Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

18 MAART 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 maart 1999 tot invoering van een verlof voorafgaand aan het pensioen voor sommige ambtenaren van de operationele diensten van de Algemene Directie van de Civiele Veiligheid



Inhoudstafel:


Art. 1-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1999000177 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 3 van het koninklijk besluit van 22 maart 1999 tot invoering van een verlof voorafgaand aan het pensioen voor sommige ambtenaren van de operationele diensten van de Algemene Directie van de Civiele Veiligheid, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 11 mei 2003 en 29 juni 2007, wordt vervangen als volgt :
  "De in artikel 1 bedoelde ambtenaren kunnen op hun verzoek in verlof worden gesteld, van zodra ze tezelfdertijd aan de volgende voorwaarden voldoen :
  1° ten minste 25 jaar aanneembare dienstjaren tellen voor de opening van het recht op pensioen in de openbare sector, met uitsluiting van de bonificaties voor studies en van andere periodes die voor de vaststelling van de wedde in aanmerking worden genomen;
  2° de leeftijd hebben van ten minste :
  a) 56,5 jaar voor het verlof dat ingaat in 2013;
  b) 57 jaar voor het verlof dat ingaat in 2014;
  c) 57,5 jaar voor het verlof dat ingaat in 2015;
  d) 58 jaar voor het verlof dat ingaat in 2016 of later;
  3° op het einde van het verlof, voldoen aan de voorwaarden om aanspraak te maken op vervroegd pensioen zoals bedoeld in artikel 46 van de wet van 15 mei 1984 houdende maatregelen tot harmonisering van de pensioenregelingen.
  De aanvraag moet schriftelijk gebeuren ten vroegste zes en ten laatste twee maanden voor de begindatum van het verlof. De aanvraag bevat het bewijs dat aan de in het eerste lid, 3°, gestelde voorwaarde is voldaan.
  Het verlof vangt aan op de eerste dag van een kalendermaand."

Art.2. In artikel 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 mei 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in § 1, eerste lid, worden de woorden "vastgesteld op 4 jaar" vervangen door de woorden "vastgesteld op ten hoogste 4 jaar";
  2° in § 2 worden de woorden "de leeftijd van 60 jaar bereikt" vervangen door de woorden "voldoet aan de minimale voorwaarden om aanspraak te kunnen maken op het vervroegd pensioen overeenkomstig artikel 46 van de wet van 15 mei 1984 houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen";
  3° in § 3 worden de woorden "de leeftijd van 60 jaar bereikt heeft" vervangen door de woorden "voldoet aan de minimale voorwaarden om aanspraak te kunnen maken op het vervroegd pensioen overeenkomstig artikel 46 van de wet van 15 mei 1984 houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen".

Art.3. In artikel 9 van hetzelfde besluit, worden de woorden "artikelen 4 en 9 van de wet van 5 april 1994 houdende regeling van de cumulatie van pensioenen van de openbare sector met inkomsten voortvloeiend uit de uitoefening van een beroepsactiviteit of met een vervangingsinkomen" vervangen door "artikelen 80, 84, 85 tot 89 van de programmawet van 28 juni 2013".

Art.4. In hetzelfde besluit wordt een artikel 10bis ingevoegd, luidend :
  "Art. 10bis. De ambtenaren in verlof voorafgaand aan het pensioen op 1 januari 2012 blijven onderworpen aan de regeling inzake het verlof voorafgaand aan het pensioen, zoals deze van toepassing was op 31 december 2011.
  De ambtenaren die vóór 1 januari 2012 een aanvraag indienden voor het verlof voorafgaand aan het pensioen, blijven evenzeer onderworpen aan de regeling inzake het verlof voorafgaand aan het pensioen, zoals deze van toepassing was op 31 december 2011, op voorwaarde dat dit verlof is ingegaan voor 5 maart 2013."

Art.5. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 6. De Minister van Pensioenen en de Minister van Binnenlandse Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.