27 FEBRUARI 2014. - Ordonnantie houdende instemming met : - de wijziging aan het Internationaal Verdrag van 7 maart 1966 inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie; - de wijziging aan het Internationaal Verdrag van 18 december 1979 inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie tegen vrouwen; en - de wijzigingen aan het Internationaal Verdrag van 10 december 1984 tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandelingen
Art. 1-4
Artikel 1. Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 135 van de Grondwet.
Art.2. Zullen volkomen gevolg hebben :
1° het Internationaal Verdrag van 7 maart 1966 inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie, gewijzigd door de beslissing van de Conferentie van Staten die Partij zijn bij het Verdrag op 15 januari 1992 en goedgekeurd bij de Resolutie 47/111 van 16 december 1992 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties;
2° de beslissing van de Conferentie van Staten die Partij zijn bij het Verdrag op 15 januari 1992 goedgekeurd bij de Resolutie 47/111 van 16 december 1992 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties.
Art.3. Zullen volkomen gevolg hebben :
1° het Internationaal Verdrag van 18 december 1979 inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie tegen vrouwen, gewijzigd door de beslissing van de Conferentie van de Staten die Partij zijn bij het Verdrag op 22 mei 1995 en goedgekeurd bij de Resolutie 50/202 van 22 december 1995 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties;
2° de beslissing van de Conferentie van de Staten die Partij zijn bij het Verdrag op 22 mei 1995 goedgekeurd bij de Resolutie 50/202 van 22 december 1995 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties.
Art. 4. Zullen volkomen gevolg hebben :
1° het Internationaal Verdrag van 10 december 1984 tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandelingen, gewijzigd door de beslissing van de Conferentie van de Staten die Partij zijn bij het Verdrag op 8 september 1992 en goedgekeurd bij de Resolutie 47/111 van 16 december 1992 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties;
2° de beslissing van de Conferentie van de Staten die Partij zijn bij het Verdrag op 8 september 1992 goedgekeurd bij Resolutie 47/111 van 16 december 1992 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties.