Artikels:
Sectie I. - Algemene bepalingen
Artikel 1. Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.
Art.2. Voor de uitgaven van de begroting van de diensten van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2012 worden kredieten geopend ten bedrage van :
In duizenden euro | Vastleggingskredieten | Vereffeningskredieten |
Gesplitste kredieten | 3.278.656 | 3.347.385 |
Variabele gesplitste kredieten | 214.054 | 215.311 |
Totalen | 3.492.710 | 3.562.696 |
Deze kredieten worden opgesomd in de bij deze ordonnantie gevoegde tabellen, sectie I.
In toepassing van artikel 14 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, worden de uitgaven gemachtigd per programma waarvan de krediettotalen opgenomen zijn in de bij deze ordonnantie gevoegde begrotingstabellen, sectie I en sectie II.
De geconsolideerde ontvangsten- en uitgavenbegroting van de gewestelijke entiteit wordt goedgekeurd en is terug te vinden in de vorm van een tabel op het einde van het beschikkend gedeelte van deze ordonnantie.
Art.3. In afwijking van artikel 112 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle en op artikel 1 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 juni 2006 tot uitstel van de inwerkingtreding van sommige bepalingen van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, wordt de inwerkingtreding van de artikels 29, 1ste lid, 5de en 6de streepje, en 31 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juli 2006 betreffende de begrotingscyclus, de structuur van de begrotingsordonnantie, de algemene toelichting en de verantwoordingen bij de begroting uitgesteld tot 1 januari 2013.
Art.4. Het artikel 11, 2de lid, van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, is niet van toepassing in 2012.
Art.5. In afwijking van het artikel 45, 3de lid, van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van het artikel 13 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 oktober 2006 betreffende de financiële actoren, kan de Regering, op voordracht van de Minister van Financiën en Begroting, een contractueel personeelslid van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aanstellen in de functie van gewestelijke boekhouder, zoals bedoeld in dezelfde 2 artikelen.
Sectie II. - Bijzondere bepalingen in verband met de diensten van de Regering, met inbegrip van de bepalingen in verband met de organieke begrotingsfondsen
Art.6. In afwijking van artikel 69, § 1, 2de lid van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, blijven alle op basis van de gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit van 17 juli 1991 aangestelde titelvoerende en/of plaatsvervangende rekenplichtigen (contractueel of statutair) in functie tot op het moment dat een nieuw besluit of nieuwe beslissing een einde maakt aan hun huidige aanstelling. Zij blijven hun functie eveneens uit oefenen in het geval van de creatie van nieuwe basisallocaties inzake uitgaven en ontvangsten die bestaande basisallocaties die zij beheren en die niet meer geschikt zijn (bv. ingevolge een foutieve economische code) vervangen of in het geval van de creatie van nieuwe basisallocaties inzake uitgaven en ontvangsten die toegevoegd worden aan de door de rekenplichtige beheerde bestaande basisallocaties indien deze binnen hetzelfde beheersdomein blijven. In voorkomend geval kan hiertoe een nieuw benoemingsbesluit genomen worden.
Art.7. Machtiging wordt verleend om provisies toe te kennen aan advocaten, experten en gerechtsdeurwaarders die voor rekening van het Gewest optreden.
Art.8. In afwijking van artikel 29 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de contrôle en van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 juni 2006 betreffende de herverdelingen en overschrijdingen van uitgavenkredieten, is iedere Minister of Staatssecretaris gemachtigd om op gemotiveerde wijze, via regeringsbesluit, behoudens afwijking toegestaan door de Minister van Begroting, en binnen de grenzen van de vastleggingskredieten of de vereffeningskredieten van een opdracht die tot zijn bevoegdheid behoort, behoudens afwijking toegestaan door de Minister van Begroting, kredietherverdelingen uit te voeren tussen de verschillende programma's van deze opdracht.
De gemotiveerde aanvraag tot herverdeling wordt door de betrokken Minister of Staatssecretaris, via het betrokken bestuur, ingediend bij de directie Begroting van het Bestuur Financiën en Begroting van het Ministerie. Indien de herverdelingen basisallocaties betreffen die behoren tot de bevoegdheid van verschillende Ministers of Staatssecretarissen (in het geval van een gedeelde opdracht of een gedeeld programma), dan wordt de gemotiveerde aanvraag gezamenlijk ingediend.
Het voorafgaandelijk advies van de Inspectie van Financiën en het voorafgaandelijk akkoord van de Minister van Begroting zijn vereist.
Van deze machtiging mag enkel bij uitzondering gebruik gemaakt worden en alleen wanneer de mogelijkheden geboden door het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 juni 2006 betreffende de herverdelingen en overschrijdingen van uitgavenkredieten werden uitgeput, dit wil zeggen wanneer kredietherverdelingen binnen de grenzen van de vastleggingskredieten of de vereffeningskredieten van het betreffende programma niet meer mogelijk zijn door het gebrek aan beschikbare kredieten.
Deze herverdelingen worden onverwijld meegedeeld aan het Brussels Hoofdstedelijk Parlement en aan het Rekenhof.
Art.9. De besluiten tot herverdeling van uitgavenkredieten van het begrotingsjaar 2012 worden genomen van 1 januari tot 31 december van dat jaar, onverminderd de bepalingen van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 juni 2006 betreffende de herverdelingen en overschrijdingen van uitgavenkredieten, inzonderheid artikel 2.
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering is eveneens gemachtigd tot het toekennen van facultatieve subsidies ten laste van nieuwe basisallocaties die in de loop van het begrotingsjaar gecreëerd worden door ministerieel of regeringsbesluit tot kredietherverdeling en die als voorwerp facultatieve subsidies hebben (met de FSF-code in de begrotingstabel) in het kader van dezelfde objectieven als deze verbonden met de reeds in de initiële begroting 2012 bestaande basisallocaties van waaruit de kredieten worden overgedragen.
