Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

8 NOVEMBER 2012. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de in aanmerking komende lasten bedoeld in artikel 20, eerste lid, van het decreet van 24 oktober 2008 tot bepaling van de voorwaarden voor de subsidiëring van de tewerkstelling in de sociaal-culturele sectoren van de Franse Gemeenschap



Inhoudstafel:


Art. 1-4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Voor de lasten bedoeld in artikel 20, eerste lid, 4°, van het decreet van 24 oktober 2008 tot bepaling van de voorwaarden voor de subsidiëring van de tewerkstelling in de sociaal-culturele sectoren van de Franse Gemeenschap, als de arbeidsovereenkomst eindigt, of als de bewoordingen van de arbeidsovereenkomst worden gewijzigd om het gemiddelde aantal gepresteerde weekuren te verminderen, is het vakantiegeld dat vooraf wordt betaald, inzonderheid krachtens artikel 46 van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, geen in aanmerking komende last met betrekking tot het lopende jaar waarin het wordt uitbetaald, maar een in aanmerking komende last met betrekking tot het daarop volgende jaar, dit is het jaar waarin die uitgave zou zijn toegestaan indien de arbeidsovereenkomst niet geëindigd was of niet gewijzigd was.

Art.2. Naast de in artikel 20, eerste lid van het hetzelfde decreet bedoelde lijst, worden eveneens als in aanmerking komende lasten beschouwd :
  1° de jaarlijkse bijdragen en facturen voor het gezondheidstoezicht in het bedrijf, verschuldigd voor een externe dienst voor de preventie en de bescherming op het werk;
  2° de vergoedingen voor de beëindiging van een arbeidsovereenkomst, ter compensatie van een opzeggingstermijn, waarbij die last niet kan worden gecumuleerd, voor een periode gelijk aan de opzeggingstermijn indien deze gepresteerd was, met uitgaven in verband met bezoldigingen voor dezelfde arbeidspost.

Art.3. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2012.

Art. 4. De Minister van Cultuur wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

  Brussel, 8 november 2012.
  De Minister van Begroting, Financiën en Sport,
  A. ANTOINE
  De Minister van Jeugd,
  Mevr. E. HUYTEBROECK
  De Minister van Cultuur, Audiovisuele Sector, Gezondheid en Gelijke Kansen,
  F. LAANAN