Details





Titel:

19 JULI 2011. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende toepassing van het decreet van 30 april 2009 betreffende de ontwikkeling van leespraktijken [en de organisatie van het netwerk voor openbare lectuurvoorziening] <BFG2024-03-07/40, art. 1, 012; Inwerkingtreding : 20-04-2024> (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 27-10-2011 en tekstbijwerking tot 10-04-2024)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Art. 1
HOOFDSTUK 2. [1 netwerk voor openbare lectuurvoorziening ]1
Afdeling I. [1 Netwerk voor openbare lectuurvoorziening ]1
Art. 2-5, 5/1, 5/2
Afdeling II. - Criteria voor de inrichting van de operatoren onderling en voor de werking binnen het [1 Netwerk voor openbare lectuurvoorziening]1
Art. 6-7
HOOFDSTUK 3. - De erkenning van de operatoren van de [1 Netwerk voor openbare lectuurvoorziening]1
Afdeling I. - De erkenningsvoorwaarden
Art. 8-13
Afdeling II. - De Erkenningsprocedure
Onderafdeling I. - De indiening van de aanvraag
Art. 14-15
Onderafdeling II. - Het advies van de Diensten van de Regering en [1 van de Commissie]1.
Art. 16-17
Onderafdeling III. - Het beroep tegen een beslissing betreffende een erkenningsaanvraag.
Art. 18
Afdeling III. - Het behoud van de erkenning
Onderafdeling I. - De Evaluatie van het vijfjarenplan met het oog op het behoud van de erkenning.
Art. 19, 19/1, 20
Onderafdeling II. - Het toezicht
Art. 21-24
HOOFDSTUK 3/1. [1 Erkende beroepsfederaties ]1
Art. 24/1, 24/2, 24/3, 24/4
HOOFDSTUK 4. - Voorwaarden voor de toekenning van de subsidies
Art. 25-27, 27/1, 27/2, 27/3, 28-29
HOOFDSTUK 5. - Intrekking van de subsidies en van de erkenning
Art. 30
HOOFDSTUK 6. - Evaluatie van de Dienst voor openbare lectuurvoorziening
Art. 31
HOOFDSTUK 7.
Art. 32
HOOFDSTUK 8. - Evaluatie van het decreet
Art. 33
HOOFDSTUK 9. - Slotbepalingen
Afdeling I. - Overgangsbepalingen
Art. 34-44
Afdeling II. - Slotbepalingen
Art. 45-46
BIJLAGEN.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2013029154  2014029514  2014029603  2017010070  2024003135 



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1.[1 - In de zin van dit besluit wordt verstaan onder :
   1° "het decreet": het decreet van 30 april 2009 betreffende de ontwikkeling van leespraktijken en de organisatie van het netwerk voor openbare lectuurvoorziening;
   2° "de Minister": de minister bevoegd voor de bibliotheken;
   3° de Inspectie : de Algemene Inspectiedienst van Cultuur van de Algemene Administratie Cultuur;
   4° "de Commissie" : de Commissie voor Culturele en Territoriale Actie;
   5° "Gebruiker": de individuele of collectieve gebruiker van het netwerk voor openbare lectuurvoorziening.
   6° "de Dienst voor openbare lectuurvoorziening": de Dienst voor openbare lectuurvoorziening van de Algemene Dienst voor Culturele en Territoriale Actie van de Algemene Administratie Cultuur;
   7° "Gesponsorde collectieve catalogus": collectieve catalogus verschillend van die van de steunoperator, ontwikkeld door rechtstreekse of reizende operatoren vóór 1 januari 2024 ]1.
  ----------
  (1)<BFG 2024-03-07/40, art. 2, 012; Inwerkingtreding : 20-04-2024>

HOOFDSTUK 2. [1 netwerk voor openbare lectuurvoorziening ]1   ----------   (1)
Afdeling I. [1 Netwerk voor openbare lectuurvoorziening ]1   ----------   (1)
Art.2. De overeenkomst bedoeld in artikel 4, tweede lid, van het decreet, opgemaakt voor de uitvoering van het vijfjarenplan voor ontwikkeling, moet ten minste de toestemming van de inrichtende machten bevatten op de volgende elementen :
  1° het vijfjarenplan voor ontwikkeling bedoeld in de artikelen 9, 10 en 11 van het decreet;
  2° de verdeling onder de verschillende inrichtende machten van het aantal forfaitaire subsidies als tegemoetkoming in de bezoldiging van de permanente leden;
  3° de inrichtende macht aangesteld tot coördinator van de plaatselijke bibliotheek die bevoegd is om de forfaitaire subsidie te ontvangen en te bestemmen voor de werking en de activiteiten die toegekend wordt met toepassing van het decreet;
  4° de voorwaarden voor de toegang tot de diensten voor de gebruikers inzonderheid de inschrijvingsvoorwaarden, de voorgestelde prestaties, de toegang tot de catalogus van de hulpbronnen;
  5° de wijzen van betrekkingen tussen de verschillende inrichtende machten met ten minste het beheer en het onderhoud van de catalogus, het overlegproces, de uitwisseling van zowel bibliotheconomische gegevens als deze waarbij de actie bestuurd kan worden;
  6° de nadere regels voor de uitwerking en de werking van het geïntegreerde systeem van informaticabeheer van de bibliotheek en de lokalisatie van de hulpbronnen van het geheel van de bibliotheken van de operator om deze toegankelijk te maken voor de gebruiker in alle vestigingen van de operator;
  7° de geldigheidsduur van de overeenkomst en de nadere regels voor de wijziging van deze overeenkomst.

Art.3.Met toepassing van [1 de artikelen 5, § 1, 1°, en 8, § 2 ]1, van het decreet heeft de [1 Dienst voor openbare lectuurvoorziening]1, ten doel :
  1° de organisatie van de voortgezette opleiding van bibliothecarissen :
  a) door een programma te starten die aan de geïdentificeerde behoeften beantwoordt inzonderheid door de jaarlijkse evaluatie van het [1 netwerk voor openbare lectuurvoorziening]1, het resultaat van de beroepsontmoetingen, de adviezen [1 van de Commissie]1, de studies, evaluaties en onderzoeken gevoerd op initiatief van de [1 Dienst voor openbare lectuurvoorziening]1;
  b) door een permanent overleg tussen de verschillende steunoperatoren te plegen;
  c) door de netwerken voor uitwisseling van praktijken te ondersteunen tussen de bibliothecarissen, inzonderheid door de uitwisseling van praktijken tussen alle operatoren te organiseren en dit met de medewerking van de Inspectie;
  d) door ten minste tweejaarlijkse colloquia of conferenties te organiseren;
  2° het online zetten van een portaal van de collectieve catalogussen van de Franse Gemeenschap die zorgt voor de toegang via internet van alle burgers tot de bibliografische informatie geopend door de bibliotheken van het [1 netwerk voor openbare lectuurvoorziening]1;
  3° de organisatie van de goede werking van een online antwoorddienst op de vragen van de gebruikers, gebaseerd op de samenwerking van de rechtstreekse [1 , reizende]1 operatoren en de steunoperatoren;
  4° de organisatie van de werking van de Centrale reserve van het [1 netwerk voor openbare lectuurvoorziening]1 in de Franse Gemeenschap voor de afvoer en de heroriëntering van bepaalde documenten van de operatoren met als doel :
  a) de ontvangst, de bibliografische verwerking, de selectie met op oog op de bewaring, de heroriëntering of de vernietiging van de afgevoerde werken van de bibliotheken van het Openbare Netwerk voor openbare lectuurvoorziening;
  b) de fysieke bewaring van exemplaren van werken waarvan de staat dit mogelijk maakt of waarvan het vermogensbelang dit vereist;
  c) de interbibliotheek- lening van werken die ze bewaart als ze niet te vinden zijn in de collecties van de rechtstreekse operatoren [1 of reizende]1;
  5° de steun aan operatoren van het Openbare Netwerk voor openbare lectuurvoorziening in hun evaluatie :
  a) door elk jaar analyses te verschaffen aan de operatoren van het [1 netwerk voor openbare lectuurvoorziening]1 zodat ze zich kunnen situeren binnen het netwerk;
  b) door de operatoren hulpbronnen voor de evaluatie van hun actie voor te stellen met de medewerking van de Inspectie;
  c) door het partnerschap tussen de rechtstreekse operatoren [1 en/of reizende]1 met behulp van de Inspectie aan te moedigen om gemeenschappelijke projecten op een grondgebied te ontwikkelen;
  6° de organisatie van acties ter bevordering van lectuurvoorziening of acties ter ontwikkeling van leespraktijken.
  Met toepassing van de [1 artikelen 5, § 1, 1°, en 8, §§ 1, 3°, en 2,]1, van het decreet organiseert de [1 Dienst voor openbare lectuurvoorziening ]1 :
  1° de mutualisering van het bibliografische werk en de uitwisseling van de notities tussen de rechtstreekse operatoren [1 , de reizende operatoren]1 en de steunoperatoren via hun deelname aan het portaal van de online collectieve catalogussen bedoeld in artikel 5, 1° ;
  2° een comité voor de overeenstemming tussen de praktijken van het catalogiseren om de coherentie van het portaal naar de collectieve catalogussen te versterken [1 en de samenhang van de catalogiserings- en bibliografische normen in de gehele Franse Gemeenschap]1 dit comité is samengesteld uit ten minste een vertegenwoordiger van elke steunoperator [1 ...]1;
  3° de werking van een technische commissie voor de verrijking van bibliografische notities van het portaal van collectieve catalogussen en van de collectieve catalogus van artikelen van periodieken; deze commissie is samengesteld uit ten minste een vertegenwoordiger van elke steunoperator.
  [1 de coördinatie van een consortium van digitale aankoop, dat alle steunoperatoren en PointCulture samenbrengt, dat een aankoopbeleid voor digitale boeken ontwikkelt en implementeert voor het digitale uitleenplatform van het netwerk voor openbare lectuurvoorziening;]1
  Met toepassing van de [1 artikelen 5, § 1, 1°, en 8, §§ 1, 4° en 2]1 van het decreet bezorgt de [1 Dienst voor openbare lectuurvoorziening]1, het personeel en de operatoren van het [1 netwerk voor openbare lectuurvoorziening]1:
  1° de publicatie van de bemiddelings- en animatiehulpbronnen uitgevoerd door de operatoren;
  2° de steun aan onderzoeksprogramma's daaromtrent en hun relevantie;
  3° de verdeling van de informatie over de professionelen :
  4° de productie van documentaire hulpbronnen aan operatoren;
  5° de publicatie van periodieken en referentiewerken.
  Met toepassing van de [1 artikelen 5, § 1, 1°, en 8, §§ 1, 5°, en 2,]1, van het decreet is de [1 Dienst voor openbare lectuurvoorziening is belast]1, ertoe gehouden :
  1° de [1 ...]1 synergie te organiseren tussen de verschillende steunoperatoren en, naargelang van de specifieke bekwaamheden, de verdeling van de gezamenlijke opdrachten zoals het opmaken van de collectieve catalogus en het register van de onderzochte periodieken, de coördinatie van de coöperatieve diensten die de vermenigvuldigbare taken onder de steunoperatoren verdelen;
  2° [1 ervoor zorgen dat de reizende operatoren de methodologie bespreken die gebruikt wordt om de activiteit uit te voeren, in het bijzonder in een gebied dat gedeeld wordt met een andere rechtstreekse operator,]1;
  3° de ontwikkelingen van de actie van de bijzondere bibliotheken te vergelijken, de middelen te bundelen, hun actie op te nemen in het beleid voor de integratie van de personen die door een handicap worden getroffen of die om fysieke redenen worden verhinderd zich te begeven naar de diensten die door de rechtstreekse operatoren worden geboden;
  4° het beleid te coördineren met de steunoperatoren van de interbibliotheek-lening op het grondgebied.
  [1 5° een bespreking aan te moedigen over het gebruik van gemeenschappelijke middelen door rechtstreekse operatoren, reizende operatoren, steunoperatoren en PointCulture, om de geïntegreerde netwerkdynamiek te versterken;]1
  ----------
  (1)<BFG 2024-03-07/40, art. 5, 012; Inwerkingtreding : 20-04-2024>

