10 APRIL 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 november 1992 betreffende de verwerking van persoonsgegevens inzake consumentenkrediet
Art. 1-5
Artikel 1. Artikel 1 van het koninklijk besluit van 20 november 1992 betreffende de verwerking van persoonsgegevens inzake consumentenkrediet wordt aangevuld als volgt :
"e) ofwel de consument een kredietovereenkomst bedoeld in artikel 3, § 2, laatste lid, van de wet, heeft gesloten.
Voor de toepassing van dit besluit worden de kredietovereenkomsten die niet beantwoorden aan de kredietsoorten bedoeld in artikel 1, 9° tot 12°, 12° ter en 12° quater, van de wet, gelijkgesteld met een lening op afbetaling.".
Art.2. Artikel 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 20 november 2003, wordt vervangen als volgt :
"Art. 3. Onder gegevens betreffende de identiteit van de kredietgever, bedoeld in artikel 69, § 3, van de wet, moet worden verstaan : de vennootschapsnaam, de maatschappelijke zetel, het geografisch adres en het ondernemingsnummer.
Voor de toepassing van dit artikel worden mede als kredietgever bedoeld, de persoon of instelling die de rechten en verplichtingen uit de kredietovereenkomst geheel of gedeeltelijk heeft overgenomen, alsook de persoon of instelling die in de plaats is gesteld van de rechten van de kredietgever."
Art.3. In artikel 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 november 2003, wordt de bepaling onder 2° vervangen als volgt :
" 2° in geval van kredietopening :
a) wanneer een bedrag aan kapitaal en/of totale kosten van het krediet voor de consument komt te vervallen overeenkomstig de voorwaarden van de kredietovereenkomst en dit niet of onvolledig werd terugbetaald binnen een termijn van drie maanden, of
b) wanneer het kapitaal volledig opeisbaar is geworden, zelfs voor de termijn bedoeld in a) verstreken is, en de kredietnemer het verschuldigde bedrag niet of onvolledig heeft terugbetaald.
In afwijking van het eerste lid, 2°, b) vindt de registratie in geval van niet betaling van het bedrag bedoeld in artikel 22, § 2, van de wet, plaats een maand na het verstrijken van de nulstellingstermijn;".
Art.4. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 5. De minister bevoegd voor Economie, en de minister bevoegd voor Financiën zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.