstens betrekking heeft op volgende aspecten:
  1° het maken op elektronische dragers van minstens een kopie van het informatiesysteem en in het bijzonder van de persoons- en ondernemingsgegevens die door of voor rekening van de VDI en de instanties worden verwerkt;
  2° de bezorging van elektronische dragers, vermeld in punt 1°, door de VDI en de instanties aan een door [1 het stuurorgaan Vlaams Informatie- en ICT-beleid, vermeld in het eerste lid,]1te bepalen instantie, verantwoordelijk voor het in veiligheid stellen ervan;
  3° de noodzaak van de verhindering van de toegang tot of de vernietiging van de gegevensbronnen waarin persoons- en ondernemingsgegevens worden bewaard door of voor rekening van de VDI en de instanties, volgens een methode die aangepast is aan het spoedeisende karakter van de situatie.
  Als [1 het stuurorgaan Vlaams Informatie- en ICT-beleid, vermeld in het eerste lid,]1 om advies wordt verzocht door de minister, brengt het zijn advies uiterlijk de eerstvolgende dag uit. Bij ontstentenis van een advies binnen die termijn maakt de minister de noodzaak van de verhindering van de toegang tot de gegevens en de gegevensbronnen onmiddellijk rechtstreeks bij de Vlaamse Regering aanhangig die vervolgens beslist over de noodzaak van de verhindering van de toegang tot de gegevens en de gegevensbronnen bij de VDI of van de gehele of gedeeltelijke vernietiging van de gegevensbronnen.
  ----------
  (1)<BVR 2017-06-02/16, art. 17, 002; Inwerkingtreding : onbepaald >
  (2)<BVR 2019-05-10/12, art. 136, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Art.5. § 1. De minister bezorgt de beslissing van de Vlaamse Regering, vermeld in artikel 4, derde lid, via de bestaande informatiekanalen aan de personen, belast met het dagelijks bestuur van de VDI en de instanties die persoons- en ondernemingsgegevens verwerken. Die personen staan in voor het uitvoeren van de beslissing van de Vlaamse Regering, vermeld in artikel 4, derde lid.
  § 2. Als het beheer van de gegevensbronnen en de persoons- en ondernemingsgegevens die erin worden bewaard, wordt toevertrouwd aan een persoon die diensten in onderaanneming uitvoert, worden tussen de partijen van de aannemingsovereenkomst duidelijke en schriftelijk vastgelegde afspraken gemaakt over de uitvoering van de bepalingen van dit besluit.
  Het bestaan van een aannemingsovereenkomst doet in geen geval afbreuk aan de verplichtingen die met toepassing van paragraaf 1 worden opgelegd aan de personen die belast zijn met het dagelijks bestuur van de VDI en aan de instanties.
  § 3. Als de beslissing van de Vlaamse Regering, vermeld in artikel 4, derde lid, geen uitsluitsel geeft, mogen de personen die belast zijn met het dagelijks bestuur van de VDI, en de instanties die persoons- en ondernemingsgegevens verwerken, de maatregelen nemen die, gelet op de omstandigheden, noodzakelijk zijn om de uitvoering van de vermelde verplichtingen te verzekeren.
  In geval van vernietiging moeten de persoons- en ondernemingsgegevens volledig onbruikbaar worden gemaakt.

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingsbepalingen
Afdeling 1. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot vaststelling van de regels voor het beheer van de DAB ICT en tot regeling van de bevoegdheden van en de delegatie aan de ICT-manager
Art.6. In het opschrift van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot vaststelling van de regels voor het beheer van de DAB ICT en tot regeling van de bevoegdheden van en de delegatie aan de ICT-manager worden de woorden "DAB ICT" vervangen door de woorden "DAB Informatie Vlaanderen".

Art.7. In artikel 1 van hetzelfde besluit worden de woorden "Dienst met Afzonderlijk Beheer ICT" vervangen door de woorden "Dienst met Afzonderlijk Beheer Informatie Vlaanderen", worden de woorden "DAB ICT" vervangen door de woorden "DAB Informatie Vlaanderen" en wordt het woord "ICT-Beleid" vervangen door de woorden "E-government en ICT-beheer".

Art.8. In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de woorden "DAB ICT" vervangen door de woorden "DAB Informatie Vlaanderen" en wordt het woord "ICT-Beleid" vervangen door de woorden "E-government en ICT-beheer".

Art.9. In artikel 3 van hetzelfde besluit wordt het woord "ICT-Beleid" telkens vervangen door de woorden "E-government en ICT-beheer".

Art.10. In het opschrift van hoofdstuk II van hetzelfde besluit worden de woorden "DAB ICT" vervangen door de woorden "DAB Informatie Vlaanderen" en wordt het woord "ICT-Beleid" vervangen door de woorden "E-government en ICT-beheer".

Art.11. In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de woorden "DAB ICT" telkens vervangen door de woorden "DAB Informatie Vlaanderen" en wordt het woord "ICT-beleid" vervangen door de woorden "E-government en ICT-beheer".

Art.12. In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de woorden "DAB ICT" vervangen door de woorden "DAB Informatie Vlaanderen" en wordt het woord "ICT-Beleid" telkens vervangen door de woorden "E-government en ICT-beheer".

Art.13. In artikel 6, § 1 en § 3, van hetzelfde besluit wordt het woord "ICT-beleid" telkens vervangen door de woorden "E-government en ICT-beheer".

Art.14. In artikel 10, § 2, van hetzelfde besluit worden de woorden "DAB ICT" telkens vervangen door de woorden "DAB Informatie Vlaanderen".

Afdeling 2. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 mei 2009 houdende de uitvoering van het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer
Art.15. In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 mei 2009 houdende de uitvoering van het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer wordt punt 3° vervangen door wat volgt:
  "3° coördinatiecomité: het coördinatiecomité, vermeld in artikel 20 van het decreet van 13 juli 2012 houdende de oprichting en organisatie van een Vlaamse dienstenintegrator;"

Art.16. In artikel 1 van hetzelfde besluit worden punt 6° en punt 7° opgeheven.

Art.17. In artikel 2, § 1, eerste en derde lid, en artikel 4, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt het woord "MAGDA-samenwerkingsverband" vervangen door het woord "coördinatiecomité".

Art.18. In hetzelfde besluit worden hoofdstuk IV, dat bestaat uit artikel 6 en 7, hoofdstuk V, dat bestaat uit artikel 8, en hoofdstuk VI, dat bestaat uit artikel 9, opgeheven.

HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art.19. Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 20. De Vlaamse minister, bevoegd voor het elektronische bestuurlijk gegevensverkeer, is belast met de uitvoering van dit besluit.