19 JANUARI 2012. - Wet tot wijziging van de wetgeving met betrekking tot de opvang van asielzoekers
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Art. 1-2
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van de wet van 12 januari 2007 betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen
Art. 3-10
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn
Art. 11-12
HOOFDSTUK 4. - InwerkingtredingArt. 13-14
1976070810 1976A70810 1976B70810 1976C70810 1976D70810 2007002066
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art.2. Deze wet voorziet in een gedeeltelijke omzetting van de Richtlijn 2003/9/EG van de Raad van de Europese Unie van 27 januari 2003 tot vaststelling van minimumnormen voor de opvang van asielzoekers in de lidstaten, van de Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden en van de Richtlijn 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven.
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van de wet van 12 januari 2007 betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen
Art.3. In artikel 2 van de wet van 12 januari 2007 betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) 7° wordt vervangen als volgt :
" 7° de Minister : de Minister die bevoegd is voor Asiel en Migratie onder wie het Agentschap ressorteert; ";
b) er wordt een 12° ingevoegd, luidende :
" 12° het terugkeertraject : het individueel begeleidingstraject dat aangeboden wordt door het Agentschap met het oog op de terugkeer. Het traject wordt geformaliseerd in een door de asielzoeker of de illegale vreemdeling en zijn gezinsleden ondertekend document, dat op zijn minst de rechten en plichten van de asielzoeker en een concrete timing voor de terugkeer vermeldt; ";
c) er wordt een 13° ingevoegd, luidende :
" 13° de vrijwillige terugkeer : de terugkeer van een persoon naar zijn land van herkomst of een derde land waar hij toegelaten of gemachtigd is om te verblijven op het grondgebied, tengevolge van een zelfstandig genomen beslissing om beroep te doen op een programma voor bijstand aan terugkeer uitgewerkt door de overheid van het gastland. ".
Art.4. In artikel 4 van dezelfde wet gewijzigd bij de wet van 30 december 2009 worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) het eerste lid wordt opgeheven;
b) in het tweede lid, dat het eerste lid wordt, worden de woorden " In afwijking van de voorgaande alinea kan het Agentschap " vervangen door de woorden " Het Agentschap kan ";
c) in hetzelfde lid wordt het woord " derde " vervangen door het woord " tweede ";
d) er worden na het nieuwe eerste lid twee leden ingevoegd, luidende :
" Het Agentschap kan beslissen dat de asielzoeker geen beroep kan doen op de materiële hulp bedoeld in artikel 6, § 1, indien de asielzoeker de door de bevoegde instantie vastgestelde verblijfplaats weigert, niet benut of verlaat, zonder deze instantie hiervan op de hoogte te stellen, of zonder toestemming, indien de toestemming vereist is.
Wanneer de in het vorige lid bedoelde asielzoeker zich opnieuw aanmeldt, kan hij terug beroep doen op de materiële hulp bedoeld in artikel 6, § 1. In dat geval kan het Agentschap wel beslissen één van de maatregelen te nemen als voorzien in artikel 45, tweede lid, 1° tot 6°. ";
e) in het laatste lid worden de woorden " in de voorgaande alinea " vervangen door de woorden " in dit artikel ".
Art.5. In artikel 5 van dezelfde wet worden de woorden " de toepassing van artikels 4, 35/2 en " ingevoegd tussen de woorden " Onverminderd " en " de ".
Art.6. In artikel 6, § 1, van dezelfde wet gewijzigd bij de wet van 30 december 2009 worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) in het eerste lid worden de woorden " , tweede lid, " vervangen door de woorden " en artikel 35/2 ";
b) in hetzelfde lid worden alle woorden volgend op de woorden " de hele asielprocedure " opgeheven;
c) het tweede lid wordt opgeheven;
d) het derde lid, dat het tweede lid wordt, wordt vervangen als volgt :
" In het geval van een negatieve beslissing genomen na afloop van de asielprocedure, eindigt de materiële hulp wanneer de uitvoeringstermijn van het bevel om het grondgebied te verlaten, betekend aan de asielzoeker, verstreken is. ".
Art.7. In dezelfde wet wordt een artikel 6/1 ingevoegd, luidende :
" Art. 6/1. § 1. De asielzoeker heeft steeds de mogelijkheid om in te tekenen op een geïndividualiseerd terugkeertraject dat in samenspraak met het Agentschap wordt opgesteld.
Het terugkeertraject geeft voorrang aan de vrijwillige terugkeer.
§ 2. Ten laatste 5 dagen na een negatieve beslissing van het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen biedt het Agentschap een eerste maal de terugkeerbegeleiding aan, waarbij aan de asielzoeker informatie verstrekt wordt met betrekking tot de mogelijkheden inzake het terugkeertraject.
§ 3. Wanneer aan asielzoeker een bevel om het grondgebied te verlaten betekend is, dient het terugkeertraject binnen de uitvoeringstermijn van dat bevel opgesteld en uitgevoerd te worden.
Ten laatste wanneer de asielzoeker een bevel om het grondgebied te verlaten betekend werd, wordt de Dienst Vreemdelingenzaken op de hoogte gebracht en gehouden van de stand van zaken en de vordering van het terugkeertraject, dat vanaf dat moment gezamenlijk door het Agentschap en de Dienst Vreemdelingenzaken beheerd wordt. De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de ministerraad, de nadere regels voor deze informatie-uitwisseling en het gezamenlijk beheer van het traject bepalen.
Indien het Agentschap of de Dienst Vreemdelingenzaken van oordeel is dat de vreemdeling onvoldoende meewerkt aan het terugkeertraject, waardoor zijn vertrek door zijn eigen gedrag wordt uitgesteld, wordt het beheer van het terugkeertraject en het bijhorende administratieve dossier overgedragen aan de Dienst Vreemdelingenzaken, met het oog op een gedwongen terugkeer. Te dien einde kan de Dienst Vreemdelingenzaken de verplichte plaats van inschrijving wijzigen.
§ 4. Het Agentschap of de Dienst Vreemdelingenzaken kunnen de verplichte plaats van inschrijving wijzigen voor de duur van het traject. De Koning kan hiertoe de nadere regels bepalen, bij een besluit vastgesteld na overleg in de ministerraad. "
Art.8. In artikel 7, § 2, eerste lid, van dezelfde wet gewijzigd bij de wet van 30 december 2009 wordt het 5° opgeheven.
Art.9. In dezelfde wet wordt een artikel 35/2 ingevoegd, luidende :
" Art. 35/2. De in artikel 6, § 1, bedoelde materiële hulp, met uitzondering van de medische begeleiding bedoeld in de artikelen 23 en 24, is niet verschuldigd indien de asielzoeker over voldoende financiële middelen beschikt om te voorzien in zijn basisbehoeften. Met voldoende middelen wordt bedoeld een inkomen dat gelijk is aan of hoger is dan het bedrag bedoeld in artikel 14, § 1, 3°, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie.
De asielzoeker dient het Agentschap schriftelijk op de hoogte te brengen van elk element dat verband houdt met zijn beroepssituatie, zijn inkomsten en met de evolutie van deze situatie.
Het Agentschap beëindigt bij een met redenen omklede beslissing de materiële hulp, met uitzondering van de medische begeleiding bedoeld in de artikelen 23 en 24, indien een asielzoeker financiële middelen verborgen heeft gehouden en daardoor ten onrechte aanspraak maakt op materiële hulp. Indien komt vast te staan dat de asielzoeker over voldoende middelen beschikte om in de basisbehoeften te voorzien toen de materiële hulp werd verstrekt, moet de asielzoeker het Agentschap vergoeden voor de verstrekte materiële hulp, met uitzondering van de medische begeleiding bedoeld in de artikelen 23 en 24.
De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in de ministerraad, de nadere regels voor de uitvoering van dit artikel. ".
Art.10. In artikel 58 van dezelfde wet wordt het woord " verder " vervangen door de woorden " Onverminderd het bepaalde in de artikelen 6 en 6/1 ".
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn
Art.11. Artikel 57ter van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, laatst gewijzigd bij de wet van 12 januari 2007, wordt aangevuld met een derde lid, luidende :
" De maatschappelijke dienstverlening is niet door het centrum verschuldigd indien ten aanzien van een vreemdeling een beslissing is genomen overeenkomstig artikel 4 van de wet van 12 januari 2007 betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen. "
Art.12.In dezelfde wet wordt een nieuw artikel 57quinquies ingevoegd, luidende :
" Art. 57quinquies. In afwijking van de bepalingen van deze wet is de maatschappelijke dienstverlening door het centrum niet verschuldigd aan onderdanen van lidstaten van de Europese Unie en hun familieleden gedurende de eerste drie maanden van het verblijf of, in voorkomend geval de langere periode zoals bedoeld in artikel 40, § 4, eerste lid, 1°, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, noch is het verplicht om vóór de verwerving van het duurzame verblijfsrecht steun voor levensonderhoud toe te kennen. ".
(NOTA : bij arrest nr 95/2014 van 30 juni 2014 (B.St 24 juni 2014,p. 55327), heeft het Grondwettelijk Hof dit artikel vernietigd in zoverre het van toepassing is op de onderdanen van de lidstaten van de Europese Unie, die de status van werknemer (al dan niet in loondienst) hebben of behouden, alsook op hun familieleden die legaal op het grondgebied verblijven, en in zoverre het de openbare centra voor maatschappelijke welzijn toelaat de dringende medische hulp te weigeren aan de onderdanen van de lidstaten van de Europese Unie en aan hun familieleden gedurende de drie eerste maanden van het verblijf) {/ital-} HOOFDSTUK 4. - InwerkingtredingArt. 13. Artikel 3, a), van deze wet treedt in werking op de door de Koning te bepalen datum, en uiterlijk op de datum van de bekendmaking van het koninklijk besluit tot vaststelling van bepaalde ministeriële bevoegdheden van de volgende federale regering. Art. 14. De artikels 4 tot 8 van deze wet treden in werking op de door de Koning te bepalen datum, en uiterlijk op 31 maart 2012. Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. Gegeven te Brussel, 19 januari 2012. ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. J. MILQUET De Staatssecretaris voor Asiel, Immigratie en Maatschappelijke Integratie, Mevr. M. DE BLOCK Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM