Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

2 APRIL 2014. - Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 7 januari 2014 tot wijziging van het statuut van de gerechtsdeurwaarders



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - De stage
Art. 1-5
HOOFDSTUK 2. - De benoemingscommissie
Art. 6-14
HOOFDSTUK 3. - Benoemingsprocedure voor de kandidaat-gerechtsdeurwaarders
Art. 15-17
HOOFDSTUK 4. - Beroepsprocedure tegen weigering herinschrijving tableau kandidaat-gerechtsdeurwaarders
Art. 18
HOOFDSTUK 5. - Benoemingsprocedure voor de gerechtsdeurwaarders
Art. 19-20
HOOFDSTUK 6. - Continuïteit van de openbare dienst, voortzetting van de activiteit, overdracht van dossiers en andere bestanddelen van het kantoor van een gerechtsdeurwaarder
Art. 21-28
HOOFDSTUK 7. - De raadpleging van het register van de plaatsvervangingen
Art. 29
HOOFDSTUK 8. - De tuchtcommissies
Art. 30-31
HOOFDSTUK 9. - Inwerkings- en uitvoeringsbepalingen
Art. 32-33
BIJLAGEN.
Art. N1-N5



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2015009356  2015A09356  2017031706 



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - De stage
Artikel 1. § 1. De kandidaat-stagiair richt zijn aanvraag bij aangetekende zending aan de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders.
  Hij deelt aan de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders de volgende gegevens mede :
  1° naam en voornaam;
  2° geboorteplaats en -datum;
  3° woonplaats;
  4° naam en voornamen van de gerechtsdeurwaarder onder wiens gezag hij stage wenst te lopen.
  Hij voegt bij zijn aanvraag :
  1° een eensluidend verklaard afschrift van zijn diploma van doctor, licentiaat of master in de rechten;
  2° een uittreksel uit het Strafregister dat minder dan zes maanden tevoren door het gemeentebestuur van zijn woonplaats is uitgereikt.
  § 2. De Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders aanvaardt of weigert de aanvraag indien niet voldaan is aan de wettelijke voorwaarden, binnen een maand nadat zij is verstuurd.
  Binnen dezelfde termijn stelt de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders de kandidaat-stagiair en de syndicus van de raad van de arrondissementskamer waar de gerechtsdeurwaarder onder wie de stagiair zijn stage wenst te lopen op de hoogte van zijn beslissing.

Art.2. De lijst van de stagiairs wordt jaarlijks door de syndicus opgemaakt.
  Die lijst vermeldt :
  1° de naam, de voornamen, de plaats en datum van geboorte en de woonplaats van iedere stagiair;
  2° de naam en voornamen van de gerechtsdeurwaarder onder wiens gezag de stage wordt volbracht.
  Tijdens de algemene vergadering van de arrondissementskamer doet de syndicus voorlezing van de lijst van stagiairs.
  De leden van de arrondissementskamer kunnen te allen tijde van deze lijst kennis nemen.

Art.3. Binnen dertig dagen na het verstrijken van de termijn bepaald in artikel 1, § 2, tweede lid, geeft de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders door toedoen van de syndicus aan de gerechtsdeurwaarder onder wie de stagiair zijn stage wenst te lopen een stageboekje in tweevoud af.

Art.4. De stage heeft betrekking op :
  1° de studie van de rechten en de verplichtingen van de gerechtsdeurwaarder ten aanzien van zijn lastgevers, de partijen in de zaak, de derden die een belang hebben in de zaak, de personeelsleden van zijn kantoor, alsook van de maatschappelijke rol van de gerechtsdeurwaarder en zijn rol als bemiddelaar;
  2° het zich vertrouwd maken met de begrippen die onontbeerlijk zijn voor het goed bestuur van een kantoor, met de boekhoudkundige verplichtingen, met de deontologie en met de reglementen van inwendige orde.
  De stagiair wordt in het kader van de taken van de gerechtsdeurwaarder inzonderheid belast met het opmaken van akten, verzoekschriften en processen-verbaal; de stagiair vergezelt de gerechtsdeurwaarder naar de plaatsen waar deze laatste moet instrumenteren naar aanleiding van zijn opdrachten inzake betekening, beslag, uitzetting, verkoop, vaststelling met uitzondering evenwel van vaststelling van overspel, alsook in het kader van andere opdrachten van verschillende aard.
  De stagiair wordt in kennis gesteld van de boekhoudkundige stukken die een gerechtsdeurwaarder moet bijhouden, van de besluiten die op hem betrekking hebben, inzonderheid van de tarieven die moeten worden toegepast, van de bijzonderheden betreffende de fiscale en de bijzondere wetten die hij in acht moet nemen en van de verzekeringen die hij moet aangaan.

