Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

22 MEI 2014. - Wet tot wijziging van de wet van 6 april 1995 betreffende de voorkoming van verontreiniging door schepen en de wet van 20 januari 1999 ter bescherming van het mariene milieu en ter organisatie van de mariene ruimtelijke planning in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van de wet van 6 april 1995 betreffende de voorkoming van verontreiniging door schepen
Art. 2-4
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van de wet van 20 januari 1999 ter bescherming van het mariene milieu en ter organisatie van de mariene ruimtelijke planning in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België
Art. 5-9



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1995025179  1999022033 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van de wet van 6 april 1995 betreffende de voorkoming van verontreiniging door schepen
Art.2. In artikel 1, 2°, van de wet van 6 april 1995 betreffende de voorkoming van verontreiniging door schepen, gewijzigd bij de wetten van 20 januari 1999 en 19 december 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° de bepaling onder A wordt aangevuld met de woorden "en met inbegrip van verbranden";
  2° de bepaling onder B, a), wordt aangevuld met de woorden "en in de zin van het 1996 Protocol bij dit Verdrag".

Art.3. In artikel 17bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 20 januari 1999 en gewijzigd bij de wetten van 3 mei 1999, 19 december 2006 en 13 maart 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° paragraaf 1, eerste lid, wordt aangevuld met de zin "De met de scheepvaartcontrole belaste ambtenaren kunnen zich doen bijstaan door deskundigen.";
  2° paragraaf 2 wordt aangevuld met de zin "Zij kunnen zich doen bijstaan door deskundigen.".

Art.4. In artikel 29ter van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 20 januari 1999 en vernummerd bij de wet van 19 december 2006, worden de woorden "met dien verstande dat het minimumbedrag van de minnelijke schikking niet minder mag bedragen dan één tiende van de bij deze wet bepaalde minimum geldboete, verhoogd met de opdeciemen" opgeheven.

HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van de wet van 20 januari 1999 ter bescherming van het mariene milieu en ter organisatie van de mariene ruimtelijke planning in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België
Art.5. In artikel 2 van de wet van 20 januari 1999 ter bescherming van het mariene milieu en ter organisatie van de mariene ruimtelijke planning in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België, gewijzigd bij de wetten van 3 mei 1999, 17 september 2005, 21 april 2007 en 20 juli 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° de bepaling onder 15°, tweede lid, (i), wordt vervangen als volgt :
  "(i) het lozen zoals bedoeld in de wet van 6 april 1995 betreffende de voorkoming van verontreiniging door schepen noch het zich overeenkomstig toepasselijke regels van internationaal recht, ontdoen van afval of andere materie gepaard gaande met, of voortvloeiende uit, de normale werking van luchtvaartuigen of offshore-installaties;";
  2° in de bepaling onder 16° wordt het tweede lid vervangen als volgt :
  "Onder "verbranding" wordt niet begrepen het lozen door verbranden zoals bedoeld in de wet van 6 april 1995 betreffende de voorkoming van verontreiniging door schepen, noch de thermische vernietiging, in overeenstemming met toepasselijke regels van internationaal recht, van afval of andere materie die gepaard gaat met, of voortvloeit uit de normale werking van, luchtvaartuigen of offshore-installaties;";
  3° de bepaling onder 19° wordt opgeheven.

Art.6. Artikel 43 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 3 mei 1999 en 17 september 2005, wordt aangevuld met een lid, luidende :
  "Onverminderd de op de onder het eerste lid bedoelde ambtenaren toepasselijke regelgeving, kunnen deze ambtenaren door de Koning, voor de toepassing van deze wet en haar uitvoeringsbesluiten, bekleed worden met de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie.".

Art.7. In artikel 50 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 21 april 2007, wordt een § 1/1 ingevoegd, luidende :
  " § 1/1. De inbreuken op de door de Koning vastgelegde bepalingen die bindend zijn voor de rechtsonderhorigen betreffende de mariene ruimtelijke planning, zoals bedoeld in artikel 5bis worden gestraft met een geldboete van honderd euro tot honderdduizend euro en met een gevangenisstraf van twee maanden tot een jaar of met een van deze straffen alleen."

Art.8. Artikel 56 van dezelfde wet wordt aangevuld met een § 3, luidende :
  " § 3. Onverminderd de toepassing van boek I van het Strafwetboek, met inbegrip van hoofdstuk VII en de artikelen 41bis en 85, kan de geïdentificeerde natuurlijke persoon, in afwijking van artikel 5, tweede lid, van hetzelfde wetboek, samen met de verantwoordelijke rechtspersoon worden veroordeeld wegens inbreuken op deze wet en haar uitvoeringsbesluiten."

Art. 9. In artikel 58 van dezelfde wet wordt de bepaling onder het eerste streepje opgeheven.