1 MAART 2012. - Besluit tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 juni 2002 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van de DBDMH
Art. 1-12
Artikel 1. In artikel 1 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 juni 2002 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van de DBDMH worden de punten 10° en 11° toegevoegd :
" 10° het koninklijk besluit van 19 april 1999 : het koninklijk besluit van 19 april 1999 tot vaststelling van de geschiktheids- en bekwaamheidscriteria alsmede van de benoembaarheids- en bevorderingsvoorwaarden voor de officieren van de openbare brandweerdiensten.
11° A.P.K.B. : het koninklijk besluit van 22 december 2000 tot bepaling van de algemene principes van het administratief en geldelijk statuut van de rijksambtenaren die van toepassing zijn op het personeel van de Diensten van de Gemeenschaps- en Gewestregeringen en van de Colleges van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en van de Franse Gemeenschapscommissie, alsook op de publiekrechtelijke rechtspersonen die ervan afhangen. "
Art.2. Artikel 38 wordt door de volgende bepaling vervangen :
" Artikel 38. Om in vast verband benoemd te worden moeten de stagiairs van niveau D houder zijn van :
1° het brevet van brandweerman, afgeleverd door een erkend opleidingscentrum, zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 21 februari 2011 betreffende de opleiding van de leden van de openbare hulpdiensten;
2° het brevet van ambulancier-hulpverlener afgeleverd door het Brussels Hoofdstedelijk Gewestelijk instituut voor de opleiding in de dringende medische hulpverlening of een erkend centrum voor de opleiding dringende geneeskundige hulp;
3° het rijbewijs type B. "
Art.3. In hetzelfde besluit, wordt een artikel 38bis toegevoegd :
" Artikel 38bis. § 1. Om in vast verband benoemd te worden tot de graad van onderluitenant, moeten de stagiairs van niveau A houder zijn van het brevet van officier, zoals bedoeld in artikel 13 van het koninklijk besluit van 21 februari 2011, en beschikken over een gunstig stageverslag.
§ 2. Naast het voldoen aan de in § 1 van dit artikel bedoelde voorwaarden, moeten de stagiairs van niveau A een praktische stage van 288 uur doorlopen voor elk van de volgende brevetten : brandweerman, ambulancier-hulpverlener, korporaal, sergeant en adjudant. De duur van de praktische stage voor het brevet van officier wordt vastgesteld op 720 uur. "
Art.4. In artikel 41 van hetzelfde besluit, wordt het woord " kapitein " geschrapt.
Art.5. Artikel 45 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Artikel 45. Onverminderd de regels die van toepassing zijn op de DBDMH in zijn hoedanigheid als gewestelijke instelling van openbaar nut, met name artikel 11 van het koninklijk besluit van 22 december 2000, zijn de voorwaarden waaraan de personeelsleden moeten voldoen om bij bevordering toegang te krijgen tot de graad van onderluitenant vastgelegd in artikel 19, 1° tot en met 6°, van het koninklijk besluit van 19 april 1999. "
Art.6. De artikelen 47 tot en met 50 worden opgeheven.
Art.7. [Een nieuw artikel 46 bepaalt voortaan :
« § 1. De toegang tot de hogere graden dan die van luitenant gebeurt bij bevordering.
§ 2. Onverminderd de regels die van toepassing zijn op de DBDMH in zijn hoedanigheid als gewestelijke instelling van openbaar nut, zijn de voorwaarden waaraan de personeelsleden moeten voldoen om bij bevordering toegang te krijgen tot de hogere graden dan die van luitenant vastgelegd in de artikelen 21 tot en met 24bis van het koninklijk besluit van 19 april 1999.] <Erratum, B.St. 09-05-2012, p. 27376>
Art.8. Artikel 70 wordt vervangen en hernummerd door een artikel 69bis dat als volgt luidt :
" De bepalingen van het algemeen statuut die betrekking hebben op de evaluatie zijn van toepassing op de operationele personeelsleden van niveau A. "
Art.9. Punt 3° van artikel 52 van hetzelfde besluit wordt door de volgende woorden vervangen :
" het evaluatiedossier van de kandidaat, met dien verstande dat zijn laatste evaluatie gunstig dient te zijn geweest ".
Art.10. Punt 3° van artikel 53 van hetzelfde besluit wordt door de volgende woorden vervangen :
" het evaluatiedossier van de kandidaat, met dien verstande dat zijn laatste evaluatie gunstig dient te zijn geweest ".
Art.11. Artikel 51 wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Bij ontstentenis van kandidaten voor de betrekkingen van commandant, majoor en luitenant-kolonel, kunnen deze betrekkingen worden toegewezen aan kandidaten die niet over de vereiste anciënniteit beschikken, maar die echter wel voldoen aan de andere vereiste voorwaarden. "
Art. 12. De Minister bevoegd voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 1 maart 2012.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering :
De Minister-Voorzitter van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Openbare Netheid, Ontwikkelingssamenwerking en Gewestelijke Statistiek,
Ch. PICQUE
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie, Waterbeleid, Stadsvernieuwing, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp en Huisvesting,
Mevr. E. HUYTEBROECK