Art.5. Op het einde van elke maand vermeldt de stagemeester in de twee stageboekjes de werkelijke aanwezigheid, het verzuim van de stagiair gedurende de afgelopen maand en de afwezigheden bedoeld in artikel 511, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek.
  Op het einde van de stage geeft de stagemeester een exemplaar van het stageboekje af aan de stagiair tegen ontvangstbewijs. Het tweede zendt hij over aan de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders.
  Na ontvangst van het stageboekje en controle van de overeenstemming ervan met de in dit artikel vermelde voorwaarden, reikt de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders aan de stagiair het stagecertificaat uit.

HOOFDSTUK 2. - De benoemingscommissie
Art.6. De zetel van de benoemingscommissies voor gerechtsdeurwaarders is gevestigd in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad.

Art.7. Het bureau van een benoemingscommissie is samengesteld uit haar voorzitter, ondervoorzitter en secretaris. Het bureau regelt, onder leiding van de voorzitter, de dagelijkse werkzaamheden van de commissie.

Art.8. De verenigde benoemingscommissies of elke benoemingscommissie mogen in hun schoot werkgroepen oprichten, in functie van de belangrijkheid van de te behandelen materies.

Art.9. Behoudens voor wat betreft de eerste installatie worden de vacatures voor een mandaat van effectief of plaatsvervangend lid van een benoemingscommissie, ten laatste zes maanden voor het verstrijken van het mandaat van de effectieve en plaatsvervangende leden van de benoemingscommissies, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
  Indien een mandaat voortijdig openvalt, geschiedt de bekendmaking van de vacature voor een mandaat van plaatsvervangend lid binnen de maand na het ontslag, het overlijden of de vaststelling van de beëindiging van het mandaat van het effectief of plaatsvervangend lid.
  De bekendmaking gebeurt in de vorm van een oproep tot de kandidaten, waarbij het aantal vacante plaatsen, de benoemingsvoorwaarden, de taken van de benoemingscommissies en de nadere regels inzake de indiening van de kandidatuurstelling worden omschreven.

Art.10. Elke kandidaatstelling moet op straffe van verval, binnen een termijn van een maand na de bekendmaking bij aangetekende zending gericht worden aan :
  1° de voorzitter van de Nationale Kamer van gerechtsdeurwaarders voor wat betreft de personen vermeld in artikel 512, § 2, 2°, van het Gerechtelijk Wetboek en hun plaatsvervangers;
  2° de minister van Justitie voor wat betreft de personen vermeld in artikel 512, § 2, 1°, 3° en 4°, van het Gerechtelijk Wetboek en hun plaatsvervangers.

Art.11. Om ontvankelijk te zijn moet de kandidaatstelling voor wat betreft de personen vermeld in artikel 512, § 2, 1°, 3° en 4°, van het Gerechtelijk Wetboek en hun plaatsvervangers vergezeld zijn van de volgende documenten :
  1° kopie van het diploma;
  2° een uittreksel uit het Strafregister uitgereikt na de bekendmaking van de oproep tot de kandidaten;
  3° een curriculum vitae houdende de nodige inlichtingen die toelaten te controleren of de voorwaarden voorzien in artikel 512, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek vervuld zijn en de terzake nuttige stavingsstukken;
  4° in voorkomend geval, een bewijs van de kennis van de Duitse taal overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 43quinquies en 45, § 2, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken.

Art.12. De samenstelling van de benoemingscommissies wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
  Deze bekendmaking geldt als installatie.
  De uittredende leden houden zitting tot het verstrijken van de mandaatstermijn en in ieder geval tot de bekendmaking bedoeld in het vorig lid.

Art.13. Indien voor het verstrijken van het mandaat nieuwe effectieve of plaatsvervangende leden worden aangewezen, geldt deze aanwijzing voor de nog resterende duur van het mandaat. Hun mandaat neemt een aanvang de dag van hun effectieve installatie. Hiervan wordt melding gemaakt in het proces-verbaal van de vergadering van de benoemingscommissie.

Art.14. De voorzitter en de leden van de benoemingscommissie hebben recht op een vergoeding als terugbetaling van de reis- en verblijfkosten onder de voorwaarden en volgens de bedragen van toepassing op het personeel van de federale overheidsdiensten. Zij worden daartoe gelijkgesteld met ambtenaren van klasse A3.
  Voor zijn werkzaamheden in de benoemingscommissie heeft de voorzitter recht op een presentiegeld van 90,00 euro per uur zonder dat het bedrag van 360,00 euro per gepresteerde dag mag overschreden worden. Voor hun werkzaamheden in de benoemingscommissie hebben de overige leden recht op een presentiegeld van 75,00 euro per uur zonder dat het bedrag van 300,00 euro per gepresteerde dag mag overschreden worden.
  Op deze presentiegelden en toelagen is de mobiliteitsregeling voor de bezoldiging van het rijkspersoneel in actieve dienst van toepassing en wordt ze gekoppeld aan de spilindex 138,01.
  De voorzitter en de leden van de benoemingscommissies hebben voor de werkzaamheden verricht buiten de lokalen van de benoemingscommissies recht op een vergoeding van 40,00 euro per verbeterde toelatingsproef.
  Alle kosten bedoeld in dit artikel en alle andere kosten van de benoemingscommissies en de verenigde benoemingscommissies worden gedragen door de Nationale Kamer van gerechtsdeurwaarders.

HOOFDSTUK 3. - Benoemingsprocedure voor de kandidaat-gerechtsdeurwaarders
Art.15. De houder van een stagecertificaat die kandidaat-gerechtsdeurwaarder wil worden, dient zijn kandidatuur in bij de minister van Justitie bij aangetekende zending binnen de termijn bedoeld in artikel 513, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek.
  Om ontvankelijk te zijn, moet iedere kandidaatstelling voor een benoeming tot kandidaat-gerechtsdeurwaarder de volgende bijlagen bevatten :
  1° een kopie van de identiteitskaart;
  2° een eensluidend verklaard afschrift van zijn diploma van doctor, licentiaat of master in de rechten;
  3° een uittreksel uit het Strafregister daterend van na de bekendmaking van de oproep bedoeld in artikel 513, § 1, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek;
  4° een afschrift van het stagecertificaat.

Art.16. De procureur des Konings maakt zijn advies bij aangetekende zending over aan de minister van Justitie binnen de termijn bedoeld in artikel 513, § 3, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek door middel van het als bijlage 1 bij dit besluit gevoegde model.
  Dit advies wordt gemotiveerd en met één van de twee volgende beoordelingen afgesloten :
  gunstig;
  ongunstig.

Art.17. De benoemingscommissie maakt overeenkomstig het bepaalde in artikel 513, § 4, derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek de definitieve lijst van de gerangschikte kandidaten bij aangetekende zending over aan de minister van Justitie met het oog op hun benoeming.

HOOFDSTUK 4. - Beroepsprocedure tegen weigering herinschrijving tableau kandidaat-gerechtsdeurwaarders
Art.18. De kandidaat-gerechtsdeurwaarder kan bij aangetekende zending beroep instellen tegen de beslissing van de arrondissementskamer binnen de in artikel 514, § 1, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde termijn.

HOOFDSTUK 5. - Benoemingsprocedure voor de gerechtsdeurwaarders
Art.19. De kandidaat-gerechtsdeurwaarder die zich kandidaat stelt voor een vacante plaats van gerechtsdeurwaarder dient zijn kandidatuur in bij de minister van Justitie bij aangetekende zending binnen de termijn bedoeld in artikel 515, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek.
  Om tot gerechtsdeurwaarder te worden benoemd voegt de kandidaat-gerechtsdeurwaarder die zich kandidaat stelt voor een vacante plaats bedoeld in artikel 515, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek bij zijn kandidatuur de volgende bijlagen :
  1° een uittreksel uit het Strafregister uitgereikt na de bekendmaking van de vacante plaats;
  2° een verklaring op erewoord van de kandidaat waaruit de periode(s) en de plaats(en) van tewerkstelling als kandidaat-gerechtsdeurwaarder blijken;
  3° een gedetailleerd curriculum vitae houdende voor de uitoefening van het ambt van gerechtsdeurwaarder relevante informatie door middel van het als bijlage 2 bij dit besluit gevoegde model;
  4° in de gevallen bedoeld in artikel 516, vijfde lid, van het Gerechtelijk Wetboek en artikel 1 van het koninklijk besluit van 29 november 1993 tot bepaling van de eisen inzake taalkennis en tot regeling van de taalexamens voor de kandidaten voor het ambt van gerechtsdeurwaarder, een afschrift van het getuigschrift van de vereiste taalkennis.