Art.10. In afwijking van artikel 29 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, kunnen, via een besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, de vastleggingskredieten of de vereffeningskredieten van de basisallocaties 03.002.08.01.12.11, 03.002.08.03.12.11, 03.002.08.05.12.11, 03.002.21.01.81.11, 03.002.22.01.81.41, 03.003.08.01.12.11, 03.003.42.01.45.10, 10.001.99.02.01.00, 10.007.99.01.01.00 en 28.002.08.04.12.11 naar eender welke basisallocatie van de begroting van de diensten van de Regering herverdeeld worden.
In afwijking van artikel 29 van de ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, kunnen de kredieten van de basisallocatie 04.002.07.07.11.00, bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, herverdeeld worden naar de opdracht 18 en meer in het bijzonder naar basisallocatie 18.003.15.01.41.40.
In afwijking van artikel 29 van de ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, kunnen de vastleggings- en vereffeningskredieten van programma 001 van opdracht 06, bij ministerieel besluit, herverdeeld worden naar de opdracht 07.
In afwijking van artikel 29 van de ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, kunnen de vastleggings- en vereffeningskredieten van alle basisallocaties van de programma's 001, 002, 003 en 004 van opdracht 06, bij ministerieel besluit, onder elkaar herverdeeld worden, binnen dezelfde kredietsoort.
Art.11. Binnen het ERP systeem van het Ministerie is het toegestaan, omwille van informaticatechnische beperkingen, in afwijking van de ESR 95 classificatie, op het niveau van de basisallocaties een cijfer 9 te plaatsen als laatste positie van de economische code voor de terugbetalingen van ten onrechte gedane uitgaven of ten onrechte geïnde ontvangsten. In de begrotingstabel wordt de economische classificatie gevolgd.
Art.12. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering kan facultatieve werkings-, project- en investeringssubsidies, zoals, gedefinieerd in artikel 1, 7°, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juli 2006 betreffende de administratieve en begrotingscontrole evenals de budgetopmaak, toekennen ten laste van de basisallocaties vermeld in de begrotingstabel (sectie I) en die in toepassing van artikel 26 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juli 2006 betreffende de begrotingscyclus, de structuur van de begrotingsordonnantie, de algemene toelichting bij de begroting en de verantwoording bij de begroting, de code FSF (facultatieve subsidie/ subvention facultative) dragen.
Art.13. De onder artikel 12 aangeduide facultatieve subsidies, behoudens deze aan de geconsolideerde autonome bestuursinstellingen, worden voor het jaar 2012 toegekend onder de hierna volgende algemene voorwaarden :
1. Het subsidiebesluit wordt opgesteld door de administratieve diensten van de subsidiërende overheid en bevat op zijn minst :
- de vermelding van de begunstigde van de subsidie en diens rekeningnummer;
- de gedetailleerde omschrijving van de doeleinden waarvoor de subsidie wordt toegekend;
- het totale toegekende bedrag;
- de volledige budgettaire aanrekening;
- de betalingsmodaliteiten;
- de periode waarop de subsidie betrekking heeft;
- de door de subsidiërende overheid vereiste documenten in de vereffeningsfases;
- de uiterste indieningsdatum voor elk van de in het vorige streepje vermelde documenten;
- de beherende administratieve dienst.
2. Onverminderd het laatste lid van dit punt, gaat elke subsidie gepaard met een overeenkomst waarin de bepalingen worden gepreciseerd voor de aanwending van de subsidie en voor haar eventuele terugbetaling.
Deze overeenkomst vermeldt nauwkeurig de uitgavencategorieën waarvoor de subsidie kan worden aangewend en meer bepaald in voorkomend geval :
- de huur en huurlasten;
- de promotie- en publicatiekosten;
- de administratieve kosten;
- de voertuig- en verplaatsingskosten;
- de vergoeding van derden en van onderaannemers, de honoraria, het hulppersoneel;
- de personeelskosten;
- de aflossingen en investeringen;
- de niet-terugvorderbare belastingen en taksen;
- de financiële lasten;
- de uitzonderlijke lasten.
Deze categorieën worden in detail vermeld in de overeenkomst naargelang de gesubsidieerde projecten, op basis van de rubrieken van de begrotingsraming van de operatie.
Elke overeenkomst verwijst waar nodig naar de ministeriële omzendbrief vermeld in punt 11 van dit artikel.
Elke overeenkomst voorziet uitdrukkelijk in het toezicht door de administratieve diensten van de subsidiërende overheid op de gesubsidieerde contractant en dit aan de hand van stukken en ter plaatse.
Indien het bedrag van de subsidie niet hoger ligt dan 15.000 euro, dan worden de vermeldingen voorzien in de vorige leden van dit punt hernomen in het subsidiebesluit.
3. Overeenkomstig artikel 4, § 5 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, is de subsidie onderworpen aan het transparantiebeginsel.
De subsidie mag geen verrijking van de begunstigde tot doel of gevolg hebben.
4. Een en dezelfde actie mag slechts aanleiding geven tot de toekenning van één enkele subsidie ten laste van een begrotingsprogramma ten gunste van een zelfde begunstigde, gedurende hetzelfde begrotingsjaar
5. Geen enkele actie mag beginnen vóór de ondertekening van de overeenkomst of het besluit.
Voor reeds aangevatte acties kan een subsidie worden toegekend enkel en alleen indien de aanvrager de noodzaak voor het starten van de actie vóór de ondertekening van de overeenkomst en het besluit kan aantonen.
6. De subsidieaanvragen moeten schriftelijk worden ingediend en vergezeld zijn van een begrotingsraming.
De bevoegde ordonnateur informeert de aanvrager schriftelijk over het gevolg dat aan zijn aanvraag wordt gegeven.
