Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

16 DECEMBER 2011. - Ordonnantie houdende de tweede aanpassing van de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2011



Inhoudstafel:

Sectie I. - Algemene bepalingen
Art. 1-3
Sectie II. - Bijzondere bepalingen in verband met de diensten van de Regering, met inbegrip van de bepalingen in verband met de organieke begrotingsfondsen
Art. 4-14
Sectie III. - Bijzondere bepalingen in verband met de autonome bestuursinstellingen
Art. 15-22
Sectie IV. - Bijzondere bepalingen in verband met de instellingen van openbaar nut van categorie A en B, bepaald door de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, die niet zijn ondergebracht onder de sectoriële code 13.12, rubriek " Deelstaatoverheid ", van het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen vervat in de Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad van 25 juni 1996 betreffende het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Gemeenschap
Art. 23
Sectie V. - Andere verbintenissen van de gewestelijke entiteit
Art. 24
Sectie VI. - Slotbepaling
Art. 25



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2006031108  2010031008 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Sectie I. - Algemene bepalingen
Artikel 1. Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Art.2. Overeenkomstig de tabel bij deze ordonnantie, worden de in de Algemene Uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2011 ingeschreven kredieten als volgt aangepast :
  (Tabel niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 19-01-2012, p. 3274)
  Deze kredieten worden opgesomd in de bij deze ordonnantie gevoegde tabellen, sectie I.
  In toepassing van artikel 14 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, worden de uitgaven gemachtigd per programma waarvan de krediettotalen opgenomen zijn in de bij deze ordonnantie gevoegde begrotingstabellen, sectie I en sectie II en de bijlage I.
  De geconsolideerde ontvangsten- en uitgavenbegroting van de gewestelijke entiteit wordt goedgekeurd en staat opgenomen in de vorm van een tabel op het einde van het beschikkend gedeelte van deze ordonnantie.

Art.3. De datum van 31 augustus zoals hernomen in artikel 60, 1ste lid, van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, wordt vervangen door deze van 31 december.

Sectie II. - Bijzondere bepalingen in verband met de diensten van de Regering, met inbegrip van de bepalingen in verband met de organieke begrotingsfondsen
Art.4. Het artikel 6 van de ordonnantie van 24 december 2010 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingjaar 2011 wordt vervangen door : " In afwijking van artikel 69, § 1, 2e lid van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, blijven alle op basis van de gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit van 17 juli 1991 aangestelde titelvoerende en/of plaatsvervangende rekenplichtigen (contractueel of statutair) in functie tot op het moment dat een nieuw besluit of nieuwe beslissing een einde maakt aan hun huidige aanstelling. Zij blijven hun functie eveneens uitoefenen in het geval van de creatie van nieuwe basisallocaties inzake uitgaven en ontvangsten die bestaande basisallocaties die zij beheren en die niet meer geschikt zijn (bv. ingevolge een foutieve economische code) vervangen of in het geval van de creatie van nieuwe basisallocaties inzake uitgaven en ontvangsten die toegevoegd worden aan de door de rekenplichtige beheerde bestaande basisallocaties indien deze binnen hetzelfde beheersdomein blijven. In voorkomend geval kan hiertoe een nieuw benoemingsbesluit genomen worden ".

Art.5. De besluiten tot herverdeling van uitgavenkredieten van het begrotingsjaar 2011 worden genomen van 1 januari tot 31 december van dat jaar, onverminderd de bepalingen van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 juni 2006 betreffende de herverdelingen en overschrijdingen van uitgavenkredieten, inzonderheid artikel 2.
  De Brusselse Hoofdstedelijke Regering is eveneens gemachtigd tot het toekennen van facultatieve subsidies ten laste van nieuwe basisallocaties die in de loop van het begrotingsjaar gecreëerd worden door ministerieel of regeringsbesluit tot kredietherverdeling en die als voorwerp facultatieve subsidies hebben (met de FSF-code in de begrotingstabel) in het kader van dezelfde objectieven als deze verbonden met de reeds in de initiële of aangepaste begroting 2011 bestaande basisallocaties van waaruit de kredieten worden overgedragen.

Art.6. In artikel 11, 1ste lid van de ordonnantie van 24 december 2010 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingjaar 2011, worden de woorden " werkings- en investeringsubsidies " vervangen door " werkings-, project- en investeringssubsidies ".

Art.7. In artikel 12, 1ste lid, 2, van de ordonnantie van 24 december 2010 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingjaar 2011, geldt vanaf 30 juni 2011 het bedrag van 15.000 euro in plaats van het bedrag van 12.500 euro.

Art.8. In afwijking van de bepalingen van artikel 12 van de ordonnantie van 24 december 2010 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2011, maken ook de facultatieve subsidies toegekend op de volgende basisallocaties niet het voorwerp uit van een overeenkomst :
  10.005.27.03.43.21
  10.006.43.01.65.10
  10.006.43.02.65.23
  10.006.54.01.64.10
  10.006.64.19.63.21
  26.002.51.02.53.10
  27.006.28.01.63.21

Art.9. De basisallocatie 03.002.42.01.45.10 wordt toegevoegd aan het artikel 13, 3e lid, van van de ordonnantie van 24 december 2010 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2011.

Art.10. De uitgaven gelijkgesteld aan de organieke uitgaven, hernomen in het artikel 39, 2e lid, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juli 2006 betreffende de administratieve en begrotingscontrole evenals de begrotingsopmaak, worden uitgevoerd, volgens de in dat besluit vermelde procedure, gelijk aan deze van de organieke subsidies en andere organieke uitgaven, meer in het bijzonder ook voor wat de lijst van de volgende BA's betreft :
  26.002.51.01.53.10
  26.002.51.02.53.10
  26.002.52.01.63.21
  26.002.52.03.63.21
  27.006.28.01.63.21
  27.012.28.01.63.21

Art.11. In toepassing van de samenwerkingsakkoorden over de financiering van het beroepsopleidingsaanbod voor werkzoekenden op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie enerzijds en tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Vlaamse Gemeenschapscommissie anderzijds, wordt de Regering gemachtigd de kredieten vast te leggen en te vereffenen die staan ingeschreven ten gunste van Bruxelles Formation en van de Vlaamse Gemeenschapscommissie op basisallocatie 03.002.42.01.45.10 " Subsidie om het opleidingsaanbod in Brussel in lijn met de prioriteiten en doelstellingen die in de New Deal vastgelegd zijn tot ontwikkeling te brengen ".

Art.12. De aangepaste variabele kredieten van de organieke begrotingsfondsen worden toegewezen aan de programma's van hun respectieve opdrachten op volgende wijze :
  Fondsen
  (Tabel niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 19-01-2012, p. 3276)

Art.13. In toepassing van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, wordt het organiek begrotingsfonds " Fonds voor grondinvesteringen " opgericht.
  Een ontwerp van ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen zal in 2012 bij het Parlement ingediend worden teneinde het voortbestaan van het Fonds na 2012 te verzekeren.
  De middelen van het Fonds worden aangewend voor het dekken van :
  B de investeringsuitgaven van de Grondregie (BA 27.003.99.01.0100 en in voorkomend geval de nieuwe gelijksoortige BA's met verdeelde economische codes gecreëerd vanuit deze BA in het kader van een besluit tot herverdeling van uitgavenkredieten);
  B de investeringsuitgaven van de Maatschappij voor Vastgoedverwerving (MVV) (BA 27.003.20.01.51.11).

Art.14. In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle en van artikel 2, 12° van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, worden de middelen van het Fonds voor het beheer van de gewestschuld eveneens toegewezen aan kapitaalsoverdrachten ingevolge schuldovernames, schuldkwijtscheldingen en het uitoefenen van de door de Regering verleende gewestwaarborg voor leningen.

Sectie III. - Bijzondere bepalingen in verband met de autonome bestuursinstellingen
Art.15. De aanpassing van de begroting voor het jaar 2011 van het Centrum voor Informatica voor het Brussels Gewest wordt goedgekeurd.
  Deze begroting bedraagt 31.531.000 euro voor de ontvangsten, 33.253.000 euro voor de vastleggingskredieten en 31.531.000 euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van 0 euro, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.

Art.16. De aanpassing van de begroting voor het jaar 2011 van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulpverlening wordt goedgekeurd.
  Deze begroting bedraagt 89.998.000 euro voor de ontvangsten, 93.891.000 euro voor de vastleggingskredieten en 89.998.000 euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van 0 euro, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.

Art.17. De aanpassing van de begroting voor het jaar 2011 van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën wordt goedgekeurd.
  Deze begroting bedraagt 816.129.000 euro voor de ontvangsten, 816.129.000 euro voor de vastleggingskredieten en 816.129.000 euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van 0 euro, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.

Art.18. De aanpassing van de begroting voor het jaar 2011 van Leefmilieu Brussel/Brussels Instituut voor Milieubeheer wordt goedgekeurd.
  Deze begroting bedraagt 92.658.000 euro voor de ontvangsten, 100.369.000 euro voor de vastleggingskredieten en 92.658.000 euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van 0 euro, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.

Art.19. De aanpassing van de begroting voor het jaar 2011 van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid B Net Brussel wordt goedgekeurd.
  Deze begroting bedraagt 196.506.000 euro voor de ontvangsten, 199.603.000 euro voor de vastleggingskredieten en 196.506.000 euro voor de vereffeningskredieten en geeft een ESR-saldo van 6.740.000 euro, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.

Art.20. De aanpassing van de begroting voor het jaar 2011 van Innoviris/het Instituut ter Bevordering van het Wetenschappelijk Onderzoek en de Innovatie van Brussel wordt goedgekeurd.
  Deze begroting bedraagt 33.134.000 euro voor de ontvangsten, 39.594.000 euro voor de vastleggingskredieten en 33.134.000 euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van 3.260.000 euro, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.

Art.21. De aanpassing van de begroting voor het jaar 2011 van het Fonds voor de Financiering van het Waterbeleid wordt goedgekeurd.
  Deze begroting bedraagt 0 euro voor de ontvangsten, 0 euro voor de vastleggingskredieten en 0 euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van 0 euro, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.

Art.22. Het artikel 5 van deze ordonnantie is van toepassing op de autonome bestuursinstellingen van 1ste en 2e categorie met betrekking tot de besluiten en beslissingen tot herverdeling en overschrijding van uitgavenkredieten. De beslissingen van de autonome bestuursinstellingen van 2e categorie dienen voorafgaandelijk voor advies te worden voorgelegd aan de Regeringscommissarissen van de instelling.
  De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, in het geval van de autonome bestuursinstellingen van 1ste categorie, of het bestuursorgaan, in het geval van de autonome bestuursinstellingen van 2e categorie, zijn eveneens gemachtigd tot het toekennen van facultatieve subsidies ten laste van nieuwe basisallocaties die in de loop van het begrotingsjaar gecreëerd worden door ministerieel of regeringsbesluit tot kredietherverdeling en die als voorwerp facultatieve subsidies hebben (aangeduid met de FSF-code in de begrotingstabel) in het kader van dezelfde objectieven als deze verbonden met de reeds in de initiële begroting 2012 bestaande basisallocaties van waaruit de kredieten worden overgedragen.

Sectie IV. - Bijzondere bepalingen in verband met de instellingen van openbaar nut van categorie A en B, bepaald door de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, die niet zijn ondergebracht onder de sectoriële code 13.12, rubriek " Deelstaatoverheid ", van het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen vervat in de Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad van 25 juni 1996 betreffende het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Gemeenschap
Art.23. In artikel 51 van de ordonnantie van 24 december 2010 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingjaar 2011, wordt " 2010 " vervangen door " 2011 "; het bedrag van " 60.000.000 euro " wordt vervangen door " 80.000.000 euro ".
  De Brusselse Hoofdstedelijke Regering is gemachtigd de gewestwaarborg te verlenen voor de leningen die in het kader van de door de BGHM bestuurde PPS " Lennik " en " Leenheerschap " werden aangegaan teneinde de erfpachtkanon van de genoemde projecten te dekken voor een bedrag van hoogstens 72.000.000 euro.

Sectie V. - Andere verbintenissen van de gewestelijke entiteit
Art.24. In artikel 53 van de ordonnantie van 24 december 2010 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingjaar 2011, wordt het bedrag van 100.000.000 euro vervangen door 140.287.040 euro.

Sectie VI. - Slotbepaling
Art. 25. Deze ordonnantie treedt in werking op de dag van de stemming door het Parlement.
  (Tabellen niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 19-01-2012, p. 3279-4159)

  Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
  Brussel, 16 december 2011.
  De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking,
  Ch. PICQUE
  De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen,
  G. VANHENGEL
  De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie, Waterbeleid, Stadsvernieuwing, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp en Huisvesting,
  Mevr. E. HUYTEBROECK
  De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken en Vervoer,
  Mevr. B. GROUWELS
  De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie en Wetenschappelijk Onderzoek,
  B. CEREXHE