22 MEI 2014. - Ministerieel besluit tot uitvoering van artikel 41ter van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers
Art. 1-4
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder het beheer van de aanvullende pensioenen, het door de Rijksdienst voor Pensioenen opgericht afzonderlijk beheer voor de verrichtingen en de lasten betreffende de buitenwettelijke voordelen beoogd bij artikel 22, § 2 van de wet van 12 juli 1957 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor bedienden.
Art.2. De in de analytische boekhouding op de kostenplaats beheer van de aanvullende pensioenen geboekte kosten worden ten laste gelegd van het beheer van de aanvullende pensioenen.
De kosten voortvloeiend uit de analytische boekhouding worden op de kostenplaats beheer van de aanvullende pensioenen geboekt op basis van repartitiesleutels bepaald per kostensoort door de Rijksdienst voor Pensioenen en voor akkoord voorgelegd aan de minister tot wiens bevoegdheid Pensioenen behoren.
Voor het boekjaar t van het beheer van de aanvullende pensioenen worden de gegevens van de analytische boekhouding van het boekjaar t-1 gebruikt, met een regularisatie in het boekjaar t+1 van het beheer van de aanvullende pensioenen.
Art.3. Het ministerieel besluit van 7 december 1982 tot uitvoering van artikel 41ter van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 1 augustus 1996, wordt opgeheven.
Art. 4. De bepalingen van dit besluit worden voor het eerst toegepast op het beheer van de aanvullende pensioenen voor het boekjaar 2013, gebruik makend van de gegevens uit de analytische boekhouding van het boekjaar 2012, met een regularisatie in het boekjaar 2014.