7. Indien de begunstigde van een subsidie een rechtspersoon is die op de datum van de beslissing om een opdracht uit te schrijven, opgericht werd met het specifieke doel te voorzien in behoeften van algemeen nut die niet van industriële of commerciële aard zijn en waarvan :
- ofwel de werkzaamheden voor meer dan vijftig procent gefinancierd worden door de diensten van de Regering of autonome bestuursinstellingen,
- ofwel het beheer onderworpen is aan toezicht door die diensten of instellingen,
- ofwel de leden van het bestuurs-, directie- of toezichtsorgaan voor meer dan de helft door die diensten of instellingen zijn aangesteld, dan is deze onderworpen aan de bepalingen van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, overeenkomstig artikel 4 van die wet.
8. De betalingsfrequentie wordt bepaald in verhouding tot de financiële risico's die de begunstigde loopt, de duur en de voortgang van de actie en de aard van de kosten die de begunstigde gemaakt heeft.
9. Overeenkomstig artikel 14 van de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof en artikel 94 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, wordt bij niet-naleving door de begunstigde van de bij wet of overeenkomst vastgestelde verplichtingen, de subsidie geschorst.
De beherende administratie brengt de begunstigde hiervan op de hoogte. Deze kan zijn opmerkingen formuleren.
Wanneer de begunstigde het bedrag van een subsidie geheel of gedeeltelijk dient terug te betalen, worden de vaststellingen van de beherende administratie en de opmerkingen geuit door de begunstigde ter advies voorgelegd aan de Inspectie van Financiën.
Over het controleverslag, de opmerkingen van de begunstigde en het advies van de Inspectie van Financiën stelt de beherende administratie een samenvattende nota op waarvan de conclusie wordt bezorgd aan de secundaire ordonnateur, die als enige gemachtigd is om het recht van de terugbetaling vast te stellen.
10. Het toezicht op de administratieve behandeling van het dossier en op het goede financiële beheer vindt plaats conform de artikelen 72, 77, 78, 79 en 93, § 2 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle.
11. Elke minister kan in het kader van de geldende regelgevende bepalingen een omzendbrief opstellen bestemd voor de begunstigde van een subsidie. Deze omzendbrief bepaalt :
- standaardmodellen van de stukken indien het aangewezen is de begunstigden te begeleiden;
- de na te leven termijnen voor het indienen van de vereiste verantwoordingsstukken;
- de exhaustieve lijst van de uitgaven die in aanmerking komen;
- de aanvraagprocedure voor betalingen;
- de beschrijving van het toezicht dat zal plaatsvinden.
Art.14. In afwijking van de bepalingen van artikel 13 van deze ordonnantie maken de facultatieve subsidies toegekend op de basisallocaties 10.005.27.01.43.21 en 10.005.27.05.43.21 slechts om de drie jaar het voorwerp uit van een overeenkomst.
Art.15. In afwijking van de bepalingen van artikel 13 van deze ordonnantie maken de facultatieve subsidies toegekend op de volgende basisallocaties geen voorwerp uit van een overeenkomst :
10.001.99.02.01.00
10.004.27.03.43.21
10.004.27.04.43.21
10.004.27.05.43.21
10.004.27.06.43.21
10.004.27.07.43.21
10.005.27.03.43.21
10.006.64.19.63.21
10.008.15.01.41.40
10.008.16.01.61.42
26.002.51.01.53.10
26.002.51.02.53.10
26.002.52.01.63.21
26.002.52.03.63.21
25.007.20.02.51.11
27.006.28.02.63.21
27.007.28.01.63.21
27.012.28.01.63.21
Art.16. In afwijking van de bepalingen van artikel 13 van deze ordonnantie maken de facultatieve subsidies toegekend op de volgende basisallocaties noch het voorwerp uit van een besluit, noch van een overeenkomst :
03.003.42.01.45.10
10.004.27.01.43.21
10.004.27.02.43.21
10.005.28.01.63.21
10.006.64.09.63.21
10.006.64.10.63.21
10.006.64.11.63.21
10.006.64.12.63.21
10.006.64.13.63.21
10.006.64.14.63.21
10.006.64.15.63.21
10.006.64.16.63.21
10.007.28.03.63.21
11.002.23.01.33.00
11.002.23.02.33.00
11.002.23.03.33.00
11.002.23.05.33.00
11.002.23.06.33.00
11.002.24.01.52.10
11.002.24.02.52.10
11.002.24.03.52.10
11.002.24.04.52.10
11.002.24.05.52.10
De basisallocaties in opdracht 15 programma 009 met code FSF, behalve volgende basisallocaties :
15.009.15.04.41.40
15.009.15.02.41.40
15.009.15.03.41.40
Indien echter andere wettelijke en/of reglementaire bepalingen die betrekking hebben op de uitgaven die op de basisallocaties vermeld in dit artikel worden aangerekend, uitdrukkelijk een regerings- of ministerieel besluit per begunstigde opleggen, dan dient dit besluit te worden opgesteld, behoudens afwijking toegestaan door de Minister van Begroting op basis van een gemotiveerd dossier.
Art.17. De uitgaven gelijkgesteld aan de organieke uitgaven, zoals bedoeld in het artikel 39, 2de lid, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juli 2006 betreffende de administratieve en begrotingscontrole evenals de begrotingsopmaak, worden uitgevoerd volgens de in dat besluit vermelde procedure, gelijk aan deze van de organieke subsidies en andere organieke uitgaven, meer in het bijzonder voor wat de lijst van de volgende basisallocaties betreft :
26.002.51.01.53.10
26.002.51.02.53.10
26.002.52.01.63.21
26.002.52.03.63.21
27.006.28.01.63.21
27.006.28.02.63.21
27.007.28.01.63.21
27.012.28.02.63.21
De Minister van Begroting is gemachtigd om, met betrekking tot de individuele uitgavendossiers die op de basisallocaties vermeld in dit artikel worden aangerekend, het voorafgaande begrotingsakkoord, geval per geval, op te leggen en desgevallend het advies van de Inspectie van Financiën te vragen volgens de modaliteiten die hij bepaalt.
