Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

16 NOVEMBER 2012. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 2duodecies van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2005 tot instelling van een bedrijfstoeslagregeling en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en tot toepassing van de randvoorwaarden



Inhoudstafel:


Art. 1-3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2005035917 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 2duodecies van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2005 tot instelling van een bedrijfstoeslagregeling en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en tot toepassing van de randvoorwaarden, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 maart 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in paragraaf 1, tweede lid, wordt het woord "zij" vervangen door het woord "zijn";
  2° aan paragraaf 1, derde lid, wordt een punt 4° toegevoegd, dat luidt als volgt :
  " 4° geconstateerde aantal subsidiabele Piétrainzeugen : aantal Piétrainzeugen die voldoen aan alle voorwaarden die gesteld worden in de voorschriften voor de toekenning van de steun. ";
  3° in paragraaf 4 wordt de tweede zin vervangen door : "Bij een hoger aantal subsidiabele Piétrainzeugen wordt de premie, per zeug die dat aantal overschrijdt, beperkt tot 50 % van een volledige premie per zeug".
  4° er worden een paragraaf 5bis en een paragraaf 5ter ingevoegd, die luiden als volgt :
  " § 5bis. Als ten aanzien van een steunaanvraag voor de specifieke steun voor de instandhouding van het Piétrainras in de varkenssector een verschil wordt vastgesteld tussen het totaal aantal subsidiabele Piétrainzeugen dat in aanmerking komt voor een premie en het bij controle geconstateerde aantal subsidiabele Piétrainzeugen, wordt het bedrag van de specifieke steun in het kalenderjaar in kwestie als volgt verlaagd :
  1° als het verschil niet groter is dan drie, wordt het totale bedrag van de specifieke steun voor de instandhouding van het Piétrainras in de varkenssector in het kalenderjaar in kwestie verlaagd met het percentage dat wordt berekend met toepassing van het tweede lid;
  2° als het verschil groter is dan drie, wordt het totale bedrag van de specifieke steun voor de instandhouding van het Piétrainras in de varkenssector in het kalenderjaar in kwestie verlaagd met :
  a) het percentage, berekend met toepassing van het tweede lid, als dat percentage niet hoger is dan 10 %;
  b) tweemaal het percentage, berekend met toepassing van het tweede lid, als dat percentage hoger is dan 10 % maar niet hoger is dan 20 %;
  3° als het percentage, berekend met toepassing van het tweede lid, hoger is dan 20 %, wordt het volledige bedrag van de specifieke steun voor de instandhouding van het Piétrainras in de varkenssector ingehouden en wordt deze specifieke steun waarop de landbouwer aanspraak zou kunnen maken, geweigerd.
  Voor de bepaling van het percentage, vermeld in het eerste lid, wordt het verschil tussen het totaal aantal subsidiabele Piétrainzeugen dat in aanmerking komt voor premie en het geconstateerde aantal subsidiabele Piétrainzeugen, gedeeld door het totale voor die premieperiode geconstateerde aantal subsidiabele Piétrainzeugen.
  Als het verschil tussen het totaal aantal subsidiabele Piétrainzeugen dat in aanmerking komt voor premie en het bij controle geconstateerde aantal subsidiabele Piétrainzeugen het gevolg is van opzettelijke onregelmatigheden, wordt voor de premieperiode in kwestie de specifieke steun voor de instandhouding van het Piétrainras in de varkenssector waarop de landbouwer aanspraak zou kunnen maken, geweigerd.
  De verlagingen en de weigeringen van steun, vermeld in het eerste en het derde lid, zijn niet van toepassing als de landbouwer door het effect van natuurlijke omstandigheden op het varkensbeslag niet kan voldoen aan zijn verbintenis om de dieren waarvoor steun is aangevraagd te houden. De landbouwer brengt de bevoegde autoriteit daarvan schriftelijk op de hoogte binnen tien werkdagen na de vaststelling van een vermindering van het aantal dieren door het effect van natuurlijke omstandigheden. Als feitelijke omstandigheden waarmee in individuele gevallen rekening moet worden gehouden, kan de bevoegde autoriteit minstens de volgende gevallen van natuurlijke omstandigheden in het varkensbeslag erkennen :
  1° sterfte van een dier als gevolg van een ziekte;
  2° sterfte van een dier als gevolg van een ongeval waarvoor de landbouwer niet verantwoordelijk kan worden gesteld.
  § 5ter. Met toepassing van artikel 50, eerste lid, van Verordening (EG) nr. 1122/2009 onderwerpt de bevoegde entiteit minstens 1 % van de landbouwers die een steunaanvraag indienen, aan controles op de naleving van de randvoorwaarden.
  Met toepassing van artikel 30, tweede lid, e), van dezelfde verordening, controleert de bevoegde entiteit ten minste 10 % van de derde instanties waarop een beroep wordt gedaan.
  Met toepassing van artikel 69 van de voormelde verordening sluit de bevoegde entiteit bij vaststelling van een grove nalatigheid of het met opzet doorgeven van foute gegevens de derde instantie minstens een jaar uit van dienstverlening. ".

Art.2. Artikel 1, 1° tot 3°, van dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2012.

Art. 3. De Vlaamse minister, bevoegd voor het landbouwbeleid en de zeevisserij, is belast met de uitvoering van dit besluit.

  Brussel, 16 november 2012.
  De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid,
  K. PEETERS