21 JANUARI 2013. - Wet tot wijziging van het Kieswetboek en van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten, ingevolge de instelling van een nieuwe beschermingsstatus die strookt met de menselijke waardigheid(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 14-06-2013 en tekstbijwerking tot 14-05-2014)
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het Kieswetboek
Art. 2
HOOFDSTUK 3.
Art. 3
HOOFDSTUK 4. - Overgangsbepaling
Art. 4
HOOFDSTUK 5. - Inwerkingtreding
Art. 5
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het Kieswetboek
Art.2. In artikel 7, eerste lid, van het Kieswetboek wordt het 1°, gewijzigd bij de wetten van 26 juni 1990 en 30 juli 1991, vervangen door wat volgt :
" 1° De beschermde personen die krachtens artikel 492/1 van het Burgerlijk Wetboek uitdrukkelijk onbekwaam werden verklaard om hun politieke rechten uit te oefenen en zij die geïnterneerd zijn met toepassing van de bepalingen van de hoofdstukken I tot VI van de wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij tegen abnormalen, gewoontemisdadigers en plegers van bepaalde seksuele strafbare feiten, vervangen bij artikel 1 van de wet van 1 juli 1964.
De kiesonbekwaamheid houdt op tegelijk met de beëindiging van de onbekwaamheid krachtens artikel 492/4 van het Burgerlijk Wetboek of met de definitieve invrijheidstelling van de geïnterneerde. ".
HOOFDSTUK 3.
Art.3.
<Opgeheven bij W 2013-12-15/05, art. 34, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
HOOFDSTUK 4. - Overgangsbepaling
Art.4. De bepalingen die worden gewijzigd bij deze wet blijven van toepassing op de op het tijdstip van inwerkingtreding van de wet van 17 maart 2013 tot hervorming van de regelingen inzake onbekwaamheid en tot instelling van een nieuwe beschermingsstatus die strookt met de menselijke waardigheid, genomen beschermingsmaatregelen van voorlopig bewind bedoeld in artikel 488bis van het Burgerlijk Wetboek, van voogdij over personen in staat van verlengde minderjarigheid of onbekwaam verklaard, van ouderlijk gezag over personen in staat van verlengde minderjarigheid en van bijstand door een gerechtelijk raadsman in hun oude versie, tot op het ogenblik waarop deze, met toepassing van de artikelen 210 tot 212 van voormelde wet, worden onderworpen aan de door dezelfde wet ingevoegde bepalingen bedoeld in boek I, titel XI, hoofdstuk II/1 van het Burgerlijk Wetboek of uitdoven.
HOOFDSTUK 5. - Inwerkingtreding
Art. 5.[1 Deze wet treedt in werking op 1 september 2014.]1
----------
(1)<W 2014-05-08/02, art. 130, 003; Inwerkingtreding : 14-05-2014>