Art.4.§ 1. Met toepassing van [1de artikelen 5, § 3, 8, § 1, 3° tot en met 5°, en 11, 2° ]1, van het decreet
  1° creëren en beheren de steunoperatoren [1 ...]1 een collectieve catalogus [1, in real time bijgewerkt, ]1 van de verzamelingen van de rechtstreekse [1 en reizende]1 operatoren gevestigd op hun bevoegdheidsgrondgebied;
  2° [1 ...]1
  3° worden de bovenvermelde steunoperatoren belast met :
  a) de organisatie van de regelmatige onderlinge verhouding tussen alle rechtstreekse [1 en reizende]1 operatoren gevestigd op hun grondgebieden van bevoegdheid, hun actie en hun resultaten;
  b) de organisatie van de onderlinge verhouding tussen de operatoren en de partners bedoeld in artikel 11, 3°, van het decreet, gevestigd op het bevoegdheidsgrondgebied;
  c) de coördinatie van het beheer van de collecties van de rechtstreekse [1 en reizende]1 operatoren op basis van de analyse van de stand van zaken van de collecties uit de collectieve catalogus(sen) en uit het portaal van de collectieve catalogussen van de Franse Gemeenschap en van het werkelijk of aan te moedigen gebruik van de collecties door de gebruikers;
  d) de verlening van hun hulp aan de rechtstreekse operatoren die de encyclopedische collecties beheren zoals bedoeld in artikel 18, 1°, a), van het decreet om de behoeften te bepalen om deze collecties te ontwikkelen en het beheersbeleid van deze collecties te coördineren met inbegrip van het aanschaf- en afvoerbeleid;
  e) de verlening van een pedagogische en logistieke hulp aan de rechtstreekse operatoren met het oog op hun conceptie en beheer van hun vijfjarenplan voor ontwikkeling;
  f) het voorstel van programma's van voortgezette opleiding aan de operatoren van hun bevoegdheidsgrondgebied.
  § 2. De kosten in verband met de organisatie van de collectieve catalogus van de collecties bedoeld in § 1, 1°, zullen verdeeld kunnen worden tussen de steunoperator en de rechtstreekse [1 en reizende]1 operatoren [1 en reizende operatoren in hun bevoegdheidsgebied]1 Ze zullen aangerekend kunnen worden aan de rechtstreekse operatoren ofwel rechtstreeks door de technische dienstverleners waarop de steunoperator een beroep gedaan heeft, ofwel door de steunoperator zelf, ten gevolge van een verdeling van die kosten, gezamenlijk opgemaakt tussen de steunoperator en de rechtstreekse operator. Alle subsidies die verkregen worden in verband met de organisatie van de collectieve catalogus, zullen afgetrokken worden van het globaal bedrag van die kosten, vóór de verdeling.
  [1 Alleen de volgende kosten mogen door de rechtstreekse of reizende operator worden terugbetaald :]1
  a) de kosten van de licenties voor het gebruik van de documentaire beheerssoftware zowel voor de centrale diensten als, in voorkomend geval, voor de einderubrieken, met uitzondering van de licenties in verband met het beheer van de bibliotheken die eventueel georganiseerd worden door dezelfde inrichtende macht als deze van de steunoperator;
  b) de kosten van het materiaal of van het onderhoud van het materiaal bestemd voor het opmaken en de raadpleging van de notities van de catalogus zowel voor de centrale diensten en, in voorkomend geval, voor de eindrubrieken;
  c) de kosten van het onderhoud, het hosten en de hernieuwing van de servers naar rata van de geheugenruimte van die servers bestemd voor de collectieve catalogus;
  d) de kosten in verband met de oprichting van mogelijke toepassingen waarbij de uitwisseling van gegevens vergemakkelijkt kan worden;
  e) de kosten van het beheer en de ontwikkeling van het webinterface met het oog op de publieke toegang tot de catalogus.
  [1 § 3. Overeenkomstig de artikelen 5, § 1, 2°, 5 § 3, 8, § 1, 3° tot 5°, 11, 2°, en 18/1, tweede lid, 2°, :
   1° creëert en beheert PointCulture een in real time bijgewerkte catalogus van audiovisuele collecties die beschikbaar zijn voor uitlening in het netwerk voor openbare lectuurvoorziening";
   2° zorgt PointCulture voor regelmatig contact tussen steunoperatoren, rechtstreekse operatoren en reizende operatoren die in zijn bevoegdheidsgebied gevestigd zijn, en van hun acties en resultaten op het vlak van audiovisuele middelen;
   3° coördineert PointCulture het beheer van de audiovisuele collecties van de rechtstreekse en reizende operatoren, met name op basis van een analyse van de staat van de collecties op basis van hun collectieve catalogus(sen) en het portaal van de collectieve catalogussen van de Franse Gemeenschap, en van het werkelijke of nog te creëren gebruik van de collecties door de gebruikers;
   4° beantwoordt PointCultureaan verzoeken van rechtstreekse en reizende operatoren die audiovisuele collecties beheren om de behoefte vast te stellen om deze collecties te ontwikkelen en hun beheerbeleid te coördineren, met inbegrip van aankopen en snoeien;
   5° verleent PointCulture bijstand bij culturele bemiddeling aan rechtstreekse en reizende operatoren die dat wensen, met het oog op het ontwerpen en beheren van hun vijfjarige ontwikkelingsplannen voor audiovisuele middelen;
   6° biedt PointCulture voorgezette opleidingsprogramma's in audiovisuele middelen aan operatoren in zijn bevoegdheidsgebied;
   7° is PointCulture, met de steun van de steunoperatoren, belast met de routering van middelen voor het leengebruik tussen bibliotheken zijn aangevraagd, volgens de nadere regels bepaald door de Dienst voor openbare lectuurvoorziening.]1
  ----------
  (1)<BFG 2024-03-07/40, art. 6, 012; Inwerkingtreding : 20-04-2024>

Art.5.[1 § 1.]1 Met toepassing van de [1 artikelen 5, § 3, en 8,, § 1]1, van het decreet
  1° werken de steunoperatoren [1 ...]1 samen aan het online zetten van het portaal van de collectieve catalogussen :
  a)[1 ...]1
  b) door de provinciale of gewestelijke collectieve catalogus erin te schrijven, door hun systeem(en) technisch verenigbaar te stellen enerzijds voor de inzameling van hun collectieve catalogus(sen)[1 ...]1; anderzijds, om rechtstreeks terug te komen op de notities van hun collectieve catalogus(sen) [1 via het gebruik van URL permalinks]1;
  c) door gratis toegang te geven aan de erkende bibliotheken die deelnemen aan een collectieve catalogus van hun steunoperator of aan een gesponsorde collectieve catalogus tot alle bibliografische notities rechtsvrij of opgemaakt door hun personeel en het personeel van de bibliotheken aangesloten bij hun collectieve catalogus waarbij het downloaden van deze notities vanuit het portaal toegelaten wordt.
  2° nemen de steunoperatoren die de rechtstreekse operatoren bedienen voor een provincie of het Brussels Hoofdstedelijk Gewest deel aan de collectieve catalogus van artikelen van periodieken georganiseerd en online geplaatst door de Franse Gemeenschap door samen te werken aan het collectieve depouilleren, door de lokalisatie van de gedepouilleerde periodieken binnen hun grondgebied van bevoegdheid in te leiden en regelmatig bij te werken en dit ten minste twee keer per jaar [1 , en zorgen voor de gemeenschappelijke bewaring van tijdschriften en de levering ervan aan de ]1;
  3° ontwikkelen de steunoperatoren die de rechtstreekse operatoren bedienen voor een provincie of het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de interfaces die nodig zijn voor de voeding van het portaal alsook de invoer van bibliografische notities ervan zowel voor de steunoperator zelf als voor de rechtstreekse operatoren van zijn bevoegdheidsgrondgebied die deelnemen aan de collectieve catalogus van de steunoperator of een gesponsorde collectieve catalogus; die uitwisseling leeft de UNIMARC standaard na, in de vorm van ISO 2709 of MarcXchange (XML) en is uitgevoerd ofwel bij overdracht van bestanden ofwel via het uitwisselingsprotocol SRU of, bij gebreke hieraan, Z 3950.
  [1 4° staan de steunoperatoren in voor de levering van documenten aangevraagd voor leengebruik tussen bibliotheken binnen hun grondgebied en voor de uitwisseling van documenten aangevraagd bij of door steunoperatoren buiten hun grondgebied, volgens de procedures bepaald met de Dienst voor openbare lectuurvoorziening. ]1
  [1 Na ontvangst van het advies van het comité voor de convergentie van de catalogiseringspraktijken bedoeld in artikel 3, tweede lid, 2°, bepaalt de minister :
   1° normen en standaarden met betrekking tot collectieve catalogussen, de uitwisseling van bibliografische gegevens van of naar deze en de banden tussen titelbeschrijvingen en tussen opvragen van catalogussen naar of vanuit een collectief instrument van de Dienst voor Openbare Lectuurvoorziening;
   2° de voorwaarden waaronder rechtstreekse of reizende operatoren tijdelijk en bij wijze van overgangsmaatregel gebruik mogen blijven maken van een gesponsorde collectieve catalogus. ]1
  [1 § 2. Met toepassing van artikel 5 § 3 van het decreet hebben de Dienst voor openbare lectuurvoorziening, de steunoperatoren en PointCulture, om de interoperabiliteit tussen de netwerkoperatoren te garanderen, een overeenkomst gesloten om een kader op te zetten dat hen in staat zal stellen om een identiek middel voor catalogusbeheer te gebruiken zodra de huidige contracten ten einde lopen.]1
  ----------
  (1)<BFG 2024-03-07/40, art. 7, 012; Inwerkingtreding : 20-04-2024>

