Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

26 DECEMBER 2013. - Wet houdende invoeging van de bepalingen die een aangelegenheid regelen als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet, in boek XVII "Bijzondere rechtsprocedures" van het Wetboek van economisch recht



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Het Wetboek van economisch recht
Art. 2-12
HOOFDSTUK III. - Opheffings- en wijzigingsbepalingen
Art. 13-16
HOOFDSTUK IV. - Bevoegdheidstoewijzing
Art. 17-19
HOOFDSTUK V. - Inwerkingtreding
Art. 20



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2010011165 



Uitvoeringsbesluit(en):

2014011227 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

HOOFDSTUK II. - Het Wetboek van economisch recht
Art.2. In het boek XVII van het Wetboek van economisch recht, titel 1, hoofdstuk 1, wordt een artikel XVII. 1, ingevoegd, luidende :
  "Art. XVII. 1. De voorzitter van de rechtbank van koophandel stelt het bestaan vast en beveelt de staking van een zelfs onder het strafrecht vallende daad die een inbreuk uitmaakt op de bepalingen van dit Wetboek, onverminderd de bijzondere bepalingen eigen aan boeken VI, XI en XII, bedoeld in hoofdstukken 3, 4 en 5 van deze titel."

Art.3. In het boek XVII van hetzelfde Wetboek, titel I, hoofdstuk 1, wordt een artikel XVII. 2., ingevoegd, luidende :
  "Art. XVII. 2. De voorzitter van de rechtbank van koophandel stelt het bestaan vast en beveelt eveneens de staking van de hiernavolgende inbreuken :
  1° de uitoefening van een activiteit met miskenning van de bepalingen van boek III van dit Wetboek;
  2° de niet-naleving van de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake het bijhouden van de sociale documenten en de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde;
  3° de tewerkstelling van werknemers zonder te zijn ingeschreven bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, zonder de vereiste aangiften te hebben gedaan of zonder de bijdragen, de bijdrageverhogingen of moratoire interesten te betalen;
  4° de tewerkstelling van werknemers en het gebruik van werknemers in overtreding van de reglementering op de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en de terbeschikkingstelling van werknemers aan gebruikers;
  5° de niet-naleving van algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomsten;
  6° het beletten van het toezicht uitgeoefend krachtens de bepalingen van boek III van dit Wetboek, en krachtens de wetten betreffende het bijhouden van de sociale documenten;
  7° de niet-naleving van de wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen inzake reclame, met uitsluiting van deze die vervat zijn in boek VI van dit Wetboek en de uitvoeringsbesluiten ervan;
  8° de tewerkstelling van een persoon door een werkgever die zich schuldig heeft gemaakt aan een overtreding van artikel 12, 1°, a, van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers;
  9° het niet-naleven van de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake milieukeurmerk;
  10° de uitoefening van een beroepsactiviteit zonder te beschikken over het met toepassing van de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap vereiste attest;
  11° de niet-naleving van de bepalingen van de wet van 10 november 2006 betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening;
  12° de uitoefening van het beroep van ondernemer van vervoer van zaken of van personen over de weg zonder houder te zijn van de vereiste vervoervergunningen en -machtigingen;
  13° de niet-naleving van de voorschriften betreffende de rij- en rusttijden van de bestuurders van voertuigen;
  14° de niet-naleving van de bepalingen van de wet van 15 mei 2007 betreffende de bescherming van de consumenten inzake omroeptransmissie- en omroepdistributiediensten;
  15° de niet-naleving van de bepalingen van de verorderingen van de Europese Unie die betrekking hebben op aangelegenheden bedoeld in boek VI;
  16° de niet-naleving van de bepalingen van artikel 18, §§ 2/1 tot 2/3, van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, zoals ingevoegd bij de wet van 25 augustus 2012 en van artikel 15/5bis, §§ 11/1 tot 11/3, van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen, zoals ingevoegd bij de wet van 25 augustus 2012.

Art.4. In het boek XVII van hetzelfde Wetboek, titel 1, hoofdstuk 1, wordt een artikel XVII. 3., ingevoegd, luidende :
  "Art. XVII. 3. De voorzitter van de rechtbank van koophandel kan aan de overtreder een termijn toestaan om aan de inbreuk een einde te maken, wanneer de aard van de inbreuk dit nodig maakt. Hij kan de opheffing van het stakingsbevel toestaan wanneer een einde werd gemaakt aan de inbreuk."

