23 AUGUSTUS 2014. - Koninklijk besluit houdende gedeeltelijke verdeling, betreffende schadevergoedingen en gerechtskosten van het provisioneel krediet ingeschreven in het programma 03-41-1 van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2014 en bestemd tot het dekken van allerhande uitgaven voortvloeiend uit de loopbaanhervorming, de financiering van het Belgisch aandeel in de nieuwe NAVO-zetel, de uitvoering van het plan inzake startbanen bij de FOD's en het BIRB, de wijziging van het indexcijfer van de consumptieprijzen, en andere diversen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 2014 houdende gedeeltelijke verdeling, betreffende schadevergoedingen en gerechtskosten van het provisioneel krediet ingeschreven in het programma 03-41-1 van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2014 en bestemd tot het dekken van allerhande uitgaven voortvloeiend uit de loopbaanhervorming, de financiering van het Belgisch aandeel in de nieuwe NAVO-zetel, de uitvoering van het plan inzake startbanen bij de FOD's en het BIRB, de wijziging van het indexcijfer van de consumptieprijzen, en andere diversen
Art. 1-6
BIJLAGE.
Art. N
Artikel 1. In de tabel, bijgevoegd bij het koninklijk besluit van 25 april 2014 houdende gedeeltelijke verdeling, betreffende schadevergoedingen en gerechtskosten van het provisioneel krediet ingeschreven in het programma 03-41-1 van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2014 en bestemd tot het dekken van allerhande uitgaven voortvloeiend uit de loopbaanhervorming, de financiering van het Belgisch aandeel in de nieuwe NAVO-zetel, de uitvoering van het plan inzake startbanen bij de FOD's en het BIRB, de wijziging van het indexcijfer van de consumptieprijzen, en andere diversen wordt tegenover de basisallocatie 17.90.11.43.51.01 het bedrag van 28.755 duizend euro voor het vastleggingskrediet en het vereffeningskrediet vervangen door het bedrag van 28.267 duizend euro.
Art.2. In de tabel, bijgevoegd bij het koninklijk besluit van 25 april 2014 houdende gedeeltelijke verdeling, betreffende schadevergoedingen en gerechtskosten van het provisioneel krediet ingeschreven in het programma 03-41-1 van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2014 en bestemd tot het dekken van allerhande uitgaven voortvloeiend uit de loopbaanhervorming, de financiering van het Belgisch aandeel in de nieuwe NAVO-zetel, de uitvoering van het plan inzake startbanen bij de FOD's en het BIRB, de wijziging van het indexcijfer van de consumptieprijzen, en andere diversen wordt onder sectie 17 "Federale Politie" het totaal bedrag van 43.306 duizend euro voor de vastleggingskredieten en de vereffeningskredieten vervangen door het totaal bedrag van 42.818 duizend euro.
Art.3. In de tabel, bijgevoegd bij het koninklijk besluit van 25 april 2014 houdende gedeeltelijke verdeling, betreffende schadevergoedingen en gerechtskosten van het provisioneel krediet ingeschreven in het programma 03-41-1 van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2014 en bestemd tot het dekken van allerhande uitgaven voortvloeiend uit de loopbaanhervorming, de financiering van het Belgisch aandeel in de nieuwe NAVO-zetel, de uitvoering van het plan inzake startbanen bij de FOD's en het BIRB, de wijziging van het indexcijfer van de consumptieprijzen, en andere diversen wordt het totaal bedrag van de tabel van 84.912 duizend euro voor de vastleggingskredieten vervangen door het totaal bedrag van 84.424 duizend euro en wordt het totaal bedrag van de tabel van 77.556 duizend euro voor de vereffeningskredieten vervangen door het totaal bedrag van 77.068 duizend euro.
Art.4. Een vastleggings- en vereffeningskrediet van 4.579.000,00 euro worden afgenomen van het provisioneel krediet, ingeschreven op het programma 03-41-1 (basisallocatie 41.10.01.00.01) van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2014, en wordt verdeeld overeenkomstig de bijgevoegde tabel.
De in deze tabel vermelde bedragen worden gevoegd bij de kredieten die onder de betrokken programma's en basisallocaties zijn uitgetrokken voor het begrotingsjaar 2014.
Art.5. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art.6. De minister bevoegd voor Begroting is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGE.
Art. N. Tabel
(Tabel niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 19-09-2014, p. 73791-73792)