14 MAART 2012. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 6 november 2003 tot vaststelling van het bedrag en de voorwaarden voor de toekenning van de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, § 12, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, in de rust- en verzorgingstehuizen en in de rustoorden voor bejaarden
Art. 1-13
Artikel 1. In artikel 4, § 1, van het ministerieel besluit van 6 november 2003 tot vaststelling van het bedrag en de voorwaarden voor de toekenning van de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, § 12, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, in de rust- en verzorgingstehuizen en in de rustoorden voor bejaarden, wordt het woord " zorgkundige, " ingevoegd voor de woorden " gezins- en sanitaire hulp ".
Art.2. Artikel 6, g), van hetzelfde besluit, vervangen bij het ministerieel besluit van 2 maart 2009 en vervolledigd bij Ministerieel Besluit van 4 mei 2010, wordt vervolledigd als volgt :
" Deel E4 : financiering van een premie voor de titels en bijzondere beroepsbekwaamheden; ".
Art.3. Artikel 7, b), van hetzelfde besluit, vervangen bij het ministerieel besluit van 30 juni 2010, wordt vervangen als volgt :
" b) de onregelmatige prestaties en de ongemakkelijke prestaties van de verpleegkundigen en de leden van het verzorgend personeel (13,74 % op het brutomaandloon) en de onregelmatige prestaties van de leden van het personeel voor reactivering (0,74 % op het bruto- maandloon) ".
Art.4. Artikel 8, § 2, b), van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de Ministeriële Besluiten van 16 februari 2007, 4 juli 2008, 10 december 2009 en 4 mei 2010, wordt gewijzigd als volgt :
1° het eerste streepje wordt vervolledigd als volgt : " of onder de toepassing vallen van de " fiscale maribel " met toepassing van het koninklijk besluit van 13 juni 2010 tot wijziging van het voornoemde koninklijk besluit van 18 juli 2002, ";
2° het volgende streepje wordt toegevoegd :
" - of die gefinancierd worden in het kader van het koninklijk besluit van 27 april 2007 houdende de algemene uitvoeringsbepalingen van de maatregelen ten gunste van de tewerkstelling van jongeren in de sociale profitsector voortspruitend uit de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact, ".
Art.5. Artikel 13, § 7, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het ministerieel besluit van 30 juni 2010, wordt vervangen als volgt :
" § 7. Tussen 1 juli en 31 december 2010 worden de bedragen bedoeld in §§ 2, 3 en 4 verhoogd met een inhaalbedrag van :
1° voor de bedragen bedoeld in § 2 :
a) 390,38 euro
b) 423,66 euro
c) 457,06 euro
d) 470,45 euro
e) 487,68 euro
f) 499,16 euro
g) 544,47 euro
2° voor de bedragen bedoeld in § 3 :
a) 355,04 euro
b) 383,04 euro
c) 413,03 euro
d) 426,43 euro
e) 443,66 euro
f) 455,14 euro
g) 466,63 euro
3° voor de bedragen bedoeld in § 4 :
a) 332,33 euro
b) 338,23 euro
c) 344,13 euro
d) 358,67 euro
e) 365,75 euro.
Om dit inhaalbedrag te krijgen, moeten de inrichtingen de voordelen zoals bedoeld in artikel 30, 7°, toekennen aan hun verpleegkundig personeel en verzorgingspersoneel vanaf 1 januari 2010. ".
Art.6. Artikel 28bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij ministerieel besluit van 2 maart 2009, wordt gewijzigd als volgt :
1° in § 2, c), vervangen door het ministerieel besluit van 4 mei 2010, worden de woorden : " op de laatste dag van de referentieperiode, " ingevoegd voor de woorden " geslaagd zijn ";
2° in § 4, eerste lid, worden de woorden " Voor personeelsleden waarvoor het functiecomplement kan worden gefinancierd moet, indien nodig, het contract worden aangepast " vervangen door de woorden : " Voor de eerste toepassing van dit artikel, wordt, indien nodig, het contract van de personeelsleden waarvoor het functiecomplement kan worden gefinancierd aangepast ".
3° in § 4, tweede lid, vervangen door het ministerieel besluit van 4 mei 2010, worden de woorden : " Voor de eerste toepassing van dit artikel, " ingevoegd voor de woorden " Deze hoofdverpleegkundigen ".
Art.7. Artikel 28ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij ministerieel besluit van 4 mei 2010, wordt gewijzigd als volgt :
1° in § 4, 1°, worden de woorden " 30 juni 2012 " vervangen door de woorden " uiterlijk 30 juni 2013 ";
2° in § 4, 2°, worden de woorden " 1 juli 2012 " vervangen door de woorden " uiterlijk 1 juli 2013 ";
3° § 6 wordt vervangen als volgt :
" § 6. Het programma van de opleidingen bedoeld in § 4, 2°, worden door de inrichtingen of de opleidingsorganisaties gecommuniceerd aan de FOD Volksgezondheid, die binnen de 60 dagen nagaat of ze voldoen aan de minimumvereisten bedoeld in § 5. Als er binnen de 60 dagen volgend op de datum van indiening van de aanvraag geen antwoord is gegeven, wordt het opleidingsprogramma als goedgekeurd beschouwd.
Het maximaal toegelaten aantal leerlingen per opleidingsmodule bedraagt 30.
De geldigheid van deze erkenning bedraagt 4 schooljaren, tenzij uit een controle blijkt dat het gevolgde programma niet overeenstemt met het programma waarvoor de goedkeuring is gegeven. ";
4° De volgende paragraaf wordt toegevoegd :
" § 7. Worden vrijgesteld van de opleiding bedoeld in § 4, 2° :
1° de verpleegkundigen (bachelor of gelijkgesteld) die beschikken over een titel van verpleegkundige gespecialiseerd in de geestelijke gezondheidszorg of de geriatrie, of een licentiaat of een master in gerontologie of geriatrie;
2° de kandidaten voor de functie van referentiepersoon dementie die, na 1 januari 2005 en voor 31 december 2011, een opleiding gevolgd hebben van minstens 90 uren, betreffende de onderwerpen bedoeld in § 4, 2°, en erkend als voldoende door de commissie bedoeld in het tweede lid;
3° de kandidaten voor de functie van referentiepersoon dementie die, na 1 januari 2005 en voor 31 december 2011, een opleiding gevolgd hebben van minstens 60 uren, betreffende de onderwerpen bedoeld in § 4, 2°, erkend als voldoende door de commissie bedoeld in het tweede lid, en die al minstens drie jaar werkzaam zijn in de sector van de ouderenzorg.
Voor de opleidingen bedoeld in de bovenbedoelde punten 2° et 3°, worden de aanvragen tot erkenning samen met de nodige bewijsstukken door de inrichtingen, de betrokken individuen of de opleidingsorganisaties uiterlijk 30 juni 2013 bezorgd aan de Dienst, die ze een antwoord overmaakt binnen de 60 dagen, nadat ze deze aanvragen heeft voorgelegd aan de overeenkomstencommissie tussen de rust- en verzorgingstehuizen, de rustoorden voor bejaarden, de centra voor dagverzorging en de verzekeringsinstellingen. De lijst van de erkende opleidingen wordt door de Dienst bekendgemaakt op de website van het RIZIV. ".
Art.8. Na artikel 28ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij Ministerieel Besluit van 4 mei 2010, wordt een artikel 28quater ingevoegd, luidende :
" Sectie 6quater : Deel E4 : financiering van een premie voor de titels en bijzondere beroepsbekwaamheden
Art. 28quater. Vanaf de factureringsperiode 2012, op basis van de gegevens van de referentieperiode die eraan voorafgaat, bedraagt de tegemoetkoming per dag huisvesting en per rechthebbende voor de financiering van de premie, toegekend aan de verpleegkundigen die houder zijn van een beroepstitel of bijzondere beroepsbekwaamheid als geriatrisch verpleegkundige, zoals vermeld respectievelijk in het ministerieel besluit van 19 april 2007 tot vaststelling van de criteria voor erkenning waarbij de beoefenaars van de verpleegkunde gemachtigd worden de bijzondere beroepstitel te dragen van verpleegkundige gespecialiseerd in geriatrie en in het ministerieel besluit van 19 april 2007 tot vaststelling van de criteria voor erkenning waarbij de beoefenaars van de verpleegkunde gemachtigd worden zich te beroepen op de bijzondere beroepsbekwaamheid van verpleegkundige met een bijzondere deskundigheid in de geriatrie :
[3.917,56 euro x het aantal te financieren voltijds equivalent verpleegkundigen met een bijzondere beroepstitel als geriatrisch verpleegkundige in de inrichting / gemiddeld aantal patiënten] / 365
[1.305,85 euro x het aantal te financieren voltijds equivalent verpleegkundigen met een bijzondere beroepsbekwaamheid als geriatrisch verpleegkundige in de inrichting / gemiddeld aantal patiënten] / 365.
De premie wordt jaarlijks in de maand september betaald door de inrichting aan de betreffende verpleegkundigen, a prorata van hun arbeidsduurregeling en het aantal gewerkte maanden van 1 september van het voorgaande jaar tot 31 augustus van het lopend jaar. ".
Art.9. Artikel 29ter, § 3, 2°, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij ministerieel besluit van 10 maart 2008, wordt vervolledigd als volgt :
" Indien van toepassing, kan deze verantwoordelijke ook de referentiepersoon dementie zijn, bedoeld in artikel 28ter. ".
Art.10. Artikel 30, 7°, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij ministerieel besluit van 30 juni 2010, wordt gewijzigd als volgt :
1° in de Franse tekst van het eerste lid, b), worden na de woorden " 31 décembre 2009 " de woorden " , aussi bien pour la semaine que pour les samedis, dimanches et jours fériés " ingevoegd;
2° het volgende lid wordt toegevoegd :
" In de openbare instellingen worden de bovengenoemde voordelen uitgebreid tot alle personeelsleden. ".
Art.11. Artikel 32 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 16 februari 2007 en 10 december 2009, wordt vervolledigd als volgt :
" 8° als de Dienst erom vraagt, alle andere gegevens met betrekking tot de financiering van enig onderdeel van de volledige tegemoetkoming. ".
Art.12. Artikel 33 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 16 februari 2007, 10 maart 2008, 10 december 2009 en 4 mei 2010, wordt vervolledigd als volgt :
" 6° de gegevens zoals bedoeld in artikel 28quater, met betrekking tot de titels en bijzondere beroepsbekwaamheden. ".
Art. 13. Dit besluit treedt in werking vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van artikel 9 dat uitwerking heeft op 1 juli 2011.
Brussel, 14 maart 2012.
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen,
Mevr. L. ONKELINX