De facultatieve subsidies toegekend op de basisallocaties vermeld in dit artikel dienen geen voorwerp uit te maken van een besluit, noch van een overeenkomst. Indien echter andere wettelijke en/of reglementaire bepalingen die betrekking hebben op de uitgaven die op de basisallocaties vermeld in dit artikel worden aangerekend, uitdrukkelijk een regerings- of ministerieel besluit per begunstigde opleggen, dan dient dit besluit te worden opgesteld, behoudens afwijking toegestaan door de Minister van Begroting op basis van een gemotiveerd dossier.
Art.18. In afwijking van de bepalingen van artikel 13 van deze ordonnantie, maken de facultatieve subsidies toegekend aan de BGHM geen voorwerp uit van een overeenkomst, maar dienen zij te beantwoorden aan de vereisten van het beheerscontract tussen de BGHM en de Brusselse Hoofdstedelijke Regering.
Art.19. In afwijking van de bepalingen van artikel 13 van deze ordonnantie, maken de facultatieve subsidies toegekend aan de Haven van Brussel geen voorwerp uit van een overeenkomst, maar dienen zij te beantwoorden aan de vereisten van het beheerscontract tussen de Haven van Brussel en de Brusselse Hoofdstedelijke Regering.
Art.20. In afwijking van de bepalingen van artikel 13 van deze ordonnantie, maakt de facultatieve subsidie toegekend op de BA 25.007.20.01.51.11 geen voorwerp uit van een overeenkomst, maar dient ze te beantwoorden aan de vereisten van het beheerscontract tussen het Woningfonds en de Brusselse Hoofdstedelijke Regering.
Art.21. Ongeacht het aanslagjaar mogen ten laste van de basisallocatie 06.003.55.99.34.50 terugbetalingen aangerekend worden van belastingen van de ex-provincie Brabant ingevolge door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering genomen beslissingen.
Art.22. De variabele kredieten van de organieke begrotingsfondsen worden toegewezen aan de programma's van hun respectieve opdrachten op volgende wijze :
Fondsen
(Tabel niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 25-01-2012, p. 4866)
Art.23. In afwijking van artikel 14 van de organieke wet van 29 oktober 1846 op de inrichting van het Rekenhof en van artikel 4 van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, mag door tussenkomst van de Regering over het saldo van het begrotingsfonds " Fonds voor het beheer van de gewestschuld " (programma 002 van opdracht 06) rechtstreeks worden beschikt.
Art.24. In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 2° van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende de oprichting van begrotingsfondsen, worden de middelen van het Fonds ter bevordering van de buitenlandse handel integraal toegewezen aan de betaling van specifieke acties voor de promotie van de buitenlandse handel (B.A. 13.003.08.01.12.11, 13.003.08.02.12.11 en 13.003.08.03.12.11).
Art.25. In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van de artikelen 3 en 2, 11°, laatste lid van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, mag de Regering de variabele kredieten (e en f) van de basisallocatie 22.003.11.01.73.41 gebruiken om tussen te komen in de financiering van het waterbeleid, de kosten te dragen en alle rechten en verplichtingen van het Gewest uit te oefenen, verbonden aan :
- de strijd tegen de overstromingen in risicowijken;
- het opvangen en de zuivering van afval- en regenwater;
- het waarborgen van een geïntegreerd beheer van afval- en regenwater;
- de werking van de zuiveringsinstallaties;
- het opstellen van statistieken;
- het toezicht op de staat van het oppervlaktewater en van dat opgevangen in riolen;
- de verwerving van materiële en niet-materiële goederen nodig voor de bescherming en de valorisatie van grond- en oppervlaktewater;
- de terugbetaling van het verschil tussen de bedragen van de geïnde voorafbetalingen en de bedragen van de verschuldigde belasting op het lozen van afvalwater, en ook aan de terugbetaling van de voorafbetalingen gestort door de belastingplichtigen van de belasting op het lozen van afvalwater.
Art.26. In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de contrôle en van artikel 2, 9° van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, worden de middelen van het Fonds voor de bescherming van het milieu, voor wat betreft een gedeelte van de ontvangsten afkomstig van de forfaitaire bijdrage van Fost plus overeenkomstig artikel 16 van de ordonnantie houdende de middelenbegroting, eveneens toegewezen aan de uitgaven gedaan door het Gewestelijke Agentschap voor Netheid (basisallocatie 24.002.15.03.41.40).
Art.27. In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de contrôle en van artikel 2, 6° van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, wordt een deel van de middelen van het Fonds voor investeringen en afl ossing van de schuldenlast in de sector van de sociale woningbouw toegewezen aan de basisallocaties " Investeringssubsidie aan de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM) bij wijze van toewijzing van de stedenbouwkundige lasten aan de huisvesting " (B.A. 25.005.20.03.51.11), " Investeringsdotatie aan het Woning fonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest " (B.A. 25.007.20.01.51.11) en " Investeringssubsidie aan het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bij wijze van toewijzing van de stedenbouwkundige lasten aan de huisvesting " (25.007.20.02 51.11).
Art.28. In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 5° van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, worden de middelen van het Fonds voor stedenbouw en grondbeheer eveneens toegewezen aan de uitgaven voor de Europese programma's of programma's van andere internationale organisaties (B.A. 27.002.49.01.35.00 en 27.002.08.02.12.11).
