12 DECEMBER 2013. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de sociale huisvestingsinstellingen(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 30-12-2013 en tekstbijwerking tot 14-03-2023)
HOOFDSTUK I. - Begripsomschrijving
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Erkenningsaanvragen
Art. 2-4, 4/1
HOOFDSTUK III. - Algemene voorwaarden tot verlening en behoud van de erkenning en tot storting van de toelage
Art. 5
HOOFDSTUK IV. - Specifieke voorwaarden tot erkenning als agentschap voor sociale huisvesting
Art. 6-11
HOOFDSTUK V. - Specifieke voorwaarden tot erkenning als buurtregie
Art. 12-17
HOOFDSTUK VI. - Specifieke voorwaarden tot erkenning als vereniging ter bevordering van de huisvesting
Art. 18-21
HOOFDSTUK VII. - Sancties
Art. 22-23
HOOFDSTUK VIII. - Verlies van de erkenning
Art. 24
HOOFDSTUK IX. - Adviesverlening, coördinatie, controle en financiering.
Art. 25-26
HOOFDSTUK X. [1 - Federaties]1
Art. 26/1
HOOFDSTUK [1XI.]1 [1 - Overgangs en slotbepalingen]1
Art. 27-30
BIJLAGE.
Art. N
HOOFDSTUK I. - Begripsomschrijving
Artikel 1.[1 Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
1° Wetboek: het Waalse Wetboek van Duurzaam Wonen;
2° aanvrager: de rechtspersoon die het statuut van vereniging zonder winstoogmerk heeft aangenomen in de zin van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen en die verzoekt om de gewestelijke erkenning als agentschap voor sociale huisvesting, buurtregie of vereniging ter bevordering van de huisvesting;
3° "Fonds": het "Fonds du Logement des Familles nombreuses de Wallonie" (Woningfonds van de Kroostrijke Gezinnen van Wallonië);
4° Minister : de Minister van Huisvesting;
5° sociale instelling, hierna "instelling" genoemd: de rechtspersoon die de gewestelijke erkenning als agentschap voor sociale huisvesting, buurtregie of vereniging ter bevordering van de huisvesting heeft verkregen;
6° dienst voor burgeractivitieiten: de territoriale eenheid van een buurtregie, samengesteld uit stagiairs en uit een begeleidingsploeg en bestemd voor één of meer welbepaalde buurten;
7° stagiair: de werkzoekende of de leefloongerechtigde zonder kwalificaties die door een basisopleidingscontract aan een buurtschap is gebonden;
8° gezin van categorie 1, 2 of 3: de gezinnen bedoeld in artikel 1, 29° tot 31° van het Wetboek;
9° grondgebied: de gemeentelijke entiteit of meerdere aangrenzende gemeentelijke entiteiten;
10° personeel: de loontrekkende werknemer binnen de vereniging of de persoon die ter beschikking van de vereniging wordt gesteld, overeenkomstig de vigerende regelgevingen, met inbegrip van die met betrekking tot artikel 60, § 7, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
11° agentschap: het agentschap voor sociale huisvesting;
12° regie: de regie van de buurten of van grondgebied;
13° werkdagen: het geheel van de kalenderdagen, met uitzondering van zondagen en wettelijke feestdagen;
14° studentenhuurovereenkomst: de studentenhuurovereenkomst zoals bedoeld in artikel 2, 5° van het decreet van 15 maart 2018 betreffende de woninghuurovereenkomst;
15° student: de student zoals bedoeld in artikel 2, 6° van het decreet van 15 maart 2018 betreffende de woninghuurovereenkomst;
16° studies in een instelling van het secundair onderwijs: de studies verstrekt binnen inrichtingen van het secundair onderwijs, georganiseerd of gesubsidieerd in de vorm van een gewoon of gespecialiseerd onderwijs in de zin van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs;
17° studies in een inrichting van het hoger onderwijs: de studies van eerste, tweede of derde cyclus verstrekt binnen inrichtingen van het hoger onderwijs bedoeld in de artikelen 10 tot 13 van het decreet van 7 november 2013 tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies.]1
----------
(1)<BWG 2022-12-15/50, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 24-03-2023>
HOOFDSTUK II. - Erkenningsaanvragen
Art.2.Op voorstel van het Fonds kan de Minister, binnen de perken van de beschikbare begrotingsmiddelen, de erkenning door de Regering als agentschap voor sociale huisvesting, buurtregie of vereniging ter bevordering van de huisvesting aan elke aanvrager verlenen.
[1 Daartoe houdt de Minister rekening met de verdeling van de agentschappen, van de regieën en van de verenigingen ter bevordering van de huisvesting op het hele grondgebied van het Waalse Gewest in het kader van de erkennings- of verlengingsaanvragen.
De erkenning treedt in werking op 1 januari van het jaar volgend op de toekenning.]1
----------
(1)<BWG 2019-05-16/69, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 16-05-2019>
Art.3.§ 1. De erkenningsaanvraag wordt [1 tussen 1 en 31 maart]1 door de aanvrager bij ter post aangetekend schrijven aan het Fonds gericht d.m.v. van [2 een typemodel en een lijst van voor de behandeling van de aanvraag benodigde documenten, opgesteld door de Minister op voordracht van het Fonds]2.