Art.5. In het boek XVII van hetzelfde Wetboek, titel 1, hoofdstuk 1, wordt een artikel XVII. 4., ingevoegd, luidende :
  "Art. XVII. 4. De voorzitter van de rechtbank van koophandel kan toestaan dat zijn beslissing of de samenvatting die hij opstelt wordt aangeplakt tijdens de door hem bepaalde termijn, zowel buiten als binnen de inrichtingen van de overtreder en dat zijn vonnis of de samenvatting ervan in kranten of op enige andere wijze wordt bekendgemaakt, dit alles op kosten van de overtreder.
  Deze maatregelen van openbaarmaking mogen evenwel slechts toegestaan worden indien zij er kunnen toe bijdragen dat de gewraakte daad of de uitwerking ervan ophouden.
  De voorzitter van de rechtbank van koophandel stelt het bedrag vast dat de partij waaraan een publicatiemaatregel overeenkomstig het eerste lid werd toegekend en die de maatregel heeft uitgevoerd niettegenstaande tijdig beroep tegen het vonnis werd ingesteld, zal verschuldigd zijn aan de partij in wiens nadeel de publicatiemaatregel werd uitgesproken, indien deze in beroep ongedaan wordt gemaakt."
  [Art. XVII. 5.]
  [Art. XVII. 6.]
  [HOOFDSTUK 2. - Titularissen van de vordering tot staking
  Art. XVII. 7.
  Art. XVII. 8.].

Art.6. In boek XVII van hetzelfde Wetboek, titel I, hoofdstuk 3, wordt een artikel XVII. 9 ingevoegd, luidende :
  "Art. XVII. 9. De voorzitter van de rechtbank van koophandel kan de marktpraktijken bedoeld in de artikelen VI. 92 tot VI.109 van dit Wetboek verbieden wanneer zij nog geen aanvang hebben genomen, doch op het punt staan plaats te vinden."
  (Art. XVII. 10.)
  (Art. XVII. 11.)
  (Art. XVII. 12.)
  (Art. XVII. 13.)
  (HOOFDSTUK 4. - Bijzondere bepalingen eigen aan boek XI
  Art. XVII. 14. tot XVII. 21.)

Art.7. In boek XVII van hetzelfde Wetboek, titel I, hoofdstuk 5, wordt een artikel XVII. 22 ingevoegd, luidende :
  "Art. XVII. 22. De bepalingen van deze titel zijn niet van toepassing op de bepalingen van titel 2 van boek XII."

Art.8. In boek XVII van hetzelfde Wetboek, titel I, hoofdstuk 5, wordt een artikel XVII. 23, §§ 1 tot 3 en § 5, ingevoegd, luidende :
  "Art. XVII. 23. § 1. In afwijking van de bepalingen van deze titel, zijn enkel de volgende paragrafen van toepassing in geval van schending van artikel XII.22.
  § 2. De voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg, of in voorkomend geval, de voorzitter van de rechtbank van koophandel, stelt het bestaan vast en beveelt de staking van elke registratie van een domeinnaam door een persoon met woonplaats of vestiging in België, en van elke registratie van een domeinnaam geregistreerd onder het BE-domein, die artikel XII.22 schendt.
  § 3. De voorzitter van de rechtbank kan bevelen dat de houder van de betrokken domeinnaam de registratie ervan doorhaalt of laat doorhalen of de domeinnaam overdraagt of laat overdragen aan de persoon die hij aanwijst.
  [ § 4. ...]
  § 5. De voorzitter van de rechtbank kan eveneens bevelen dat het vonnis geheel of gedeeltelijk, op kosten van de houder van de domeinnaam die in het ongelijk is gesteld, wordt bekendgemaakt in de pers of op een andere door hem bepaalde wijze.
  Deze maatregelen van openbaarmaking mogen evenwel slechts opgelegd worden indien zij kunnen bijdragen tot de stopzetting van de registratie of de uitwerking ervan.
  [ § 6. ...]"

Art.9. In boek XVII van hetzelfde Wetboek, titel I, hoofdstuk 5, wordt een artikel XVII. 24 ingevoegd, luidende :
  "Art. XVII. 24. De voorzitter van de rechtbank van koophandel kan de reclame bedoeld in artikel XII. 21, 3°, verbieden wanneer zij nog niet onder het publiek is gebracht, doch de publicatie ervan op het punt staat te gebeuren."
  [Art. XVII. 25.]
  [HOOFDSTUK 6. - Intracommunautaire vordering tot staking op het gebied van de bescherming van de consumentenbelangen
  Art. XVII. 26.
  Art. XVII. 27.
  Art. XVII. 28.]

Art.10. In boek XVII van hetzelfde Wetboek, titel I, hoofdstuk 6, wordt een artikel XVII. 29. ingevoegd, luidende :
  "Art. XVII. 29. De voorzitter van de rechtbank van koophandel van Brussel stelt het bestaan vast en beveelt de staking van een handeling die een inbreuk uitmaakt."