Art.5/1.[1 Met toepassing van artikel 5, § 3, van het decreet nemen de Dienst voor Openbare lectuurvoorziening, de steunoperatoren en PointCulture, naar rato van de bevolking van hun grondgebied, financieel deel aan een gezamenlijk budget voor de aankoop van digitale titels bestemd voor de uitbouw van de catalogus van het digitale uitleenplatform van het netwerk voor openbare lectuurvoorziening".
   Dit budget wordt vastgesteld en beheerd door het consortium voor digitale aankopen bedoeld in artikel 3, tweede lid, 4°, onder coördinatie van de Dienst voor Openbare lectuurvoorziening. ]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BFG 2024-03-07/40, art. 8, 012; Inwerkingtreding : 20-04-2024>


Art.5/2. [1 De overeenkomst waarin artikel 6 van het decreet voorziet, specificeert :
   1° het gebied waarop de actie van de reizende operator is gericht ;
   2° de gebruikers waarop de actie van de reizende operator gericht is;
   3° de diensten aangeboden aan gebruikers ;
   4° de respectieve opdrachten uitgevoerd door de reizende operator, de steunoperator en de rechtstreekse partneroperatoren;
   5° eventuele financiële bijdrage van de partner inrichtende machten.
   Wanneer de steunoperator en de reizende operator uit hetzelfde gebied door dezelfde inrichtende macht worden georganiseerd, geldt het vijfjarenplan als een overeenkomst tussen hen en omvat het de elementen bedoeld in het eerste lid ]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BFG 2024-03-07/40, art. 9, 012; Inwerkingtreding : 20-04-2024>


Afdeling II. - Criteria voor de inrichting van de operatoren onderling en voor de werking binnen het [1 Netwerk voor openbare lectuurvoorziening]1   ----------   (1)
Art.6.[1 Voor de toepassing van artikel 8, § 1, 2°, van het decreet legt de minister de bibliotheek- en gegevensuitwisselingsstandaarden vast waaraan de operatoren van het netwerk voor openbare lectuurvoorziening moeten voldoen, rekening houdend met de ontwikkeling van de technologieën en de standaarden in het vakgebied ]1.
  ----------
  (1)<BFG 2024-03-07/40, art. 11, 012; Inwerkingtreding : 20-04-2024>

Art.7. Met het oog op de toepassing van artikel 8, § 1, 3° van het decreet beschikken de operatoren over een geïntegreerd computerbeheerssysteem van bibliotheek en maken ze, in al hun vestigingen, de lokalisatie mogelijk van documenten van het geheel van het bevoegdheidsgrondgebied van de operator toegankelijk voor de lezer via een OPAC.

HOOFDSTUK 3. - De erkenning van de operatoren van de [1 Netwerk voor openbare lectuurvoorziening]1   ----------   (1)
Afdeling I. - De erkenningsvoorwaarden
Art.8.[1 Om te voldoen aan de voorwaarde van artikel 12, tweede lid, 3°, van het decreet, moet een operator te allen tijde over een gekwalificeerd personeel beschikken, bestaande uit :
   1° één of meer voltijdse equivalenten die specifiek verbonden zijn aan de operator en die verantwoordelijk zijn voor het opstellen en uitvoeren van het vijfjarig ontwikkelingsplan ;
   2° een bibliothecaris-verantwoordelijke die specifiek verbonden is aan de operator dieverantwoordelijk is voor de coördinatie van het ontwerp en de uitvoering van het vijfjarig ontwikkelingsplan.
   § 2. Om te worden beschouwd als gekwalificeerd personeel en te genieten van de subsidie voorzien in artikel 18, § 1, 1°, van het decreet, moet de betrokken persoon :
   1° ofwel houder zijn van één van de volgende diploma's:
   a) Master of licentiaat in informatie- en communicatiewetenschappen en -technologieën ;
   b) Master of licentiaat in de Franse en Romaanse taal- en letterkunde, algemene richting, met een finaliteit op boeken;
   c) Bachelor of gegradueerde bibliothecaris-documentalist ;
   d) Bibliothecaris houder van een getuigschrift, specifiek voor hoger onderwijs voor sociale promotie van het korte type ;
   e) Buitenlandse kwalificatiegetuigschrift dat door de regering wordt erkend als gelijkwaardig aan de diploma's waarnaar onder a) tot d) wordt verwezen;
   2° ofwel houder zijn van één van de volgende diploma's:
   a) Master of licentiaat in informatica;
   b) Bachelor of gegradueerde in informatica;
   c) Een buitenlandse kwalificatiegetuigschrift dat door de regering wordt erkend als gelijkwaardig aan de diploma's waarnaar onder a) tot en met c) wordt verwezen;
   3) ofwel een functie van gesubsidieerde animator te hebben uitgeoefend in het kader van het decreet van 24 oktober 2008 tot bepaling van de voorwaarden voor de subsidiëring van de tewerkstelling in de socioculturele sectoren van de Franse Gemeenschap;
   4° of voldoen aan de volgende cumulatieve voorwaarden:
   a) een ander nuttig diploma van hoger onderwijs hebben dan bedoeld in 1° en 2° of ten minste vijf jaar nuttige beroepservaring in loondienst hebben, anders dan bedoeld in 3° ;
   b) belast zijn met het ontwerp of de implementatie van de animatie- of bemiddelingsaspecten van het vijfjarige ontwikkelingsplan;
   c) geselecteerd zijn door een examencommissie bestaande uit ten minste :
   - een vertegenwoordiger van de inrichtende macht of van elke partner inrichtende macht;
   - een verantwoordelijke bibliothecaris ;
   d) aangeworven zijn met voorafgaande toestemming van de Dienst voor Openbare lectuurvoorziening over de personeelsadvertentie waarin de voorwaarden voor het openen van de vacature en voor aanwerving worden uiteengezet.
   De minister kan aan de lijst bedoeld in het eerste lid, onder 1°, elk diploma van hoger onderwijs toevoegen dat rechtstreeks verband houdt met het bibliotheekwezen.
   Een vertegenwoordiger van de Dienst voor Openbare lectuurvoorziening kan op zijn verzoek of op verzoek van de operator deelnemen aan de examencommissie bedoeld in het eerste lid, 4°.
   § 3. De bibliothecaris-verantwoordelijke van de operator moet :
   1° ofwel een persoon zijn met de kwalificaties bedoeld in paragraaf 2, eerste lid, 1° tot 2° ;
   2° ofwel een persoon zijn met de beroepservaring bedoeld in paragraaf 2, eerste lid, 3° ;
   3° of een persoon zijn met een ander nuttig diploma van hoger onderwijs dan bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1° en 2°, of met ten minste vijf jaar nuttige beroepservaring in loondienst, anders dan bedoeld in paragraaf 2, eerste lid, 3°.
   Wanneer de operator door meerdere inrichtende machten wordt georganiseerd, brengt de bibliothecaris-verantwoordelijke verslag uit bij de inrichtende macht die als coördinator is aangeduid overeenkomstig artikel 2, 3°.
   Bibliothecarissen-verantwoordelijken die vanaf 1 januari 2025 in dienst treden, moeten geselecteerd zijn door een examencommissie van ten minste :
   1° een vertegenwoordiger van de inrichtende macht of van elke partner inrichtende macht;
   2° een vertegenwoordiger van de Inspectie ]1.
  ----------
  (1)<BFG 2024-03-07/40, art. 13, 012; Inwerkingtreding : 20-04-2024>

Art.9.§ 1. De rechtstreekse [1 en reizende]1 operatoren die minder dan drie permanente leden tewerkstellen, moeten ten minste over een permanent voltijds equivalent beschikken dat ressorteert onder het vormingsniveau bedoeld [1in artikel 8, § 2, eerste lid, 1° ]1
  De rechtstreekse [1 en reizende]1 operatoren die drie permanente leden of meer tewerkstellen, moeten ten minste beschikken over :
  1° een voltijds equivalent ressorterend onder het vormingsniveau bedoeld [1 in artikel 8, § 2, eerste lid, 1° ]1;
  2° en twee permanenten leden die ten minste een bekwaamheidsbewijs van het hoger onderwijs van het korte type hebben en die aan één van de voorwaarden bedoeld [1 in artikel 8, § 2]1 beantwoorden.
  § 2. Elke steunoperator moet ten minste twee permanente voltijdse equivalenten tewerkstellen die over één van de graden bedoeld [1 in artikel 8, § 2, eerste lid, 1°]1 beschikken en voor wat betreft de andere permanente equivalenten mensen die ten minste over een graad van het hoger onderwijs van het korte type beschikken en die één van de voorwaarden bedoeld [1 in artikel 8, § 2]1 vervullen.
  § 3. Om zijn hoedanigheid van geschoold personeel te behouden met toepassing van artikel 12, tweede lid, 3°, van het decreet en om in aanmerking te komen voor een subsidie zoals bedoeld [1 in artikel 18, § 1 1° ]1, van het decreet, moet elk gesubsidieerd personeelslid ten minste 125 uren per periode van vijf jaar besteden aan beroepsopleidingen.
  ----------
  (1)<BFG 2024-03-07/40, art. 14, 012; Inwerkingtreding : 20-04-2024>

