4 FEBRUARI 2011. - Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het uitstel van betaling, vermeld in artikel 10, § 8, van het decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij, en in artikel 15/1 van het decreet van 16 juni 2006 betreffende het oprichten van de Vlaamse Grondenbank en houdende wijziging van diverse bepalingen
Art. 1-5
Artikel 1. De koopprijs, vermeld in artikel 10, § 8, van het decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij, en vermeld in artikel 15/1 van het decreet van 16 juni 2006 betreffende het oprichten van de Vlaamse Grondenbank en houdende wijziging van diverse bepalingen, kan worden terugbetaald binnen een periode van vijf, tien, vijftien of twintig jaar.
Art.2. De interestvoet, vermeld in artikel 10, § 8, van het decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij, wordt berekend op basis van de lineaire obligatie en stemt overeen met het rekenkundig gemiddelde van de noteringen van de maand die voorafgaat aan de maand waarin de aankoopbelofte is getekend. De interestvoet voor terugbetaling van de aankoopprijs binnen een periode van vijf, tien, vijftien en twintig jaar wordt berekend op basis van respectievelijk de vijfjarige, tienjarige, vijftienjarige en twintigjarige OLO.
Art.3. De interestvoet, vermeld in artikel 15/1 van het decreet van 16 juni 2006 betreffende het oprichten van de Vlaamse Grondenbank en houdende wijziging van diverse bepalingen, wordt berekend op basis van de lineaire obligatie en stemt overeen met het rekenkundig gemiddelde van de noteringen van de maand die voorafgaat aan de maand waarin de aankoopbelofte is getekend. De interestvoet voor terugbetaling van de aankoopprijs binnen een periode van vijf, tien, vijftien en twintig jaar wordt berekend op basis van respectievelijk de vijfjarige, tienjarige, vijftienjarige en twintigjarige OLO.
Art.4. Uitstel van betaling als vermeld in artikel 10, § 8, van het decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij, en in artikel 15/1 van het decreet van 16 juni 2006 betreffende het oprichten van de Vlaamse Grondenbank en houdende wijziging van diverse bepalingen, kan alleen worden verleend in geval van verkoop van onroerende goederen met uitsluiting van alle andere vormen van vervreemding.
Alleen gebruikers die geen eigenaar zijn van een onroerend goed waarvan zij het gebruik verliezen, komen ter compensatie in aanmerking voor de aankoop van een ander onroerend goed met uitstel van betaling op basis van artikel 15/1 van het decreet van 16 juni 2006 betreffende het oprichten van de Vlaamse Grondenbank en houdende wijziging van diverse bepalingen.
Art. 5. De Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en de landinrichting, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 4 februari 2011.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
K. PEETERS
De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,
J. SCHAUVLIEGE