Op voorstel van het Fonds kan de Minister bepalen welke aanvullende gegevens in de erkenningsaanvraag vermeld moeten worden naar gelang van het type gevraagd erkenning.
§ 2. [2 Het Fonds controleert of de aanvraag volledig is overeenkomstig het model en de lijst van documenten bedoeld in paragraaf 1.
Als de aanvraag volledig is, bericht het Fonds ontvangst ervan binnen vijftien werkdagen na de datum van de aanvraag, namelijk die van de poststempel die op de verzending voorkomt, en analyseert de aanvraag.
Als de aanvraag niet volledig is, verzoekt het Fonds om aanvullingen binnen dertien werkdagen na de datum van de aanvraag, namelijk die van de poststempel die op de verzending voorkomt. De aanvrager beschikt over een termijn van vijftien dagen vanaf de dag na ontvangst van het verzoek om aanvullende informatie van het Fonds om alle gevraagde documenten over te maken.
Het niet toezenden van de door het Fonds gevraagde documenten binnen de in het derde lid gestelde termijn leidt tot een voorstel van het Fonds tot weigering aan de Minister.]2
[2 § 3. Het Fonds maakt uiterlijk op 30 juni een voorstel tot gemotiveerde beslissing per aangetekend schrijven aan de Minister over.
De Minister betekent bij aangetekend schrijven zijn beslissing gelijktijdig aan het Fonds en aan de aanvrager uiterlijk op 15 oktober.
Als de Minister zijn beslissing niet binnen voornoemde termijn heeft betekend, wordt de erkenning geacht te zijn geweigerd.]2
----------
(1)<BWG 2019-05-16/69, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 16-05-2019>
(2)<BWG 2022-12-15/50, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 24-03-2023>
Art.4.Bij weigering van de erkenningsaanvraag kan de aanvrager een verzoek tot nietigverklaring van het besluit van de Minister bij de Regering indienen [1 uiterlijk op 31 oktober]1.
Het beroep wordt bij ter post aangetekend schrijven bij het Fonds ingediend. Het is met redenen omkleed.
Het Fonds bericht ontvangst van het beroep binnen tien werkdagen na de datum van de indiening, namelijk de datum van de poststempel die op het schrijven voorkomt.
Het maakt de Regering door toedoen van de Minister [1 uiterlijk op 15 november bij aangetekend schrijven]1 een voorstel van met redenen omkleed besluit aan de Regering over. [2 ...]2
[1 Uiterlijk op 31 december betekent de Minister de beslissing van de Regering bij aangetekend schrijven aan de aanvrager en aan het Fonds.]1
Na afloop van voornoemde termijn en bij gebrek aan ministeriële kennisgeving wordt de erkenning geacht aan de aanvrager te zijn verleend.
----------
(1)<BWG 2019-05-16/69, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 16-05-2019>
(2)<BWG 2022-12-15/50, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 24-03-2023>
Art. 4/1.[1 De procedure m.b.t. de verlenging van de erkenning is de procedure bedoeld in de artikelen 3 en 4 van dit besluit.
[2 De instelling dient haar aanvraag tot verlenging in het jaar voorafgaand aan de vervaldatum van de erkenning in binnen de termijnen bepaald in artikel 3.]2]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BWG 2019-05-16/69, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 16-05-2019>
(2)<BWG 2022-12-15/50, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 24-03-2023>
HOOFDSTUK III. - Algemene voorwaarden tot verlening en behoud van de erkenning en tot storting van de toelage
Art.5.§ 1. Naast de specifieke erkenningsvoorwaarden voldoet de vereniging aan de volgende algemene erkenningsvoorwaarden :
1° de statuten bepalen uitdrukkelijk dat :
a) de vereniging de voorschriften van het Wetboek en van dit besluit naleeft;
b) de maatschappelijke zetel van de vereniging gelegen moet zijn op het grondgebied van één van de gemeenten die deel uitmaken van haar territoriaal activiteitenveld;
c) de vereniging het Fonds erom verzoekt een waarnemer naar elke vergadering van zijn beheers- en controleorganen af te vaardigen. Hij heeft zitting met raadgevende stem;
d) in geval van ontbinding, de positieve netto-activa van de vereniging of van haar activiteit in verband met de erkenning met instemming van het Fonds toegewezen worden aan een sociale instelling, bij voorkeur van hetzelfde type, die daarmee instemt;
2° de vereniging het Fonds zo spoedig mogelijk kennis geeft van elke wijziging van haar statuten of van de samenstelling van haar [2 bestuursorgaan]2;
3° de vereniging zich houdt aan de door de Minister goedgekeurde boekhoudkundige richtlijnen van het Fonds en zich ertoe verbindt hem binnen de voorgeschreven termijnen en volgens de bepaalde modaliteiten kennis te geven van alle informatie waarom hij verzoekt;
4° de vereniging voldoet aan de beheersnormen van het Fonds, uitgewerkt in overleg met de sociale instellingen en goedgekeurd door de Minister, en zich naar de desbetreffende aanbevelingen van het Fonds richt;
5° de vereniging op alle akten, facturen, berichten, publicaties en andere documenten die van haar uitgaan de volgende melding achter haar firmanaam aanbrengt : "agréée par le Gouvernement wallon" ("erkend door de Waalse Regering";
6° de vereniging beschikt over een elektronisch adres en er gebruik van maakt, met name voor een vlotte communicatie met het Fonds;
7° de vereniging, wanneer ze een nieuwe werknemer in het kader van een contract voor onbepaalde duur werft, een oproep tot de kandidaten publiceert en een selectieproef organiseert;
[1 8° de [2 bestuursorgaan]2 legt jaarlijks het financieel verslag en het sociaal verslag bedoeld in artikel 5, § 2, ter goedkeuring voor aan de algemene vergadering, alvorens bedoelde verslagen aan het Fonds toe te zenden binnen de door het Fonds vastgestelde termijnen.]1
§ 2. De overeenkomstig dit besluit toegekende toelage wordt jaarlijks door het Fonds gestort :
voor het eerste jaar, na ontvangst van de kennisgeving van de erkenning;
b) voor de volgende jaren, op grond van een sociaal verslag en een financieel verslag met betrekking tot het voorgaande jaar, opgesteld volgens de modellen bepaald door het Fonds, goedgekeurd door de Minister.
