Details





Titel:

10 JANUARI 2014. - [Besluit van de Vlaamse Regering van 10 januari 2014 houdende de uitvoering van het decreet van 30 april 2009 betreffende de kwalificatiestructuur inzake de erkenning van onderwijskwalificaties van niveau 1 tot en met niveau 4] (Opschrift vervangen door AGF2021-07-16/34, art. 56, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2021)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 31-01-2014 en tekstbijwerking tot 28-08-2024)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Definities en toepassingsgebied
Art. 1-2
HOOFDSTUK 2. - Procedure voor de erkenning van onderwijskwalificaties
Afdeling 1. - Voorwaarden voor de samenstellingsmogelijkheden en de omvang van onderwijskwalificaties
Art. 3
Afdeling 2. - Opmaak van een voorstel van onderwijskwalificatie
Art. 4-6
Afdeling 3. - Advisering van een onderwijskwalificatie
Art. 7
Afdeling 4. - Erkenning van een onderwijskwalificatie
Art. 8
HOOFDSTUK 2/1. [1 - Procedure voor de actualisering of schrapping van onderwijskwalificaties]1
Art. 8/1, 8/2, 8/3, 8/4
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingsbepalingen
Art. 9-11
HOOFDSTUK 4. - Slotbepaling
Art. 12



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2013035108 



Uitvoeringsbesluit(en):

2015035975  2018014312 



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Definities en toepassingsgebied
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder :
  1° agentschap : het [1 Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen]1 opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming;
  2° beroepskwalificatie : het begrip, vermeld in artikel 2, 4°, van het decreet van 30 april 2009;
  3° competentie : het begrip, vermeld in artikel 2, 6° van het decreet van 30 april 2009, en artikel 3, 5°, van het decreet van 30 april 2009 betreffende het secundair na secundair onderwijs en het hoger beroepsonderwijs;
  4° decreet van 30 april 2009 : het decreet van 30 april 2009 betreffende de kwalificatiestructuur;
  5° onderwijskwalificatie : het begrip, vermeld in artikel 2, 17°, van het decreet van 30 april 2009;
  6° VLOR : de Vlaamse Onderwijsraad vermeld in het decreet van 2 april 2004 betreffende de participatie op school en de Vlaamse onderwijsraad.
  ----------
  (1)<BVR 2015-07-03/14, art. 42, 002; Inwerkingtreding : 01-07-2015>

Art.2.Dit besluit is van toepassing op de erkenning van de onderwijskwalificaties van niveau 1 tot en met niveau 4,[1 vermeld in artikel 14, eerste lid 1°, 2°, 3° en 4°, van het decreet van 30 april 2009]1.
  ----------
  (1)<BVR 2021-07-16/34, art. 57, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2021>

HOOFDSTUK 2. - Procedure voor de erkenning van onderwijskwalificaties
Afdeling 1. - Voorwaarden voor de samenstellingsmogelijkheden en de omvang van onderwijskwalificaties
Art.3.Beroepskwalificatie(s) vervat in een onderwijskwalificatie zijn in principe van hetzelfde niveau of mits motivatie één niveau lager of één niveau hoger dan de onderwijskwalificatie zelf en kunnen hierbij geen onderwijsniveau overschrijden. Eenzelfde beroepskwalificatie kan vervat zitten in verschillende onderwijskwalificaties.
  [1 Deelkwalificaties die gebruikt worden in een onderwijskwalificatie van niveau 1 tot en met 4, zijn deelkwalificaties die onderdeel uitmaken van een beroepskwalificatie van niveau 1 tot en met 4.]1
  ----------
  (1)<BVR 2018-09-14/10, art. 34, 003; Inwerkingtreding : 01-10-2018>

Afdeling 2. - Opmaak van een voorstel van onderwijskwalificatie
Art.4.[1 Het agentschap werkt voorstellen van onderwijskwalificaties uit op eigen initiatief of op verzoek van belanghebbenden, die daarvoor aan het agentschap alle informatie geven die het agentschap noodzakelijk acht.]1 [1 Het agentschap legt]1 hetzij de gemotiveerde beslissing tot het niet opmaken van een voorstel hetzij het voorstel van onderwijskwalificatie voor advisering voor aan de VLOR.
  ----------
  (1)<BVR 2021-07-16/34, art. 58, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2021>

