15 JULI 2011. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het koninklijk besluit van 22 september 1931 Koninklijk Museum van Schone Kunsten te Antwerpen. - Rechtspersoonlijkheid
Art. 1-8
Artikel 1. In artikel 2 van het koninklijk besluit van 22 september 1931 Koninklijk Museum van Schone Kunsten te Antwerpen - Rechtspersoonlijkheid worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de woorden " het Departement van Kunsten en Wetenschappen " worden vervangen door de woorden " het Vlaams ministerie van Cultuur, Jeugd, Sport en Media ";
2° de woorden " Het hoofd der instelling " worden vervangen door de woorden " Het hoofd van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen ".
Art.2. Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
" Art. 3. De Vlaamse Regering benoemt de leden van de commissie voor een periode van drie jaar. Hun mandaat kan worden hernieuwd. De Vlaamse Regering ontslaat de leden, op eigen verzoek of om ernstige redenen. In geval van ontslag of overlijden van een lid wordt dat lid onmiddellijk vervangen. Het nieuwe lid zet het mandaat van zijn voorganger voort. ".
Art.3. Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
" Art. 5. Het besluit tot benoeming van de commissieleden wordt bij uittreksel gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. ".
Art.4. In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de woorden " het hoofd der instelling " vervangen door de woorden " het hoofd van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen ".
Art.5. In artikel 8, 10, 12, 13, 14 en 15 van hetzelfde besluit worden de woorden " Onzen Minister van Kunsten en Wetenschappen " vervangen door de woorden " de Vlaamse minister, bevoegd voor de culturele aangelegenheden ".
Art.6. Het mandaat van de leden van de commissie die benoemd zijn bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 2002 tot benoeming van de leden van de commissie belast met het beheer van het eigen vermogen van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen, eindigt door de benoeming van de nieuwe leden door de Vlaamse minister, bevoegd voor de culturele aangelegenheden.
Art.7. Artikel 6 heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2005.
Art. 8. De Vlaamse minister, bevoegd voor de culturele aangelegenheden, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 15 juli 2011.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
K. PEETERS
De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,
J. SCHAUVLIEGE