Details





Titel:

1 MAART 2012. - Besluit 2010/1367 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie dat de regels voor de aanstelling van contractuele mandatarissen in de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie vaststelt in het kader van artikel 26/1, lid 3, van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 13 april 1995 houdende het statuut van de ambtenaren van de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 14-05-2012 en tekstbijwerking tot 12-12-2023)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - Toelatingsvoorwaarden van de kandidaturen
Art. 3
HOOFDSTUK III. - Selectieprocedure
Art. 4
HOOFDSTUK IV. - Mandaatstelsel
Sectie 1. - Stelsel onder arbeidsovereenkomst
Art. 5, 5/1
Sectie 2. - Arbeidsstelsel
Art. 6
HOOFDSTUK V. - Slotbepaling
Art. 7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2015031315  2023047956 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1. Dit besluit regelt een aangelegenheid bedoeld in de artikelen 127 en 128 van de Grondwet, krachtens artikel 138 ervan.

Art.2. Voor de toepassing van dit besluit, moet onder " externe kandidaten " begrepen worden: de kandidaten als bedoeld in artikel 26/1, lid 2, van het statuut van de diensten van het College.

HOOFDSTUK II. - Toelatingsvoorwaarden van de kandidaturen
Art.3.§ 1. Om zich voor een mandaatbetrekking in de diensten van het College kandidaat te stellen, moeten de externe kandidaten de volgende voorwaarden invullen:
  1° [1 voldoen aan de toelatingsvoorwaarden bedoeld in artikel 17, § 2, 1°, 2° en 3°, van het statuut van de diensten van het College;]1
  2° houder zijn van een diploma dat toegang geeft tot niveau 1;
  3° over minstens zes jaar ervaring in een directiefunctie beschikken.
  Onder ervaring in een directiefunctie wordt verstaan de ervaring inzake het beheer in een openbare dienst of in een organisatie van de privé-sector.
  § 2. [2 De kandidaat dient een kandidatuur in met een uiteenzetting van de kwalificaties en verdiensten die hij laat gelden om voor de betrekking te kandideren, gebruikmakend van een gestandaardiseerd cv waarvan het model wordt vastgesteld door het collegelid belast met Openbaar Ambt]2.
  ----------
  (1)<BESL 2013-11-28/37, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 26-07-2012>
  (2)<BESL 2023-09-07/22, art. 16, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2023>

HOOFDSTUK III. - Selectieprocedure
Art.4.De mandaatbetrekkingen in de diensten van het College worden door het College aan de externe kandidaten volgens dezelfde voorwaarden en volgens dezelfde regels verleend als deze bepaald in de artikels 34 tot [1 34/11]1 van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 4 maart 1999, voormeld, met uitzondering van de artikels 34/3, lid 1, 34/5, § 1, lid 1 en 34/6, § 4.
  ----------
  (1)<BESL 2023-09-07/22, art. 17, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2023>

HOOFDSTUK IV. - Mandaatstelsel
Sectie 1. - Stelsel onder arbeidsovereenkomst
Art.5.Een arbeidsovereenkomst wordt afgesloten tussen de Franse Gemeenschapscommissie, vertegenwoordigd door haar College, en de mandataris aangesteld in toepassing van dit besluit.
  De overeenkomst wordt voor een onbepaalde duur afgesloten[1 met eindtermijn. De overeenkomst eindigt van rechtswege wanneer het mandaat afloopt overeenkomstig de bepalingen van dit besluit]1.
  Er wordt [1 voortijdig]1 een einde aan gesteld, volgens de regels voorzien door de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, in geval van ernstige fout van de kant van de mandataris of voor ernstige disciplinaire fout, in geval van vrijwillig ontslag, in geval van afwezigheid voor ziekteverlof van meer dan zes maanden, na een bijkomende " ongunstige " evaluatie als bedoeld in artikel 86/3, § 1 lid 2 van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 13 april 1995 houdende het statuut van de ambtenaren van de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie [1 ...]1.
  ----------
  (1)<BESL 2023-09-07/22, art. 18, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2023>

Art.5/1. [1 § 1.Behalve in het geval van ernstige fout of vrijwillig ontslag, ontvangt de mandaathouder van wie het mandaat afloopt een eindemandaatsvergoeding. Die vergoeding bedraagt drie maanden salaris als het mandaat minder dan tien jaar heeft geduurd en zes maanden salaris als het mandaat ten minste tien jaar heeft geduurd.
   Als de mandaathouder vraagt om de outplacementbegeleiding bedoeld in Ї 2, wordt het bedrag van de eindemandaatsvergoeding verminderd met de kosten van die outplacementbegeleiding.
   § 2. De mandaathouder kan, op zijn verzoek, ook outplacementbegeleiding krijgen, op voorwaarde dat hij het einde van zijn tweede opeenvolgende mandaat heeft bereikt, dat hij een gunstige evaluatie heeft gekregen aan het einde van het tweede mandaat en dat hij geen beroepsactiviteit uitoefent (geen arbeidsovereenkomst hebben gesloten, geen hoofdactiviteit als zelfstandige uitoefenen, niet als statutair of contractueel personeelslid werkzaam zijn in een overheidsdienst).
   Die begeleiding duurt 60 uur, gespreid over een periode van maximaal twaalf maanden, en maakt het voorwerp uit van een schriftelijke overeenkomst.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BESL 2023-09-07/22, art. 19, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2023>


Sectie 2. - Arbeidsstelsel
Art.6. De mandataris die overeenkomstig de regels van onderhavig besluit is aangesteld, is aan dezelfde regels onderworpen van het statuut van de diensten van het College en van het geldelijk statuut van de diensten van het College als die van toepassing voor de statutaire mandataris, met uitzondering van de regels met betrekking tot het ziekteverlof.
  Hij beschikt over dezelfde bevoegdheden en dezelfde voorrechten verbonden met deze functie als deze die aan de statutaire mandataris van de diensten van het College worden verleend.
  Hij moet de verplichtingen en de arbeidsvoorwaarden respecteren die aan de beambten van de diensten van het College zijn opgelegd, meer bepaald de taken, onverenigbaarheden, uurroosters en verlofstelsel.
  De mandataris wordt eveneens onderworpen aan de evaluatieregels die van toepassing zijn op de mandaathouders van de diensten van het College.
  Indien de geselecteerde kandidaat reeds personeelslid van een openbare dienst is, dan behoudt hij de geldelijke anciënniteit die hij in zijn oorspronkelijke instelling heeft verworven, maar hij verliest evenwel het genot van de voordelen, ongeacht de aard, die op hem in de oorsponkelijke instelling van toepassing waren.

HOOFDSTUK V. - Slotbepaling
Art. 7. Het Collegelid bevoegd voor Ambtenarenzaken wordt belast met de uitvoering van dit besluit.