Art.10.Met het oog op de toepassing van artikel 12, tweede lid, 4°, van het decreet, beschrijft de operator de verschillende ambten die hij vervult [1 ...]1en bepaalt hij de infrastructuur nader waarbij hij zijn ambten kan vervullen. Die infrastructuren zijn eigen aan de operator, behoren tot een bepaalde partner of moeten nog opgericht of ingericht worden.
  De lopende meters waarvan sprake is [1 in bijlage 4, A,]1 kunnen uitsluitend gewaardeerd worden binnen de bibliotheken waaruit de operator bestaat.
  De rechtstreekse [1 of reizende]1 operator moet over een winkel beschikken waarvan de oppervlakte voldoende is om aan zijn afvoerverplichtingen te voldoen.
  [1 ...]1 Moet de rechtstreekse operator over een lectuurzaal beschikken in ten minste één van zijn vestigingen.
  ----------
  (1)<BFG 2024-03-07/40, art. 15, 012; Inwerkingtreding : 20-04-2024>

Art.11.Met het oog op de toepassing van artikel 12, tweede lid, 5°, van het decreet beschrijft de operator de verschillende ambten die hij vervult [1 ...]1 en bepaalt hij het materieel en meubelen nader waarbij hij zijn ambten kan vervullen.
  De lopende meters die beschikbaar zijn voor de verzamelingen, mogen niet lager zijn dan wat voorzien is in bijlage 4, A [1 ...]1.
  Elke vestiging moet ten minste over een informaticarubriek beschikken die toegankelijk is tot het publiek voor de raadpleging van catalogussen en internet.
  ----------
  (1)<BFG 2024-03-07/40, art. 9, 012; Inwerkingtreding : 20-04-2024>

Art.12.Met het oog op de toepassing van artikel 12, tweede lid, 6°, van het decreet beschikt de rechtstreekse [1 of reizende]1 operator over de verzamelingen die aangepast worden zoals bedoeld [1 in bijlage 4, A of C]1, bij dit besluit.
  ----------
  (1)<BFG 2024-03-07/40, art. 17, 012; Inwerkingtreding : 20-04-2024>

Art.13.[1 § 1. De Ontwikkelingsraadvoor openbare lectuurvoorziening bedoeld in artikel 12, tweede lid, 7°, van het decreet is samengesteld uit :
   1° werkende leden, aangesteld door de inrichtende macht op voordracht van de bibliothecaris-verantwoordelijke;
   2° de bibliothecaris-verantwoordelijke en één of meer vertegenwoordigers van het personeel bedoeld in artikel 8, § 1 die met raadgevende stem zetelen;
   3° één of meer vertegenwoordigers van de inrichtende macht die met raadgevende stem zetelen;
   4° een vertegenwoordiger van de Inspectie die met raadgevende stem zetelt;
   5° in voorkomend geval, een vertegenwoordiger van de steunoperator, die met raadgevende stem zetelt.
   De ontwikkelingsraad voor openbare lectuurvoorziening is samengesteld uit ten minste de helft van de leden die geen personeelsleden van de operator zijn, noch vertegenwoordigers van de inrichtende macht.
   § 2. De werkende leden zijn afkomstig uit het sociale, associatieve-, economische en culturele gebied. Zij mogen niet tegelijkertijd personeelslid van de operator of vertegenwoordiger van de inrichtende macht zijn.
   De raad bestaat uit ten minste zes vaste werkende leden, onder wie ten minste :
   1° een vertegenwoordiger van instellingen die actief zijn op cultureel gebied;
   2° een vertegenwoordiger van instellingen die actief zijn op het gebied van maatschappelijke integratie, alfabetisering of permanente vorming;
   3° een vertegenwoordiger van de onderwijssector;
   4° een vertegenwoordiger van de gebruiker.
   De raad kan in functie van zijn behoeften ook tijdelijke werkende leden uitnodigen.
   § 3. De ontwikkelingsraad voor openbare lectuurvoorziening neemt deel aan de voortdurende evaluatie van het vijfjarige ontwikkelingsplan.
   Hij draagt met name bij aan het algemeen zelfevaluatieverslag waarnaar wordt verwezen in artikel 14 van het decreet, en ondersteunt het team van de operator bij het bepalen van de strategie en het uitvoeren van specifieke projecten.
   § 4. De ontwikkelingsraad voor openbare lectuurvoorziening kan zoveel gespecialiseerde commissies oprichten als hij wil.
   De leden van deze commissies zijn permanent of tijdelijk voor een specifiek project.
   De commissies brengen verslag uit over hun werk aan de gehele raad. ]1
  ----------
  (1)<BFG 2024-03-07/40, art. 18, 012; Inwerkingtreding : 20-04-2024>

Afdeling II. - De Erkenningsprocedure
Onderafdeling I. - De indiening van de aanvraag
Art.14.De Minister stelt het model van de erkenningsaanvraag vast.
  Overeenkomstig artikel 13, eerste lid, 1°, van het decreet wordt de erkenningsaanvraag ingediend bij de Dienst voor Openbare lectuurvoorziening volgens het model bedoeld in het eerste lid, [1 ...]1 met de volgende documenten :
  1° de beschrijving van het juridische statuut van de inrichtende macht(en) van de operator [1 ...]1;
  2° voor de operatoren van het [1 netwerk voor openbare lectuurvoorziening ]1,
  a) indien de activiteit van de operator georganiseerd wordt door verschillende inrichtende machten, de overeenkomst gesloten tussen hen;
  b) het vijfjarenplan voor ontwikkeling en de erkenningscategorie bedoeld in artikel 27 aangevraagd op basis van het plan;
  3° [1 ...]1
  De erkenningsaanvraag moet vóór 31 maart ingediend worden van het jaar voorafgaand aan dat waarin de operator [1 ...]1 erkend wenst te worden.
  ----------
  (1)<BFG 2024-03-07/40, art. 19, 012; Inwerkingtreding : 20-04-2024>

Art.15.Binnen de dertig dagen na de ontvangst van de erkenningsaanvraag, bevestigt de Dienst voor Openbare lectuurvoorziening ontvangst van de aanvraag en deelt de ontvankelijkheid van het dossier mee aan de operator [1 ...]1
  Voor elk dossier dat het bepaalde van artikel 14, [1 eerste en tweede lid ]1 niet naleeft, zal bijkomende informatie aangevraagd worden binnen de dertig dagen na de ontvangst ervan. De operator heeft een termijn van dertig dagen om de aangevraagde bijkomende informatie te geven.
  Bij gebrek aan antwoord van de operator [1 ...]1 binnen de termijnen bepaald in het tweede lid of indien het gegeven antwoord onvolledig of onaangepast is, wordt de aanvraag als onontvankelijk geacht. De Dienst voor openbare lectuurvoorziening zal dit bevestigen binnen de acht dagen in een brief.
  De erkenning wordt toegekend op 1 januari van het jaar volgend op dat van de indiening van de aanvraag.
  ----------
  (1)<BFG 2024-03-07/40, art. 20, 012; Inwerkingtreding : 20-04-2024>

Onderafdeling II. - Het advies van de Diensten van de Regering en [1 van de Commissie]1.   ----------   (1)
Art.16.§ 1. De Dienst voor openbare lectuurvoorziening bezorgt [1, uiterlijk op 15 juni, ]1 de erkenningsaanvraag aan de Inspectie voor advies. Dit advies wordt uitgebracht aan de Dienst voor openbare lectuurvoorziening [1op 30 september van het jaar waarin]1 het dossier ontvankelijk verklaard werd overeenkomstig artikel 15.
  Bij gebrek aan een advies binnen de termijn bedoeld in het eerste lid, wordt aan de adviesvereiste voorbijgegaan.
  § 2. De Dienst voor openbare lectuurvoorziening bezorgt[1 de erkenningsaanvraag aan de Commissie]1 ten laatste op 15 juli van het boekjaar waarin het dossier ontvankelijk werd verklaard overeenkomstig artikel 15.
  [1 De Commissie ]1 brengt zijn advies uit voor 30 september.
  Bij gebrek aan een advies binnen de termijn bedoeld in het tweede lid, wordt aan de adviesvereiste voorbijgegaan.
  § 3. De Dienst voor openbare lectuurvoorziening bezorgt de Minister een voorstel met de adviezen van de Inspectie en [1 van de Commissie.]1 tegen 31 oktober ten laatste.
  ----------
  (1)<BFG 2024-03-07/40, art. 22, 012; Inwerkingtreding : 20-04-2024>

Art.17.Bij ontvangst [1van het voorstel van de Dienst voor openbare lectuurvoorziening ]1 beschikt de Minister over een termijn van vijfenveertig dagen om een beslissing te nemen.
  [1 Binnen vijftien dagen na ontvangst van de beslissing van de minister brengt de Dienst voor openbare lectuurvoorziening de operator hiervan op de hoogt]1.
  [1 De erkenning wordt verleend op 1 januari van het jaar dat volgt op het jaar waarin de aanvraag is ingediend.]1
  ----------
  (1)<BFG 2024-03-07/40, art. 23, 012; Inwerkingtreding : 20-04-2024>

Onderafdeling III. - Het beroep tegen een beslissing betreffende een erkenningsaanvraag.
Art.18.[1 § 1. Na ontvangst van de kennisgeving van de beslissing bedoeld in artikel 17, eerste lid, heeft de operator een recht van beroep dat moet worden uitgeoefend onder de voorwaarden en volgens de nadere regels bedoeld in artikel 96 van het decreet van 28 maart 2019 betreffende het nieuwe beheerkader inzake cultuur.
   § 2. Wanneer het dossier wordt terugverwezen naar een zitting van de Commissie, hebben de Commissie en de Inspectie vijfenveertig dagen vanaf de datum van het advies van de Kamer van Beroep om een nieuw advies uit te brengen.
   § 3. De Dienst voor openbare lectuurvoorziening dient onverwijld een voorstel in bij de minister, samen met het advies van de Kamer van Beroep en, in voorkomend geval, de adviezen van de Inspectie en de Commissie.
   De minister beschikt over een termijn van vijftien dagen vanaf de datum van het advies van de Kamer van beroep of, in voorkomend geval, van het nieuwe advies van de Commissie om zijn beslissing te nemen.
   De Dienst voor openbare lectuurvoorziening brengt de operator op de hoogte van de beslissing binnen tien dagen na de beslissing van de minister ]1.
  ----------
  (1)<BFG 2024-03-07/40, art. 24, 012; Inwerkingtreding : 20-04-2024>

