22 MAART 2013. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2007 houdende vaststelling van de voorwaarden waaronder de ambten van gemeentesecretaris, gemeentelijk financieel beheerder, secretaris van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en financieel beheerder van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn deeltijds kunnen worden uitgeoefend, en houdende vaststelling van sommige gevallen waarin de ambten van gemeentelijk financieel beheerder en van financieel beheerder van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn kunnen worden uitgeoefend door een gewestelijke ontvanger
Art. 1-13
Artikel 1. In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2007 houdende vaststelling van de voorwaarden waaronder de ambten van gemeentesecretaris, gemeentelijk financieel beheerder, secretaris van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en financieel beheerder van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn deeltijds kunnen worden uitgeoefend, en houdende vaststelling van sommige gevallen waarin de ambten van gemeentelijk financieel beheerder en van financieel beheerder van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn kunnen worden uitgeoefend door een gewestelijke ontvanger, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° paragraaf 1 wordt opgeheven;
2° in paragraaf 2 wordt de zinsnede "In gemeenten met maximaal 20 000 inwoners beslist de gemeenteraad" vervangen door de woorden "De gemeenteraad beslist";
3° in paragraaf 2 worden de woorden "de deeltijdse ambten" vervangen door de woorden "het deeltijdse ambt";
4° in paragraaf 2 wordt de zin "Die prestatiebreuk mag maximaal drie vierde bedragen van een gemiddelde wekelijkse voltijdse prestatie." opgeheven;
5° paragraaf 3 wordt opgeheven.
6° paragraaf 4 wordt opgeheven.
Art.2. Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.3. In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° paragraaf 1 wordt opgeheven;
2° in paragraaf 2, eerste lid, wordt de zinsnede "In gemeenten met minstens 7 501 inwoners en maximaal 20 000 inwoners beslist de gemeenteraad" vervangen door de woorden "De gemeenteraad beslist";
3° in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden "de deeltijdse ambten" vervangen door de woorden "het deeltijdse ambt";
4° in paragraaf 2, eerste lid, wordt de zin "Die prestatiebreuk mag maximaal drie vierde bedragen van een gemiddelde wekelijkse voltijdse prestatie." opgeheven;
5° in paragraaf 2 wordt het tweede lid opgeheven;
6° paragraaf 3 wordt opgeheven;
7° paragraaf 4 wordt opgeheven.
Art.4. Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.5. Artikel 5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 mei 2009 wordt vervangen door wat volgt :
" Art. 5. § 1. De gemeenten die op de dag van de inwerkingtreding van dit besluit gebruik maken van een gewestelijk ontvanger, anders dan in de situaties vermeld in artikel 81 tot en met 83 van het Gemeentedecreet, kunnen verder een beroep blijven doen op een gewestelijk ontvanger. Zij kunnen geen aanvraag meer indienen tot uitbreiding van de omvang van de wekelijkse prestaties van de gewestelijk ontvanger.
De andere gemeenten kunnen geen aanvraag meer indienen om een dergelijk beroep te doen op een gewestelijk ontvanger.
§ 2. De gemeenteraad van elke gemeente kan een aanvraag indienen, bij de Vlaamse minister bevoegd voor de binnenlandse aangelegenheden, om beroep te doen op een gewestelijk ontvanger in de situaties vermeld in artikel 81 tot en met 83 van het Gemeentedecreet. "
Art.6. In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 1 wordt de zinsnede "In gemeenten met minstens 7 501 en maximaal 20 000 inwoners beslist de raad voor maatschappelijk welzijn" vervangen door de woorden "De raad voor maatschappelijk welzijn beslist";
2° in paragraaf 1 worden de woorden "de deeltijdse ambten" vervangen door de woorden "het deeltijdse ambt";
3° in paragraaf 1 wordt de zin "Die prestatiebreuk mag maximaal drie vierde bedragen van een gemiddelde wekelijkse voltijdse prestatie." opgeheven;
4° paragraaf 2 wordt opgeheven;
5° paragraaf 3 wordt opgeheven;
6° paragraaf 4 wordt opgeheven.
Art.7. Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.8. In artikel 8 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 mei 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 1 wordt de zinsnede "en maximaal 20 000 inwoners" opgeheven;
2° in paragraaf 1 worden de woorden "de deeltijdse ambten" vervangen door de woorden "het deeltijdse ambt";
3° de derde en tevens laatste zin van paragraaf 1 wordt opgeheven;
4° paragraaf 2 wordt opgeheven;
5° paragraaf 3 wordt vervangen door wat volgt :
" § 3. In gemeenten met maximaal 15 000 inwoners bepaalt de raad voor maatschappelijk welzijn de prestatiebreuk van het deeltijdse ambt van financieel beheerder. ";
6° paragraaf 4 en paragraaf 5 worden opgeheven.
Art.9. Artikel 9 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 3 april 2009 en 15 mei 2009, wordt vervangen door wat volgt :
" Art. 9. § 1. Met behoud van de toepassing van artikel 79, § 1, tweede lid, van het decreet van 19 december 2008 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, kunnen de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, die op de dag van de inwerkingtreding van dit besluit gebruik maken van een gewestelijk ontvanger, anders dan in de situaties vermeld in artikel 80 tot en met 82 van het decreet van 19 december 2008 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, verder een beroep blijven doen op een gewestelijk ontvanger. Zij kunnen geen aanvraag meer indienen tot uitbreiding van de omvang van de wekelijkse prestaties van de gewestelijk ontvanger.
De andere openbare centra voor maatschappelijk welzijn kunnen geen aanvraag meer indienen om een dergelijk beroep te doen op een gewestelijk ontvanger.
§ 2. De raad voor maatschappelijk welzijn van elk openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn kan een aanvraag indienen, bij de Vlaamse minister bevoegd voor de binnenlandse aangelegenheden, om beroep te doen op een gewestelijk ontvanger in de situaties vermeld in artikel 81 tot en met 83 van het Gemeentedecreet. "
Art.10. Artikel 10 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 mei 2009, wordt opgeheven.
Art.11. Artikel 15 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.12. Dit besluit treedt in werking op de dag die volgt op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art. 13. De Vlaamse minister, bevoegd voor de binnenlandse aangelegenheden, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 22 maart 2013.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
K. PEETERS
De Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand,
G. BOURGEOIS