[2 Het financieel verslag, dat ook een evenwichtige jaarbegroting bevat, wordt bevestigd door een accountant aangewezen door de raad van bestuur en opgenomen op de tabel van de erkende externe accountants van het "Belgian Institute for taks advisors and accoutants" of, als de wet eist dat de vereniging een commissaris aanwijst onder de leden van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren, door een revisor. De Minister kan een vereniging van dit attest vrijstellen indien haar jaarlijkse inkomsten of opbrengsten, andere dan uitzonderlijke inkomsten of opbrengsten, minder bedragen dan honderddertigduizend euro.]2
----------
(1)<BWG 2019-05-16/69, art. 6, 003; Inwerkingtreding : 16-05-2019>
(2)<BWG 2022-12-15/50, art. 5, 004; Inwerkingtreding : 24-03-2023>
HOOFDSTUK IV. - Specifieke voorwaarden tot erkenning als agentschap voor sociale huisvesting
Art.6. Onder zijn leden telt het agentschap voor sociale huisvesting minstens :
1° elke gemeente en elk openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van het territoriale actieveld van de instelling;
2° twee privaatrechtelijke partners, waaronder een vertegenwoordiger van het Algemeen eigenaars- en mede-eigenaars syndicaat en een vertegenwoordiger van het Waalse net voor armoedebestrijding.
Art.7.[1 De statuten van het agentschap bepalen dat de aanvrager het geheel van de opdrachten bedoeld in artikel 193 van het Wetboek uitvoert.]1
----------
(1)<BWG 2019-05-16/69, art. 7, 003; Inwerkingtreding : 16-05-2019>
Art.8.De statuten van het agentschap bevatten ook de volgende elementen :
1° de garantie dat de gemeenten en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn binnen de beheersorganen vertegenwoordigd zijn;
2° de instemming van de leden met de toetreding van een aangrenzende gemeente en van haar openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn die nog geen lid zijn van een agentschap voor sociale huisvesting zodra het territoriale toepassingsgebied van het agentschap [1 maximum]1 tien gemeenten of [1 maximum]1 100 000 inwoners telt;
3° de modaliteiten tot toetreding van de partners en tot vertegenwoordiging van de plaatselijke besturen, zoals vermeld in artikel 194 van het Wetboek.
----------
(1)<BWG 2019-05-16/69, art. 8, 003; Inwerkingtreding : 16-05-2019>
Art.9.Het agentschap voor sociale huisvesting legt haar territoriaal activiteitengebied vast in één of meer aangrenzende gemeenten van minstens vijftigduizend inwoners, waarbij elk gemeentelijk grondgebied door slechts één agentschap bediend mag worden.
[1 Op voorstel van het Fonds kan de Minister afwijken van het belendende karakter of van de drempel van vijftigduizend inwoners voor zover drie gemeenten, die niet door een bestaand agentschap worden bediend, zich verenigen.]1
----------
(1)<BWG 2019-05-16/69, art. 9, 003; Inwerkingtreding : 16-05-2019>
Art.10.[1 § 1. Het agentschap is een [2 vastgoedbeheerder]2 voor de integratie via huisvesting dat:
1° een woning hoofdzakelijk aan een gezin van categorie 1 en 2 voorstelt;
2° steun biedt aan de huurder of, in voorkomend geval, aan de eigenaar;
3° een bemiddeling vanaf de intrek in de woning en voor de bewoningsduur biedt.
Daartoe vervult het agentschap de volgende taken:
1° naar de optimale adequatie zoeken tussen het aanbod van beschikbare potentiële woningen en de plaatselijk vastgestelde sociale behoeften;
2° voornoemde goederen in het huurcircuit van gezonde woningen invoeren of opnieuw invoeren ten gunste van gezinnen van categorie 1 en 2.
§ 2. Het agentschap beoogt de maatschappelijke herinschakeling van zijn huurders waarbij het via een regelmatige begeleiding, een woonpedagogie ontwikkelt, die bestaat uit de frequentie waarmee het huurgeld betaald moet worden, het geschikte gebruik van de woning, met name op energetisch vlak, en de inachtneming van de menselijke en natuurlijke omgeving.
Het agentschap biedt de huurder die uit zijn woning gezet wordt, ook bijstand bij het zoeken naar een nieuwe woning.
§ 3. Het agentschap beschikt over minstens twee voltijdse arbeidskrachten, namelijk een gediplomeerd sociaal bemiddelaar of een sociaal bemiddelaar met ervaring op sociaal vlak, en een personeelslid belast met prospectie en het afsluiten van beheers- en huurovereenkomsten. Dat personeel kan bestaan in ter beschikking gestelde werknemers. Er wordt in een groter aantal personeelsleden voorzien die, in voorkomend geval, door het Fonds voorgedragen worden, naar gelang van het te beheren aantal woningen, de sociale kenmerken van de huurders en de financiële middelen van de instelling.
Om de goede uitvoering en de kwaliteit van de door het agentschap uitgeoefende opdrachten inzake integratie via huisvesting te waarborgen, bepaalt de Minister het maximumaantal gezinnen die door een sociaal bemiddelaar worden gevolgd.
§ 4. Volgens de door het Fonds bepaalde modaliteiten:
1° bepaalt het agentschap voor sociale huisvesting een monografie met inachtneming van de omvang en de bijzonderheden van het agentschap;
2° zorgt het agentschap voor de voortgezette vorming en de evaluatie van zijn personeel.
§ 5. De woning waarvan het in beheer of in huur nemen overwogen wordt, ligt binnen de territoriale grenzen van het bereik van het agentschap.
De woningen die deel uitmaken van het vermogen van de door de "Société wallonne du Logement" erkende maatschappijen vallen niet onder het toepassingsveld van dit besluit, met uitzondering van de woningen bedoeld in artikel 132 van het Wetboek zonder twee procent van het door het agentschap beheerde globale park te mogen overschrijden.
De woningen van het agentschap voldoen uiterlijk bij de eerste bewoning aan de minimumgezondheidsnormen bepaald in het besluit van de Waalse Regering van 30 augustus 2007 tot vaststelling van de minimale gezondheidsnormen, de overbevolkingsnormen en houdende de definities bedoeld in artikel 1, 19° tot 22°bis, van de Waalse huisvestingscode.
§ 6. Het agentschap zorgt ervoor dat iedere woning waarvan het in beheer of in huur nemen overwogen wordt, door middel van een schriftelijke overeenkomst ter beschikking wordt gesteld.
§ 7. In geval van beheersmandaat onderhandelt het agentschap het verkrijgen van de indeplaatsstelling van de eigenaar wat betreft de rechten om sommen in te vorderen die verschuldigd worden door het gezin, en wat betreft de rechten om de opzeg van de huurovereenkomst te eisen zoals voorzien in het decreet van 15 maart 2018 betreffende de woninghuurovereenkomst.
§ 8. De door het agentschap ontvangen jaarlijkse gemiddelde bemiddelingsmarge mag niet hoger zijn dan vijftien percent van de huurprijzen die bij contract door de huurders verschuldigd zijn.
§ 9. Het agentschap mag tien procent van de woningen die ze in beheer genomen heeft, ter beschikking stellen van gezinnen van categorie 3 in de gemeenten met een fiscale druk opgenomen op de jaarlijks door het Gewest opgemaakte lijst en vijf procent in de overige gemeenten.
[2 et agentschap kan het beheer van de woonruimten overnemen om deze via studentenhuurovereenkomsten aan studenten te verhuren.
In voorkomend geval wordt in het beheersmandaat vermeld dat de woonruimte het voorwerp is van een overeenkomst.
De huurovereenkomst wordt gesloten door of ten behoeve van studenten waarvan de inkomens niet hoger zijn dan de voorwaarden van inkomens en vermogen, bedoeld in artikel 1, 29° en 30°, van het Wetboek.
Het agentschap is gemachtigd om 10 procent van de door hem overgenomen studentenwoningen ter beschikking te stellen van studenten waarvan de inkomens- en vermogensvoorwaarden overeenstemmen met die van de gezinnen van categorie 3, voor gemeenten met gronddruk die onder de lijst opgesteld door het Gewest vallen en 5 procent voor de andere gemeenten.
Er wordt rekening gehouden met de inkomens waarover de student beschikt of, bij gebrek daarvan, met de inkomens van het gezin dat voor hem verantwoordelijk is.]2
§ 10. Het agentschap mag vijf procent van zijn park onder beheer of verhuring in volle eigendom hebben.]1
----------
(1)<BWG 2019-05-16/69, art. 10, 003; Inwerkingtreding : 16-05-2019>
(2)<BWG 2022-12-15/50, art. 6, 004; Inwerkingtreding : 24-03-2023>
Art.11.§ 1. Onverminderd artikel 25, § 5, eerste lid, verleent de Minister aan de agentschappen voor sociale huisvesting een jaarlijkse toelage ter gehele of gedeeltelijke dekking van van :
1° de beheers- en personeelskosten;
2° de huurverliezen en -schade;
3° [2 de kostprijs van kleinschalige werken die het agentschap beslist uit te voeren in woningen die in beheer of in huur worden genomen met het oog op de naleving van de veiligheids- en gezondheidsnormen vastgesteld bij het besluit van de Waalse Regering van 30 augustus 2007 tot vaststelling van de minimale gezondheidsnormen, de overbevolkingsnormen en houdende de in artikel 1, 19° tot 22°bis van de Waalse Huisvestingscode bedoelde begripsomschrijvingen;]2
4° de kosten voor de promotie van hun eigen activiteiten;
[2 5° de uitgaven voor gebouwen gebonden aan de bedrijfsruimten van het agentschap.]2
§ 2. De jaarlijkse toelage wordt bestemd volgens de in § 1 bedoelde prioriteitstelling.
§ 3. Elk agentschap geniet een jaarlijkse toelage van 101.519 euro voor de twee eerste werkingsjaren.
§ 4. [1 Vanaf het derde jaar wordt het bedrag van de toelage overeenkomstig de bijlage bij dit besluit bepaald naar gelang van:
1° het aantal woningen dat in beheer of in huur wordt genomen op 1 januari van het betrokken jaar;
2° van het groeipercentage van het aantal woningen dat in beheer of in huur wordt genomen op 1 januari van het betrokken jaar ten opzichte van 1 januari van het vorige jaar.
Overigens wordt het in het eerste lid bedoelde bedrag verhoogd met:
1° 1, 60 euro per inwoner van elke bijkomende gemeente die bediend wordt door het sociale vastgoedagentschap op 1 januari van het betrokken jaar ten opzichte van 1 januari van het vorige jaar [2 op voorwaarde dat de gemeente zich nooit aangesloten heeft bij een agentschap]2;
2° 10.521 euro als het sociale vastgoedagentschap bestaat uit minstens tien aangesloten gemeenten;
3° 50 euro per huur- of onderverhuringscontract, lopend op 1 januari van het betrokken jaar, ondertekend door een gezin van categorie 1 in de zin van het Waalse Wetboek van Huisvesting en Duurzaam Wonen;
4° [3 851 euro per studentenovereenkomst op 1 januari van het betrokken jaar, ondertekend door een student en met een duur van ten minste tien maanden.]3
[2 Boven 500 woningen is dezelfde subsidiëringsregeling van toepassing, waarbij elke schijf met 8.000 euro wordt vermeerderd.]2
De in het eerste en het tweede lid bedoelde bedragen worden voor het jaar 2013 uitgedrukt.]1
§ 5. Het geheel van de termijnen die in aanmerking komen voor de berekening van het bedrag van de toelage, met inbegrip van de in de bijlage bepaalde tussenfasen, wordt jaarlijks op 1 januari aangepast aan de evolutie van de gezondheidsindex; het resultaat wordt naar boven afgerond.
§ 6. Het voordeel van de toelage wordt niet toegekend voor het vierde werkingsjaar als het agentschap op 1 januari van het betrokken jaar niet beschikt over minstens dertig woningen. Hetzelfde geldt als het agentschap voor het vijfde werkingsjaar of voor een later jaar op 1 januari van het betrokken jaar niet beschikt over minstens veertig woningen.
§ 7. De Minister kan een bijkomende toelage aan het agentschap voor sociale huisvesting verlenen in het kader van het door de Waalse Regering aangenomen meerjarenplan betreffende de permanente woning in de toeristische uitrustingen.
----------
(1)<BWG 2017-11-30/05, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
(2)<BWG 2019-05-16/69, art. 11, 003; Inwerkingtreding : 16-05-2019>
(3)<BWG 2022-12-15/50, art. 7, 004; Inwerkingtreding : 24-03-2023>
HOOFDSTUK V. - Specifieke voorwaarden tot erkenning als buurtregie
Art.12.Met haar diensten voor burgeractiviteiten telt de [1 regie]1 onder haar leden minstens de volgende personen :
1° de gemeenten van het territoriale activiteitengebied van de [1 regie]1;
2° de betrokken O.C.M.W.'s of, bij gebreke daarvan, een geconventioneerd centrum voor sociale dienst of een geconventioneerde erkende vereniging;
3° de bevoegde openbare huisvestingsmaatschappijen en de agentschappen voor sociale huisvesting wanneer ze woningen beheren die [1 binnen het territoriale werkingsgebied van de regie]1 gevestigd zijn;
4° een privaatrechtelijke partner.
