Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

20 JANUARI 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 augustus 2006 betreffende de organisatie van het Koninklijk Hoger Instituut voor Defensie



Inhoudstafel:


Art. 1-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2006007234 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 2 van het koninklijk besluit van 10 augustus 2006 betreffende de organisatie van het Koninklijk Hoger Instituut voor Defensie wordt vervangen als volgt :
  "Art. 2. Er worden in het instituut een raad van bestuur en een wetenschappelijk comité ingesteld.
  De minister bepaalt de samenstelling, de aanwijzingsregels van de leden, de duur van het mandaat van de leden, de bevoegdheden en de werkingsregels van de raad van bestuur en van het wetenschappelijk comité.".

Art.2. Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
  "Art. 3. Het instituut hangt rechtstreeks af van de minister en wordt bestuurd door een raad van bestuur.
  De raad van bestuur verleent zijn akkoord, bij consensus of bij gebreke daaraan, bij meerderheid van stemmen, aan de programma's in het domein van het wetenschappelijk en technologisch onderzoek van Defensie, en legt ze aan de minister voor ter goedkeuring. Deze programma's worden door het instituut beheerd.
  Onderzoeksprogramma's kunnen worden voorgesteld door de Defensiestaf en tevens door elk lid van de raad van bestuur. Beide soorten onderzoeksprogramma's dienen in een redelijke verhouding naast elkaar te bestaan.
  De directeur-generaal van het instituut is belast met het dagelijks beheer en de voorbereiding en uitvoering van de beslissingen van de raad van bestuur.
  De directeur-generaal van de algemene directie vorming is verantwoordelijk voor de steun aan het instituut.
  De directeur-generaal van het instituut is benoemd door de Koning, op voordracht van de minister.".

Art.3. Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
  "Art. 4. Het instituut is belast om, zowel op nationaal als internationaal niveau :
  1° een referentie- en reflectiecentrum te zijn, gespecialiseerd in interdisciplinair onderzoek en analyse in het domein van de veiligheids- en defensiepolitiek ten dienste van de maatschappij;
  2° de koppeling te verzekeren tussen de actoren in het domein van de veiligheids- en defensiepolitiek en de burgermaatschappij enerzijds, en de actoren betrokken bij de reflectie en het onderzoek anderzijds;
  3° de samenwerking tussen de instellingen en de betrokken onderzoekers te ontwikkelen via het onderzoek in het domein van de veiligheids- en defensiepolitiek;
  4° de synergiën te creëren op het nationaal en internationaal vlak tussen het wetenschappelijk en technologisch onderzoek en de industrie in een dynamiek van onderzoek en ontwikkeling;
  5° het opstellen van een beter beleid te stimuleren in het domein van de veiligheid en defensie gebaseerd op de resultaten van het onderzoek;
  6° het beleid te optimaliseren door objectieve analyses af te leveren en de beleidsmakers te sensibiliseren over cruciale punten in het domein van de veiligheids- en defensiepolitiek;
  7° de beleidsmakers te helpen bij hun taak door hen een interdisciplinair platform aan te reiken om een debat met experten toe te laten;
  8° vernieuwende en efficiënte methodes te opperen om de aanbevelingen in het domein van de veiligheids- en defensiepolitiek te concretiseren;
  9° visies op langere termijn te ontwikkelen die toelaten de toekomstige beleidsopties te motiveren in het domein van de veiligheids- en defensiepolitiek.
  De minister kan het instituut belasten met iedere opdracht die als doel heeft het onderzoek te stimuleren, de synergiën en de partnerschappen op dat vlak maximaal te ontwikkelen en een duidelijk en transparant beeld toe te laten van de acties die door Defensie gevoerd worden in dat kader.
  Het instituut is bovendien belast met het organiseren, in een multisectorieel kader, van de hogere studies van defensie.".

Art.4. Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art.5. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 6. De minister bevoegd voor Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.

  Brussel, 20 januari 2014.
  FILIP
  Van Koningswege :
  De Minister van Landsverdediging,
  P. DE CREM