Art.11. In boek XVII van hetzelfde Wetboek, titel I, hoofdstuk 6, wordt een artikel XVII. 30. ingevoegd, luidende :
  "Art. XVII. 30. De voorzitter van de rechtbank van koophandel van Brussel aanvaardt de in artikel XVII. 27 aangehaalde lijst van de bevoegde instanties als bewijs van het vermogen van de bevoegde instantie om te handelen, onverminderd zijn recht om na te gaan of de doelstelling van de bevoegde instantie het instellen van een vordering in een specifiek geval rechtvaardigt.
  In afwijking van de artikelen 17 en 18 van het Gerechtelijk Wetboek kunnen de bevoegde instanties een vordering tot staking van een inbreuk instellen om de collectieve belangen van de consumenten te verdedigen mits de in artikel XVII. 27 vermelde voorwaarden vervuld worden. "
  [Art. XVII. 31.]
  [Art. XVII. 32.]

Art.12. In boek XVII van hetzelfde Wetboek, titel I, hoofdstuk 6, wordt een artikel XVII. 33. ingevoegd, luidende :
  "Art. XVII. 33. De voorzitter van de rechtbank van koophandel van Brussel kan bevelen om zijn vonnis of de samenvatting die hij opstelt te publiceren via de pers, door aanplakking of op gelijk welke andere manier, op kosten van de overtreder.
  Hij kan ook onder dezelfde voorwaarden de publicatie van een rechtzetting bevelen."
  [Art. XVII. 34.]

HOOFDSTUK III. - Opheffings- en wijzigingsbepalingen
Art.13. In artikel 587, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 2 juni 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° onderdeel 11° wordt opgeheven;
  2° onderdeel 12° wordt vervangen als volgt :
  "12° over de vorderingen ingesteld overeenkomstig artikel XVII. 23 van het Wetboek van economisch recht".

Art.14. In artikel 589 van het Gerechtelijk Wetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 30 juli 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° onderdeel 9° wordt opgeheven;
  2° onderdeel 10° wordt vervangen als volgt :
  "10° in artikel XVII. 27 van het Wetboek van economisch recht";
  3° onderdeel 12° wordt vervangen als volgt :
  "12° in artikel XVII. 23 van het Wetboek van economisch recht"
  4° onderdeel 13° wordt opgheven.

Art.15. In artikel 627, 16°, van het Gerechtelijk Wetboek, ingevoegd bij de wet van 26 mei 2002, worden de woorden "artikel 4 van de wet van 26 mei 2002 betreffende de intracommunautaire vorderingen tot staking op het gebied van de bescherming van de consumentenbelangen" vervangen door de woorden "artikel XVII. 27 van het Wetboek van economisch recht"

Art.16. De wet van 6 april 2010 met betrekking tot de regeling van bepaalde procedures in het kader van de wet van 6 april 2010 betreffende markpraktijken en consumentenbescherming, gewijzigd bij de wet van 25 augustus 2012, wordt opgeheven, voor zover de wet van toepassing is op de aangelegenheden geregeld door de overeenkomstige bepalingen van het Wetboek van economisch recht, zoals ingevoegd door deze wet.

HOOFDSTUK IV. - Bevoegdheidstoewijzing
Art.17. De bestaande wetten en uitvoeringsbesluiten die verwijzen naar de bepalingen bedoeld in de artikelen 13 tot 16, worden geacht te verwijzen naar de overeenkomstige bepalingen in het Wetboek van economisch recht, zoals ingevoegd bij deze wet.

Art.18. De Koning kan de verwijzingen in bestaande wetten en koninklijke besluiten naar de bepalingen bedoeld in de artikelen 13 tot 16, vervangen door verwijzingen naar de ermee overeenstemmende bepalingen in het Wetboek van economisch recht, zoals ingevoegd bij deze wet.

Art.19. De Koning kan de bepalingen van het Wetboek van economisch recht, zoals ingevoegd bij deze wet, coördineren met de bepalingen die daarin uitdrukkelijk of stilzwijgend wijzigingen hebben aangebracht tot het tijdstip van de coördinatie.
  Daartoe kan Hij :
  1° de volgorde en de nummering van de te coördineren bepalingen veranderen en in het algemeen de teksten naar de vorm wijzigen;
  2° de verwijzingen die voorkomen in de te coördineren bepalingen met de nieuwe nummering doen overeenstemmen;
  3° zonder afbreuk te doen aan de beginselen die in de te coördineren bepalingen vervat zijn, de redactie ervan wijzigen om ze onderling te doen overeenstemmen en eenheid in de terminologie te brengen.

HOOFDSTUK V. - Inwerkingtreding
Art. 20.De Koning bepaalt de datum van inwerkingtreding van elke bepaling van deze wet en van elke bepaling ingevoegd door deze wet in het Wetboek van economisch recht.

(NOTA : Inwerkingtreding vastgesteld op 31-05-2014 door KB 2014-03-28/26, art. 3)