----------
(1)<BWG 2019-05-16/69, art. 12, 003; Inwerkingtreding : 16-05-2019>
Art.13.[1 § 1. In de statuten van de regie wordt bepaald dat de regie, in het kader van de bij artikel 2 van de Code bepaalde activiteiten, de verbetering van de levensvoorwaarden binnen één of meerdere woonwijken bedoeld in artikel 15, § 1, beoogt door de uitvoering van een globaal beleid van integratie via huisvesting dat voldoet aan de behoeften vastgesteld in de wijken of het grondgebied waarin ze is gevestigd, dat verband houdt met de woonpedagogie en door [2 het bestuursorgaan]2 als gepast wordt beschouwd.
§ 2. De regie voert tegelijkertijd twee types acties uit: de herdynamisering van de wijk en de socioprofessionele inschakeling.
De herdynamisering van de wijk wordt uitgevoerd door de betrokkenheid van de inwoners en stagiairs en door de uitvoering van projecten die hetgeen volgt mogelijk maken:
1° de verbetering van de leefruimte door het herstel van de woningen, de omgeving en het meubilair ervan en door de oprichting en het onderhoud van buurtinfrastructuren;
2° de versterking van de sociale cohesie en de voorkoming van onbevoegdheden in en rond de woningen;
3° een eerstelijnsbegeleiding, door het organiseren van workshops over het thema van de woonpedagogie en de daarmee verband houdende acties.
De socioprofessionele inschakeling, vanaf de woonplaats en dankzij de begeleiding van gekwalificeerd personeel, zet projecten op met stagiairs die zorgen tegelijkertijd voor:
1° een betere kennis van de context van bedrijven, in het bijzonder door het uitvoeren van een stage bij één van hen, eventueel in het kader van sociale clausules;
2° de verwerving van basisberoepsvaardigheden en overdraagbare sociale vaardigheden in de fasen van de integratie van de stagiair;
3° de verwerving van theoretische en praktische technische basisvaardigheden in verband met de verschillende en ontwikkelde opleidingsactiviteiten, om in te spelen op de behoeften die binnen het territoriale werkingsgebied zijn vastgesteld voor de sanering en het onderhoud daarvan of om de sociale samenhang te bevorderen en iedere vorm van uitsluiting te bestrijden;
4° de verwerving van vaardigheden en bekwaamheden die hen in staat stellen om in de samenleving een actief en participatief burgerschap uit te oefenen, met name in verband met de bewoning van hun woning.
§ 3. De acties van de regie worden gevoerd door één of meerdere diensten voor burgeractiviteiten.
§ 4. De statuten van de regie bepalen ook dat onder de coördinatie van het Fonds de instelling operationele of financiële samenwerkingsverbanden ontwikkelt om haar acties aan te vullen met informatie en met administratieve, culturele en sociale steun en met projecten van permanente educatie voor de buurtbewoners.
§ 5. De regie kan bijkomend andere verwante activiteiten voortzetten.]1
----------
(1)<BWG 2019-05-16/69, art. 13, 003; Inwerkingtreding : 16-05-2019>
(2)<BWG 2022-12-15/50, art. 8, 004; Inwerkingtreding : 24-03-2023>
Art.14.[1 § 1. De statuten van de regie waarborgen de aanwezigheid binnen [2 het bestuursorgaan]2 van minstens:
1° twee personen voorgedragen door elke openbare huisvestingsmaatschappij wanneer ze woningen gelegen in een wijk of op het grondgebied van de regie beheert;
2° een persoon voorgedragen door elk openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn of een centrum voor sociale dienst of een erkende vereniging die in dit kader een overeenkomst met de regie heeft gesloten;
3° een persoon voorgedragen door elke gemeente waar de sociale regie gevestigd is;
4° twee personen voorgedragen door de inwoners van de wijken of van het grondgebied van de regie onder de leden van het adviescomité van huurders en eigenaars, wanneer het is opgericht, voor zover ze woonachtig zijn in de regie of op het grondgebied van de regie;
5° een persoon voorgedragen door de sociale partners.
De statuten waarborgen ook een meerderheidsvertegenwoordiging van publiekrechtelijke rechtspersonen binnen [2 het bestuursorgaan]2.
De statuten van de regie bepalen dat zij op elke vergadering van haar beheers- en controleorganen een vertegenwoordiger van de betrokken regionale directie van de Forem uitnodigt, onverminderd § 3, 2°. Hij heeft zitting met raadgevende stem.
§ 2. De statuten van de regie bepalen dat [2 het bestuursorgaan]2 de volgende opdrachten vervult:
1° het begeleidingspersoneel van de regie werven en leiden;
2° een jaarlijks activiteitenprogramma bekrachtigen dat op het door de regie bediende grondgebied uitgevoerd dient te worden;
3° toezien op de werving, opvolging en sociaal-professionele evaluatie van de stagiairs;
4° zorgen voor de financiële opvolging en de opvolging van de activiteiten voor de integratie via huisvesting van de regie;
5° het begeleidingspersoneel horen dat hem verslag over zijn activiteiten doet.
§ 3. De statuten van de regie bepalen dat elke dienst voor burgeractiviteiten wordt geleid door een beperkt comité dat belast wordt met, de keuze van de werven en de individuele opvolging en beoordeling van de stagiairs, in samenspraak met de vertegenwoordiger van de Forem binnen de regie.]1
----------
(1)<BWG 2019-05-16/69, art. 14, 003; Inwerkingtreding : 16-05-2019>
(2)<BWG 2022-12-15/50, art. 9, 004; Inwerkingtreding : 24-03-2023>
Art.15.[1 § 1. Het territoriaal activiteitengebied van een regie of van een dienst voor burgerschapsactiviteiten bestaat uit minstens een wijk of een grondgebied van woningen die gelegen zijn in een gebied van minstens honderd woningen van openbaar nut. Deze voorwaarde is van toepassing op iedere nieuwe aanvraag en op iedere verlenging van erkenning.
§ 2. Het geheel van de diensten voor burgeractiviteiten aanwezig op hetzelfde gemeentelijk grondgebied wordt verenigd in eenzelfde regie.
§ 3. De oprichting van iedere nieuwe dienst voor burgeractiviteiten binnen een bestaande regie wordt onderworpen aan het voorafgaandelijk akkoord van de Minister, op voorstel van het Fonds.
§ 4. De in de artikelen 3 en 4 bedoelde procedure voor de erkenning van een nieuwe instelling is van toepassing bij de aanvraag van een nieuwe dienst voor burgeractiviteiten.]1
----------
(1)<BWG 2019-05-16/69, art. 15, 003; Inwerkingtreding : 16-05-2019>
Art.16.De buurtregie neemt de volgende beheers- en werkingsnormen in acht :
1° elke dienst voor burgeractiviteiten stelt minstens het equivalent van twee begeleiders in een voltijdse arbeidsregeling tewerk die belast zijn met het maatschappelijk, bestuurlijk en technisch beheer. Dit personeel kan bestaan uit werknemers die ter beschikking gesteld zijn. De Minister kan van deze voorwaarde afwijken op voorstel van het Fonds [1 ...]1; in dit laatste geval wordt de in artikel 17 bedoelde jaarlijkse toelage naar verhouding aangepast;
2° de regie stelt een evenwichtig actieprogramma op dat gegrond is op operationele doelstellingen [1 in verband met de in artikel 13, § 2, bedoelde acties]1;
3° de regie beschikt over de voor haar activiteiten nodige ruimtes die overeenstemmen met de vigerende gezondheids- en veiligheidsnormen;
4° elke dienst voor burgeractiviteiten beschikt over het equivalent van minstens 10 posten die aan de stagiairs worden toegewezen voor een bepaalde duur van drie maanden die kan verlengd worden in het burgercontract zonder echter één jaar te overschrijden, behalve een gemotiveerde afwijking van [2 het bestuursorgaan]2 en van het beperkte comité;
5° de regie werft bij voorkeur als stagiair de inwoners en hun rechthebbenden aan, die van haar territoriaal activiteitengebied afhangen en in elk geval de huurders en hun rechthebbenden van [1 de woningen van openbaar nut]1;
6° de acties van de regie worden hoofdzakelijk verricht in haar [1 grondgebied]1; ze kunnen gedecentraliseerd worden in het kader van samenwerkingsverbanden met andere sociale huisvestingsinstellingen of andere [1 opleidings- en inschakelingsoperatoren]1.
----------
(1)<BWG 2019-05-16/69, art. 16, 003; Inwerkingtreding : 16-05-2019>
(2)<BWG 2022-12-15/50, art. 10, 004; Inwerkingtreding : 24-03-2023>
Art.17.[1 § 1. Onverminderd artikel 25, § 5, eerste lid, verleent de Minister onder de bij dit besluit gestelde voorwaarden de volgende toelagen aan de regie:
1° een toelage voor eerste vestiging van 26 659 euro per dienst voor burgeractiviteiten;
2° een jaarlijkse toelage ter dekking van de werkingskosten en van een deel van de bezoldiging van het begeleidingspersoneel waarvan hij het bedrag jaarlijks bepaalt op voorstel van het Fonds, waarbij dit bedrag per dienst voor burgeractiviteiten niet lager mag zijn dan 77 707 euro op jaarbasis;
3° een bijkomende toelage van 8.915 € voor elke dienst voor burgeractiviteiten die vóór de inwerkingtreding van dit besluit door de Waalse Regering erkend is als buurtregie voor stadsvernieuwing.
De in het eerste lid, 2°, bedoelde toelage wordt verhoogd met een forfaitair bedrag van 6.824 euro op jaarbasis ter dekking van met name de coördinatiekosten. Deze verhoging wordt toegekend aan de regie per dienst voor burgeractiviteiten (hierna "SAC" genoemd) vanaf de tweede "SAC" zodat de verhoogde toelage gelijk is aan:
Toestand - | Toegekend bedrag - |
2 SAC | 162.238 EUR |
3 SAC | 246.769 EUR |
4 SAC | 331.300 EUR |
5 SAC | 415.831 EUR |
6 SAC | 500.362 EUR |
7 SAC | 584.893 EUR |
8 SAC | 669.424 EUR |
9 SAC | 753.955 EUR |
10 SAC of meer | 838.486 EUR |
Schijf | Begeleide gezinnen | Opleidings- of voorlichtingsuren per week | Aantal voltijdse equivalenten ("ETP") | Toegekend bedrag |
1 | 10 | 20 | 1 ETP | 47.856 EUR |
2 | 15 | 30 | 1,5 ETP | 71.784 EUR |
3 | 20 | 40 | 2 ETP | 95.711 EUR |
4 | 25 | 50 | 2,5 ETP | 119.639 EUR |
5 | 30 | 60 | 3 ETP | 143.566 EUR |
6 | 35 | 70 | 3,5 ETP | 167.494 EUR |
7 | 40 | 80 | 4 ETP | 191.421 EUR |
8 | 45 | 90 | 4,5 ETP | 215.350 EUR |
9 | 50 | 100 | 5 ETP | 239.277 EUR |
10 | 55 | 110 | 5,5 ETP | 263.205 EUR |
11 | 60 | 120 | 6 ETP | 287.173 EUR |
12 | 65 | 130 | 6,5 ETP | 311.061 EUR |
13 | 70 | 140 | 7 ETP | 334.989 EUR |
14 | 75 | 150 | 7,5 ETP | 358.917 EUR |
15 | 80 | 160 | 8 ETP | 382.845 EUR |
16 | 85 | 170 | 8,5 ETP | 406.773 EUR |
17 | 90 | 180 | 9 ETP | 430.701 EUR |
18 | 95 | 190 | 9,5 ETP | 454.629 EUR |
19 | 100 of + | 200 of + | 10 ETP | 478.257 EUR |
[<font color="red">1</font> Groeipercentage Aantal woningen | Kleiner dan 4 % | Tussen 4 % en minder dan 8 % | Tussen 8 % en minder dan 12 % | Minstens 12 % |
1 tot 70 | 101.519 | 101.519 | 109.519 | 117.519 |
71 tot 80 | 101.519 | 109.519 | 117.519 | 125.519 |
81-90 | 109.519 | 117.519 | 125.519 | 133.519 |
91-100 | 117.519 | 125.519 | 133.519 | 141.519 |
101-110 | 125.519 | 133.519 | 141.519 | 149.519 |
111-120 | 133.519 | 141.519 | 149.519 | 157.519 |
121-130 | 141.519 | 149.519 | 157.519 | 165.519 |
131-140 | 149.519 | 157.519 | 165.519 | 173.519 |
141-150 | 157.519 | 165.519 | 173.519 | 181.519 |
151-160 | 165.519 | 173.519 | 181.519 | 189.519 |
161-170 | 173.519 | 181.519 | 189.519 | 197.519 |
171-180 | 181.519 | 189.519 | 197.519 | 205.519 |
181-190 | 189.519 | 197.519 | 205.519 | 213.519 |
191-200 | 197.519 | 205.519 | 213.519 | 221.519 |
201-210 | 205.519 | 213.519 | 221.519 | 229.519 |
211-220 | 213.519 | 221.519 | 229.519 | 237.519 |
221-230 | 221.519 | 229.519 | 237.519 | 245.519 |
231-240 | 229.519 | 237.519 | 245.519 | 253.519 |
241-250 | 237.519 | 245.519 | 253.519 | 261.519 |
251-260 | 245.519 | 253.519 | 261.519 | 269.519 |
261-270 | 253.519 | 261.519 | 269.519 | 277.519 |
271-280 | 261.519 | 269.519 | 277.519 | 285.519 |
281-290 | 269.519 | 277.519 | 285.519 | 293.519 |
291-300 | 277.519 | 285.519 | 293.519 | 301.519 |
301-310 | 285.519 | 293.519 | 301.519 | 309.519 |
311-320 | 293.519 | 301.519 | 309.519 | 317.519 |
321-330 | 301.519 | 309.519 | 317.519 | 325.519 |
331-340 | 309.519 | 317.519 | 325.519 | 333.519 |
341-350 | 317.519 | 325.519 | 333.519 | 341.519 |
351-360 | 325.519 | 333.519 | 341.519 | 349.519 |
361-370 | 333.519 | 341.519 | 349.519 | 357.519 |
371-380 | 341.519 | 349.519 | 357.519 | 365.519 |
381-390 | 349.519 | 357.519 | 365.519 | 373.519 |
391-400 | 357.519 | 365.519 | 373.519 | 381.519 |
401-410 | 365.519 | 373.519 | 381.519 | 389.519 |
411-420 | 373.519 | 381.519 | 389.519 | 397.519 |
421-430 | 381.519 | 389.519 | 397.519 | 405.519 |
431-440 | 389.519 | 397.519 | 405.519 | 413.519 |
441-450 | 397.519 | 405.519 | 413.519 | 421.519 |
451-460 | 405.519 | 413.519 | 421.519 | 429.519 |
461-470 | 413.519 | 421.519 | 429.519 | 437.519 |
471-480 | 421.519 | 429.519 | 437.519 | 445.519 |
481-490 | 429.519 | 437.519 | 445.519 | 453.519 |
491-500 | 437.519 | 445.519 | 453.519 | 461.519]<font color="red">1</font> |