Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

20 DECEMBER 2012. - Ministerieel besluit tot wijziging van de subsidiebedragen in diverse ministeriële besluiten voor kinderopvang ter uitvoering van het vierde Vlaamse Intersectoraal Akkoord



Inhoudstafel:


Art. 1-8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2001035974  2001035978  2007035831 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 3 van het ministerieel besluit van 9 juli 2001 houdende de voorwaarden inzake subsidiëring van initiatieven voor buitenschoolse opvang, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 22 september 2006 en 26 juli 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° paragraaf 4 wordt vervangen door wat volgt :
  " § 4. Het forfaitaire subsidiebedrag per erkende plaats is vastgelegd per plaats voor de eerste 21 plaatsen van een nieuw initiatief, per extra plaats vanaf 22 plaatsen en per extra plaats vanaf 232 plaatsen. Die bedragen gelden voor een initiatief met een openingsduur van minstens 230 dagen, waarvan minstens 50 volle dagen zijn.
  Het forfaitaire subsidiebedrag per erkende plaats in een initiatief, georganiseerd door een openbaar bestuur, bedraagt in 2012 :
  1° voor de eerste 21 plaatsen : 2.410,63 euro;
  2° vanaf de 22e plaats : 1.602,81 euro;
  3° vanaf de 232e plaats : 1.415,87 euro.
  Het forfaitaire subsidiebedrag per erkende plaats in een initiatief, georganiseerd door een privaat bestuur, bedraagt in 2012 :
  1° voor de eerste 21 plaatsen : 2.420,46 euro;
  2° vanaf de 22e plaats : 1.608,63 euro;
  3° vanaf de 232e plaats : 1.421,02 euro. ";
  2° er wordt een paragraaf 6 toegevoegd, die luidt als volgt :
  " § 6. Kind en Gezin bepaalt per initiatief op basis van het personeelsregister met FCUD gesubsidieerde personeelsleden, het equivalent aan FCUD-plaatsen.
  In 2012 ontvangt een initiatief, georganiseerd door een openbaar bestuur, per FCUD-plaats :
  1° voor de eerste 21 FCUD-plaatsen : 10,12 euro;
  2° vanaf de 22e FCUD-plaats : 5,06 euro;
  3° vanaf de 232eFCUD-plaats : 3,37 euro.
  In 2012 ontvangt een initiatief, georganiseerd door een privaat bestuur, per FCUD-plaats :
  1° voor de eerste 21 FCUD-plaatsen : 30,25 euro;
  2° vanaf de 22e FCUD-plaats : 17,64 euro;
  3° vanaf de 232e FCUD-plaats : 15,28 euro. ".

Art.2. Aan artikel 7 van hetzelfde besluit, vervangen bij het ministerieel besluit van 14 februari 2006 en gewijzigd bij het decreet van 23 december 2010, wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt :
  " In afwijking van het eerste lid worden de forfaitaire bedragen, vermeld in artikel 3, § 4 en § 6, niet geïndexeerd in 2012 en 2013. ".

Art.3. In artikel 17 van het ministerieel besluit van 9 juli 2001 houdende de voorwaarden voor het organiseren van en de bepalingen over de toestemming voor en de subsidiëring van buitenschoolse opvang in aparte lokalen in kinderdagverblijven, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 22 september 2006 en 26 juli 2007, wordt paragraaf 5 vervangen door wat volgt :
  " § 5. De forfaitaire subsidiëring gebeurt jaarlijks per veertien plaatsen en wordt voor een capaciteit van minder dan veertien plaatsen of meer dan veertien plaatsen pro rata berekend.
  In 2012 bedraagt het forfaitaire bedrag per veertien plaatsen, georganiseerd door een openbaar bestuur, 27.565,32 euro en bedraagt het forfaitaire bedrag per veertien plaatsen, georganiseerd door een privaat bestuur, 27.803,72 euro. ".

Art.4. Aan artikel 24 van hetzelfde besluit, vervangen bij het ministerieel besluit van 8 april 2009 en gewijzigd bij het decreet van 23 december 2010, wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt :
  " In afwijking van het eerste lid wordt het forfaitair bedrag voor plaatsen, georganiseerd door een openbaar bestuur, vermeld in artikel 17, § 5, niet geïndexeerd in 2012 en wordt het forfaitair bedrag voor plaatsen, georganiseerd door een privaat bestuur, vermeld in artikel 17, § 5, niet geïndexeerd in 2012 en in 2013. ".

Art.5. In artikel 2 van het ministerieel besluit van 16 mei 2007 betreffende de bepaling van de forfaitaire subsidiebedragen voor het basisaanbod van kinderdagverblijven en diensten voor onthaalouders, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 26 juli 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° paragraaf 1 en 2 worden vervangen door wat volgt :
  " § 1. Een kinderdagverblijf ontvangt per subsidiabele plaats een basisbedrag dat geldt bij een gemiddelde leeftijd van het personeel van twintig jaar en een aanvullend bedrag als vermeld in artikel 12, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering.
  § 2. Het basisbedrag per subsidiabele plaats in een kinderdagverblijf, georganiseerd door een openbaar bestuur, bedraagt in 2012 :
  1° in een crèche : 6.327,21 euro;
  2° in een peutertuin : 4.833,24 euro.
  Het aanvullende bedrag in een kinderdagverblijf, georganiseerd door een openbaar bestuur, bedraagt in 2012 :
  1° in een crèche : 67,42 euro;
  2° in een peutertuin : 53,44 euro.
  In een kinderdagverblijf, georganiseerd door een openbaar bestuur, gelden voor de plaatsen waarvoor een principieel akkoord werd toegekend vanaf 1 mei 2006, de volgende bedragen in 2012 :
  1° in een crèche bedraagt het basisbedrag 7491,98 euro en het aanvullende bedrag 84,08 euro;
  2° in een peutertuin bedraagt het basisbedrag 5471,50 euro en het aanvullende bedrag 64,01 euro.
  Het basisbedrag per subsidiabele plaats in een kinderdagverblijf, georganiseerd door een vzw, bedraagt in 2012 :
  1° in een crèche : 7.525,26 euro;
  2° in een peutertuin : 5.494,52 euro.
  Het aanvullende bedrag in een kinderdagverblijf, georganiseerd door een vzw, bedraagt in 2012 :
  1° in een crèche : 84,51 euro;
  2° in een peutertuin : 64,32 euro. ";
  2° paragraaf 4 wordt vervangen door wat volgt :
  " § 4. Kinderdagverblijven ontvangen per jaar een forfaitair bedrag per voltijdse directiefunctie. In 2012 bedraagt dat forfaitair bedrag voor een kinderdagverblijf, georganiseerd door :
  1° een openbaar bestuur : 68.847,50 euro;
  2° een privaat bestuur : 69.071,24 euro. ".

Art.6. In artikel 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 15 december 2008, worden paragraaf 1 en 2 vervangen door wat volgt :
  " § 1. Een dienst ontvangt per erkende plaats een basisbedrag dat geldt bij een gemiddelde leeftijd van het personeel van drieëntwintig jaar en een aanvullend bedrag als vermeld in artikel 21, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering.
  § 2. Het basisbedrag per erkende plaats in een dienst, georganiseerd door een openbaar bestuur, bedraagt 325,08 euro in 2012.
  Het aanvullende bedrag in een dienst, georganiseerd door een openbaar bestuur, bedraagt 6,01 euro in 2012.
  In een dienst, georganiseerd door een openbaar bestuur, gelden voor de plaatsen waarvoor een principieel akkoord werd toegekend vanaf 1 mei 2006, de volgende bedragen in 2012 :
  1° het basisbedrag bedraagt 384,38 euro;
  2° het aanvullende bedrag bedraagt 7,48 euro.
  Het basisbedrag per erkende plaats in een dienst, georganiseerd door een vzw, bedraagt 389,79 euro in 2012.
  Het aanvullende bedrag in een dienst, georganiseerd door een vzw, bedraagt 7,50 euro in 2012. ".

Art.7. Aan artikel 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het decreet van 23 december 2010, wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt :
  " In afwijking van het eerste lid worden de forfaitaire bedragen, vermeld in artikel 2, § 2, eerste, tweede en derde lid, artikel 2, § 4, 1°, en artikel 3, § 2, derde lid, niet geïndexeerd in 2012 en worden de forfaitaire bedragen, vermeld in artikel 2, § 2, vierde en vijfde lid, artikel 2, § 4, 2°, en artikel 3, § 2, eerste, tweede, vierde en vijfde lid, niet geïndexeerd in 2012 en in 2013. ".

Art. 8. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2012.

  Brussel, 20 december 2012.
  De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin,
  J. VANDEURZEN