12 MAART 2012. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van de gelijkstellingen betreffende de toekenning van eervolle onderscheidingen in de Nationale Orden aan de personeelsleden en aan mandaathouders van het top- en middenkader bij de diensten van de Vlaamse overheid
Art. 1-4
BIJLAGEN.
Art. N1-N2
Artikel 1. De gelijkstelling betreffende de toekenning van eervolle onderscheidingen in de Nationale Orden aan de personeelsleden van de diensten van de Vlaamse overheid, dat bijlage A van dit besluit vormt, aan het Reglement betreffende de toekenning van eervolle onderscheidingen in de Nationale Orden aan ambtenaren en bedienden van de federale openbare besturen, goedgekeurd door het koninklijk besluit van 27 januari 2008, wordt goedgekeurd.
Art.2. De gelijkstelling betreffende de toekenning van eervolle onderscheidingen in de Nationale Orden aan mandaathouders van het top- en middenkader van de diensten van de Vlaamse overheid, dat bijlage B van dit besluit vormt, aan het Reglement betreffende de toekenning van eervolle onderscheidingen in de Nationale Orden aan management- en staffuncties in de federale openbare besturen, goedgekeurd door het koninklijk besluit van 27 januari 2008, wordt goedgekeurd.
Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang vanaf de beweging van 8 april 2006.
Art.4. De Minister die bevoegd is voor Buitenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 12 maart 2012.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Buitenlandse Zaken,
D. REYNDERS
BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage A. - Gelijkstelling betreffende de toekenning van eervolle onderscheidingen in de Nationale Orden aan de personeelsleden bij de diensten van de Vlaamse overheid.
1. Deze gelijkstelling is van toepassing op het personeel van de diensten van de Vlaamse overheid die geen mandaathouder zijn van een functie die behoort tot het top- of middenkader, zoals gedefinieerd in het Vlaams personeelsstatuut.
Dienst- en niveauanciënniteit worden berekend volgens de principes van het Vlaams personeelsstatuut.
2. In deze gelijkstelling bedraagt de minimumleeftijd voor onderscheiding 40 jaar.
3. Een tijdspanne van 10 jaar geldt tussen twee onderscheidingen in de Nationale Orden ten gunste van eenzelfde persoon, behalve wanneer het gaat om eretekens die verleend worden voor oorlogsfeiten.
Die termijn kan, zo nodig, ingekort worden, zonder evenwel te kunnen teruggebracht worden tot minder dan 5 jaar, wanneer de vorige onderscheiding later verleend werd dan op de minimumleeftijd die in die leeftijdsklasse voorzien is.
4. In elke leeftijdsklasse, van 40 tot 50, van 50 tot 60 en van 60 tot 65 jaar, mag niemand meer dan eenmaal onderscheiden worden, onverminderd de uitzondering die in het eerste lid van voorgaand artikel voorzien is.
5. De personeelsleden van de rangen A4 tot en met C1 (derde en vierde salarisschaal) moeten beschikken over 10 jaar dienstanciënniteit en gedurende minstens 2 jaar hun functie uitgeoefend hebben om aanspraak te kunnen maken op de voorziene onderscheiding. Bovendien is voor het toekennen van de laatste in de tabel voorkomende onderscheidingen voor personeelsleden van niveau A (voormalig niveau 1) een niveauanciënniteit van 25 jaar vereist. Wanneer die anciënniteit niet zou bereikt zijn, kan een onmiddellijk lagere onderscheiding toegekend worden.
6. De personeelsleden van de rangen C1 (eerste en tweede weddenschaal) tot en met D1 moeten minstens 20 jaar dienstanciënniteit doorlopen hebben om aanspraak te kunnen maken op de eerste onderscheiding.
7. Voor de toepassing van deze gelijkstelling wordt geen rekening gehouden met de tijdelijke uitoefening van een hoger ambt of het opnemen van een mandaatfunctie die tot het top- of middenkader behoort.
8. De personeelsleden van de diensten van de Vlaamse overheid kunnen geen onderscheiding in de Nationale Orden krijgen in een andere hoedanigheid.
Er wordt enkel een uitzondering gemaakt voor :
- onderscheidingen voor oorlogsfeiten;
- reserveofficieren, die kunnen kiezen tussen het administratief reglement en het militair reglement; deze keuze is bindend voor de hele duur van de inschrijving van de betrokkenen in het reservekader van het leger.
9. De toekenning van een onderscheiding aan een persoon door een andere minister dan de functioneel bevoegde kan slechts gebeuren mits het akkoord van de functioneel bevoegde minister.
Dit geldt niet in oorlogstijd indien het personeelslid ingelijfd is in het leger.
10. Contractuele personeelsleden kunnen niet volgens deze gelijkstelling onderscheiden worden. Indien zij evenwel na een contractuele tewerkstelling statutair worden, wordt die voorgaande contractuele tewerkstelling gelijkgesteld met statutaire tewerkstelling.
11. De tijd die men in legerdienst doorbrengt tijdens zijn administratieve loopbaan telt mee voor de opbouw van de dienstanciënniteit.
12. Indien iemand in toepassing van artikel 7, § 1, van de wet van 1 mei 2006 betreffende de toekenning van eervolle onderscheidingen in de Nationale Orden ten minste het ereteken bezit dat voor zijn toestand is voorzien, wordt hem geen ereteken toegekend. Van deze regel wordt slechts afgeweken indien het gaat om eretekens verworven voor oorlogsfeiten; in dit geval mag de betrokken persoon de onderscheiding ontvangen die, in de gezamenlijke hiërarchie der Nationale Orden, onmiddellijk hoger is dan die welke hem (haar) werd toegekend; iedere eventualiteit buiten dit geval geeft aanleiding tot toepassing van artikel 18.
13. Het personeel van de diensten van de Vlaamse overheid zal geen onderscheiding kunnen krijgen indien de eindvermelding " onvoldoende " of " loopbaanvertraging " werd toegekend bij de laatste functioneringsevaluatie. In dat geval gebeurt de toekenning van een onderscheiding tijdens de eerstvolgende beweging na een evaluatie waarvan de eindvermelding niet " onvoldoende " of " loopbaanvertraging " is.
14. Elke toekenning vindt plaats bij gelegenheid van de promotie die het ogenblik voorafgaat waarop de betrokken persoon werkelijk aan de voorwaarden voldoet om onderscheiden te worden.
15. Tussen de toekenning van een onderscheiding in de Nationale Orden en de toekenning van een ereteken van een andere aard is geen enkele termijn voorzien.
16. Afwezigheidsperioden die gelijkgesteld worden met non-activiteit komen niet in aanmerking voor de toekenning van een onderscheiding.
17. In geval van tuchtstraf worden de toekenningstermijnen als volgt verlengd :
- blaam : | 1 jaar |
- inhouding van salaris : | 2 jaar |
- tuchtschorsing : | 3 jaar |
- lagere inschaling : | 4 jaar |
- terugzetting in graad : | 4 jaar |
RANG | GRAAD | <td colspan="3" valign="top">LEEFTIJD||||
Federale overheid | Vlaamse overheid | Vlaamse overheid | Tussen 40 en 50 jaar | Tussen 50 en 60 jaar | Tussen 60 en 65 jaar |
17 | A4 (uitdovend) | secretaris-generaal (uitdovend) | Commandeur Kroonorde | Grootofficier Orde Leopold II | Grootofficier Leopoldsorde |
16 | A3 A3 (uitdovend) A2L (uitdovend) | hoofd secretariaatspersoneel strategische adviesraad directeur-generaal (uitdovend) administrateur-generaal (uitdovend) eerste opdrachthouder (uitdovend) algemeen directeur wetenschappelijk personeel (uitdovend) adjunct-administrateur-generaal (uitdovend ) | Commandeur Orde Leopold II | Commandeur Leopoldsorde | Grootofficier Kroonorde |
15 | A2A A2E A2M A2S (uitdovend) A2 (3e salarisschaal) | contractbeheerder strategiebeheerder coördinator IT-relatiebeheerder beheerder interne IT-dienstverlening preventieadviseur-coördinator senior adviseur hoofdadviseur inspecteur-generaal (uitdovend) bestuursdirecteur (uitdovend) vertegenwoordiger Vlaamse Regering in het buitenland | Officier Leopoldsorde | Commandeur Kroonorde | Grootofficier Orde Leopold II |
13 | A2 A2 (1e en 2e salarisschaal) A2 (uitdovend) | adviseur adviseur-arts adviseur-informaticus adviseur-ingenieur directeur directeur-arts directeur-informaticus directeur-ingenieur nautisch directeur wetenschappelijk directeur financieel-administratief beheerder navorser vertegenwoordiger Vlaamse Regering in het buitenland adjunct eerste opdrachthouder (uitdovend) | Officier Kroonorde | Commandeur Orde Leopold II | Commandeur Leopoldsorde |
10 | A1 | adjunct van de directeur arts informaticus ingenieur loods attaché wetenschappelijk attaché | Ridder Leopoldsorde | Officier Kroonorde | Commandeur Orde Leopold II |
28 | B3 B2 C3 C2 | leidinggevend hoofddeskundige senior hoofddeskundige hoofddeskundige hoofdprogrammeur maritiem verkeersleider leidinggevend hoofdmedewerker senior hoofdmedewerker hoofdmedewerker hoofdtechnicus hoofdscheeps- technicus | Ridder Kroonorde | Ridder Leopoldsorde | Officier Orde Leopold II |
26 | B1 | deskundige programmeur | Ridder Orde Leopold II | Ridder Kroonorde | Ridder Leopoldsorde |
22 | C1 (3e en 4e salaris-schaal) | medewerker technicus radarwaarnemer scheepstechnicus | Ridder Orde Leopold II | Ridder Kroonorde | Ridder Leopoldsorde |
20 | C1 (1e en 2e salaris-schaal) | medewerker technicus radarwaarnemer scheepstechnicus | - | Ridder Orde Leopold II | Ridder Kroonorde |
32 | D3 | leidinggevend hoofdassistent senior hoofdassistent | - | Ridder Orde Leopold II | Ridder Kroonorde |
30 | D2 D1 | hoofdassistent technisch hoofdassistent speciaal hoofdassistent hoofdschipper hoofdmotorist assistent technisch assistent speciaal assistent schipper motorist | - | Gouden Palmen der Kroonorde | Ridder Orde Leopold II |
Federale overheid | <td colspan="5" valign="top">Vlaamse overheid|||||
Functie en rang | Rang | Functie | Na 6 jaar mandaat | 6 jaar na de eerste onderscheiding | 6 jaar na de tweede onderscheiding |
Voorzitter Directiecomité (ex-rang 17) | A3 Klasse D - C | secretaris-generaal administrateur-generaal gedelegeerd bestuurder projectleider N-niveau | Commandeur Kroonorde | Grootofficier Orde Leopold II | Grootofficier Leopoldsorde |
N-1 functies (ex rang 16) | A3 Klasse B - A A2L | secretaris-generaal administrateur-generaal gedelegeerd bestuurder projectleider N-niveau algemeen directeur | Commandeur Orde Leopold II | Commandeur Leopoldsorde | Grootofficier Kroonorde |
N-2 functies (ex rang 15) | A2A | afdelingshoofd projectleider N-1 | Officier Leopoldsorde | Commandeur Kroonorde | Grootofficier Orde Leopold II |