Afdeling III. - Het behoud van de erkenning
Onderafdeling I. - De Evaluatie van het vijfjarenplan met het oog op het behoud van de erkenning.
Art.19.§ 1.[1 Met toepassing van de artikelen 14, § 1, en 15, § 1, eerste lid, 1° van het decreet worden het algemeen zelfevaluatieverslag en het ontwerp van ontwikkelingsplan voor de volgende periode van vijf jaar ten laatste op 31 januari van het vijfde jaar van het lopende vijfjarenplan ingediend bij de Dienst voor openbare lectuurvoorziening.
   Binnen dertig dagen na ontvangst van de elementen bedoeld in het eerste lid bevestigt de Dienst voor openbare lectuurvoorziening de ontvangst ervan en stelt de operator in kennis van de ontvankelijkheid van het dossier.
   Als de elementen bedoeld in het eerste lid niet binnen de voorgeschreven termijn wordt toegezonden, stuurt de Dienst voor openbare lectuurvoorziening een herinnering naar de operator. Deze heeft dertig dagen de tijd om de gevraagde elementen te verstrekken.
   Als de operator niet binnen de termijnen bedoeld in het derde lid antwoordt, of als het verstrekte antwoord onvolledig of inadequaat is, wordt het verzoek als niet-ontvankelijk beschouwd. De Dienst voor openbare lectuurvoorziening zal dit binnen acht dagen per brief bevestigen.
   § 2. De adviezen van de Commissie en de Inspectie worden vóór 30 september van het vijfde jaar uitgebracht.
   Vóór 31 oktober zendt de Dienst voor openbare lectuurvoorziening zijn voorstellen, samen met de adviezen bedoeld in het eerste lid, toe aan de minister.
   Na ontvangst van de voorstellen van de Dienst voor openbare lectuurvoorziening heeft de minister dertig dagen de tijd om een beslissing te nemen.
   In geval van een beslissing tot intrekking heeft de operator het recht om in beroep te gaan overeenkomstig artikel 18 ]10
  ----------
  (1)<BFG 2024-03-07/40, art. 25, 012; Inwerkingtreding : 20-04-2024>

Art.19/1.[1 In afwijking [2 in artikel 19, § 1, eerste lid, 1 ]2, dienen de operatoren[2 ...]2, waarvan de erkenning met ingang van 1 januari 2014 uitwerking heeft genomen en waarvan [2 de erkenning]2 werd gehandhaafd op 1 januari 2022 hun volgend [2 algemeen zelfevaluatieverslag]2 en hun volgend vijfjarig ontwikkelingsplan, ten laatste op 31 januari 2027, in.
   In afwijking van het [2 in artikel 19, § 2, eerste lid]2, worden de adviezen van de [2 Commissie]2 die betrekking hebben op de operatoren van de openbare dienst [2 ...]2, waarvan de erkenning met ingang van 1 januari 2014 uitwerking heeft genomen en werd gehandhaafd op 1 januari 2022, uitgebracht vóór 1 september 2027.
   Voor de operatoren [2 ...]2, waarvan de erkenning met ingang van 1 januari 2014 uitwerking heeft genomen en werd gehandhaafd op 1 januari 2022, moeten [2 het tweede en vierde lid, § 2]2 van het artikel 19 gelezen worden overeenkomstig de afwijkingen voorzien in het eerste en tweede lid van dit artikel]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij DFG 2021-07-14/23, art. 20, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2021>
  (2)<BFG 2024-03-07/40, art. 26, 012; Inwerkingtreding : 20-04-2024>

Art.20.De doorlopende [1 zelfevaluatie ]1 voorzien [1 in artikel 14 ]1, van het decreet, wordt uitgevoerd met de [1 punctuele begeleiding ]1 aan de Inspectie. Tijdens de verwezenlijking van het ontwikkelingsplan volgen de operatoren het evaluatiesysteem beschreven in het plan en stellen ze alles in het werk om de nodige en voorziene elementen te verenigen : het beheer van de data van de evaluatie, het voorleggen van nuttige gegevens, de deelname van personen aangesteld om de evaluatie uit te voeren.
  ----------
  (1)<BFG 2024-03-07/40, art. 27, 012; Inwerkingtreding : 20-04-2024>

Onderafdeling II. - Het toezicht
Art.21.§ 1. [1 § 1. De Minister bepaalt het model van activiteitenverslag en van het boekhoudkundig verslag bedoeld in artikel 16, § 1, van het decreet. " ;
  § 2. Overeenkomstig artikel 16, § 2, 1°, van het decreet [1 moeten]1 het [1 het activiteitenverslag en]1 boekhoudkundig verslag aan de Dienst voor openbare lectuurvoorziening toegezonden worden ten laatste tegen 30 juni van het jaar dat volgt op dat waarvoor de subsidies toegekend worden.
  § 3.[1 ...]1
  ----------
  (1)<BFG 2024-03-07/40, art. 28, 012; Inwerkingtreding : 20-04-2024>

Art.22.[1 De Dienst voor openbare lectuurvoorziening controleert de verantwoording van de toegekende subsidies overeenkomstig de artikelen 21 en 23.
   Bij niet-naleving van de erkennings- of subsidiëringsvoorwaarden stuurt de Dienst voor openbare lectuurvoorziening de operator of de erkende beroepsfederatie de ingebrekestelling bedoeld in artikel 24, 1°, van het decreet.
   Na ontvangst van de opmerkingen van de operator of de erkende beroepsfederatie, of bij ontstentenis van opmerkingen, bevestigt of niet de Dienst voor openbare lectuurvoorziening zijn oorspronkelijk advies binnen de termijn bedoeld in artikel 24, 3°, van het decreet.
   Als de Dienst voor openbare lectuurvoorziening het nodig acht om erkenningen of subsidies in te trekken, zal hij de zaak voorleggen aan de Inspectie en de Commissie.
   De Inspectie en de Commissie zullen binnen dertig dagen een advies uitbrengen.
   Binnen tien dagen na ontvangst van de adviezen stuurt de Dienst voor openbare lectuurvoorziening de minister zijn voorstellen, samen met de adviezen van de Commissie en de Inspectie.
   De minister heeft na ontvangst van deze documenten dertig dagen de tijd om te beslissen of hij de subsidies of erkenningen behoudt of intrekt ]1.
  ----------
  (1)<BFG 2024-03-07/40, art. 29, 012; Inwerkingtreding : 20-04-2024>

Art.23.§ 1. De subsidie bedoeld [1 in artikel 18, § 2, vierde lid, 2]1, van het decreet wordt verantwoord in het boekhoudkundig verslag door de in aanmerking komende lasten als volgt :
  1° de bezoldiging of de jaarlijkse brutowedde bepaald als de gewone bezoldiging, de bezoldiging betreffende afwezigheden waarvoor de bezoldiging behouden wordt, de loontoeslag, de bezoldiging die gewaarborgd wordt in geval van ziekte en ongeval, de toelagen en vergoedingen, de verlofspremie, de eenvoudige vertrekpremie;
  2° het gewaarborgde loon dat niet onderworpen wordt aan de bijdragen sociale zekerheid;
  3° de mogelijke eindejaarspremie;
  4° de bijdragen sociale zekerheid die ten laste zijn van de werkgever, met inbegrip van de jaarlijkse bijdrage bestemd voor het stelsel van het jaarlijkse verlof van de handarbeiders;
  5° de tegemoetkoming voor vervoerskosten tussen de woon- en de werkplaats;
  6° de verzekering voor arbeidsongevallen;
  7° de mogelijke kosten van het maatschappelijk secretariaat;
  8° de kosten om maatschappelijke abonnementen.
  Onverminderd artikel 26 van het decreet, in geval van afdanking, kan de afdankingspremie enkel de subsidie verantwoorden als deze een werkelijk gepresteerde arbeid vertegenwoordigt.
  § 2. Iedere inrichtende macht [1van een rechtstreekse operator ]1 die subsidies geniet bedoeld [1 in artikel 18, § 1, eerste lid, 1°]1, van het decreet en waarvan de activiteit ingericht wordt door meerdere inrichtende machten, moet het aantal forfaitaire subsidies als tegemoetkoming in de bezoldigingen van permanente personeelsleden verantwoorden die hem toegekend worden krachtens de overeenkomst getekend tussen de inrichtende machten.
  Deze subsidies worden rechtstreeks door [1 Dienst voor openbare lectuurvoorziening"]1 aan elke inrichtende macht uitbetaald, volgens de verdeling opgenomen in de overeenkomst bepaald met toepassing van artikel 4, tweede lid, van het decreet en van artikel 2, 2° [1 van dit besluit]1.
  § 3. [1 Publiekrechtelijke inrichtende machten kunnen de subsidies bedoeld in artikel 18, § 1, eerste lid, 1° van het decreet cumuleren met andere tewerkstellingssubsidies op voorwaarde dat het gecumuleerde bedrag van deze verschillende subsidies niet hoger ligt dan de werkelijk gedane uitgaven voor het betrokken personeel. ]1, overschrijden.
  § 4. Het aantal betrekkingen bedoeld bij [1 in artikel 18, § 2]1, van het decreet wordt voor een publiekrechtelijke inrichtende macht op een volledig jaar verantwoord. In geval van gedeeltelijke bezetting, wordt de subsidie verschuldigd in functie van de berekening van het bezettingspercentage in referentie tot een voltijds equivalent zoals bepaald in het arbeidsreglement, de arbeidsovereenkomst of het statuut. Het bezettingspercentage wordt op basis van de gepresteerde of de daarmee gelijkgestelde periodes die in aanmerking worden genomen voor de berekening van de bezoldiging, berekend.
  § 5. Gedurende de terbeschikkingstelling van de statutaire ambtenaar, zal de subsidie uitbetaald worden tegen zestig procent dat overeenkomt met de wachtwedde van de ambtenaar.
  ----------
  (1)<BFG 2024-03-07/40, art. 30, 012; Inwerkingtreding : 20-04-2024>

