19 DECEMBER 2012. - Wet betreffende de bezoldiging van de personeelsleden en van de mandatarissen van de instellingen van openbaar nut, van de autonome overheidsbedrijven en de rechtspersonen waarop de Staat rechtstreeks of onrechtstreeks een overheersende invloed uitoefent, als natuurlijke persoon
Art. 1-5
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art.2. Deze wet is van toepassing op de instellingen van openbaar nut, op de autonome overheidsbedrijven en op de rechtspersonen waarop de Federale Staat rechtstreeks of onrechtstreeks een overheersende invloed uitoefent.
Art.3. Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder :
1° instellingen van openbaar nut : de instellingen van openbaar nut zoals bedoeld in artikel 1 van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut die tot de bevoegdheid van de federale overheid behoren;
2° autonome overheidsbedrijven : de autonome overheidsbedrijven zoals bedoeld in artikel 1, § 4 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven;
3° rechtspersoon waarop de Federale Staat rechtstreeks of onrechtstreeks een overheersende invloed uitoefent : de rechtspersoon waarop de Federale Staat een invloed uitoefent :
- door ofwel met deze rechtspersoon een beheerscontract of bestuursovereenkomst af te sluiten;
- door ofwel, rechtstreeks of onrechtstreeks, meer dan de helft van de leden van het bestuurs-, beheers- of directieorgaan aan te wijzen of door een of meerdere personen aan te wijzen die het administratief toezicht van de regering in zijn midden moet uitoefenen;
- door ofwel, rechtstreeks of onrechtstreeks, de meerderheid van het geplaatst kapitaal te bezitten;
- door ofwel, rechtstreeks of onrechtstreeks, te beschikken over de meerderheid van de stemmen verbonden aan de door het bedrijf uitgegeven aandelen;
4° mandataris : elke persoon die in het bestuurs- of beheersorgaan van een rechtspersoon als bedoeld in artikel 2 zetelt of die erin benoemd wordt teneinde het administratief toezicht van de regering uit te oefenen;
5° bezoldiging : elke beloning verbonden aan de uitoefening van de functie, in de zin van de artikelen 31 en 32 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen.
Art.4. De bezoldiging van de personeelsleden en van de mandatarissen van de rechtspersonen bedoeld in artikel 2 wordt hen rechtstreeks en uitsluitend als natuurlijke persoon betaald.
Elke betaling in strijd met het eerste lid is nietig.
Art. 5. Deze wet treedt in werking op de eerste dag van de zevende maand na die waarin ze is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 19 december 2012.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Overheidsbedrijven,
P. MAGNETTE
Met 's Lands zegel gezegeld :
De Minister van Justitie,
Mevr. A. TURTELBOOM