20 MAART 2013. - Koninklijk besluit betreffende de specificaties van levensmiddelenadditieven
Art. 1-5
Artikel 1. Dit besluit voorziet in de implementatie van Verordening (EU) Nr. 231/2012 van de Commissie van 9 maart 2012 tot vaststelling van de specificaties van de in de bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad opgenomen levensmiddelenadditieven.
Art.2. § 1. Het is krachtens de Verordening (EG) Nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake levensmiddelenadditieven verboden levensmiddelenadditieven in de handel te brengen of in voedingsmiddelen te gebruiken die niet voldoen aan de specificaties vastgesteld bij Verordening (EU) Nr. 231/2012 van de Commissie van 9 maart 2012 tot vaststelling van de specificaties van de in de bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad opgenomen levensmiddelenadditieven.
§ 2. Levensmiddelenadditieven die niet voldoen aan de specificaties van de Verordening (EU) Nr. 231/2012, zijn schadelijk in de zin van artikel 18 van de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de verbruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten.
Art.3. § 1. De overtredingen op de bepalingen van dit besluit worden opgespoord en vastgesteld overeenkomstig het koninklijk besluit van 22 februari 2001 houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse bepalingen.
§ 2. De overtredingen op de bepalingen van dit besluit worden bestraft overeenkomstig de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten.
Art.4. Het koninklijk besluit van 14 juli 1997 betreffende zuiverheidseisen voor additieven die in voedingsmiddelen mogen worden gebruikt, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 1 december 1998, 15 februari 1999, 25 januari 2000, 23 januari 2001, 28 september 2001, 20 maart 2002, 7 september 2003, 5 juni 2004, 27 december 2004, 21 januari 2005, 22 april 2005, 2 februari 2007, 19 november 2007, 1 oktober 2008, 20 januari 2010, 4 oktober 2010, 13 maart 2011 en 18 mei 2011, wordt opgeheven.
Art. 5. De minister bevoegd voor Volksgezondheid en de minister bevoegd voor de Veiligheid van de Voedselketen zijn, ieder wat hen betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 20 maart 2013.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Volksgezondheid,
Mevr. L. ONKELINX
De Minister van Landbouw,
Mevr. S. LARUELLE