Art.24.§ 1. Om de subsidies bedoeld [1 in artikel 18, § 1, eerste lid, 1° en 2° ]1, van het decreet, te verantwoorden, dienen de operators en de [1 erkende beroepsfederaties]1 uitgaven in betreffende hetzelfde jaar als het jaar waarop de subsidies op de begroting van de Franse Gemeenschap worden aangerekend.
  (lid niet vertaald, zie Franse versie)
  Indien een operator of een [1 erkende beroepsfederatie]1, gedurende twee opeenvolgende jaren, de aanwending van het geheel van de subsidies niet verantwoordt, is de procedure bedoeld [1 in artikel 22";
  § 2. De operator of een [1 erkende beroepsfederatie]1 is ertoe gehouden gedurende vijf jaar, vanaf 1 januari van het jaar volgend op het jaar van de toekenning van de subsidies, alle boekhoudkundige stukken tot verantwoording van de aanwending van de toegekende subsidies te behouden en deze ter beschikking te stellen ter nazicht, overeenkomstig de algemene bepalingen die toepasselijk zijn op de begrotingen, het nazicht van de subsidies en de boekhouding van de Gemeenschappen en de Gewesten, alsook de organisatie van het toezicht door het Rekenhof.
  ----------
  (1)<BFG 2024-03-07/40, art. 31, 012; Inwerkingtreding : 20-04-2024>

HOOFDSTUK 3/1. [1 Erkende beroepsfederaties ]1   ----------   (1)
Art.24/1. [1 . § 1. De aanvraag voor een programmaovereenkomst bedoeld in artikel 19, § 3, van het decreet wordt ingediend vóór 31 maart van het jaar vóór de inwerkingtreding van de overeenkomst.
   Ze gaat vergezeld van een plan met de actie- en programmadoelstellingen van de federatie voor de komende vijf jaar.
   § 2. De ontvankelijkheid van de aanvraag wordt onderzocht overeenkomstig artikel 15.
   § 3. Ontvankelijke aanvragen worden door de diensten van de regering en de Commissie behandeld overeenkomstig artikel 16.
   § 4. De beslissing van de minister wordt meegedeeld overeenkomstig artikel 17.
   § 5. De beroepsprocedures van artikel 18 zijn van toepassing. ]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BFG 2024-03-07/40, art. 32, 012; Inwerkingtreding : 20-04-2024>


Art.24/2. [1 § 1. De subsidies bedoeld in artikel 19, § 1, van het decreet worden gerechtvaardigd door uitgaven die betrekking hebben op hetzelfde jaar als dat waarin de subsidies opgevoerd worden bij de begroting van de Franse Gemeenschap.
   § 2. Erkende beroepsfederaties die de subsidies bedoeld in artikel 19, § 1, van het decreet ontvangen, dienen jaarlijks een dossier in dat het gebruik van deze subsidies rechtvaardigt, bestaande uit een boekhoudkundig verslag en een activiteitenverslag.
   De minister stelt het model vast voor het activiteitenverslag en het boekhoudkundig verslag bedoeld in het eerste lid.
   Het activiteitenverslag en het boekhoudkundig verslag moeten uiterlijk op 30 juni van het jaar volgend op het jaar waarvoor de subsidies worden toegekend, naar de Dienst voor de openbare lectuurvoorziening worden gestuurd. ]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BFG 2024-03-07/40, art. 32, 012; Inwerkingtreding : 20-04-2024>


Art.24/3. [1 1. De verantwoording van de subsidies bedoeld in artikel 19, § 1 van het decreet wordt gecontroleerd overeenkomstig de artikelen 22 tot 24.
   § 2. De erkende beroepsfederaties zijn verplicht om alle boekhoudkundige bewijsstukken die het gebruik van de toegekende subsidies staven, te bewaren gedurende een periode van vijf jaar vanaf 1 januari van het jaar dat volgt op het jaar waarin de subsidies bedoeld in artikel 19, § 1 van het decreet zijn toegekend en ter inzage te geven, overeenkomstig de algemene bepalingen die van toepassing zijn op de begrotingen, de controle van de subsidies en de boekhouding van de Gemeenschappen en Gewesten, alsook op de organisatie van de controle van het Rekenhof.
   § 3. Als een erkende beroepsfederatie geen volledig bewijs levert van het gebruik van de subsidies waarnaar wordt verwezen in artikel 19, § 1, van het decreet, zal de Dienst voor openbare lectuurvoorziening de onterechte bedragen terugvorderen.
   Indien een erkende beroepsfederatie niet gedurende twee opeenvolgende jaren het bewijs levert van het gebruik van alle subsidies bedoeld in artikel 19, § 1 van het decreet, is de procedure bedoeld in de artikelen 24 en volgende van het decreet en in artikel 22 van toepassing. ]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BFG 2024-03-07/40, art. 32, 012; Inwerkingtreding : 20-04-2024>


Art.24/4. [1 § 1. De aanvraag voor verlenging van het programmacontract wordt uiterlijk op 31 januari van het vijfde jaar van het huidige contract ingediend.
   Ze gaat vergezeld van een algemeen zelfevaluatieverslag over de huidige overeenkomst en een plan met de actie- en programmadoelstellingen van de betrokken federatie voor de komende vijf jaar.
   § 2. Verlengingsaanvragen worden behandeld in overeenstemming met artikel 19. ]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BFG 2024-03-07/40, art. 32, 012; Inwerkingtreding : 20-04-2024>


HOOFDSTUK 4. - Voorwaarden voor de toekenning van de subsidies
Art.25.Met toepassing [1 van artikel 18, § 2, vierde lid, 2°, ]1, van het decreet, wordt het bedrag van de subsidies toegekend als forfaitaire tegemoetkoming in de bezoldiging van de permanente personeelsleden van de publiekrechtelijke operatoren of operatoren die publiekrechtelijke inrichtende machten bijeenbrengen, op 20.000 euro bepaald.
  ----------
  (1)<BFG 2024-03-07/40, art. 33, 012; Inwerkingtreding : 20-04-2024>

Art.26.§ 1. Met toepassing [1 van artikel 18, § 4]1, van het decreet, dient, ten laatste tegen 31 december van het jaar voorafgaand aan dat [1 gedurende hetwelk hij]1 haar erkenning of het behoud van haar erkenning aanvraagt,[1 van de rechtstreekse operator]1 die de [1 bewaring]1 van een encyclopedische collectie beschikbaar wenst te maken voor de rechtstreekse operatoren en de gebruikers [1 ...]1 van een grondgebied dat breder is dan haar bevoegdheidsgrondgebied, een bijkomende aanvraag in bij de steunoperator van haar provincie of van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest samen met een afschrift aan de Dienst voor openbare lectuurvoorziening.
  De steunoperator raadpleegt in overleg het geheel van de [1 aanvragende rechtstreekse operatoren ]1 en stelt aan de [1 Dienst voor openbare lectuurvoorziening" ]1 een met redenen omklede verdeling voor van al of deel van de subsidies bepaald [1 in artikel 18, § 4]1, van het decreet, onder andere in functie van de leesbehoeften die geïdentificeerd werden op het grondgebied, van de noodwendigheden inzake aanschaffing in verband met de vijfjarenplannen voor ontwikkeling van de verschillende bibliotheken die de [1 de rechtstreekse operator(en)]1 zich voornemen te bedienen en van een uitgebalanceerde verdeling van de subsidies voor het geheel van de [1 betrokken rechtstreekse operatoren ]1.
  Dit voorstel wordt [1 aan de Dienst voor openbare lectuurvoorziening]1 vóór 1 maart van het jaar volgend op dat van de indiening van de aanvraag overgezonden.
  § 2. [1 De rechtstreekse operatoren]1 die subsidies krijgen als tegemoetkoming in de bezoldiging van permanente personeelsleden overeenkomstig [1 in artikel 18, § 4]1, van het decreet kunnen een associatie aangaan met een steunoperator met als doel de terbeschikkingstelling voor het publiek van encyclopedische collecties die tot deze steunoperator behoren. In dit geval bepalen [1 de rechtstreekse operator]1 en de steunoperator de voorwaarden van hun medewerking in een overeenkomst.
  ----------
  (1)<BFG 2024-03-07/40, art. 34, 012; Inwerkingtreding : 20-04-2024>

Art.27.§ 1. Voor de plaatselijke bibliotheken wordt het bedrag van de forfaitaire subsidies voor de werking en de activiteiten bedoeld bij artikel 18, 2°, van het decreet berekend volgens de hiernavolgende tabel [1 ; dit bedrag is geldig voor de hele periode van de erkenning verbonden aan het vijfjarenplan voor ontwikkeling.]1
  De vermelde bedragen zijn geldig voor elke categorie zoals opgenomen in de bijlage 4 A bij dit besluit.



  
  
Aantal inwoners van het bevoegdheidsgrondgebiedCategorie 1Categorie 2Categorie 3Categorie 4
  
Minder dan 15.0005.00015.00030.00045.000
  
Van 15.000 tot minder dan 25.0005.00020.00040.00060.000
  
Van 25.000 tot minder dan 35.0005.00020.00040.00070.000
  
Van 35.000 tot minder dan 50.0005.00025.00055.00085.000
  
Van 50.000 tot minder dan 80.00010.00030.00060.00090.000
  
Van 80.000 tot minder dan 110.00010.00030.00060.00090.000
  
Van 110.000 tot minder dan 140.00010.00030.00060.00095.000
  
Van 140.000 tot minder dan 170.00010.00035.00070.000110.000
  
170.000 en meer10.00035.00070.000110.000

  [5 ...]5
  § 2. Voor de rondreizende bibliotheken wordt het bedrag van de forfaitaire subsidies voor de werking en activiteiten bedoeld bij artikel 18, 2°, van het decreet berekend volgens de hierna opgenomen tabel.
  De opgenomen bedragen zijn geldig voor elke categorie zoals bepaald in de bijlage 4 A bij dit besluit.


[<font color="red">1</font> Categorie 1Categorie 2
20.00025.000]<font color="red">1</font>
(<font color="red">1</font>)<BFG <a href="/cgi_loi/article.pl?language=nl&lg_txt=n&cn_search=2024030740" target="_blank">2024-03-07/40</a>, art. 35, 012; Inwerkingtreding : 20-04-2024>

  § 3. Voor de [5 rechtstreekse operatoren erkend als]5 bijzondere bibliotheken wordt het bedrag van de forfaitaire subsidies voor de werking en activiteiten bedoeld [5 in artikel 18, § 1, eerste lid, 2°]5, van het decreet berekend volgens de hierna opgenomen tabel.
  De opgenomen bedragen zijn geldig voor elke categorie zoals bepaald in de bijlage 4 A bij dit besluit.



