Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

29 JANUARI 2013. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994



Inhoudstafel:


Art. 1-3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 205, § 1, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wordt het 3°, gewijzigd door het koninklijk besluit van 4 februari 2000 en door het koninklijk besluit van 12 maart 2003, vervangen als volgt :
  " 3° de jongeren die aan de volgende voorwaarden voldoen :
  1. a) hetzij studies van de hogere secundaire cyclus, of het derde jaar van studies van het secundair technisch, kunst- of beroepsonderwijs voleindigd hebben in een onderwijsinstelling opgericht, erkend of gesubsidieerd door een Gemeenschap;
  b) hetzij voor de studies bedoeld in a) een diploma of studiegetuigschrift voor de bevoegde examencommissie van een Gemeenschap hebben behaald;
  c) hetzij een leertijd hebben beëindigd, zoals is bepaald in de wetgeving betreffende de vorming en de opleiding in een zelfstandig beroep;
  d) hetzij voldoen aan de voorwaarden van artikel 36, § 1, eerste lid, 2°, f), g), h) of j) van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering;
  2. de hoedanigheid hebben verkregen van gerechtigde als bedoeld in artikel 86, § 1, 1°, a) of c) van de gecoördineerde wet, uiterlijk de dag na het tijdvak van dertien maanden na het beëindigen van de bovenvermelde studies of leertijd of het behalen van een diploma of studiegetuigschrift voor de bevoegde examencommissie van een Gemeenschap.
  Indien de jongere andere studies aanvat nadat hij studies van de hogere secundaire cyclus of het derde jaar van studies van het secundair technisch, kunst- of beroepsonderwijs heeft beëindigd, gaat de in het eerste lid, 2, vastgestelde termijn in, de dag na het einde van de laatst voltooide studies of de dag na het stopzetten van de studies indien daaraan voortijdig een einde werd gemaakt.
  De in het eerste lid, 2, bedoelde termijn wordt verlengd met :
  a) de duur van de periodes als bedoeld in artikel 36, § 2, 2°, c), d) en e) van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering;
  b) de duur van de periode waarin de betrokkene door het vervullen van militieverplichtingen niet in staat is geweest om de hoedanigheid van gerechtigde te verkrijgen als bedoeld in artikel 86, § 1, 1°, a) of c) van de gecoördineerde wet;
  c) de duur van de periode waarin de betrokkene arbeidsongeschikt is, zich bevindt in een tijdvak van facultatieve moederschapsrust of in vaderschapsverlof, als bedoeld in de gecoördineerde wet;
  d) de duur van de periode waarin de betrokkene zich bevindt in een tijdvak van moederschapsbescherming als bedoeld in artikel 114bis van de gecoördineerde wet. ".

Art.2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2012.

Art. 3. De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

  Gegeven te Brussel, 29 januari 2013.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Sociale Zaken,
  Mevr. L. ONKELINX
  De Staatssecretaris voor Sociale Zaken,
  Ph. COURARD