Art.20. Het advies bedoeld in artikel 515, § 2, 1°, van het Gerechtelijk Wetboek met het oog op een benoeming tot gerechtsdeurwaarder wordt door de procureur des Konings uitgebracht door middel van het als bijlage 3 bij dit besluit gevoegde model.
  Het advies bedoeld in artikel 515, § 2, 2°, van het Gerechtelijk Wetboek met het oog op een benoeming tot gerechtsdeurwaarder wordt door de raad van de arrondissementskamer uitgebracht door middel van het als bijlage 4 bij dit besluit gevoegde model en dient te gaan over de wijze waarop de kandidaat zijn functie heeft uitgeoefend met respect voor deontologie, confraterniteit, integriteit en onpartijdigheid.
  Het advies sluit af met een gemotiveerde gunstige of ongunstige eindbeoordeling.
  Het advies en het afschrift van bewijs van de aangetekende zending van het advies dat door de adviesverlenende instanties aan de kandidaten werd gestuurd, worden bij aangetekende zending binnen de in artikel 515, § 2, derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde termijn overgemaakt aan de minister van Justitie.

HOOFDSTUK 6. - Continuïteit van de openbare dienst, voortzetting van de activiteit, overdracht van dossiers en andere bestanddelen van het kantoor van een gerechtsdeurwaarder
Art.21. In alle gevallen waarin een waarnemend gerechtsdeurwaarder wordt aangesteld, stelt de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders uiterlijk tien dagen na het ontslag, het overlijden, de afzetting of de schorsing van de betrokken gerechtsdeurwaarder, een bedrijfsrevisor aan die vooraf geen mandaat heeft uitgeoefend in het betrokken kantoor.
  De in het eerste lid bedoelde bedrijfsrevisor stelt, op basis van het laatst beschikbare attest dat met betrekking tot het betrokken gerechtsdeurwaarderskantoor werd overgemaakt aan de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders, hetgeen hem op eerste verzoek wordt overgemaakt, binnen een termijn van 15 dagen na ontvangst van dit attest, overeenkomstig het model gevoegd in bijlage 5 bij dit besluit, een verslag op, inhoudende :
  1° een geactualiseerd attest inzake de financiële situatie van het betrokken gerechtsdeurwaarderskantoor op datum van het overlijden, de ontslagneming, de afzetting of de schorsing van de te vervangen gerechtsdeurwaarder;
  2° een gedetailleerde beschrijving van de in artikel 524, § 1, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde over te nemen verplichtingen op datum van het overlijden, de ontslagneming, de afzetting of de schorsing van de te vervangen gerechtsdeurwaarder;
  3° een gedetailleerde beschrijving van de in artikel 524, § 1, tweede lid, van Gerechtelijk Wetboek bedoelde over te nemen kantoorinfrastructuur met vermelding van de boekwaarde ervan op datum van het overlijden, de ontslagneming, de afzetting of de schorsing van de te vervangen gerechtsdeurwaarder.
  Het verslag wordt door de bedrijfsrevisor bij aangetekend schrijven medegedeeld aan de te vervangen gerechtsdeurwaarder of diens rechthebbenden, en de aangestelde waarnemend gerechtsdeurwaarder, die over een termijn van uiterlijk 10 dagen beschikken, om, per aangetekend schrijven aan de revisor én de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders, hun eventuele opmerkingen te laten geworden, bij gebreke waaraan de partijen zullen worden geacht akkoord te gaan met het verslag.
  Eén exemplaar van het verslag, tesamen met de eventueel gemaakte opmerkingen, wordt door de aangestelde bedrijfsrevisor per aangetekend schrijven aan de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders verzonden, een tweede exemplaar van het verslag, tesamen met de eventueel gemaakte opmerkingen, wordt per aangetekend schrijven verzonden aan de Minister van Justitie.
  De kosten en erelonen van de in het eerste lid bedoelde bedrijfsrevisor zijn ten laste van de te vervangen gerechtsdeurwaarder of diens rechthebbenden, dan wel, in voorkomend geval, van de vennootschap van de te vervangen gerechtsdeurwaarder.