  
  
Categorie 1 Categorie 2 Categorie 3 Categorie 4
  
5.00010.00010.00015.000

  § 4. Voor de steunoperatoren wordt het bedrag van de forfaitaire subsidies voor de werking en activiteiten bedoeld [5 in artikel 18, § 1, eerste lid, 2°]5, van het decreet berekend volgens de hierna opgenomen tabel [1 ; dit bedrag is geldig voor de hele periode van de erkenning verbonden aan het vijfjarenplan voor ontwikkeling.]1
  De opgenomen bedragen zijn geldig voor elke categorie zoals bepaald in de bijlage 4 B bij dit besluit.



  
  
Aantal inwoners van het bevoegdheidsgrondgebiedCategorie 1Categorie 2Categorie 3Categorie 4
  
Minder dan 750.00015.00020.00030.00035.000
  
Van 750.000 tot minder dan 1.000.00015.00020.00030.00035.000
  
1.000.000 en meer20.00025.00035.00040.000

  [2 § 5. [3 ...]3]2
  ----------
  (1)<DFG 2014-12-18/21, art. 44, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
  (2)<DFG 2018-07-11/21, art. 32, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
  (3)<DFG 2021-07-14/23, art. 21, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2021>
  (4)<DFG 2021-12-15/13, art. 29, 010; Inwerkingtreding : 01-01-2022>
  (5)<DFG 2022-12-14/15, art. 33, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.27/1. [1 § 1. De aanvullende subsidies in verband met de ontwikkeling van een specifiek systeem bedoeld in artikel 18, § 5 tot 7, van het decreet, bestaan uit een forfaitair bedrag van 30.000 euro.
   § 2. De minimumvereisten om in aanmerking te komen voor een aanvullende subsidie voor het beheer van een lokale mediatheek zijn als volgt:
   1° de collectie bestaat uit minstens 1500 verschillende media van voldoende kwaliteit en diversiteit;
   2° de collectie wordt vermeld in de catalogus van de steunoperator en is beschikbaar voor interlening;
   3° de bibliotheek heeft een eigen ruimte. Bij wijze van afwijking wijzen reizende operators specifieke plaatsen of tijden aan die gewijd zijn aan de actie van de mediatheek;
   4° de collectie is toegankelijk voor gebruikers tijdens de openingsuren van de bibliotheek;
   5° minstens 4 uur per week worden besteed aan de media-uitleendienst of specifieke evenementen;
   6° de operator besteedt een specifiek budget aan het aankoopbeleid;
   7° minstens 30% van de vrije toegankelijke collectie bestaat uit media die minder dan 10 jaar oud zijn;
   8° het toegewijde personeel volgt minstens om de twee jaar een specifieke opleiding.
   § 3. De minimumvereisten om in aanmerking te komen voor een aanvullende subsidie voor het beheer van een plaatselijke speel-o-theek zijn als volgt:
   1° de collectie bestaat uit minstens 600 verschillende spellen, en is van voldoende kwaliteit en diversiteit;
   2° naar de collectie wordt verwezen in de catalogus van de steunoperator;
   3° de bibliotheek heeft een eigen ruimte. Bij wijze van afwijking wijzen reizende operatoren specifieke plaatsen of tijden aan die gewijd zijn aan de activiteit van de speel-o-theek;
   4° de collectie is toegankelijks tijdens de openingsuren van de bibliotheek;
   5° minstens 4 uur per week worden besteed aan het uitlenen van wedstrijden of speciale evenementen;
   6° de operator besteedt een specifiek budget aan het aankoopbeleid;
   7° minstens 30% van de vrije toegankelijke collectie bestaat uit spellen die minder dan 10 jaar oud zijn;
   8° het toegewijde personeel heeft een diploma van speelgoedbibliothecaris of volgt minstens om de twee jaar een specifieke opleiding.
   § 4. De minimumvereisten om in aanmerking te komen voor een aanvullende subsidie voor de ontwikkeling van leespraktijken in gevangenissen zijn als volgt:
   1° de operator biedt een terugkerende activiteit aan, minstens 2 uur per week en 35 weken per kalenderjaar;
   2° de operator besteedt een specifiek budget aan de ontplooiing van deze activiteit;
   3° het toegewijde personeel volgt minstens om de twee jaar een specifieke opleiding ]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BFG 2024-03-07/40, art. 36, 012; Inwerkingtreding : onbepaald >


Art.27/2. [1 § 1. De punctuele uitrustings- of ontwikkelingspremies bedoeld in artikel 18, § 1, tweede lid, 2° van het decreet worden toegekend onder de volgende voorwaarden:
   1° de bijdrage van de Franse Gemeenschap is beperkt tot 60% van het gecumuleerde bedrag van de uitgaven gedekt door de subsidie;
   2° eenzelfde operator mag slechts één bijdrage per kalenderjaar aanvragen;
   3° het maximumbedrag van de subsidie is 50.000 euro;
   4° de aanvraag moet duidelijk gekoppeld zijn aan het ontwikkelingsplan van de operator.
   § 2. De operator dient de subsidieaanvraag in bij de Dienst voor Openbare lectuurvoorziening in de vormen en binnen de termijnen die deze voorschrijft, en publiceert deze op haar website.
   De aanvraag bevat de volgende elementen :
   1° een beschrijving van de gevraagde uitrusting;
   2° een argument waarin de voordelen van de gevraagde uitrusting voor de operator gedetailleerd worden uiteengezet;
   3° een voorlopige begroting voor de gevraagde uitrusting, gebaseerd op ten minste drie vaste offertes of op de voorwaarden van de gekozen aannemer in het geval van een lopende overheidsopdracht.
   De Dienst voor Openbare lectuurvoorziening analyseert de ontvangen aanvragen en stuurt de ontvankelijke aanvragen door naar de Commissie.
   § 3. De Commissie brengt een advies uit over de ontvankelijke aanvragen en rangschikt deze in volgorde van prioriteit.
   Wanneer er onvoldoende kredieten beschikbaar zijn om aan alle positief beoordeelde subsidiabele aanvragen te voldoen, worden de volgende prioriteitscriteria toegepast:
   1° er wordt voorrang gegeven aan operatoren die geen uitrustings- of inrichtingssubsidie hebben ontvangen in de drie jaar voorafgaand aan de indiening van de aanvraag;
   2° binnen dezelfde prioriteitsvolgorde worden de subsidies toegekend in de volgorde van indiening van de aanvragen.
   Op basis van de ingediende adviezen stuurt de Dienst voor Openbare lectuurvoorziening een voorstel naar de minister. ]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BFG 2024-03-07/40, art. 37, 012; Inwerkingtreding : 20-04-2024>


Art.27/3. [1 § 1. Er zijn twee soorten punctuele subsidies voor digitalisering zoals bepaald in artikel 18, § 1, tweede lid, 3° van het decreet:
   1° computeruitrusting ;
   2° steun voor de ontwikkeling van acties gericht op het versterken van de digitale inclusie van bevolkingsgroepen.
   § 2. Subsidies voor IT-uitrusting worden onder de volgende voorwaarden toegekend:
   1° de bijdrage van de Franse Gemeenschap is beperkt tot 50% van het gecumuleerde bedrag van de uitgaven gedekt door de subsidie;
   2° eenzelfde operator mag slechts één bijdrage per kalenderjaar aanvragen;
   3° overeenstemt met de subsidiabele uitgaven, waarvan de lijst wordt opgesteld door de minister en jaarlijks gepubliceerd door de Dienst voor Openbare lectuurvoorziening;
   4° het maximumbedrag van de subsidie is 50.000 euro;
   5° de aanvraag moet duidelijk gekoppeld zijn aan het ontwikkelingsplan van de operator.
   De operator dient de subsidieaanvraag in bij de Dienst voor Openbare lectuurvoorziening in de vormen en binnen de termijnen die deze voorschrijft, en publiceert deze op haar website.
   De aanvraag bevat de volgende elementen :
   1° een beschrijving van de gevraagde uitrusting;
   2° een argument waarin de voordelen van de gevraagde uitrusting voor de operator gedetailleerd worden uiteengezet;
   3° een voorlopige begroting voor de gevraagde uitrusting, gebaseerd op ten minste drie vaste offertes of op de voorwaarden van de gekozen aannemer in het geval van een lopende overheidsopdracht.
   De Dienst voor Openbare lectuurvoorziening analyseert de ontvangen aanvragen en stuurt de ontvankelijke aanvragen door naar de Commissie.
   De Commissie brengt een advies uit over de ontvankelijke aanvragen en rangschikt deze in volgorde van prioriteit.
   Wanneer er onvoldoende kredieten beschikbaar zijn om aan alle positief beoordeelde subsidiabele aanvragen te voldoen, worden de volgende prioriteitscriteria toegepast:
   1° er wordt voorrang gegeven aan operatoren die in de drie jaar voorafgaand aan de indiening van de aanvraag geen subsidie voor IT-uitrusting hebben ontvangen;
   2° binnen dezelfde prioriteitsvolgorde worden de subsidies toegekend in de volgorde van indiening van de aanvragen.
   Op basis van de ingediende adviezen stuurt de Dienst voor Openbare lectuurvoorziening een voorstel naar de minister.
   § 3. Subsidies ter ondersteuning van de ontwikkeling van acties gericht op het versterken van de digitale inclusie van bevolkingsgroepen worden toegekend op basis van een oproep tot projecten die één keer per zittingsperiode op de website van de Dienst voor Openbare lectuurvoorziening wordt gepubliceerd.
   De voorwaarden van de oproep worden vastgesteld door de minister, op voorstel van de Dienst voor Openbare lectuurvoorziening, en omvatten :
   1° de in aanmerking komende acties, gericht rekening houdend met de prioriteiten die blijken uit de evaluatie bedoeld in artikel 27 van het decreet en de vijfjarige ontwikkelingsplannen van de operatoren van het netwerk voor openbare lectuurvoorziening";
   2° de termijnen en procedures voor het indienen van aanvragen;
   3° de berekeningswijze van de subsidie, die niet meer dan 100.000 euro per project mag bedragen;
   4° de toekenningsvoorwaarden en eventuele prioriteitscriteria;
   5° de nadere regels voor de rechtvaardiging van subsidies.
   De Dienst voor Openbare lectuurvoorziening analyseert de ontvangen aanvragen en stuurt de ontvankelijke aanvragen door naar de Commissie.
   De Commissie brengt een advies uit over de ontvankelijke aanvragen en rangschikt deze in volgorde van prioriteit.
   Op basis van de ingediende adviezen stuurt de Dienst voor Openbare lectuurvoorziening een voorstel naar de minister.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BFG 2024-03-07/40, art. 38, 012; Inwerkingtreding : 20-04-2024>


