14 JULI 2011. - Wet tot wijziging van de wet van 7 juli 2002 houdende een regeling voor de bescherming van bedreigde getuigen en andere bepalingen
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het Wetboek van strafvordering
Art. 2-4
HOOFDSTUK 3. - Opheffingsbepaling
Art. 5
HOOFDSTUK 4. - Inwerkingtreding
Art. 6
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het Wetboek van strafvordering
Art.2. Artikel 103 van het Wetboek van strafvordering, hersteld bij de wet van 7 juli 2002 en gewijzigd bij de wet van 20 juni 2006, wordt aangevuld met een § 4, luidende :
" § 4. De minister van Justitie en de Minister van Binnenlandse Zaken nemen, op voorstel van de Getuigenbeschermingscommissie, de bijzondere maatregelen die strikt noodzakelijk zijn om de afscherming van de identiteit en de veiligheid van de in §§ 2 en 3, tweede lid, bedoelde politieambtenaren en de in § 3, eerste lid, bedoelde ambtenaren bij de voorbereiding en de uitvoering van hun opdrachten te allen tijde te vrijwaren. Er kan geen misdrijf zijn wanneer feiten in dat verband worden gepleegd. ".
Art.3. In artikel 104 van hetzelfde Wetboek, hersteld bij de wet van 7 juli 2002 en gewijzigd bij de wet van 5 augustus 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) paragraaf 1, tweede lid, wordt aangevuld met het 17°, luidende :
" 17° het inschrijven op een contactadres in afwijking van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen. ";
b) paragraaf 2, tweede lid, wordt aangevuld met het 3°, luidende :
" 3° het toekennen van een tijdelijke beschermingsidentiteit en de strikt noodzakelijke documenten ter ondersteuning ervan aan de betrokken persoon.
De tijdelijke beschermingsidentiteit betreft de naam, voornamen, geboortedatum en - plaats van de betrokken persoon.
De toekenning ervan is herroepbaar en kan geen rechtsgevolgen met zich meebrengen.
Er kan geen misdrijf zijn wanneer strikt noodzakelijke feiten in dat verband worden gepleegd ter verzekering van de bescherming van de getuige. ".
Art.4. Artikel 106 van hetzelfde Wetboek, hersteld bij de wet van 7 juli 2002, wordt vervangen als volgt :
" § 1. Indien de Getuigenbeschermingscommissie de in artikel 104, § 2, tweede lid, 2°, bedoelde bijzondere beschermingsmaatregel voorstelt, kan de minister van Justitie, in afwijking van de bepalingen van de wet van 15 mei 1987 betreffende de namen en de voornamen en van artikelen 55 tot 62 van het Burgerlijk Wetboek, de verandering van de naam, voornamen, geboortedatum en -plaats van de betrokken persoon toestaan. De procedure van identiteitswijziging wordt enkel toegepast bij personen die de Belgische nationaliteit bezitten.
Volgens de nieuwe identiteit dient de betrokken persoon in België geboren te zijn en dient de wijziging aan zijn geboortedatum minimaal te zijn.
De nieuwe identiteit wordt vastgesteld op voorstel van de Getuigenbeschermingsdienst, na overleg met de betrokken persoon of zijn wettelijke vertegenwoordiger en wordt door de voorzitter van de Getuigenbeschermingscommissie aan de minister van Justitie meegedeeld.
§ 2. Bijzondere registers voor de overschrijving van het beschikkend gedeelte van het ministerieel besluit genomen ter uitvoering van § 1 worden ingesteld bij de gemeentelijke overheden overeenkomstig de door de Koning bepaalde regels. De gemeentelijke overheden zien erop toe dat de toegang tot deze bijzondere registers strikt beperkt wordt, met inachtneming van artikel 5bis van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen.
De in het eerste lid bedoelde bijzondere registers worden neergelegd bij de in artikel 103, § 2, bedoelde Getuigenbeschermingsdienst.
Onder voorbehoud van dit artikel zijn de artikelen 34 tot 54 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing op de bijzondere registers.
§ 3. Binnen tien dagen na de ondertekening van het ministerieel besluit tot machtiging van de verandering van de naam, voornamen, geboortedatum en -plaats, wordt het origineel van dat besluit overgezonden aan de Getuigenbeschermingsdienst. Deze laatste stelt hiervan de voorzitter van de Getuigenbeschermingscommissie in kennis die de overschrijving vordert van het beschikkend gedeelte van het ministerieel besluit in de in § 2 bedoelde bijzondere registers van de gemeentelijke overheden, die hij aanwijst.
De nieuwe gegevens inzake de burgerlijke stand hebben uitwerking op de dag van de overschrijving. De naamsverandering geldt vanaf die dag voor de minderjarige kinderen tot wie zij is uitgebreid.
Door toedoen van de gemeentelijke overheden wordt op de kant van de akten van de burgerlijke stand betreffende de oude identiteit van de begunstigden een vermelding aangebracht volgens volgend model :
" Overeenkomstig artikel 106 van het Wetboek van strafvordering werd op ... aan ..... (oorspronkelijke naam en voornamen van de begunstigde) toestemming verleend zijn gegevens van de burgerlijke stand te wijzigen ".
§ 4. De verandering van de naam, voornamen, geboortedatum en -plaats is vrijgesteld van registratierecht.
§ 5. In afwijking van artikel 45 van het Burgerlijk Wetboek kan enkel met de uitdrukkelijke toestemming van de Getuigenbeschermingscommissie een uittreksel of afschrift worden afgegeven van een akte van de burgerlijke stand betreffende een persoon van wie de identiteit overeenkomstig dit artikel gewijzigd is. ".
HOOFDSTUK 3. - Opheffingsbepaling
Art.5. Artikel 1, § 3, van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, ingevoegd bij de wet van 7 juli 2002, wordt opgeheven.
HOOFDSTUK 4. - Inwerkingtreding
Art. 6. Deze wet treedt in werking de dag waarop ze in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 14 juli 2011.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Justitie,
S. DE CLERCK
De Minister van Binnenlandse Zaken,
Mevr. A. TURTELBOOM
Met 's Lands zegel gezegeld :
De Minister van Justitie,
S. DE CLERCK