Art.29. In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de contrôle en van artikel 2, 5° van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, worden de middelen van het Fonds voor stedenbouw en grondbeheer eveneens toegewezen aan de uitgaven voor de opsporing, de vaststelling en de vervolging van de inbreuken op het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening en aan de uitgaven voor de maatregelen ter stillegging van de in overtreding op ditzelfde Wetboek uitgevoerde handelingen en werken, en voor de maatregelen ter ambtshalve tenuitvoerlegging en ter herstelling in de oorspronkelijke staat. (B.A. 27.013.08.01.12.11).
Art.30. In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de contrôle en van artikel 2, 13° van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, worden de middelen van het Fonds van het onroerend erfgoed eveneens toegewezen aan de uitgaven en de overdrachten die voortvloeien uit de uitvoering van de Europese of internationale projecten in verband met het onroerend erfgoed (basisallocaties van programma 004 van opdracht 26).
Art.31. In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de contrôle en van artikel 2 van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, worden de middelen van het " Gewestelijk Begrotingsfonds voor Solidariteit ", opgericht bij artikel 16 van de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode, toegewezen aan de overdracht van inkomsten aan de particulieren onder de vorm van een herhuisvestingstoelage, voor verhuis- of installatiekosten, met inbegrip van de kosten voor de huurwaarborg (basisallocatie 25.003.31.01.34.31).
Art.32. In toepassing van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, wordt het organiek begrotingsfonds " Fonds voor grondinvesteringen " opgericht.
Een ontwerp van ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen zal in 2012 bij het Parlement ingediend worden teneinde het voortbestaan van het Fonds na 2012 te verzekeren.
De middelen van het Fonds worden aangewend voor het dekken van :
- de investeringsuitgaven van de Grondregie (BA 27.003.99.01.0100 en in voorkomend geval de nieuwe gelijksoortige BA's met verdeelde economische codes gecreëerd vanuit deze BA in het kader van een besluit tot herverdeling van uitgavenkredieten);
- de investeringsuitgaven van de Maatschappij voor Vastgoedverwerving (MVV) (BA 27.003.20.01.51.11).
Sectie III. - Bijzondere bepalingen
in verband met de autonome bestuursinstellingen
Art.33. In afwijking van de artikelen 25, 3de lid, en 69, § 1, 2de lid, van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, blijven de contractuele personeelsleden van de autonome bestuursinstellingen van eerste categorie die de in voornoemde artikelen vermelde posten innemen in functie tot op het moment dat een nieuwe beslissing daaraan een einde stelt.
Art.34. Alle op basis van artikel 6bis, § 2, van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, bij de instellingen van openbaar nut aangestelde controleurs van de vastleggingen, of zij onderworpen zijn aan het statuut of niet, blijven in functie tot op het moment dat een nieuw besluit of nieuwe beslissing een einde stelt aan hun huidige aanstelling.
Art.35. De begroting van het Centrum voor Informatica van het Brussels Gewest voor het jaar 2012 wordt goedgekeurd.
Deze begroting bedraagt 33.894.000 euro voor de ontvangsten, 35.847.000 euro voor de vastleggingskredieten en 33.894.000 euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van 0 euro, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.
Art.36. In het kader van zijn statutaire opdrachten mag het Centrum voor Informatica van het Brussels Gewest facultatieve subsidies (aangeduid met de code FSF in zijn begrotingstabel) toekennen, overdrachten naar andere pararegionale instellingen of lokale overheden incluis, meer bepaald voor de uitrusting inzake informatica, telematica en cartografie.
Art.37. De begroting van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp voor het jaar 2012 wordt goedgekeurd.
Deze begroting bedraagt 93.217.000 euro voor de ontvangsten, 95.375.000 euro voor de vastleggingskredieten en 93.217.000 euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van 0 euro, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.
Art.38. In het kader van zijn statutaire opdrachten mag de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp facultatieve subsidies (aangeduid met de code FSF in zijn begrotingstabel) toekennen, overdrachten naar andere pararegionale instellingen of lokale overheden incluis, meer bepaald voor de preventie, de financiering en plaatsing van middelen in het kader van de brandpreventie.
Art.39. De begroting van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën voor het jaar 2012 wordt goedgekeurd.
Deze begroting bedraagt 831.601.000 euro voor de ontvangsten, 831.600.000 euro voor de vastleggingskredieten en 831.600.000 euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van 0 euro, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.
Art.40. De bepalingen van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, met uitzondering van het principe van onverenigbaarheid van functies, zijn niet van toepassing op de naamloze vennootschappen die een gedelegeerde opdracht uitvoeren in naam en voor rekening van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën.
Art.41. In toepassing van artikel 5 van de ordonnantie van 8 april 1993 houdende de oprichting van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën, wordt de Brusselse Hoofdstedelijke Regering gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen voor de door voormeld Fonds aangegane leningen voor een bedrag dat de 260.503.000 euro in 2012 niet mag overschrijden.
Deze leningen worden ten bedrage van 260.503.000 euro ingeschreven in sectie II van deze ordonnantie, begroting van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën, Ontvangsten, basisallocatie 01.001.03.04.96.10
In toepassing van artikel 5 van de ordonnantie van 8 april 1993 houdende de oprichting van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën, wordt de Brusselse Hoofdstedelijke Regering ook gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen voor de door voormeld Fonds aangegane leningen, in het kader van zijn nieuwe opdrachten, voor een bedrag dat de 250.000.000 euro in 2012 niet mag overschrijden.
Deze leningen worden ten bedrage van 250.000.000 euro ingeschreven in sectie II van deze ordonnantie, begroting van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën, Ontvangsten, basisallocatie 02.001.03.05.96.10.
Art.42. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd uitgaven te doen in naam en voor rekening van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën.