Art.28.Met toepassing [1 van artikel 18, § 4]1, van het decreet, worden in de motiveringsnota bedoeld in het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 18 december 2003 houdende toepassing van de artikelen 4 en 6 van het decreet van 17 juli 2002 betreffende de toekenning van toelagen aan plaatselijke overheden voor culturele infrastructuurprojecten, de krachtlijnen van de activiteit van de operator voor de twintig komende jaren vermeld.
  De motiveringsnota bedoeld in het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 18 december 2003 houdende toepassing van de artikelen 4 en 6 van het decreet van 17 juli 2002 betreffende de toekenning van toelagen aan plaatselijke overheden voor culturele infrastructuurprojecten, vermeldt de functies die het ontwerp van bibliotheek zal moeten verwezenlijken in verband met het vijfjarenplan voor ontwikkeling van de lectuur samen met de categorie zoals bepaald in artikel 27, waarin de operator [1 netwerk voor openbare lectuurvoorziening]1 erkend wenst te worden. Voor iedere van deze functies bepaalt de operator of ze aanwezig is in [1 de bestaande infrastructuur]1, of ze vervuld kan worden via [1 de komende infrastructuur ]1of of ze zich in het komende gebouw zal moeten bevinden.
  Hij dient tevens een organogram in waarin de articulatie van de functies duidelijk wordt gemaakt.
  ----------
  (1)<BFG 2024-03-07/40, art. 39, 012; Inwerkingtreding : 20-04-2024>

Art.29.De forfaitaire werking- en activiteitensubsidie bedoeld bij artikel 19, eerste lid, van het decreet bedraagt 40.000 euro.
  Met toepassing van artikel 19, vierde lid, van het decreet, en gedurende de vijf jaren van de programmaovereenkomst gesloten met de Franse Gemeenschap moeten de erkende representatieve organisaties van bibliothecarissen en bibliotheken :
  1° onder een minimum van 200 aangeslotenen die een jaarlijkse bijdrage betalen minstens 50 personen die personeelsleden zijn, bedragen die een ambt uitoefenen binnen een operator die een subsidie kan verantwoorden als rechtstreekse [1 , van reizende operator]1 of steunoperator erkend in het kader van het decreet of van dit besluit;
  2° activiteiten inrichten en hun leden aanwerven in minstens drie provincies of in twee provincies en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest;
  3° over een informatiebulletin beschikken ter bestemming van hun leden;
  4° minimum een jaarlijkse meeting inrichten voor al hun leden in de Franse Gemeenschap met als doel hun informatie, opleiding en documentatie;
  5° minimum een actie met hun leden en de vertegenwoordigers van andere beroepen van de cultuur- of documentairesector inrichten om tot een evaluatie en een dynamiseren te komen van de partnerschappen gesloten om de actieplannen van de sector te verwezenlijken;
  6° minimum twee projecten organiseren met als doel de concrete integratie van opleidingstrajecten van hun leden in de huidige opdrachten van bibliotheken ter bestemming van een gevarieerd publiek.
  ----------
  (1)<BFG 2024-03-07/40, art. 40, 012; Inwerkingtreding : 20-04-2024>

HOOFDSTUK 5. - Intrekking van de subsidies en van de erkenning
Art.30.§ 1. De beslissing tot intrekking van de subsidie zoals bedoeld bij artikel 25 van het decreet heeft uitwerking met ingang van de eerste dag van de maand die de op kennisgeving volgt.
  [1 De beslissing tot intrekking van de erkenning wordt genomen volgens de nadere regels en binnen de termijnen bedoeld in artikel 22. Ze wordt van kracht op de eerste dag van de maand volgend op de kennisgeving]1.
  § 2. Indien, op het einde van de periode van één jaar bedoeld bij § 1, de operator geen verantwoordingsdossier heeft ingediend of als dit dossier niet de elementen bevat die noodzakelijk zijn voor de hervatting van de subsidieverlening aan genoemde operator, wordt een procedure tot intrekking ven de erkenning ingesteld overeenkomstig artikel 24 van het decreet.
  De beslissing tot intrekking van de erkenning wordt genomen binnen de drie maanden die volgen op het verstrijken van de termijn van één jaar zoals bepaald bij de eerste paragraaf.
  § 3. [1. Indien subsidies of erkenningen worden ingetrokken, heeft de operator het recht om in beroep te gaan overeenkomstig artikel 18 ]1.
  ----------
  (1)<BFG 2024-03-07/40, art. 41, 012; Inwerkingtreding : 20-04-2024>

HOOFDSTUK 6. - Evaluatie van de Dienst voor openbare lectuurvoorziening
Art.31.[1 Elk jaar zenden de operatoren van het netwerk voor openbare lectuurvoorziening en de erkende beroepsfederaties vóór 30 juni aan de Dienst voor Openbare lectuurvoorziening een bijdrage tot de evaluatie van het netwerk voor lectuurvoorziening over]1.
  Deze bestaat uit :
  1° het activiteitenverslag bedoeld bij artikel 16 van het decreet;
  2° een geheel van kwantitatieve en kwalitatieve gegevens, opgesomd in een formulier gezonden gedurende het laatste kwartaal van het refertejaar.
  De Minister stelt het modelformulier voor het inzamelen van de gegevens op.
  ----------
  (1)<BFG 2024-03-07/40, art. 42, 012; Inwerkingtreding : 20-04-2024>

HOOFDSTUK 7.   
Art.32.
  <Opgeheven bij BFG 2024-03-07/40, art. 43, 012; Inwerkingtreding : 20-04-2024>

HOOFDSTUK 8. - Evaluatie van het decreet
Art.33.De [1 Dienst voor openbare lectuurvoorziening]1 betrekt bij de procedure voor de evaluatie van het decreet en van de toepassing ervan de rechtstreekse operatoren van het Netwerk voor openbare lectuurvoorziening alsook de steunoperatoren.
  Te dien einde organiseert hij minstens één presentatie van de methodologie en, daarna, van de resultaten van de evaluatie bij [1 de Commissie]1.
  Overeenkomstig artikel 29 van het decreet, maakt de evaluatie het voorwerp uit van een inzameling van gegevens bij de operatoren. Deze gegevens steunen op indicatoren die tot doel hebben de ontwikkeling, zowel kwantitatief als kwalitatief, te schatten van leespraktijken veroorzaakt door het decreet. Deze indicatoren hebben onder andere betrekking op de evolutie veroorzaakt door de toepassing van het decreet inzake :
  1° [1 algemene toename van de leespraktijken dankzij de actie van de operatoren van het netwerk voor openbare lectuurvoorziening]1;
  [1 1° /1 gevolgen vastgesteld voor bevolkingsgroepen die ver verwijderd zijn van lees- en taalpraktijken;
   1° /2 diversificatie van de bevolking die wordt bereikt door de actie van rechtstreekse en reizende operatoren; ]1
  2° definitie van de strategieën voor de ontwikkeling van leespraktijken;
  3° verhoging van de bemiddelingspraktijken met de individuele en collectieve gebruikers :
  4° evolutie van het mutualiseren van de productie van diensten van de entiteiten van het Netwerk voor openbare lectuurvoorziening;
  5° variatie van het aantal erkenningen tijdens de in acht genomen periode;
  6° voortgezette vorming van de permanente personeelsleden.
  ----------
  (1)<BFG 2024-03-07/40, art. 44, 012; Inwerkingtreding : 20-04-2024>

HOOFDSTUK 9. - Slotbepalingen
Afdeling I. - Overgangsbepalingen
Art.34. Het personeel dat aan de voorwaarden bepaald bij artikel 40 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 14 maart 1995 betreffende de organisatie van de openbare dienst voor lectuurvoorziening voldoet en in dienst genomen wordt door een steun- of rechtstreekse operator die erkend is gedurende de overgangsperiode bedoeld bij artikel 34 van het decreet, wordt geacht de voorwaarden bepaald bij artikel 8, 1° te vervullen.

Art.35. Bij wijze van overgangsmaatregel en voor de periode gaande van de inwerkingtreding van het besluit tot het einde van de periode van vier jaar bedoeld bij artikel 34, tweede lid, van het decreet, kan de aanvraag tot erkenning bedoeld bij artikel 14 op elk moment van het jaar ingediend worden. Gedurende deze periode worden de termijnen opgenomen in de artikelen 14 tot 17 gewijzigd zoals vermeld in de artikelen 36 tot 42.

Art.36.
  <Opgeheven bij DFG 2021-07-14/23, art. 22, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2021>

Art.37.
  <Opgeheven bij DFG 2021-07-14/23, art. 22, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2021>

Art.38.
  <Opgeheven bij DFG 2021-07-14/23, art. 22, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2021>

Art.39.
  <Opgeheven bij DFG 2021-07-14/23, art. 22, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2021>

Art.40.
  <Opgeheven bij DFG 2021-07-14/23, art. 22, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2021>

Art.41.
  <Opgeheven bij DFG 2021-07-14/23, art. 22, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2021>

Art.42.
  <Opgeheven bij DFG 2021-07-14/23, art. 22, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2021>

Art.43.
  <Opgeheven bij DFG 2021-07-14/23, art. 22, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2021>

Art.44.
  <Opgeheven bij DFG 2021-07-14/23, art. 22, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2021>

Afdeling II. - Slotbepalingen
Art.45. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2011.

Art.46. De Minister tot wier bevoegdheid de Bibliotheken behoren, is belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGEN.
Art. N.(Bijlagen niet vertaald)

  Gewijzigd door:
  <BFG 2014-05-15/90, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 09-11-2014>
  <BFG 2016-10-05/07, art. 1, 006; Inwerkingtreding : 02-02-2017>
  <BFG 2024-03-07/40, art. 45, 012; Inwerkingtreding : 20-04-2024>
  <BFG 2024-03-07/40, art. 46, 012; Inwerkingtreding : 20-04-2024>
  <BFG 2024-03-07/40, art. 47, 012; Inwerkingtreding : 20-04-2024>
  <BFG 2024-03-07/40, art. 48, 012; Inwerkingtreding : 20-04-2024>