Art.22. § 1. In de gevallen voorzien onder artikel 523, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek, wordt de vergoeding van de waarnemend gerechtsdeurwaarder vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst tussen deze laatste en de te vervangen gerechtsdeurwaarder of diens rechthebbenden. Deze schriftelijke overeenkomst wordt binnen tien dagen na datum van deze overeenkomst gehomologeerd door de raad van de territoriaal bevoegde arrondissementskamer.
  Indien geen overeenkomst wordt bereikt binnen een termijn van tien dagen na de aanstelling van de waarnemend gerechtsdeurwaarder of indien de raad van de territoriaal bevoegde arrondissementskamer de in het vorige lid bedoelde overeenkomst om gegronde redenen weigert te homologeren kan deze vergoeding op verzoek van de meest gerede partij worden bepaald en begroot door de raad van de territoriaal bevoegde arrondissementskamer, die uitspraak doet, binnen de 10 dagen na aanhangigmaking, na de waarnemend gerechtsdeurwaarder en de te vervangen gerechtsdeurwaarder of diens rechthebbenden te hebben gehoord. Deze uitspraak is bindend voor alle partijen.
  § 2. In de gevallen voorzien onder artikel 523, § 2 van het Gerechtelijk Wetboek, wordt de vergoeding van de waarnemend gerechtsdeurwaarder bepaald door de raad van de territoriaal bevoegde arrondissementskamer, op het ogenblik van aanstelling van de waarnemend gerechtsdeurwaarder.

Art.23. De openstaande niet-verjaarde gemaakte kosten- en ereloonstaten zullen door de waarnemend gerechtsdeurwaarder geïnd en doorgestort worden naar de vervangen gerechtsdeurwaarder of diens rechthebbenden. Deze doorstortingen zullen gegroepeerd en om de dertig dagen gebeuren.

Art.24. Na afloop van het verstrijken van elke periode van zes maanden vanaf zijn aanstelling, maakt de waarnemend gerechtsdeurwaarder voor de betrokken periode telkens een geactualiseerd verslag op zoals bedoeld in artikel 21. Dit verslag wordt door de overeenkomstig hetzelfde artikel aangestelde bedrijfsrevisor, na controle geviseerd.

Art.25. Na afloop van het mandaat van de waarnemend gerechtsdeurwaarder, maakt de bedrijfsrevisor uiterlijk binnen de 15 dagen na afloop van voormeld mandaat een verslag op zoals bedoeld in artikel 21, tweede lid. Dit verslag wordt overgemaakt aan de waarnemend gerechtsdeurwaarder, de te vervangen gerechtsdeurwaarder of diens rechthebbenden, en de nieuw benoemde gerechtsdeurwaarder. Het verslag wordt hen bij aangetekende zending medegedeeld, waarna zij over een termijn van 10 dagen beschikken om, bij aangetekende zending, hun eventuele opmerkingen te laten geworden, bij gebreke waaraan zij worden geacht akkoord te gaan met het verslag.

Art.26. De nieuw benoemde gerechtsdeurwaarder neemt de kwaliteitsrekeningen over van de gerechtsdeurwaarder die hij opvolgt.
  Behoudens andersluidende overeenkomst tussen de vervangen gerechtsdeurwaarder of diens rechthebbenden, en de nieuw benoemde gerechtsdeurwaarder, worden de resterende openstaande niet-verjaarde gemaakte kosten- en ereloonstaten door de nieuw benoemde gerechtsdeurwaarder verder geïnd en doorgestort naar de vervangen gerechtsdeurwaarder of diens rechthebbenden. Deze doorstortingen zullen gegroepeerd en om de dertig dagen gebeuren.

Art.27. De kandidaat-gerechtsdeurwaarders die hun kandidatuur wensen in te dienen voor een vacante plaats van gerechtsdeurwaarder, bekendgemaakt in overeenstemming met artikel 515, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek ontvangen op eenvoudig verzoek gericht bij aangetekende zending aan de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders een exemplaar van het verslag bedoeld in artikel 21. De Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders maakt het verslag over aan de kandidaat-gerechtsdeurwaarder die erom verzoekt bij aangetekende zending binnen de drie dagen na ontvangst van het verzoek.