Art.43. In afwijking van artikel 1 van het koninklijk besluit van 21 januari 1955 houdende de lijst der openbare fondsen, andere dan de door de Staat uitgegeven of gewaarborgde effecten, welke mogen aangekocht worden door de organismen bedoeld bij artikel 1 van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, wordt het Brussels Gewestelijk Herfinancieringfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën gemachtigd fondsen te plaatsen bij de door de Commissie voor het Bank- en Financiewezen erkende kredietinstellingen.
Art.44. De begroting van Leefmilieu Brussel, het Brussels Instituut voor Milieubeheer, voor het jaar 2012 wordt goedgekeurd.
Deze begroting bedraagt 102.619.000 euro voor de ontvangsten, 101.479.000 euro voor de vastleggingskredieten en 102.619.000 euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van 0 euro, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.
Art.45. In het kader van zijn statutaire opdrachten mag Leefmilieu Brussel, het Brussels Instituut voor Milieubeheer, facultatieve subsidies (aangeduid met de code FSF in zijn begrotingstabel) toekennen, overdrachten naar andere pararegionale instellingen of lokale overheden incluis, meer bepaald voor de bouw, de uitbreiding, de aanpassing, de inrichting, de uitrusting en de vernieuwing van de containerparken.
Leefmilieu Brussel, het Brussels Instituut voor Milieubeheer, is eveneens gemachtigd om premies en subsidies te verlenen voor de realisatie van bodemonderzoeken, bodemsanering en maatregelen voor het bodembeheer, in uitvoering van de ordonnantie van 13 mei 2004 betreffende het beheer van verontreinigde bodems onder de voorwaarden vastgelegd door de Regering. De Regering bepaalt de bedragen, de begunstigden, de toekenningsvoorwaarden en de aanvraagprocedure tot toekenning van deze premie.
Art.46. De begroting van het Gewestelijke Agentschap voor Netheid B Net Brussel voor het jaar 2012 wordt goedgekeurd.
Deze begroting bedraagt 204.474.000 euro voor de ontvangsten, 222.726.000 euro voor de vastleggingskredieten en 204.474.000 euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van 7.021.000 euro, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.
Art.47. In het kader van zijn statutaire opdrachten mag het Gewestelijk Agentschap voor Netheid B Net Brussel facultatieve subsidies (aangeduid met de code FSF in zijn begrotingstabel) toekennen, overdrachten naar andere pararegionale instellingen of lokale overheden incluis, meer bepaald voor het schoonmaken van sites en plaatsen met een gemeentelijk belang.
Art.48. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen om de eventuele veroordeling van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid B Net Brussel in het kader van haar geschil met de FOD Financiën, Administratie van de btw, te dekken via een lening en dit voor een maximumbedrag van 45.000.000 euro.
Art.49. De begroting van Innoviris/het Instituut ter bevordering van het Wetenschappelijk Onderzoek en de Innovatie van Brussel voor het jaar 2012 wordt goedgekeurd.
Deze begroting bedraagt 42.147.000 euro voor de ontvangsten, 44.149.000 euro voor de vastleggingskredieten en 42.147.000 euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van 2.559.000 euro, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.
Art.50. In het kader van zijn statutaire opdrachten mag Innoviris / het Instituut ter bevordering van het Wetenschappelijk Onderzoek en de Innovatie van Brussel facultatieve subsidies (aangeduid met de code FSF in zijn begrotingstabel) toekennen.
Art.51. De begroting van het Fonds voor de Financiering van het Waterbeleid voor het jaar 2012 wordt goedgekeurd.
Deze begroting bedraagt 0 euro voor de ontvangsten, 0 euro voor de vastleggingskredieten en 0 euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van 0 euro, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.
Art.52. In het kader van zijn statutaire opdrachten mag het Fonds voor de Financiering van het Waterbeleid facultatieve subsidies (aangeduid met de code FSF in zijn begrotingstabel) toekennen.
Art.53. In het kader van zijn statutaire opdrachten mag Actiris facultatieve subsidies (aangeduid met de code FSF in zijn begrotingstabel) toekennen.
Art.54. In het kader van zijn statutaire opdrachten mag de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest facultatieve subsidies (aangeduid met de code FSF in zijn begrotingstabel) toekennen.
Art.55. In het kader van zijn statutaire opdrachten mag de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest facultatieve subsidies (aangeduid met de code FSF in zijn begrotingstabel) toekennen.
Art.56. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen om de eventuele veroordeling van de GOMB in het kader van haar geschil met de FOD Financiën, Administratie van de btw, te dekken via een lening en dit voor een maximumbedrag van 11.500.000 euro.
Art.57. In het kader van zijn statutaire opdrachten mag het Brussels Waarborgfonds facultatieve subsidies (aangeduid met de code FSF in zijn begrotingstabel) toekennen.
Art.58. In het kader van zijn statutaire opdrachten mag het Brussels Agentschap voor de Onderneming vzw facultatieve subsidies (aangeduid met de code FSF in zijn begrotingstabel) toekennen.
Art.59. In het kader van haar statutaire opdrachten mag de MIVB facultatieve subsidies (aangeduid met de code FSF in zijn begrotingstabel) toekennen.
Art.60. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen voor de leningen aangegaan in 2012 door de MIVB om het deel van haar investeringsprogramma te financieren dat noch door de haar verleende gewestelijke dotaties, noch door haar eigen investeringscapaciteit wordt gedekt en dit voor een bedrag vastgesteld op maximum 20.000.000 euro.
Art.61. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering kan facultatieve werkings-, project- en investeringssubsidies toekennen ten laste van de basisallocaties vermeld in de begrotingstabel (sectie II) en die in toepassing van artikel 26 van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van de 13 juli 2006 betreffende de begrotingscyclus, de structuur van de begrotingsordonnantie, de algemene toelichting bij de begroting en de verantwoording bij de begroting, de code FSF (facultatieve subsidie/subvention facultative) dragen.