Art.5.Ieder voorstel van onderwijskwalificatie bevat :
  1° [2 de benaming en het niveau;]2
  2° de aanvragers en de actoren die bij de opmaak betrokken zijn;
  3° [2 de onderwijsdoelen waaruit de onderwijskwalificatie is samengesteld met toepassing van artikel 14 van het decreet van 30 april 2009, meer bepaald:
   a) de decretale eindtermen;
   b) in voorkomend geval: de decretale specifieke eindtermen of, bij ontstentenis, een beschrijving van de vooropgestelde specifieke eindtermen;
   c) in voorkomend geval: de competenties van de erkende beroepskwalificaties of deelkwalificaties;]2
  4° de benaming en het niveau van de erkende beroepskwalificatie(s) die in voorkomend geval deel uitmaken van de kwalificatie;
  5° ter uitvoering van en overeenkomstig de toepassing van de criteria, vermeld in artikel 15, tweede lid van het decreet van 30 april 2009 :
  a) de maatschappelijke, economische of culturele behoefte;
  b) de onderwijskundige en opvoedkundige context : de aansluiting bij de doelgroep, het bieden van een duidelijke finaliteit zijnde de arbeidsmarktgerichtheid en/of de doorstroomgerichtheid, de mate waarin leermotivatie gestimuleerd wordt;
  c) een inschatting van de instroom;
  d) een inschatting van de uitstroom;
  e) de noodzakelijke materiële en financiële middelen en expertise;
  f) de noodzakelijke samenwerking, als die vereist is;
  g) [2 de beschrijving van de plaats in de opleidingsstructuur, de vereiste voorkennis en een inschatting van de wenselijkheid van een aanbodbeperking;]2
  h) [2 ...]2
  6° de beschrijving van het [2 verschil in inhoudelijke invulling]2 van de onderwijskwalificatie tegenover en de [2 eventuele]2 samenhang met andere voorstellen van onderwijskwalificaties en met erkende beroeps- en onderwijskwalificaties;
  7° welke onderwijskwalificatie of kwalificaties in voorkomend geval vervangen worden.
  ----------
  (1)<BVR 2018-09-14/10, art. 35, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2019>
  (2)<BVR 2021-07-16/34, art. 59, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2021>

Art.6.Het agentschap maakt de voorstellen van onderwijskwalificatie op. Met het oog op het creëren van voldoende draagvlak raadpleegt het agentschap bij de uitwerking van een voorstel [1 ...]1 :
  1° [1 eventueel de aanvragers van het voorstel van onderwijskwalificatie en eventueel deskundigen;]1
  2° vertegenwoordigers van de representatieve verenigingen van inrichtende machten en het Gemeenschapsonderwijs.
  ----------
  (1)<BVR 2021-07-16/34, art. 60, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2021>

Afdeling 3. - Advisering van een onderwijskwalificatie
Art.7. Elk voorstel van onderwijskwalificatie van niveau 1 tot en met 4 wordt door het agentschap aan de VLOR voor advies voorgelegd. De VLOR brengt advies uit over de elementen, vermeld in artikel 5, 1°, 2° en 4° tot en met 7°.
  Dat advies wordt bij het agentschap uitgebracht binnen dertig kalenderdagen.

Afdeling 4. - Erkenning van een onderwijskwalificatie
Art.8.[1 § 1. [2 Het agentschap legt het voorstel van onderwijskwalificatie met een erkenningsadvies dat gebaseerd is op het advies, vermeld in artikel 7, voor aan de Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs en vorming. De Vlaamse Regering beslist of de erkenning al dan niet wordt verleend. De Vlaamse Regering beslist over een voorstel dat uiterlijk op 1 oktober is ingediend, uiterlijk op 31 maart daaropvolgend. De voormelde termijnen gelden met behoud van de toepassing van de termijnen voor de organisatie van structuuronderdelen en de termijnen voor het verwerven van onderwijsbevoegdheid die bij decreet of besluit zijn vastgelegd.]2.
   De erkenning, vermeld in het eerste lid, vindt plaats door de toevoeging van de onderwijskwalificatie als structuuronderdeel of opleiding in ten minste één van de volgende regelingen, naargelang van het geval:
   1° het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 2018 houdende sommige maatregelen betreffende de modernisering van het secundair onderwijs;
   2° het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007 betreffende de studiebekrachtiging in het volwassenenonderwijs.
   § 2. De erkende onderwijskwalificatie omvat minstens de volgende elementen:
   1° de benaming;
   2° het niveau;
   3° de onderwijsdoelen waaruit de onderwijskwalificatie is samengesteld, meer bepaald:
   a) de decretale eindtermen;
   b) in voorkomend geval: de decretale specifieke eindtermen of, bij ontstentenis, een indicatieve beschrijving van de vooropgestelde specifieke eindtermen;
   c) in voorkomend geval: de competenties van de erkende beroepskwalificaties of deelkwalificaties;
   4° de plaats in de opleidingsstructuur waar de onderwijskwalificatie kan worden aangeboden;
   5° het jaar waarin de erkenning is verleend.]1
  ----------
  (1)<BVR 2022-09-02/20, art. 29, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2022>
  (2)<BVR 2023-09-22/14, art. 58, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2023>

