13 APRIL 2011. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de definitieve lijsten voor de jaren 2008 en 2009 van sectoren die onvoldoende opleidingsinspanningen realiseren in uitvoering van artikel 3, § 4, van het koninklijk besluit van 11 oktober 2007 tot invoering van een bijkomende werkgeversbijdrage ten bate van de financiering van het betaald educatief verlof voor de werkgevers die behoren tot sectoren die onvoldoende opleidingsinspanningen realiseren in uitvoering van artikel 30 van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact
Art. 1-3
BIJLAGEN.
Art. N1-N2
Artikel 1. De definitieve lijst van de sectoren die onvoldoende opleidingsinspanningen voor het jaar 2008 realiseren, in uitvoering van het koninklijk besluit van 11 oktober 2007 tot invoering van een bijkomende werkgeversbijdrage ten bate van de financiering van het betaald educatief verlof voor de werkgevers die behoren tot sectoren die onvoldoende opleidingsinspanningen realiseren in uitvoering van artikel 30 van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact, is gevoegd in bijlage I van dit besluit.
Deze lijst wordt aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid overgemaakt met het oog op de toepassing van artikel 1 van het voormelde koninklijk besluit.
(NOTA : vernietigd bij het arrest nr 236.416 van de Raad van de State van 14 november 2016, zie B.St. 04-01-2017, p. 249)
Art.2. De definitieve lijst van de sectoren die onvoldoende opleidingsinspanningen voor het jaar 2009 realiseren, in uitvoering van het koninklijk besluit van 11 oktober 2007 tot invoering van een bijkomende werkgeversbijdrage ten bate van de financiering van het betaald educatief verlof voor de werkgevers die behoren tot sectoren die onvoldoende opleidingsinspanningen realiseren in uitvoering van artikel 30 van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact, is gevoegd in bijlage II van dit besluit.
Deze lijst wordt aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid overgemaakt met het oog op de toepassing van artikel 1 van het voormelde koninklijk besluit.
Art.3. Dit besluit heeft uitwerking vanaf 1 januari 2011.
BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage I. - Definitieve lijst van sectoren die onvoldoende opleidingsinspanningen realiseren voor 2008
Beslissing CRB-NAR 2008 | PC Nummer | Benaming |
N | 101 | Nationale Gemengde Mijncommissie |
(N) (1) (2) | 102 | Paritair comité voor het Groefbedrijf |
N | 102.01 | Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen |
N | 102.03 | Paritair Subcomité voor de porfiergroeven in de provincie Henegouwen en de kwartsietgroeven in de provincie Waals-Brabant |
N | 102.05 | Paritair Subcomité voor het bedrijf der porseleinaarde- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Waals-Brabant, Henegouwen, Luik, Luxemburg en Namen |
N | 102.06 | Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant |
N | 102.07 | Paritair Subcomité voor het bedrijf der kalksteengroeven, cementfabrieken en kalkovens van het administratief arrondissement Doornik |
N | 102.08 | Paritair Subcomité voor het bedrijf der marmergroeven en -zagerijen op het gehele grondgebied van het Rijk |
N | 102.09 | Paritair Subcomité voor het bedrijf van de groeven van niet uit te houwen kalksteen en van de kalkovens, van de bitterspaatgroeven en -ovens op het gehele grondgebied van het Rijk |
N | 102.11 | Paritair Subcomité voor het bedrijf der leisteengroeven, coticulegroeven en groeven van slijpsteen voor scheermessen in de provincies Waals-Brabant, Henegouwen, Luik, Luxemburg en Namen |
N (1) (3) | 106 | Paritair comité voor het cementbedrijf |
N | 106.02 | Paritair Subcomité voor de betonindustrie |
N | 106.03 | Paritair Subcomité voor de vezelcement |
N | 107 | Paritair Comité voor de meester-kleermakers, de kleermaaksters en naaisters |
N (1) | 113 | Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf |
N | 113.01 | Paritair subcomité voor het faience- en porseleinbedrijf |
N | 113.02 | Paritair subcomité voor de ceramiekbekleding en vloertegels |
N | 113.03 | Paritair subcomité voor de vuurvaste producten |
N | 113.04 | Paritair Subcomité voor de pannenbakkerijen |
N | 120.02 | Paritair Subcomité voor de vlasbereiding |
N | 120.03 | Paritair Subcomité voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen |
N (1) | 125 | Paritair Comité voor de houtnijverheid |
N | 125.01 | Paritair Subcomité voor de bosontginningen |
N | 125.02 | Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden |
N | 125.03 | Paritair Subcomité voor de houthandel |
N | 127 | Paritair Comité voor de handel in brandstoffen |
N | 127.02 | Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen |
N | 133 | Paritair Comité voor het tabaksbedrijf |
N | 139 | Paritair Comité voor de binnenscheepvaart |
N | 143 | Paritair Comité voor de zeevisserij |
N | 146 | Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf |
N | 147 | Paritair Comité voor de wapensmederij met de hand |
N (1) | 148 | Paritair Comité voor bont en kleinvel |
N | 148.01 | Paritair Subcomité voor de haarsnijderijen |
N | 148.03 | Paritair Subcomité voor de industriële en ambachtelijke fabricage van bontwerk |
N | 148.05 | Paritair Subcomité voor de pelslooierijen |
N (4) | 149 | Paritair Comité voor de sectors die aan de metaal-, machine- en elektrische bouw verwant zijn |
N | 149.03 | Paritair Subcomité voor de edele metalen |
N | 150 | Paritair comité voor gewoon pottengoed in potaarde |
N | 203 | Paritair Comité voor de bedienden uit de hardsteengroeven |
N | 204 | Paritair Comité voor de bedienden uit de porfiergroeven van het kanton van Lessen, van Bierk-bij-Halle en van Quenast |
N | 205 | Paritair Comité voor de bedienden van de steenkolenmijnen |
N | 216 | Paritair Comité voor de notarisbedienden |
N | 217 | Paritair Comité voor de casinobedienden |
N | 223 | Nationaal Paritair Comité voor de sport |
N | 225 | Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs |
N (5) | 303 | Paritair Comité voor het filmbedrijf |
N | 303.01 | Paritair Subcomité voor de filmproductie |
N | 303.02 | Paritair Subcomité voor de verdeling van films |
N | 303.04 | Paritair Subcomité voor de technische filmbedrijvigheid |
N (1) | 315 | Paritair Comité voor de handelsluchtvaart |
N | 315.01 | Paritair Subcomité voor het technisch onderhoud, bijstand en opleiding in de luchtvaartsector |
N | 315.02 | Paritair Subcomité voor de luchtvaartmaatschappijen |
N (6) | 318 | Paritair Comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp |
N | 320 | Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen |
N | 321 | Paritair Comité voor de groothandelaars-verdelers in geneesmiddelen |
N | 324 | Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel |
N | 324.01 | Paritair Subcomité voor het diamantzagen |
N | 324.02 | Paritair subcomité voor de kleinbranche in de diamantnijverheid en -handel |
N | 325 | Paritair Comité voor de openbare kredietinstellingen |
N | 326 | Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf |
N (1) (7) | 327 | Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen |
N (1) | 328 | Paritair Comité voor het stads- en streekvervoer |
N | 328.01 | Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Vlaamse Gewest |
N | 328.02 | Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Waalse Gewest |
N | 328.03 | Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest |
Totaal | 66 | |