Art.28. De in artikel 524, § 2, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde vergoeding wordt door de nieuw benoemde gerechtsdeurwaarder betaald aan de vervangen gerechtsdeurwaarder of diens rechthebbenden, dan wel, in voorkomend geval, aan de vennootschap van de vervangen gerechtsdeurwaarder.

HOOFDSTUK 7. - De raadpleging van het register van de plaatsvervangingen
Art.29. Het in artikel 529, § 2, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde ad hoc register wordt op elektronische wijze bijgehouden op de beveiligde CIA-server van de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders.
  De in het ad hoc register opgenomen gegevens met betrekking tot de identiteit van de vervangen gerechtsdeurwaarder en de plaatsvervangende gerechtsdeurwaarder en met betrekking tot de duur van de plaatsvervanging, zullen door eenieder geconsulteerd kunnen worden door middel van een website die beheerd wordt door de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders.

HOOFDSTUK 8. - De tuchtcommissies
Art.30. § 1. De Koning stelt per tuchtcommissie een pool vast van externe leden. Deze externe leden worden aangewezen onder advocaten, universiteitsprofessoren die het recht doceren of eenieder die over een voor de opdracht relevante beroepservaring beschikt.
  § 2. De bekendmaking van de vacatures gebeurt in de vorm van een oproep tot de kandidaten, waarbij de benoemingsvoorwaarden, de taken van de tuchtscommissies en de nadere regels inzake de indiening van de kandidatuurstelling worden omschreven.
  § 3. Elke kandidaatstelling moet op straffe van verval, binnen een termijn van een maand na de bekendmaking bij aangetekende zending gericht worden aan de minister van Justitie.
  Om ontvankelijk te zijn moet de kandidaatstelling vergezeld zijn van de volgende documenten :
  1° een eensluidend verklaard afschrift van het diploma;
  2° een uittreksel uit het Strafregister uitgereikt na de bekendmaking van de oproep tot de kandidaten;
  3° een curriculum vitae houdende de nodige inlichtingen die toelaten te controleren of de voorwaarden voorzien in paragraaf 1 vervuld zijn en de terzake nuttige stavingsstukken.

Art.31. De voorzitter en de leden van de tuchtcommissies hebben recht op een vergoeding als terugbetaling van de reis- en verblijfkosten onder de voorwaarden en volgens de bedragen van toepassing op het personeel van de federale overheidsdiensten. Zij worden daartoe gelijkgesteld met ambtenaren van klasse A3.
  Voor de zittingen van de tuchtcommissies hebben zij recht op een presentiegeld waarvan het bedrag per gepresteerde dag niet meer mag bedragen dan 200 euro. Werkzaamheden die per dag minder dan drie uur bestrijken, geven recht op de helft van bovenvermelde maximumtoelage.
  Op deze presentiegelden en toelagen is de mobiliteitsregeling voor de bezoldiging van het rijkspersoneel in actieve dienst van toepassing en wordt ze gekoppeld aan de spilindex 138,01.
  Alle kosten bedoeld in dit artikel en alle andere kosten van elke tuchtcommissie worden gedragen door de Nationale Kamer van gerechtsdeurwaarders.

HOOFDSTUK 9. - Inwerkings- en uitvoeringsbepalingen
Art.32. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art.33. De minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 1. - Model van advies van de procureur des Konings voor het ambt van kandidaat-gerechtsdeurwaarder
  (Model niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 24-04-2014, p. 34716)

Art. N2. Bijlage 2. - Formulier van curriculum vitae
  (Formulier niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 24-04-2014, p. 34717-34725)

Art. N3. Bijlage 3. - Model van advies van de procureur des Konings voor het ambt van gerechtsdeurwaarder
  (Model niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 24-04-2014, p. 34726)

Art. N4. Bijlage 4. - Model van advies van de raad van arrondissementskamer voor het ambt van gerechtsdeurwaarder
  (Model niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 24-04-2014, p. 34727)

Art. N5. Bijlage 5. - Attest m.b.t. de wettelijke en reglementaire financiële verplichtingen voor gerechtsdeurwaarders
  (Model niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 24-04-2014, p. 34728-34730)