Art.62. Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 juni 2006 betreffende de herverdelingen en overschrijdingen van uitgavenkredieten is van toepassing op de autonome bestuursinstellingen van 1ste en 2de categorie, meer bepaald afdeling I.
Het artikel 9 van deze ordonnantie is van toepassing op de autonome bestuursinstellingen van 1ste en 2de categorie met betrekking tot de besluiten en beslissingen tot herverdeling en overschrijding van uitgavenkredieten. De beslissingen van de autonome bestuursinstellingen van 2de categorie dienen voorafgaandelijk voor advies te worden voorgelegd aan de Regeringscommissarissen van de instelling.
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, in het geval van de autonome bestuursinstellingen van 1ste categorie, of het bestuursorgaan, in het geval van de autonome bestuursinstellingen van 2de categorie, zijn eveneens gemachtigd tot het toekennen van facultatieve subsidies ten laste van nieuwe basisallocaties die in de loop van het begrotingsjaar gecreëerd worden door ministerieel of regeringsbesluit tot kredietherverdeling en die als voorwerp facultatieve subsidies hebben (aangeduid met de FSF-code in de begrotingstabel) in het kader van dezelfde objectieven als deze verbonden met de reeds in de initiële begroting 2012 bestaande basisallocaties van waaruit de kredieten worden overgedragen.
Art.63. De in de vorige artikels van sectie III van deze ordonnantie vermelde facultatieve subsidies (aangeduid met de code FSF in de begrotingstabel) worden voor het jaar 2012 toegekend onder de voorwaarden bepaald in het artikel 13 van deze ordonnantie.
Art.64. De facultatieve subsidies (aangeduid met de code FSF in de begrotingstabel) vermeld in de artikels onder sectie III van deze ordonnantie zijn gedefinieerd in artikel 1, 7°, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juli 2006 betreffende de administratieve en begrotingscontrole evenals de budgetopmaak.
Sectie IV. - Bijzondere bepalingen in verband met de instellingen van openbaar nut van categorie A en B, bedoeld door de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, die niet zijn ondergebracht onder de sectoriële code 13.12, rubriek " Deelstaatoverheid ", van het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen vervat in de Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad van 25 juni 1996 betreffende het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Gemeenschap
Art.65. Zowel voor haar werking als voor het te voeren beleid wordt de Haven van Brussel gemachtigd de begrotingssaldi van de vorige jaren over te dragen en te gebruiken voor uitgaven gepland in 2012.
Art.66. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd de gewestwaarborg te verlenen voor de leningen aangegaan in 2012 door de Haven van Brussel voor de realisatie van haar beheersovereenkomst en dit voor een maximumbedrag van 33.300.000 euro (Carcoke, TIR, zwembad).
Art.67. In het kader van haar statutaire opdrachten mag de Haven van Brussel facultatieve subsidies (aangeduid met de code FSF in haar begrotingstabel) toekennen.
Art.68. Zowel voor haar werking als voor het te voeren beleid wordt de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij gemachtigd de begrotingssaldi van de vorige jaren over te dragen en te gebruiken voor uitgaven gepland in 2012.
Art.69. In het kader van zijn statutaire opdrachten mag de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij facultatieve subsidies (aangeduid met de code FSF in haar begrotingstabel) toekennen.
Art.70. De Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt gemachtig om de gewestwaarborg te verlenen aan de in 2012 door het BGHM aangegane leningen om projecten te realiseren voor een bedrag van hoogstens 60.000.000 euro of voor de BGHM om de canon voor de projecten Horzel en Reyers voor een bedrag van hoogstens 40.000.000 euro te waarborgen.
Art.71. Afdeling I van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 juni 2006 betreffende de herverdelingen en overschrijdingen van uitgavenkredieten is van toepassing op de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij en de Haven van Brussel.
Het artikel 9 van deze ordonnantie is van toepassing op de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij en de Haven van Brussel met betrekking tot de beslissingen tot herverdeling en tot overschrijding van uitgavenkredieten. Deze beslissingen dienen voorafgaandelijk voor advies te worden voorgelegd aan de Regeringscommissarissen van de instelling.
De bestuursorganen van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij en de Haven van Brussel zijn eveneens gemachtigd tot het toekennen van facultatieve subsidies ten laste van nieuwe basisallocaties die in de loop van het begrotingsjaar gecreëerd worden door beslissing tot kredietherverdeling van deze organen en die als voorwerp facultatieve subsidies hebben (aangeduid met de FSF-code in de begrotingstabel) in het kader van dezelfde objectieven als deze verbonden met de reeds in de initiële begroting 2012 bestaande basisallocaties van waaruit de kredieten worden overgedragen.
Art.72. De facultatieve subsidies (aangeduid met de code FSF in de begrotingstabel) vermeld in de artikels onder sectie IV van deze ordonnantie zijn gedefinieerd in artikel 1, 7°, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juli 2006 betreffende de administratieve en begrotingscontrole evenals de budgetopmaak.
Art.73. De in de artikels van sectie IV van deze ordonnantie vermelde facultatieve subsidies (aangeduid met de code FSF in de begrotingstabel) worden voor het jaar 2012 toegekend onder de voorwaarden bepaald in het artikel 13 van deze ordonnantie.
Sectie V. - Andere verbintenissen van de gewestelijke entiteit
Art.74. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen aan de leningen aangegaan in 2012 door de door het Gewest erkende instellingen voor sociaal krediet, volgens de controleregels en ten belope van een maximumbedrag dat vastgesteld dient te worden door de Regering op voorstel van de Minister van Begroting en van de Staatssecretaris voor Huisvesting.
Art.75. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen aan de leningen aangegaan in 2012 door het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor een maximumbedrag van 120.000.000 euro.
Art.76. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen aan de leningen aangegaan in 2012 door het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bij de BGHM voor een maximumbedrag van 45.000.000 euro.
