18 JULI 2013. - Koninklijk besluit houdende aanwijzing van de burgerlijke autoriteit die bevoegd is voor de toepassing van bepaalde reglementaire bepalingen betreffende het burgerpersoneel bij het Ministerie van Landsverdediging(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 05-09-2013 en tekstbijwerking tot 12-05-2014)
Art. 1, 1/1, 2-6
Artikel 1. De rijksambtenaar die de directieraad van het Ministerie van Landsverdediging voorzit, wordt aangewezen om bij het Ministerie van Landsverdediging de bevoegdheden uit te oefenen, naargelang het geval, van de voorzitter van het directiecomité, van de secretaris-generaal, van de titularis van een management- of staffunctie, van de ambtenaar die de administratie leidt of van de leidende ambtenaar, welke zijn bepaald bij :
1° het koninklijk besluit van 12 mei 1927 betreffende de ouderdom van de oppensioenstelling van de ambtenaren, de beambten en het dienstpersoneel van de Staat;
2° het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel;
3° het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het rijkspersoneel;
4° het koninklijk besluit van 1 juni 1964 betreffende de schorsing van rijksambtenaren in het belang van de dienst;
5° het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten;
6° het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van de federale overheidsdiensten;
7° het koninklijk besluit van 8 augustus 1983 betreffende de uitoefening van een hoger ambt in de rijksbesturen;
8° het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddeschalen der aan verscheidene federale overheidsdiensten gemene graden;
9° het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen;
10° het koninklijk besluit van 2 augustus 2002 tot invoering van een evaluatiecyclus in de federale overheidsdiensten en in het Ministerie van Defensie;
11° het koninklijk besluit van 20 september 2012 houdende diverse bepalingen betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector.
Art. 1/1. [1 De rijksambtenaar die de directieraad van het Ministerie van Landsverdediging voorzit wijst de rijksambtenaar van dit Ministerie aan die is aangewezen om de uitvoering of de toepassing te verzekeren van de functie van P&O directeur of van directeur Personeel en Organisatie of van directeur van de stafdienst Personeel en Organisatie, zoals bepaald bij :
1° het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het rijkspersoneel;
2° het koninklijk besluit van 24 september 2013 betreffende de evaluatie in het federaal openbaar ambt.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2014-04-24/15, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 22-05-2014>
Art.2. De rijksambtenaar die de directieraad van het Ministerie van Landsverdediging voorzit, wordt aangewezen om bij het Ministerie van Landsverdediging de bevoegdheden uit te oefenen, naargelang het geval, van de secretaris-generaal of de directeur-generaal die bevoegd is voor het beheer van het burgerpersoneel, welke zijn bepaald bij :
1° het koninklijk besluit van 20 april 1965 tot vaststelling van het organiek statuut van de federale wetenschappelijke instellingen;
2° het koninklijk besluit van 30 april 1999 tot vaststelling van het statuut van het administratief en technisch personeel van de wetenschappelijke instellingen van de Staat;
3° het koninklijk besluit van 25 februari 2008 tot vaststelling van het statuut van het wetenschappelijk personeel van de federale wetenschappelijke instellingen;
4° het koninklijk besluit van 13 april 2008 betreffende de aanduiding en de uitoefening van de management-, staf- en leidinggevende functies in de federale wetenschappelijke instellingen.
Art.3. De rijksambtenaar die de directieraad van het Ministerie van Landsverdediging voorzit, enerzijds, en de personeelsdienst bevoegd voor het burgerpersoneel onder de leiding van een rijksambtenaar, anderzijds, worden aangewezen om de bevoegdheden uit te oefenen, respectievelijk van de directeur-generaal human resources en van de divisie personeel van de algemene directie human resources, welke zijn bepaald bij het koninklijk besluit van 7 juli 2003 houdende het statuut van bepaalde burgerlijke ambtenaren van het stafdepartement Inlichtingen en Veiligheid.
Art.4. De rijksambtenaar die de directieraad van het Ministerie van Landsverdediging voorzit, wordt aangewezen om de bevoegdheden van de directeur-generaal human resources uit te oefenen, welke zijn bepaald bij het koninklijk besluit van 31 augustus 1998 tot vaststelling van het statuut van de repetitoren, taalleraren en eerstaanwezend taalleraren bij de Koninklijke Militaire School.
Art.5. De rijksambtenaar die de directieraad van het Ministerie van Landsverdediging voorzit, wordt aangewezen om te zetelen in het college van voorzitters van het directiecomité van de federale overheidsdiensten en van de voorzitters van de programmatorische federale overheidsdiensten, voor de aangelegenheden die het burgerpersoneel van het Ministerie van Landsverdediging aanbelangen.
Art. 6. De Minister bevoegd voor Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.