Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

15 AUGUSTUS 2012. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen



Inhoudstafel:


Art. 1-28
BIJLAGEN.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1981001949 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Dit besluit zet de Richtlijnen 2003/86/EG van de Raad van 22 september 2003 inzake het recht op gezinshereniging, 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten van de burgers van de Unie en hun familieleden, tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1612/68 en tot intrekking van de Richtlijnen 64/221/EEG, 68/360/EEG, 72/194/EEG, 73/148/EEG, 75/34/EEG, 75/35/EEG, 90/364/EEG, 90/365/EEG en 93/96/EEG, en 2009/50/EG van de Raad van 25 mei 2009 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op een hooggekwalificeerde baan, gedeeltelijk om.

Art.2. In artikel 26 van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, vervangen bij het koninklijk besluit van 21 september 2011, worden volgende wijzigingen aangebracht :
  1° Paragraaf 2, eerste lid wordt aangevuld met een zin, luidende :
  " Indien de aanvraag echter wordt ingediend door een familielid bedoeld bij artikel 10, § 1, eerste lid, 4° tot 6° van de vreemdeling die de status van langdurig ingezetene geniet en die voormalig houder is van een Europese blauwe kaart, vervalt het attest van immatriculatie vier maanden na de afgifte van het ontvangstbewijs van de aanvraag. "
  2° Paragraaf 3 wordt vervangen als volgt :
  " § 3. Indien de Minister of zijn gemachtigde, overeenkomstig artikel 12bis, § 3, vierde lid, of § 3bis, tweede lid, van de wet, beslist om de in artikelen 12bis, § 3, derde, of § 3bis, eerste lid, van de wet bedoelde termijn te verlengen, overhandigt de Burgemeester of zijn gemachtigde een kopie van deze beslissing aan de vreemdeling en verlengt zijn attest van immatriculatie (model A) met drie maanden, te rekenen vanaf zijn vervaldatum. "
  3° Paragraaf 4, eerste lid wordt vervangen als volgt :
  " Indien de beslissing gunstig is of indien binnen de in artikel 12bis, § 3, derde lid, of § 3bis, eerste lid, van de wet, bedoelde termijn, die eventueel verlengd wordt, geen enkele beslissing ter kennis wordt gebracht van de burgemeester of zijn gemachtigde, geeft de burgemeester of zijn gemachtigde een bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister af aan de vreemdeling. Het attest van immatriculatie (model A) wordt desgevallend verlengd tot de afgifte van dit bewijs. "

Art.3. In artikel 26/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 21 september 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° Paragraaf 2, eerste lid wordt aangevuld met een zin, luidende :
  " Indien de aanvraag echter wordt ingediend door een familielid bedoeld bij artikel 10, § 1, eerste lid, 4° tot 6° van de vreemdeling die de status van langdurig ingezetene geniet en voormalig houder is van een Europese blauwe kaart, vervalt het attest van immatriculatie vier maanden na de afgifte van het ontvangstbewijs van de aanvraag. "
  2° Paragraaf 3 wordt vervangen als volgt :
  " Indien de Minister of zijn gemachtigde, overeenkomstig artikel 12bis, § 3, vierde lid, of § 3bis, tweede lid, van de wet, beslist om de in artikel 12bis, § 3, derde lid, of § 3bis, eerste lid, van de wet bedoelde termijn te verlengen, overhandigt de Burgemeester of zijn gemachtigde een kopie van deze beslissing aan de vreemdeling en verlengt zijn attest van immatriculatie (model A) met drie maanden, te rekenen vanaf zijn vervaldatum. "
  3° Paragraaf 4, eerste lid, wordt vervangen als volgt :
  " Indien de beslissing gunstig is of indien binnen de in artikel 12bis, § 3, derde lid, of § 3bis, eerste lid, van de wet, bedoelde termijn, die eventueel verlengd wordt, geen enkele beslissing ter kennis wordt gebracht van de burgemeester of zijn gemachtigde, geeft de burgemeester of zijn gemachtigde een bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister af aan de vreemdeling. Het attest van immatriculatie (model A) wordt desgevallend verlengd tot de afgifte van dit bewijs. "

Art.4. In artikel 26/2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 19 mei 1993 en vervangen bij het koninklijk besluit van 21 september 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° In § 1, 3° worden de woorden " of indien hij ouder is van een kind dat als vluchteling werd erkend of van een minderjarige die de subsidiaire bescherming geniet, bedoeld in artikel 10, § 1, eerste lid, 7°, " ingetrokken.
  2° Paragraaf 4 wordt vervangen als volgt :
  Indien de Minister of zijn gemachtigde, overeenkomstig artikel 10ter, § 2, derde lid, § 2bis, tweede lid, of § 2ter, tweede lid, van de wet, beslist om de in artikel 10ter, § 2, eerste lid, § 2bis, eerste lid, of § 2ter, eerste lid, van de wet, bedoelde termijn te verlengen overhandigt de Burgemeester of zijn gemachtigde een kopie van deze beslissing aan de vreemdeling en verlengt zijn attest van immatriculatie (model A) met drie maanden, te rekenen vanaf zijn vervaldatum.
  3° In § 5, eerste lid worden de woorden " of § 2ter, eerste lid, " ingevoegd tussen de woorden " eerste lid, " en de woorden " van de wet ".

Art.5. In artikel 26/2/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 21 september 2011 worden volgende wijzigingen aangebracht :
  1° Paragraaf 3, eerste lid wordt aangevuld met een zin luidende :
  " Indien de aanvraag echter wordt ingediend op basis van artikel 10bis, § 4 van de wet, wordt de termijn van zes maanden verminderd tot vier maanden. "
  2° Paragraaf 4 wordt vervangen als volgt :
  " Indien de Minister of zijn gemachtigde, overeenkomstig artikel 10ter, § 2, derde lid, § 2bis, tweede lid, of § 2ter, tweede lid, van de wet, beslist om de in artikel 10ter, § 2, eerste lid, § 2bis, eerste lid, of § 2ter, eerste lid, van de wet, bedoelde termijn te verlengen, overhandigt de Burgemeester of zijn gemachtigde een kopie van deze beslissing aan de vreemdeling en verlengt zijn attest van immatriculatie (model A) met drie maanden, te rekenen vanaf zijn vervaldatum. "
  3° In § 5, eerste lid, worden de woorden " of § 2ter, eerste lid, " ingevoegd tussen de woorden " eerste lid, " en de woorden " van de wet ".

Art.6. Artikel 29 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 27 april 2007 en 22 juli 2008, wordt aangevuld met een lid, luidende :
  " In afwijking van het derde en vierde lid, geldt de voorwaarde van artikel 14 van de wet niet voor de vreemdeling die in toepassing van artikel 61/27 van de wet gemachtigd werd tot verblijf. "

Art.7. In hetzelfde besluit wordt het opschrift van hoofdstuk 4 van titel Ibis, vervangen bij het koninklijk besluit van 22 juli 2008, vervangen als volgt :
  " GELDIGHEID, VERNIEUWING EN INTREKKING VAN VERBLIJFS- EN VESTIGINGSVERGUNNINGEN, VAN EUROPESE BLAUWE KAARTEN EN VAN EG-VERBLIJFSVERGUNNINGEN VOOR LANGDURIG INGEZETENE "

Art.8. In artikel 31 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 11 juli 2002, 27 april 2007, 7 mei 2008 en 22 juli 2008, worden volgende wijzigingen aangebracht :
  1° In § 1, eerste lid worden de woorden " de Europese blauwe kaart, " ingevoegd tussen de woorden " de identiteitskaart voor vreemdeling, " en de woorden " de EG-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetene " en wordt het cijfer " 6bis, " ingevoegd tussen het cijfer " 6, " en het cijfer " 7 ".
  2° In § 2, wordt tussen het tweede en het derde lid, een lid ingevoegd, luidende :
  " De Europese blauwe kaart is gedurende de eerste twee jaar dertien maanden geldig en gedurende die periode hernieuwbaar met dezelfde geldigheidsduur van dertien maanden. Nadien is ze geldig voor een duur van drie jaar. "
  3° In § 3 worden de woorden " de Europese blauwe kaart en " ingevoegd tussen het woord " alsook " en de woorden " de EG-verblijfsvergunning ".

Art.9. In artikel 32 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 11 juli 2002, 27 april 2007, 7 mei 2008 en 22 juli 2008, wordt een paragraaf 2ter ingevoegd, luidende :
  " § 2ter. Gedurende de eerste twee jaar als hooggekwalificeerde werknemer in het Belgische Rijk in de zin van Hoofdstuk VIII van Titel II van de wet vernieuwt de Minister of zijn gemachtigde de Europese blauwe kaart nadat de bevoegde gewestelijke autoriteit een voorlopige arbeidsvergunning heeft toegekend aan de betrokken werkgever.
  Na het verstrijken van de termijn bedoeld in het eerste lid, vernieuwt de Burgemeester van de verblijfplaats van de vreemdeling of zijn gemachtigde, de Europese blauwe kaart. Tot staving van zijn aanvraag legt de vreemdeling de documenten over waaruit blijkt dat hij nog altijd de voorwaarden vervult die aan zijn verblijf zijn gesteld overeenkomstig Hoofdstuk VIII van Titel II van de wet. Bij deze gelegenheid, wordt een Europese blauwe kaart uitgereikt met een geldigheidsduur van drie jaar.
  Onder de in artikel 41 bepaalde voorwaarden kan zij vervroegd worden vernieuwd. "

Art.10. In artikel 33 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 27 april 2007, 22 juli 2008 en 22 september 2011, worden volgende wijzigingen aangebracht :
  1° Het eerste lid wordt vervangen als volgt :
  " Tussen de vijfenveertigste en de dertigste dag voor de vervaldatum van zijn verblijfs- of vestigingsvergunning, van zijn Europese blauwe kaart of van zijn EG-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetene moet de vreemdeling zich bij het gemeentebestuur van zijn verblijfplaats aanbieden om de vernieuwing van zijn verblijfs- of vestigingsvergunning, zijn Europese blauwe kaart of van zijn EG-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetene aan te vragen. "
  2° Artikel 33 wordt aangevuld met tweede leden, luidende :
  " Indien de vreemdeling zijn aanvraag tot vernieuwing heeft ingediend overeenkomstig het eerste lid en de Minister of zijn gemachtigde niet in staat was over deze aanvraag een beslissing te nemen voor het verstrijken van de verblijfsvergunning waarvan hij houder is, stelt de burgemeester of zijn gemachtigde hem in het bezit van een attest conform het model in bijlage 15.
  Dit attest dekt voorlopig het verblijf van de vreemdeling op het grondgebied van het Koninkrijk. Het attest is vijfenveertig dagen geldig en kan tweemaal met eenzelfde periode worden verlengd. "

Art.11. In artikel 35 van hetzelfde besluit gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 juli 2008, worden de woorden " de Europese blauwe kaart, " ingevoegd tussen de woorden " de vestigingsvergunning, " en de woorden " EG-verblijfsvergunning ".

Art.12. Artikel 36bis, eerste lid van hetzelfde besluit ingevoegd bij het koninklijk besluit van 27 april 2007 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 juli 2008 worden de woorden " zijn Europese blauwe kaart, " ingevoegd tussen de woorden " langdurig ingezetene, " en de woorden " of enige ander verblijfsdocument ".

Art.13. Artikel 37, eerste lid van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 juli 2008 worden de woorden " , zijn Europese blauwe kaart " ingevoegd tussen de woorden " of vestigingsvergunning " en de woorden " of van zijn EG-verblijfsvergunning ".

Art.14. In artikel 51 van hetzelfde besluit, vervangen door het koninklijk besluit van 21 september 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in § 1 worden de woorden " Hij deelt hem mee dat hij over een bijkomende termijn van een maand beschikt om de vereiste documenten over te leggen. " geschrapt;
  2° in § 1 wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, luidende :
  " In dit geval beschikt de burger van de Unie over een bijkomende termijn van een maand om de vereiste documenten over te leggen. Deze bijkomende termijn van een maand begint te lopen vanaf de kennisgeving van de in het eerste lid bedoelde bijlage 20. "
  3° in § 2 worden de woorden " en mits de documenten bedoeld in artikel 50, § 2, werden overgelegd binnen de termijn van drie maanden, eventueel verlengd met een maand, " ingevoegd tussen de woorden " bij artikel 42, van de wet, " en de woorden " geeft de Burgemeester of zijn gemachtigde ".

Art.15. Artikel 101 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 27 april 2007, wordt aangevuld met twee leden, luidende :
  " Indien de vreemdeling zijn aanvraag tot vernieuwing heeft ingediend overeenkomstig het eerste lid en de Minister of zijn gemachtigde niet in staat was over deze aanvraag een beslissing te nemen voor het verstrijken van de verblijfsvergunning waarvan hij houder is, stelt de burgemeester of zijn gemachtigde hem in het bezit van een attest conform het model in bijlage 15.
  Dit attest dekt voorlopig het verblijf van de vreemdeling op het grondgebied van het Koninkrijk. Het attest is vijfenveertig dagen geldig en kan tweemaal met eenzelfde periode verlengd worden. "

Art.16. In titel II van hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk XI ingevoegd die de artikelen 110quinquiesdecies en 110sexiesdecies bevat, luidende :
  " HOOFDSTUK XI. - Hooggekwalifceerde werknemers - Europese blauwe kaart
  Art. 110quinquiesdecies. § 1. Indien de vreemdeling bedoeld in artikel 61/26 van de wet zijn aanvraag indient bij de bevoegde diplomatieke of consulaire post, wordt hij in het bezit gesteld van een document dat aantoont dat zijn aanvraag werd ingediend en de datum van de aanvraag vermeldt voor zover hij alle bewijzen aanbrengt bedoeld in artikel 61/27, § 1 van de wet.
  § 2. Indien de beslissing gunstig is of indien geen enkele beslissing aan de diplomatieke of consulaire post wordt meegedeeld binnen een termijn van negentig dagen vanaf de datum van de afgifte van het document dat aantoont dat zijn aanvraag werd ingediend, en indien de bevoegde gewestelijke autoriteit een voorlopige arbeidsvergunning heeft toegekend aan de werkgever, wordt de vreemdeling bedoeld in paragraaf 1 gemachtigd tot verblijf.
  § 3. Indien de Minister of zijn gemachtigde beslist de termijn van negentig dagen, voorgeschreven in paragraaf 2 te verlengen met een periode van dertig dagen, overhandigt de diplomatieke of consulaire post de vreemdeling een kopie van deze beslissing met daarin vermeld welke aanvullende gegevens of documenten binnen de termijn van dertig dagen moeten overgemaakt worden.
  Indien de beslissing gunstig is of indien geen enkele beslissing aan de diplomatieke of consulaire post wordt meegedeeld binnen deze periode van dertig dagen en de vereiste documenten werden voorgelegd, wordt de vreemdeling bedoeld in paragraaf 1 gemachtigd tot het verblijf.
  Art. 110sexiesdecies. § 1. Indien de vreemdeling bedoeld in artikel 61/26 van de wet zijn aanvraag indient bij de Burgemeester van de gemeente van zijn verblijfplaats of zijn gemachtigde, wordt hij in het bezit gesteld van een document dat aantoont dat zijn aanvraag werd ingediend, overeenkomstig het model van bijlage 41bis voor zover hij alle bewijzen aanbrengt bedoeld in artikel 61/27, § 1, van de wet.
  De Burgemeester of zijn gemachtigde maakt de aanvraag en een kopie van bijlage 41bis zonder verwijl over aan de gemachtigde van de Minister. Met het oog op de eventuele inschrijving van de vreemdeling in het vreemdelingenregister laat de Burgemeester of zijn gemachtigde tot een verblijfsonderzoek overgaan.
  Indien de vreemdeling bij de indiening van de aanvraag echter niet alle vereiste documenten overlegt, neemt de Burgemeester of zijn gemachtigde de aanvraag niet in overweging door middel van een document overeenkomstig het model van bijlage 41. Een kopie van dit document wordt onmiddellijk aan de gemachtigde van de Minister overgemaakt.
  § 2. Indien de beslissing gunstig is of indien geen enkele beslissing aan de Burgemeester of zijn gemachtigde wordt meegedeeld binnen een termijn van negentig dagen vanaf de datum van de afgifte van het document dat aantoont dat zijn aanvraag werd ingediend, en indien door de bevoegde gewestelijke autoriteit een voorlopige arbeidsvergunning werd toegekend aan de werkgever, wordt de vreemdeling bedoeld in paragraaf 1 in het bezit gesteld van de een Europese blauwe kaart.
  § 3. Indien de Minister of zijn gemachtigde beslist dat de vreemdeling bedoeld in paragraaf 1 niet tot het verblijf wordt gemachtigd, of indien na afloop van de termijn van negentig dagen geen enkele beslissing is genomen en niet alle vereiste documenten zijn voorgelegd, ontvangt de vreemdeling bedoeld in paragraaf 1 een bevel om het grondgebied te verlaten. In dit geval mag de termijn voor het verlaten van het grondgebied niet minder dan dertig dagen bedragen. De Burgemeester of zijn gemachtigde betekent beide beslissingen door overhandiging van een document overeenkomstig het model van bijlage 13.
  § 4. Indien de Minister of zijn gemachtigde beslist de termijn van negentig dagen bepaald in paragraaf 3 te verlengen met een periode van dertig dagen, overhandigt de Burgemeester of zijn gemachtigde de vreemdeling een kopie van deze beslissing met daarin vermeld welke aanvullende gegevens of documenten binnen de termijn van dertig dagen moeten overgemaakt worden.
  Indien de beslissing gunstig is of indien geen enkele beslissing aan de Burgemeester of zijn gemachtigde wordt meegedeeld binnen deze periode van dertig dagen, en de vereiste documenten werden voorgelegd, wordt de vreemdeling bedoeld in § 1 in het bezit gesteld van een Europese blauwe kaart.
  Indien de minister of zijn gemachtigde beslist, binnen deze periode van dertig dagen, dat de vreemdeling niet tot het verblijf wordt gemachtigd, of indien, na afloop van de termijn van dertig dagen, geen enkele beslissing is genomen en niet alle vereiste documenten zijn voorgelegd, wordt overeenkomstig paragraaf 3 gehandeld. "

Art.17. In hetzelfde besluit wordt de bijlage 6bis, gevoegd bij dit besluit, ingevoegd.

Art.18. In hetzelfde besluit wordt de bijlage 15, vervangen bij het koninklijk besluit van 22 juli 2008, vervangen door de bijlage 15 gevoegd bij dit besluit.

Art.19. In bijlage 15bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 16 augustus 1984 en vervangen bij het koninklijk besluit van 21 september 2011, worden de woorden " Afgegeven in toepassing van artikel 12 bis, §§ 3 en 4, van de wet van 15 december 1980 " vervangen door de woorden " Afgegeven in toepassing van artikel 12 bis, §§ 3, 3bis en 4, van de wet van 15 december 1980. "

Art.20. In bijlage 15ter, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 16 augustus 1984 en vervangen bij het koninklijk besluit van 21 september 2011, worden de woorden " Gelet op artikel 12bis, §§ 3 of 4, van de wet van 15 december 1980 " vervangen door de woorden " Gelet op artikel 12bis, §§ 3, 3bis of 4, van de wet van 15 december 1980 " en worden de woorden " alle bewijzen bedoeld in de artikelen 10, §§ 1 tot 3, van de wet " vervangen door de woorden " alle documenten bedoeld in de artikelen 10, §§ 1 tot 3 en 12bis, §§ 1 en 3, van de wet ".

Art.21. In bijlage 15quater, van hetzelfde besluit, ingevoegd door het koninklijk besluit van 21 september 2011, worden de woorden " De datum waarop het ontvangstbewijs van een aanvraag voor een toelating tot verblijf (" bijlage 15bis ") werd afgegeven vermelden. " vervangen door de woorden " Vermelden van de datum waarop het bewijs van ontvangst van een toelating tot het verblijf is afgegeven (" bijlage 15bis ") of de datum waarop de aanvraag is doorgegeven aan de Minister of zijn gemachtigde als er uitzonderlijke omstandigheden zijn aangevoerd. "

Art.22. De bijlage 15quinquies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 21 september 2011, wordt vervangen door de bijlage 15quinquies gevoegd bij dit besluit.

Art.23. Bijlage 19, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 21 september 2011, wordt vervangen door de bijlage 19 gevoegd bij dit besluit.

Art.24. Bijlage 20, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 21 september 2011, wordt vervangen door de bijlage 20 gevoegd bij dit besluit.

Art.25. Bijlage 37, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 7 mei 2008, wordt vervangen door de bijlage 37 gevoegd bij dit besluit.

Art.26. Bijlage 41 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 27 april 2007 en opgeheven bij het koninklijk besluit van 21 september 2011, wordt hersteld door de bijlage 41 gevoegd bij dit besluit.

Art.27. Bijlage 41bis van hetzelfde besluit ingevoegd bij het koninklijk besluit van 21 september 2011, wordt vervangen door de bijlage 41bis gevoegd bij dit besluit.

Art.28. De Minister die de Toegang tot het grondgebied, het Verblijf, de Vestiging en de Verwijdering van vreemdelingen onder zijn bevoegdheid heeft, is belast met de uitvoering van dit besluit.

  Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 15 augustus 2012.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Justitie,
  Mevr. A. TURTELBOOM
  De Staatssecretaris van Asiel en Migratie,
  Mevr. M. DE BLOCK

BIJLAGEN.
Art. N. Bijlagen 1 tot en met 8.
  (Bijlagen niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 31-08-2012, p. 53590-53604)

  Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 15 augustus 2012 tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Justitie,
  Mevr. A. TURTELBOOM
  De Staatssecretaris voor Asiel en Migratie,
  Mevr. M. DE BLOCK