Art.77. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen aan de in 2012 door de BGHM en het Woningfonds bij het FRGE (Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost) aangegane leningen, met het oog op de uitwerking van energieprestatieprojecten, voor een maximumbedrag van respectievelijk 10.000.000 euro en 4.000.000 euro.
Art.78. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen aan de leningen aangegaan in 2012 door de NV Brussel-Zuid voor een maximumbedrag van 7.500.000 euro.
Art.79. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen aan de leningen aangegaan in 2012 door de Brusselse Maatschappij voor het Waterbeheer (BMWB) voor een maximumbedrag van 20.000.000 euro.
Art.80. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg in 2012 te verlenen aan de overdracht van het Aquiris-contract.
Art.81. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen aan de leningen aangegaan in 2012 door de NV B2E, filiaal van de Gewestelijke Investeringsmaatschappij voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (GIMB), bij de Europese Investeringsbank, voor een maximumbedrag van 50.000.000 euro.
Art.82. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen voor verbintenissen van de GIMB of haar filialen in het kader van het Plan voor de Toekomst van de Huisvesting, voor een kredietlijn van maximaal 150.000.000 euro in 2012.
Art.83. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om, in toepassing van artikel 55 van de organieke ordonnantie van 13 december 2007 betreffende de steun ter bevordering van de economische expansie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de gewestwaarborg te verlenen voor een maximumbedrag van 35.000.000 euro in 2012.
Art.84. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen voor een lening, af te sluiten in 2012 door de NV EUROBIOTEC, voor een maximumbedrag van 9.500.000 euro.
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen voor een lening, af te sluiten in 2012 door de NV ICAB, voor een maximumbedrag van 9.500.000 euro.
Art.85. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen voor de leningen aangegaan in 2012 door Brussel-Recyclage voor een maximumbedrag van 25.000.000 euro.
Art.86. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen aan de operaties tot dekking in 2012 van het risico op interestvoet- en wisselkoersschommelingen (" options, futures, swaps, Y ") die in strikte zin verbonden zijn met de door het Gewest gewaarborgde schuld.
Art.87. Overeenkomstig artikel 2 van de overeenkomst van 9 maart 2007 tot regeling van de verhoudingen tussen de vzw Flagey en de NV Flagey, is de Brusselse Hoofdstedelijke Regering gemachtigd in 2012 haar waarborg te verlenen aan de volgende verplichtingen van de vzw Flagey :
1) storting van 310.000 euro door de vzw Flagey aan de NV Flagey of door de andere gebruikers van de Culturele Ruimte voor de terbeschikkingstelling van deze Culturele Ruimte;
2) dekking door de vzw Flagey van alle kosten verbonden aan de terbeschikkingstelling van de Culturele Ruimte die de vzw Flagey verschuldigd zou zijn aan de NV Sogesmaint, de NV Flagey of aan elke andere natuurlijke of rechtspersoon die belast zou zijn met het beheer van het gebouw.
Art.88. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen voor een lening, af te sluiten in 2012 door de vzw WIELS CENTRUM VOOR HEDENDAAGSE KUNSTEN, voor een maximumbedrag van 1.500.000 euro.
Art.89. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering is ertoe gemachtigd, overeenkomstig de door haar bepaalde regeling, de waarborg te verlenen met betrekking tot de eventuele nietterugbetaling van de ecolening toegekend aan de Brusselse gezinnen (sociale groene lening, lening van instellingen van het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost) en dit voor een bedrag van 10.000.000 euro.
Art.90. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd ten laste van de basisallocatie 06.003.55.98.36.90 verrichtingen te doen in naam en voor rekening van de Agglomeratie Brussel, met inbegrip van eventuele uitgaven betreffende vorige jaren waarvoor geen enkel krediet kon worden geopend in de voorgaande Agglomeratie-begrotingen.
Art.91. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd een gedeelte van het gebouw gelegen aan de Oudergemlaan nr. 63 te Etterbeek, gratis ter beschikking te stellen van de v.z.w. " Verbindingsbureau Brussel-Europa " waarvan ze de statuten heeft erkend.
Art.92. In afwijking van artikelen 3 en 5 van de wet van 22 december 1986 over de intercommunales, kunnen gemeenten een participatie nemen in de coöperatieve vennootschap met beperkte verantwoordelijkheid gewijd aan de levering van diensten van tele- en elektronische communicatie in het kader van de overheidsopdracht IRISnet 2 die door het Gewest in hun naam en voor hun rekening wordt verwezenlijkt.
Art.93. De Regering wordt gemachtigd om, namens het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, deel te nemen in het kapitaal van de vennootschap die instaat voor de levering van diensten van elektronische communicatie en die zal worden medeopgericht door het Gewest in het kader van de overheidsopdracht IRISnet2, die wordt gegund door het Gewest.
De gedecentraliseerde diensten, instellingen, openbare ondernemingen, publiekrechterlijke organen en rechtspersonen die werden opgericht door of die afhangen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden gemachtigd om een participatie te nemen in het kapitaal van de venootschap die instaat voor de levering van diensten van elektronische communicatie en die zal worden opgericht na afl oop van de overheidsopdracht betreffende IRISnet2, die zelf ook wordt toegekend door het Gewest.
Sectie VI. - Slotbepaling
Art.94. Deze ordonnantie treedt in werking op 1 januari 2012.
BIJLAGE.
Art. N.(Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 25-01-2012, p. 4875-6054)
(NOTA : bij arrest nr 13/2014 van 29-01-2014 (B.St. 18-04-2014, p. 33821-33829), heeft het Grondwettelijk Hof de programma's 005 en 006 van opdracht 10, in zoverre zij voorzien in de toekenning van facultatieve subsidies aan de gemeenten voor de financiering van sportopleidingen en sportinfrastructuren, vernietigd)