20 DECEMBER 2013. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende het beheer van het Lobroekdok en de vaststelling van een politiereglement ervoor
Art. 1-5
BIJLAGE.
Art. N
Artikel 1. BAM wordt aangewezen als tijdelijke beheerder van het Lobroekdok, dat is aangeduid op het plan, opgenomen in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd.
Overeenkomstig de wet van 11 april 1989 houdende goedkeuring en uitvoering van diverse Internationale Akten inzake de zeevaart wordt BAM in die hoedanigheid tevens aangewezen als de overheid, zoals bedoeld in artikel 12, 3°, van deze wet.
Het besluit van BAM om ten aanzien van een schip gebruik te maken van de prerogatieven overeenkomstig artikel 14 van de voormelde wet, wordt bekendgemaakt in de Berichten aan de Zeevarenden als het om een zeeschip gaat, en in de Berichten aan de schipperij als het om een binnenschip gaat.
Art.2. Het is verboden schepen in het Lobroekdok aan te meren of te ankeren vanaf de inwerkingtreding van dit besluit, behoudens uitdrukkelijke en schriftelijke voorafgaande machtiging van BAM.
Overeenkomstig artikel 8, § 2, van het decreet van 13 december 2002 houdende de oprichting van de naamloze vennootschap van publiek recht Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel (BAM), wordt een overtreding van dat verbod gestraft met een geldboete van zesentwintig tot duizend euro.
Art.3. Met behoud van toepassing van de bevoegdheden van de agenten of officieren van gerechtelijke politie, wordt het toezicht op de naleving van het verbod, vermeld in artikel 2, en de vaststelling van overtredingen van dat verbod, overeenkomstig artikel 22, eerste lid, van het decreet van 13 december 2002 houdende de oprichting van de naamloze vennootschap van publiek recht Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel (BAM), alsook de bevoegdheid tot het vasthouden of in beslag nemen, overeenkomstig artikel 17, § 1, eerste en derde lid, van de wet van 11 april 1989 houdende goedkeuring en uitvoering van diverse Internationale Akten inzake de zeevaart, uitgeoefend door de beëdigde ambtenaren van BAM, die daartoe aangewezen worden door de Vlaamse minister, bevoegd voor de openbare werken.
De ambtenaren, vermeld in het eerste lid, beschikken tijdens de opsporing van de overtredingen, bij de afwikkeling ervan en bij het opstellen van processen-verbaal, over de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie.
Art.4. De ambtenaren, vermeld in artikel 3, zijn gemachtigd om de maatregelen die zij nodig achten, voor te schrijven of aan eigenaars, exploitanten of schippers op te leggen, in de volgende omstandigheden :
1° als een schip in strijd met artikel 2, eerste lid, geankerd of gemeerd ligt in het Lobroekdok;
2° als een schip dreigt te zinken of is gezonken in het Lobroekdok;
3° als een schip in het Lobroekdok de beheerder verhindert haar decretaal opgelegde doelstellingen te verwezenlijken;
4° als het scheepsverkeer bij ongunstige weeromstandigheden ongevallen zou kunnen veroorzaken in het Lobroekdok;
5° in het algemeen, telkens als het nodig is om de vrijheid en de veiligheid van de scheepsvaart in het Lobroekdok te verzekeren.
De eigenaars, exploitanten, kapiteins of schippers moeten de maatregelen, vermeld in het eerste lid, onmiddellijk opvolgen, bij gebreke waarvan die maatregelen ambtshalve en op hun kosten en risico door de beheerder worden uitgevoerd.
Art.5. De Vlaamse minister, bevoegd voor de openbare werken, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het mobiliteitsbeleid en het vervoer, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 20 december 2013.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
K. PEETERS
De Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken,
H. CREVITS
BIJLAGE.
Art. N. Plan van het Lobroekdok
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 24-01-2014, p. 6649)
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 20 december 2013 houdende het beheer van het Lobroekdok en de vaststelling van een politiereglement ervoor.
Brussel, 20 december 2013.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
K. PEETERS
De Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken,
H. CREVITS