20 DECEMBER 2013. - (Gemeenschappelijke) ordonnantie betreffende de goedkeuring van het Samenwerkingsakkoord van 29 november 2013 tussen de Federale Overheid, de Gemeenschappen, de Gewesten en de Gemeenschapscommissies betreffende de uitvoering van artikel 3, § 1, van het Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur in de Economische en Monetaire Unie en houdende goedkeuring van gewestelijke op begrotingsgebied geldende bepalingen, die aangepast zijn aan sommige bepalingen van voornoemd Akkoord
Art. 1-5
BIJLAGE.
Art. N
Artikel 1. Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid zoals bedoeld in artikel 135 van de Grondwet.
Art.2. Instemming wordt verleend met het Samenwerkingsakkoord van 29 november 2013 tussen de Federale Overheid, de Gemeenschappen, de Gewesten en de Gemeenschapscommissies betreffende de uitvoering van artikel 3, § 1, van het Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur in de Economische en Monetaire Unie.
Art.3. Met het oog op de toepassing in de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad, van dit Samenwerkingsakkoord en de op begrotingsgebied geldende Europese regels, wordt verstaan onder :
1° VWEU : verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
2° Verdrag : Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur in de Economische en Monetaire Unie : het Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur in de Economische en Monetaire Unie tussen het Koninkrijk België, de Republiek Bulgarije, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, Ierland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg, Hongarije, Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Polen, de Portugese Republiek, Roemenië, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden, opgemaakt te Brussel op 2 maart 2012.
3° Europa 2020-strategie : de vijf doelstellingen die de Europese Raad bepaald heeft tijdens haar vergadering van 24 en 25 maart 2011, met het oog op het stimuleren van slimme groei, door meer efficiënte investeringen in onderwijs, onderzoek en innovatie; duurzame groei dankzij vastberaden stappen richting een CO2-arme economie en een concurrerend bedrijfsleven, en inclusieve groei met nadruk op banengroei en armoedebestrijding.
4° Significante afwijking : afwijking van de middellangetermijndoelstelling voor de begroting of van het passende aanpassingstraject ter verwezenlijking van deze doelstelling, die als belangrijk beschouwd wordt in toepassing van nationale criteria en/of in toepassing van artikel 6, punt 3 van Verordening (EG) nr. 1466/97.
5° Uitzonderlijke omstandigheden : in de zin van artikel 2, punt 2 van Verordening (EG) nr. 1467/97, een buiten de macht van de betrokken verdragsluitende partij vallende ongewone gebeurtenis die een aanzienlijke invloed heeft op de financiële positie van de overheid of perioden van ernstige economische neergang zoals neergelegd in het herziene stabiliteits- en groeipact, mits de budgettaire houdbaarheid op middellange termijn door de tijdelijke afwijking door de verdragsluitende partij niet in gevaar komt.
6° Gini-coëfficiënt : de Gini-coëfficiënt is een statistische maatstaf van ongelijke inkomensverdeling binnen een bepaalde samenleving die gebaseerd is op de Lorenz-curve.
7° BISA : Het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse (BISA).
8° Economische en Sociale Raad : de openbare instelling die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is opgericht via de ordonnantie van 8 september 1994.
Art.4. § 1. - Bij het nastreven van de in artikel 2 van het samenwerkingsakkoord van 29 november 2013 bedoelde begrotingsdoelstellingen en -verplichtingen, ziet het Verenigd College eveneens toe op het bereiken van de doelstellingen die de Europese Unie vooropgesteld heeft in haar Europa 2020-strategie en in het VWEU. Voor wat inzonderheid laatstgenoemd verdrag aangaat, ziet zij in het kader van deze ordonnantie toe op de naleving van de bepalingen bedoeld in de artikelen 8, 9, 11, 14, 106.2, en 153 van het VWEU en van artikel 2 van het daaraan gehechte Protocol 26 met betrekking tot de diensten van algemeen belang.
§ 2. - De begroting kadert in een convergentie naar de in de vorige paragraaf bedoelde doelstellingen, met inachtneming van het door de Europese Commissie voorgestelde tijdschema in overeenstemming met de rechtsregels van de Europese Unie wanneer deze van toepassing zijn.
§ 3. - Het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse maakt, ten minste één keer per jaar, een openbare evaluatie van de naleving van de sociale en milieudoelstellingen in de zin van de artikelen 8, 9, 11, 14, 106.2, en 153 van het VWEU en van artikel 2 van het daaraan gehechte Protocol 26 met betrekking tot de diensten van algemeen belang, alsook van de sociale en milieudoelstellingen die de Europese Unie vooropgesteld heeft in haar Europa 2020-strategie.
De sociale partners hebben, bij monde van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, eveneens de mogelijkheid om te allen tijde een advies te formuleren aan het Verenigd College.
§ 4. - De begroting mag in uitzonderlijke omstandigheden tijdelijk afwijken van de in § 1 bedoelde begrotingsdoelstelling, mits de budgettaire houdbaarheid van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstad Gewest op lange termijn niet in gevaar komt door deze tijdelijke afwijking.