HOOFDSTUK 2/1. [1 - Procedure voor de actualisering of schrapping van onderwijskwalificaties]1   ----------   (1)
Art.8/1.[1 § 1. Het agentschap werkt een voorstel tot actualisering van onderwijskwalificaties uit op eigen initiatief of op verzoek van belanghebbenden, die daarvoor aan het agentschap alle informatie geven die het agentschap noodzakelijk acht.
   Het agentschap legt het voorstel tot actualisering voor aan de vertegenwoordigers van het Gemeenschapsonderwijs en de representatieve verenigingen van inrichtende machten van het gesubsidieerd onderwijs, die advies geven over het feit of het voorstel alleen betrekking heeft op een technische aanpassing of niet, op basis van de criteria, vermeld in paragraaf 2. Het agentschap kan ook de aanvrager of deskundigen raadplegen over het dossier.
   § 2. Onder technische aanpassingen als vermeld in paragraaf 1, worden een van de volgende aanpassingen verstaan:
   1° redactionele aanpassingen van taalkundige, grammaticale of vormelijke aard, zonder afbreuk te doen aan de inhoudelijke omschrijving van de bepalingen van de erkende onderwijskwalificatie;
   2° rechtzettingen van onnauwkeurigheden, zonder afbreuk te doen aan de inhoudelijke omschrijving van de bepalingen van de erkende onderwijskwalificatie;
   3° wijzigingen in de naam van de onderwijskwalificatie of de naam van de beroepskwalificaties die onderdeel zijn van de onderwijskwalificatie, zonder afbreuk te doen aan de inhoudelijke omschrijving van de erkende onderwijskwalificatie, zonder wijziging van de finaliteit en zonder wijziging van de competenties;
   4° wijzigingen in de beroepskwalificaties die onderdeel zijn van de onderwijskwalificatie, die beperkt zijn tot het opsplitsen of samenvoegen van beroepskwalificaties zonder wijziging van de competenties;
  [2 4° /1 de schrapping uit de samenstelling van een onderwijskwalificatie van een door de Vlaamse Regering opgeheven beroepskwalificatie, een deelkwalificatie of sets van competenties daaruit, zonder dat die schrapping leidt tot een andere benaming van de onderwijskwalificatie of een wijziging van de competenties;]2
   5° wijzigingen in de onderwijsdoelen, meer bepaald de onderdelen waaruit de onderwijskwalificatie is samengesteld met toepassing van artikel 14 van het decreet van 30 april 2009, ten gevolge van een actualisatie van een beroepskwalificatie, zonder dat de wijzigingen van de beroepskwalificatie aanleiding geven tot de toekenning van een ander kwalificatieniveau aan de beroepskwalificatie en zonder wijziging van de finaliteit.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BVR 2021-07-16/34, art. 62, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2021>
  (2)<BVR 2024-06-21/34, art. 38, 007; Inwerkingtreding : 01-09-2023>

Art.8/2.[1 Als een voorstel tot actualisering van een erkende onderwijskwalificatie alleen betrekking heeft op een technische aanpassing, legt het agentschap het geactualiseerde dossier, samen met een advies dat gebaseerd is op het advies, vermeld in artikel 8/1, tweede lid, ter beslissing voor aan de Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs en vorming.
   [2 De Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs en vorming, beslist over de actualisering van de onderwijskwalificatie. Als de actualisering betrekking heeft op een wijziging als vermeld in artikel 8/1, Ї 2, 3А of 4А, wijzigt de Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs en vorming, in overeenstemming hiermee het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 2018 houdende sommige maatregelen betreffende de modernisering van het secundair onderwijs of het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007 betreffende de studiebekrachtiging in het volwassenenonderwijs, naargelang van het geval. Over een voorstel dat uiterlijk op 1 oktober is ingediend, beslist de Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs en vorming, uiterlijk op 31 maart daaropvolgend. De voormelde termijnen gelden met behoud van de toepassing van de termijnen voor de organisatie van structuuronderdelen en de termijnen voor het verwerven van onderwijsbevoegdheid die bij decreet of besluit zijn vastgelegd.]2.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BVR 2021-07-16/34, art. 62, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2021>
  (2)<BVR 2022-09-02/20, art. 30, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2022>

Art.8/3. [1 Als een actualisering van een erkende onderwijskwalificatie niet beperkt is tot een technische aanpassing, volgt het agentschap de procedure voor de erkenning van een onderwijskwalificatie, vermeld in hoofdstuk 2.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BVR 2021-07-16/34, art. 62, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2021>


Art.8/4. [1 § 1. Als het dossier, vermeld in artikel 8/1, betrekking heeft op een integrale schrapping van een erkende onderwijskwalificatie, raadpleegt het agentschap de volgende actoren :
   1° eventueel de aanvragers van het voorstel tot schrapping en eventueel deskundigen;
   2° vertegenwoordigers van het Gemeenschapsonderwijs en de representatieve verenigingen van inrichtende machten van het gesubsidieerd onderwijs.
   § 2. Het agentschap legt elk voorstel van schrapping van een onderwijskwalificatie voor aan de VLOR voor advies. Dat advies wordt bij het agentschap uitgebracht binnen dertig dagen na ontvangst van het voorstel.
   § 3. Het agentschap legt het voorstel tot schrapping van onderwijskwalificatie met een advies dat gebaseerd is op het advies, vermeld in paragraaf 2, binnen dertig dagen na ontvangst van het advies, vermeld in paragraaf 2, voor aan de Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs en vorming. De Vlaamse Regering beslist of de onderwijskwalificatie al dan niet wordt geschrapt. Leerlingen kunnen een onderwijskwalificatie die wordt geschrapt binnen een normaal tijdsbestek en zonder onderbreking verder zetten.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BVR 2021-07-16/34, art. 62, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2021>


HOOFDSTUK 3. - Wijzigingsbepalingen
Art.9. Artikel 11 van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 januari 2013 houdende de uitvoering van het decreet betreffende de kwalificatiestructuur van 30 april 2009 inzake de erkenning van beroepskwalificaties en inzake de erkenning van onderwijskwalificaties voor het secundair na secundair onderwijs en het hoger beroepsonderwijs wordt vervangen door wat volgt :
  "Art. 11. Een gevalideerd beroepskwalificatiedossier wordt voor inschaling aan een inschalingscommissie voorgelegd.
  Een inschalingscommissie als vermeld in het eerste lid wordt als volgt samengesteld :
  1° zeven effectieve leden aangewezen door de SERV;
  2° vijf effectieve leden aangewezen door de VLOR;
  3° één effectief lid aangewezen door de VDAB en één effectief lid aangewezen door Syntra Vlaanderen;
  4° twee onafhankelijke interne experten uit het agentschap.
  De experten, vermeld in het tweede lid, 4° zijn niet stemgerechtigd en nemen de proces- en kwaliteitsbewaking op.
  Voor elk effectief lid word(t)(en) minimaal één tot maximaal drie plaatsvervangers aangeduid.
  Het voorzitterschap wordt waargenomen door een onafhankelijke externe expert, die de minister aanwijst.".

Art.10. Aan artikel 16, tweede lid van hetzelfde besluit wordt een punt 5° toegevoegd, dat luidt als volgt :
  "5° een advies over de wenselijkheid van een opleiding die leidt tot die onderwijskwalificatie, de studieomvang van de opleiding hoger beroepsonderwijs die leidt tot die onderwijskwalificatie, uitgedrukt in studiepunten, de benaming van de opleiding in het hoger beroepsonderwijs en het studiegebied waartoe ze behoort.".

Art.11. In artikel 17 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 2 vervangen door wat volgt :
  " § 2 Elk voorstel van onderwijskwalificatie van niveau 5 wordt door het agentschap aan de commissie hoger onderwijs voor advies voorgelegd.
  De commissie hoger onderwijs adviseert over de aspecten vermeld in artikel 16. Dat advies wordt bij het agentschap uitgebracht binnen dertig kalenderdagen.".

HOOFDSTUK 4. - Slotbepaling
Art. 12. De Vlaamse minister bevoegd voor onderwijs en bevoegd voor de coördinatie van het vormingsbeleid is belast met de uitvoering van dit besluit.