11 NOVEMBER 2013. - Wet houdende diverse wijzigingen tot invoering van een nieuwe sociale en fiscale regeling voor de gelegenheidsarbeiders in de horeca
TITEL 1. - Inleidende bepaling
Art. 1
TITEL 2. - Wijziging van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders
Art. 2
TITEL 3. - Wijziging van het koninklijk besluit van 5 november 2002 tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels
Art. 3-4
TITEL 4. - Wijziging van het koninklijk besluit van 10 juni 2001 waarin, met toepassing van artikel 39 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, het uniform begrip "gemiddeld dagloon" wordt vastgesteld en sommige wettelijke bepalingen in overeenstemming worden gebracht
Art. 5
TITEL 5. - Wijziging van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen
Art. 6
TITEL 6. - Inwerkingtreding
Art. 7
TITEL 1. - Inleidende bepaling
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
TITEL 2. - Wijziging van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders
Art.2. Artikel 2, § 1, 3°, van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders wordt aangevuld met de woorden :
" , in dit geval kan Hij voor de werkgevers en de gebruikers van voormelde werknemers ook in bijzondere toepassingsmodaliteiten voorzien, waarbij van zekere bepalingen van deze wet wordt afgeweken; ".
TITEL 3. - Wijziging van het koninklijk besluit van 5 november 2002 tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels
Art.3. Artikel 9bis van het koninklijk besluit van 5 november 2002 tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, ingevoegd bij de wet van 24 december 2002 en gewijzigd bij de wet van 28 juli 2011, wordt aangevuld met een lid, luidende :
" Een elektronische toepassing wordt door de instelling ter beschikking gesteld :
1° om aan de in artikel 5bis, § 3, bedoelde werknemers, tewerkgesteld in het statuut zoals bedoeld in artikel 31ter van het voormelde koninklijk besluit van 28 november 1969, toe te staan de in artikel 5bis, § 3, bedoelde gegevens te consulteren;
2° om aan de werkgevers bedoeld in artikel 5bis, § 3, toe te staan het aantal dagen waarop de gelegenheidswerknemer nog kan worden tewerkgesteld in het statuut als bedoeld in artikel 31ter van het voormelde koninklijk besluit van 28 november 1969 te consulteren, evenals het aantal dagen waarop hij zelf nog gelegenheidswerknemers tewerk kan stellen overeenkomstig artikel 31ter van hetzelfde koninklijk besluit van 28 november 1969. "
Art.4. In artikel 9quinquies van hetzelfde koninklijk besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 1 juli 2006, worden de woorden "de artikelen 5bis, eerste lid, tweede gedachtestreep, en 6, eerste lid, 6°, tweede gedachtestreep" vervangen door de woorden "artikel 5bis, § 2, eerste lid, 2°, en § 3, eerste lid, 1°, en artikel 6, eerste lid, 6°, 2°".
TITEL 4. - Wijziging van het koninklijk besluit van 10 juni 2001 waarin, met toepassing van artikel 39 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, het uniform begrip "gemiddeld dagloon" wordt vastgesteld en sommige wettelijke bepalingen in overeenstemming worden gebracht
Art.5. In artikel 2 van het koninklijk besluit van 10 juni 2001 waarin, met toepassing van artikel 39 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, het uniform begrip "gemiddeld dagloon" wordt vastgesteld en sommige wettelijke bepalingen in overeenstemming worden gebracht, wordt het tweede lid aangevuld als volgt :
" Voor de werknemers bedoeld in artikel 31ter, tweede lid, van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, wordt als gemiddeld dagloon beschouwd, het loon bedoeld in het artikel 41bis van het voormelde koninklijk besluit. "
TITEL 5. - Wijziging van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen
Art.6. Artikel 171, 1°, e), van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992, opgeheven bij de wet van 28 april 2003, wordt hersteld als volgt :
" e) de bezoldigingen voor prestaties geleverd tijdens maximaal 50 dagen per jaar en die worden betaald of toegekend aan gelegenheidswerknemers die worden tewerkgesteld bij een werkgever die ressorteert onder het Paritair Comité voor het hotelbedrijf of onder het Paritair Comité voor de uitzendarbeid indien de gebruiker ressorteert onder het Paritair Comité voor het hotelbedrijf indien de werkgever en de werknemer een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur of voor een duidelijk omschreven werk sluiten van maximaal 2 opeenvolgende dagen en waarvoor de sociale bijdragen worden berekend op een uur- of dagforfait zoals bepaald in artikel 31ter, tweede lid, van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders; ".
TITEL 6. - Inwerkingtreding
Art. 7. Deze wet heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2013, met uitzondering van titel 4 die uitwerking heeft met ingang van 1 oktober 2013 voor de risico's die zich vanaf die datum voordoen.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 11 november 2013.
FILIP
Van Koningswege :
De Eerste Minister,
E. DI RUPO
De Minister van Sociale Zaken,
Mevr. L. ONKELINX
De Minister van de Werk,
Mevr. M. DE CONINCK
De Minister van Financiën,
K. GEENS
De staatssecretaris voor de Bestrijding van sociale en fiscale fraude,
J. CROMBEZ
Met 's Lands zegel gezegeld :
De Minister van Justitie,
Mevr. A. TURTELBOOM