Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

14 DECEMBER 2012. - Wet tot wijziging van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten met het oog op de verbetering van de aanpak van seksueel misbruik en feiten van pedofilie binnen een gezagsrelatie



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Verbetering van de informatie-uitwisseling tussen politie, parket, justitiehuizen en strafuitvoeringsrechtbanken
Art. 2
HOOFDSTUK 3. - Woonverbod
Art. 3-14
HOOFDSTUK 4. - De slachtofferverklaring
Art. 15



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2006009456 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

HOOFDSTUK 2. - Verbetering van de informatie-uitwisseling tussen politie, parket, justitiehuizen en strafuitvoeringsrechtbanken
Art.2. Artikel 53 van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten, wordt aangevuld met twee leden, luidende :
  " De strafuitvoeringsrechtbank en het openbaar ministerie kunnen de Dienst Justitiehuizen van de Federale Overheidsdienst Justitie opdracht geven een beknopt voorlichtingsrapport op te stellen of een maatschappelijke enquête uit te voeren.
  De opdrachtgevende overheid kan bij de Dienst Justitiehuizen de verslagen in verband met de gerechtelijke procedures opvragen. ".

HOOFDSTUK 3. - Woonverbod
Art.3. In titel V van dezelfde wet wordt een hoofdstuk IV ingevoegd, luidende " Hoofdstuk IV. De vermindering van de duur van de door de rechter uitgesproken ontzetting van het recht in een bepaalde aangewezen zone te wonen, te verblijven of er zich te vertonen ".

Art.4. In hoofdstuk IV, ingevoegd bij artikel 3, wordt een artikel 26/1 ingevoegd, luidende :
  " Art. 26/1. De vermindering van de duur van de door de rechter uitgesproken ontzetting van het recht in een bepaalde aangewezen zone te wonen, te verblijven of er zich te vertonen, is een wijze van uitvoering van de ontzetting van het in artikel 382bis, eerste lid, 4°, van het Strafwetboek bedoelde recht, waarbij de duur van de ontzetting kan verminderd worden, de nadere regels of de voorwaarden van de ontzetting kunnen worden aangepast of de ontzetting kan worden opgeschort of beëindigd. ".

Art.5. In artikel 28 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 21 april 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in § 1, eerste lid, worden de woorden " en met uitzondering van de vermindering van de duur van de door de rechter uitgesproken ontzetting van het recht in een bepaalde aangewezen zone te wonen, te verblijven of er zich te vertonen " ingevoegd na de woorden " Met uitzondering van de voorlopige invrijheidstelling met het oog op de verwijdering van het grondgebied of met het oog op overlevering ";
  2° het artikel wordt aangevuld met een § 3, luidende :
  " § 3. De vermindering van de duur van de door de rechter uitgesproken ontzetting van het recht in een bepaalde aangewezen zone te wonen, te verblijven of er zich te vertonen kan aan de veroordeelde worden toegekend voor zover er in hoofde van de veroordeelde geen tegenaanwijzingen bestaan die betrekking hebben op het risico dat de veroordeelde de slachtoffers zou lastig vallen. ".

Art.6. In dezelfde wet wordt een artikel 29/1 ingevoegd, luidende :
  " Art. 29/1. § 1. De vermindering van de duur van de door de rechter uitgesproken ontzetting van het recht in een bepaalde aangewezen zone te wonen, te verblijven of er zich te vertonen wordt toegekend door de strafuitvoeringsrechter op schriftelijk verzoek van de veroordeelde of van het openbaar ministerie.
  § 2. Het schriftelijk verzoek wordt ingediend op de griffie van de strafuitvoeringsrechtbank of op de griffie van de gevangenis ingeval de veroordeelde gedetineerd is. De griffie van de gevangenis zendt het schriftelijk verzoek binnen vierentwintig uur over aan de griffie van de strafuitvoeringsrechtbank en bezorgt een afschrift aan de directeur van de gevangenis.
  § 3. Ingeval de veroordeelde gedetineerd is, brengt de directeur een advies uit binnen twee maanden na de ontvangst van het afschrift van het schriftelijk verzoek. De artikelen 31 en 32 zijn van toepassing. ".

Art.7. Artikel 33 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 27 december 2006, wordt aangevuld met een § 3, luidende :
  " § 3. Indien een niet-gedetineerde veroordeelde verzoekt om een vermindering van de duur van de door de rechter uitgesproken ontzetting van het recht in een bepaalde aangewezen zone te wonen, te verblijven of er zich te vertonen, kan het openbaar ministerie eveneens de Dienst Justitiehuizen van de Federale Overheidsdienst Justitie opdracht geven een beknopt voorlichtingsrapport op te stellen of een maatschappelijke enquête uit te voeren. ".

Art.8. Artikel 35 van dezelfde wet wordt aangevuld met een § 3, luidende :
  " § 3. Indien een niet-gedetineerde veroordeelde verzoekt om een vermindering van de duur van de door de rechter uitgesproken ontzetting van het recht in een bepaalde aangewezen zone te wonen, te verblijven of er zich te vertonen, kan het openbaar ministerie eveneens de Dienst Justitiehuizen van de Federale Overheidsdienst Justitie opdracht geven een beknopt voorlichtingsrapport op te stellen of een maatschappelijke enquête uit te voeren. ".

Art.9. In artikel 47 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 21 april 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in § 1 worden de woorden " en met uitzondering van de vermindering van de duur van de door de rechter uitgesproken ontzetting van het recht in een bepaalde aangewezen zone te wonen, te verblijven of er zich te vertonen " ingevoegd na de woorden " Met uitzondering van de voorlopige invrijheidstelling met het oog op de verwijdering van het grondgebied of met het oog op overlevering ";
  2° het artikel wordt aangevuld met een § 3, luidende :
  " § 3. De vermindering van de duur van de door de rechter uitgesproken ontzetting van het recht in een bepaalde aangewezen zone te wonen, te verblijven of er zich te vertonen, kan aan de veroordeelde worden toegekend voor zover er in hoofde van de veroordeelde geen tegenaanwijzingen bestaan die betrekking hebben op het risico dat de veroordeelde de slachtoffers zou lastig vallen. ".

Art.10. In artikel 48 van dezelfde wet worden na de woorden " met het oog op de overlevering " de woorden " en behalve voor de vermindering van de duur van de door de rechter uitgesproken ontzetting van het recht in een bepaalde aangewezen zone te wonen, te verblijven of er zich te vertonen " ingevoegd.

Art.11. In dezelfde wet wordt een artikel 49/1 ingevoegd, luidende :
  " Art. 49/1. § 1. De vermindering van de duur van de door de rechter uitgesproken ontzetting van het recht in een bepaalde aangewezen zone te wonen, te verblijven of er zich te vertonen wordt toegekend door de strafuitvoeringsrechter op schriftelijk verzoek van de veroordeelde of van het openbaar ministerie.
  § 2. Het schriftelijk verzoek wordt ingediend op de griffie van de strafuitvoeringsrechtbank of op de griffie van de gevangenis ingeval de veroordeelde gedetineerd is. De griffie van de gevangenis zendt het schriftelijk verzoek binnen vierentwintig uur over aan de griffie van de strafuitvoeringsrechtbank en bezorgt een afschrift aan de directeur.
  § 3. Ingeval de veroordeelde gedetineerd is, brengt de directeur een advies uit binnen twee maanden na de ontvangst van het afschrift van het schriftelijk verzoek. De artikelen 31 en 32 zijn van toepassing. ".

Art.12. In artikel 62 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° paragraaf 1 wordt aangevuld met de volgende zin :
  " De justitieassistent is belast met de opvolging van en het toezicht op alle door de strafuitvoeringsrechtbank of strafuitvoeringsrechter aan de veroordeelde opgelegde voorwaarden. ";
  2° in § 3, eerste lid, worden tussen de eerste zin die eindigt met de woorden " om de zes maanden " en de tweede zin die begint met de woorden " De justitieassistent " de volgende zinnen ingevoegd :
  " Dit verslag bevat alle voor de strafuitvoeringsrechtbank of de strafuitvoeringsrechter relevante informatie met betrekking tot de veroordeelde waarover de justitieassistent beschikt. Het verslag bevat ten minste een opsomming van alle aan de veroordeelde opgelegde voorwaarden alsook de mate waarin die in acht worden genomen. ".

Art.13. In titel XI van dezelfde wet wordt een hoofdstuk IV ingevoegd, luidende " Hoofdstuk IV. De vermindering van de duur van de door de rechter uitgesproken ontzetting van het recht in een bepaalde aangewezen zone te wonen, te verblijven of er zich te vertonen ".

Art.14. In hoofdstuk IV, ingevoegd bij artikel 13, wordt een artikel 95/1 ingevoegd, luidende :
  " Art. 95/1. § 1. Onverminderd de artikelen 28, § 3, en 47, § 3, kan de strafuitvoeringsrechter beslissen een in kracht van gewijsde gegane veroordeling tot ontzetting van het in artikel 382bis, eerste lid, 4°, van het Strafwetboek bedoelde recht te wijzigen door de duur van de ontzetting te verminderen, de nadere regels of de voorwaarden van de ontzetting aan te passen, de ontzetting op te schorten of te beëindigen.
  § 2. De in de artikelen 82 tot 86 bedoelde procedure is van toepassing, met dien verstande evenwel dat de griffie van de strafuitvoeringsrechtbank onverwijld een afschrift van het schriftelijk verzoek of de vordering overzendt aan het slachtoffer, de zitting plaatsvindt met gesloten deuren en de strafuitvoeringsrechter het slachtoffer eveneens hoort.
  § 3. De strafuitvoeringsrechter kan de veroordeelde aan geïndividualiseerde bijzondere voorwaarden onderwerpen indien deze absoluut noodzakelijk zijn in het belang van het slachtoffer.
  § 4. Het openbaar ministerie kan, met het oog op de herroeping van de vermindering of opschorting van de ontzetting, de zaak bij de strafuitvoeringsrechter aanhangig maken, wanneer de opgelegde bijzondere voorwaarden niet worden nageleefd. De in § 2 bedoelde procedure is van toepassing. ".

HOOFDSTUK 4. - De slachtofferverklaring
Art. 15. In artikel 3, § 1, van dezelfde wet wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, luidende :
  " Dit schriftelijk verzoek wordt neergelegd bij de justitieassistent, het openbaar ministerie of een strafuitvoeringsrechtbank. Zij zenden het schriftelijk verzoek op hun beurt onverwijld over aan de bevoegde strafuitvoeringsrechtbank. Indien nog geen bevoegde strafuitvoeringsrechtbank bekend is, zenden zij het schriftelijk verzoek over aan de strafuitvoeringsrechtbank van het rechtsgebied waar de veroordeelde op dat moment verblijft. ".

  Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
  Gegeven te Brussel, 14 december 2012.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Justitie,
  Mevr. A. TURTELBOOM
  Met 's Lands zegel gezegeld :
  De Minister van Justitie,
  Mevr. A. TURTELBOOM