§ 5. - 1° Het Verenigd College hecht haar goedkeuring aan een correctiemechanisme in overeenstemming met het samenwerkingsakkoord van 29 november 2013, dat zal worden toegepast wanneer door de Hoge Raad van Financiën een significante afwijking wordt vastgesteld.
2° In geval het in het eerste lid bedoelde correctiemechanisme in werking wordt gesteld, zal het Verenigd College een ontwerp van correctieplan opstellen. Dit leidt tot een ontwerp van aanpassing van de begroting voor het lopende jaar dat wordt ingediend in de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.
Dit ontwerpplan beoogt de verwezenlijking van de in § 1 bedoelde begrotingsdoelstelling door tegelijkertijd bij te dragen tot het bereiken van de doelstellingen die nagestreefd worden door de Gemeenschapscommissie en die kaderen in de Europa 2020-Strategie en het VWEU. Voor wat inzonderheid laatstgenoemd verdrag aangaat, beoogt het de naleving van de bepalingen bedoeld in de artikelen 8, 9, 11, 14, 106.2, en 153 van het VWEU en artikel 2 van het daaraan gehechte Protocol 26 met betrekking tot de diensten van algemeen belang.
Het steunt op een inspanning op het gebied van uitgaven en ontvangsten en kan, in voorkomend geval, bepaalde uitgaven vrijstellen.
Het Verenigd College ziet in het bijzonder toe op het vrijwaren van de openbare dienstopdrachten en het vermogen om te investeren in instrumenten die de duurzame ontwikkeling van Gemeenschapscommissie bevorderen. Het ontwerpplan doet op generlei wijze afbreuk aan de bevoegdheid van de Gemeenschapscommissie om niet-economische diensten van algemeen belang te verstrekken, te doen verrichten en te organiseren.
3° Elk ontwerp van correctieplan dat door het Verenigd College wordt voorgelegd aan de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, maakt het voorwerp uit van een ex ante evaluatie van de sociale, milieugerelateerde en economische effecten door het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse en van een voorafgaand advies van de sociale partners in de Economische en Sociale Raad, volgens de modaliteiten die door het Verenigd College zijn vastgesteld. Deze evaluatie zal onder meer een analyse omvatten van het herverdelingseffect van de geplande maatregelen, met name op basis van de GINI-coëfficiënt, en een analyse van de gendereffecten van de geplande maatregelen.
Het ontwerp van correctieplan, de ex ante evaluatie en de adviezen van de sociale partners worden overgemaakt aan de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie op hetzelfde moment dat het ontwerp van aanpassing van de begroting ingediend wordt.
4° Nadat het correctieplan is uitgevoerd, zal het, op grond van de modaliteiten en binnen de termijnen die vastgesteld zijn door het Verenigd College, door het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse onderworpen worden aan een ex post evaluatie van de effecten ervan op de doelstellingen van de EU 2020-Strategie. Deze evaluatie zal onder meer een analyse omvatten van het herverdelingseffect van de geplande maatregelen, met name op basis van de GINI-coëfficiënt, en een analyse van de gendereffecten van de geplande maatregelen.
Deze evaluatie zal vermelden of de maatregelen die werden genomen voor het bereiken van de jaarlijkse begrotingsdoelstelling gewijzigd zouden moeten worden, met het oog op het bereiken van de doelstellingen en het naleven van de bepalingen vervat in de artikelen 8, 9, 11, 14, 106.2, en 153 van het VWEU en artikel 2 van het daaraan gehechte Protocol 26 met betrekking tot de diensten van algemeen belang, alsook van de sociale en milieudoelstellingen die de Europese Unie vooropgesteld heeft in haar Europa 2020-strategie.
Het Verenigd College zal deze evaluatie mededelen aan de Economische en Sociale Raad en aan de Gemeenschappelijk Gemeenschapscommissie.
§ 6. - Het BISA krijgt de opdracht om uiterlijk op 31 december 2017 over te gaan tot een algehele evaluatie van de toepassing van het Verdrag. Het Verenigd College wint vooraf via de Economische en Sociale Raad het advies van de sociale partners in en bezorgt dit aan het BISA. Het Verenigd College deelt deze evaluatie mee aan de Economische en Sociale Raad en aan de Verenigde vergadering. Zij bezorgt de Verenigde Vergadering eveneens het voorafgaand advies van de Economische en Sociale Raad.
Art.5. Deze ordonnantie treedt in werking de dag waarop ze wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
BIJLAGE.
Art. N. Samenwerkingsakkoord van 29 november 2013 tussen de Federale Overheid, de Gemeenschappen, de Gewesten en de Gemeenschapscommissies betreffende de uitvoering van artikel 3, § 1, van het Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur in de Economische en Monetaire Unie en houdende goedkeuring van gewestelijke op begrotingsgebied geldende bepalingen, die aangepast zijn aan sommige bepalingen van voornoemd Akkoord
(Voor het akkoord, zie : 2013-12-13/02)