21 DECEMBER 2011. - Financiewet voor het begrotingsjaar 2012
HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Voorlopige kredieten
Art. 2-8
Sectie 12. - FOD Justitie
Art. 9
Sectie 14. - FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Art. 10-14
Sectie 16. - Ministerie van Landsverdediging
Art. 15-24
Sectie 17. - Federale Politie en Geïntegreerde werking
Art. 25-28
Sectie 19. - Regie der Gebouwen
Art. 29-30
Sectie 32. - FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie
Art. 31
Sectie 33. - FOD Mobiliteit en Vervoer
Art. 32
Sectie 46. - Wetenschapsbeleid
Art. 33-35
HOOFDSTUK III. - Financiële bepalingen
Art. 36-50
HOOFDSTUK VIII. - Slotbepaling
Art. 51
BIJLAGE.
Art. N
2012003025 2012003051 2012009344 2012009345 2012024117 2012024353
HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 74, 3° van de Grondwet.
HOOFDSTUK II. - Voorlopige kredieten
Art.2. § 1. Voorlopige kredieten, welke in mindering komen van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2012, worden geopend voor de maanden januari, februari en maart ter grootte van de bedragen vermeld in de bij deze wet gevoegde tabel.
§ 2. De uitgaven ten laste van de variabele kredieten van de organieke fondsen worden voor de eerste drie maanden van het begrotingsjaar 2012 geraamd op de bedragen vermeld in de bij deze wet gevoegde tabel.
§ 3. De aanrekeningen van de secties 12 - FOD Justitie, 13 - FOD Binnenlandse Zaken, 16 - Ministerie van Landsverdediging, 17 - Federale Politie en geïntegreerde Werking, 19 - Regie des Gebouwen, 21 - Pensioenen en 46 - POD Wetenschapsbeleid mogen gebeuren volgens de aangepaste programmastructuur en codering van de basisallocaties vermeld in de bij deze wet gevoegde tabel.
Art.3. § 1. Voor de eerste drie maanden van het begrotingsjaar 2012 worden vastleg- gingsmachtigingen verleend tot beloop van :
BINNENLANDSE ZAKEN
- fonds in het kader van het migratiebeleid : 1.925.000 EUR.
BUITENLANDSE ZAKEN, BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
- Belgisch fonds voor Voedselzekerheid : 4.176.000 EUR.
LANDSVERDEDIGING
- Fonds voor wedergebruik van de ontvangsten voortvloeiend uit de vervreemding van overtollig geworden materieel, waren en munitie die deel uitmaken van het aan het beheer van de minister van Landsverdediging toevertrouwde patrimonium : 5.000.000 EUR.
- Fonds voor wedergebruik van de ontvangsten voortvloeiend uit de vervreemding van onroerende goederen die deel uitmaken van het aan het beheer van de minister van Landsverdediging toevertrouwde patrimonium : 5.000.000 EUR.
FEDERALE POLITIE EN GEÏNTEGREERDE WERKING
- Buitengrenzen- en terugkeerfonds bedoeld in artikel 11 van de wet van 21 december 2007 houdende diverse bepalingen (I) : 332.000 EUR.
MAATSCHAPPELIJKE INTEGRATIE, ARMOEDEBESTRIJDING EN SOCIALE ECONOMIE
- Federaal Europees sociaal fonds - Programmatie 2007-2013 : 2.229.000 EUR.
- Europees fonds voor de integratie van onderdanen van derde landen : 165.000 EUR.
§ 2. In afwijking van artikel 62 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat mogen de volgende organieke fondsen een debetpositie in vastleggingen en vereffeningen vertonen, welke de hierna vermelde bedragen niet mogen overschrijden :
- Fonds tot uitvoering van het correctiemechanisme ingesteld bij de overdracht van ex-rijkswachtgebouwen aan de gemeenten en de meergemeente politiezones : 2.913.000 EUR.
- Buitengrenzen- en terugkeerfonds bedoeld in artikel 11 van de wet van 21 december 2007 houdende diverse bepalingen (I)(in vereffening) : 1.884.000 EUR.
- Fonds betreffende de betaling van de voorschotten inzake de alimentatievorderingen : 72.100.000 EUR.
- Fonds ter bestrijding van de overmatige schuldenlast : 5.000.000 EUR.
- Het fonds betreffende de organisatie van het uitzonderlijk vervoer : 250.000 EUR.
- Het fonds betreffende de werking van de Dienst Regulering van het Spoorwegvervoer : 522.000 EUR.
- Het fonds betreffende de werking van de veiligheidsinstantie van de spoorwegen : 2.150.000 EUR.
- Het fonds betreffende de werking van het onderzoeksorgaan van de spoorwegongevallen : 275.000 EUR.
- Federaal Europees Sociaal Fonds - programmatie 2007-2013 (in vereffening) : 5.519.000 EUR.
Art.4. Facultatieve toelagen kunnen worden verleend op basis van de in de algemene uitgavenbegroting voor het jaar 2011 opgenomen specifieke bepalingen.
Art.5. Machtiging wordt verleend provisies toe te staan aan advocaten, experten en gerechtsdeurwaarders die voor rekening van de Staat optreden.
Art.6. § 1. In afwijking van het artikel 52, eerste lid, 1°, van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat, mogen de vastleggingskredieten van de basisallocaties met betrekking tot de bezoldigingen en allerhande toelagen "11.00.03 - Vast en stagedoend statutair personeel" en "11.00.04 - Ander dan statutair personeel" alsook de basisallocaties 12.00.48 en 12.21.48, binnen éénzelfde sectie van de begroting onder en uitsluitend onder elkaar herverdeeld worden.
Deze afwijking is niet van toepassing op de basisallocaties voor de uitgaven van de beleidsorganen van de ministers en de staatssecretarissen.
§ 2. In afwijking van het artikel 52, eerste lid, 1°, van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat, mogen de vastleggingskredieten van de basisallocaties 11.00.05 en 11.40.05 - Uitgaven voor sociaal dienstbetoon - en van de basisallocaties betreffende de werkings- en investeringsuitgaven met de economische codes 12 en 74, al of niet specifiek en al dan niet behorend tot een bestaansmiddelenprogramma, binnen éénzelfde sectie van de begroting onder en uitsluitend onder elkaar herverdeeld worden.
Deze afwijking is niet van toepassing op de basisallocaties voor de uitgaven van de beleidsorganen van de ministers en de staatssecretarissen, noch op de basisallocaties 12.00.48 en 12.21.48.
§ 3. In afwijking van paragraaf 2 mogen de erin bedoelde basisallocaties binnen éénzelfde sectie van de begroting eveneens naar de basisallocaties 21.00.01 en 21.40.01 worden herverdeeld.
Art.7. In afwijking van artikel 48, derde lid, van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat, kunnen toelagen worden toegekend in toepassing van artikel 43 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen en ten laste van het Fonds ter financiering van de internationale rol en de hoofdstedelijke functie van Brussel.
Art.8. § 1. De bijzondere departementale bepalingen van de wet van 30 mei 2011 houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2011 en van de derde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2011 mogen mutatis mutandis worden toegepast voor de uitvoering van deze wet.
§ 2. In afwijking van artikel 66 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, mogen voorschotten tot een maximumbedrag van 2.500.000 EUR verleend worden aan de rekenplichtigen van de FOD Justitie.
Door middel van deze voorschotten mogen alle schuldvorderingen aangaande werkingskosten en vergoedingen van alle aard, worden betaald binnen het hierna aangegeven kader :
1. een schuldvordering met een waarde kleiner dan de waarde bepaald door de Koning voor wat de opdrachten gesloten met een aanvaarde factuur betreft :
- de rekenplichtige van de Stafdienst Begroting Beheerscontrole en Logistiek. Aan deze rekenplichtige belast met de betalingen van de zendingen naar het buitenland wordt machtiging gegeven om aan de ambtenaren op zending naar het buitenland, de nodige voorschotten te verlenen.
- de rekenplichtigen van het Hoofdbestuur van het Directoraat-generaal Penitentiaire inrichtingen;
- de rekenplichtige van het Directoraat-generaal Rechterlijke Orde;
2. ongeacht het bedrag van de schuldvordering :
- de rekenplichtige van de Sociale Dienst met het oog op de uitbetaling van hulpgelden en toelagen met sociaal karakter, alsmede van toelagen ten gunste van de cultuur- en sportkringen opgericht onder het personeel van de FOD Justitie;
- de rekenplichtige van een Penitentiaire Inrichting voor de betaling van de dringende uitgaven betreffende de voeding en het onderhoud van de gedetineerden en geïnterneerden alsmede alle werkingskosten van die inrichting;
- de rekenplichtige van het Nationaal Centrum voor Elektronisch Toezicht voor de betaling van het leefloon;
- de rekenplichtige van de Veiligheid van de Staat voor de betaling van confidentiële uitgaven.
§ 3. In afwijking van artikel 66 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat, mogen aan de rekenplichtigen van de FOD Binnenlandse Zaken voorschotten verleend tot een bedrag van 5.000 EUR.
Door middel van deze voorschotten mogen de rekenplichtigen alle dringende uitgaven doen tot en met 500 EUR per uitgave (incl. btw).
De voorschotten gegeven aan personeelsleden in het kader van de zendingen in het buitenland mogen evenwel voormelde drempel van 500 EUR overschrijden.
In afwijking van lid 1 mogen voorschotten tot een maximumbedrag van 25.000 EUR verleend worden voor :
1) de uitgaven in het kader van een zending in het buitenland.
2) de uitgaven verricht door de centrale voorschotrekenplichtige van de AD Civiele Veiligheid;
3) alle uitgaven van het programma 55 voor de kosten van repatriëring en verwijdering van ongewenst geachte personen. De beperking van 500 EUR per uitgave geldt niet voor deze kosten.
In afwijking van lid 1 mogen geldvoorschotten tot een maximumbedrag van 15.000 EUR verleend worden voor alle uitgaven verricht door de rekenplichtigen van :
- de gesloten centra van de Dienst Vreemdelingenzaken;
- de colonnes van de AD Civiele Veiligheid.
§ 4. In afwijking van artikel 66 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat mogen aan de rekenplichtigen van het Ministerie van Landsverdediging voorschotten toegekend teneinde aangegane opdrachten door het Belgian Military Supply Office (BMSO) gelegen te Washington uit te voeren.
Voorschotten mogen eveneens gegeven worden aan de rekenplichtigen van het Ministerie van Landsverdediging als aan personeelsleden van het Ministerie van Landsverdediging.
Deze voorschotten worden overgeschreven door de Minister van Financiën of door zijn aangestelde op rekening van de betrokkenen. In geval van dringendheid of indien de omstandigheden het vereisen worden deze voorschotten betaald door de rekenplichtigen der voorschotten van het Ministerie van Landsverdediging die de nodige fondsen van de Minister van Financiën of zijn aangestelde krijgt.
Het totaal aan voormelde voorschotten in voorgaande leden mag het bedrag van 27 miljoen euro niet overschrijden.
§ 5. De Minister van Binnenlandse Zaken is ertoe gemachtigd om op de schadeloosstelling ten laste van de Staat ingevolge schade geleden door leden van het personeel of door derden, provisionele voorschotten te vereffenen en te laten betalen.
§ 6. In afwijking van artikel 66 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat mogen aan de rekenplichtigen van de POD Wetenschapsbeleid voorschotten verleend worden tot een maximumbedrag van :
- 400.000 EUR aan de rekenplichtigen van de POD Wetenschapsbeleid en aan de rekenplichtigen van de instellingen die ervan afhangen.
- 1.000.000 EUR aan de rekenplichtigen van de Nationale Plantentuin van België.
Door middel van deze voorschotten mogen de buitengewone rekenplichtigen van de POD schuldvorderingen van allerlei aard, met inbegrip van de aankoop van roerende patrimoniumgoederen, betalen die niet hoger zijn dan 5.500 EUR.
Het saldo dat deze voorschotten zouden laten op 31 december van het jaar 2011 mag worden gebruikt voor de behoeften van het jaar 2012.
In afwijking van artikel 66 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat mogen opeenvolgende voorschotten van ten hoogste 2.500 EUR toegestaan worden aan de rekenplichtige die belast is met de vereffening van de hulpgelden en toelagen van sociale aard.
Sectie 12. - FOD Justitie
Art.9. In afwijking van artikel 62 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat,en in afwijking van artikel 185 van de programmawet van 23 december 2009, worden de ontvangsten ten voordele van het Fonds van de Kansspelcommissie (programma 12-62-5) gedesaffecteerd ten belope van 50.000 euro en toegewezen aan het Fonds ter bestrijding van de overmatige schuldenlast (programma 32-49-2).
Sectie 14. - FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Art.10. Tijdens de eerste drie maanden van 2012 kan de Staat nieuwe meerjarige verbintenissen met de partnerlanden aangaan voor een totaal bedrag van 62.500.000 EUR. Bovendien kan het openstaande bedrag van de, door BTC uit te voeren, bilaterale verbintenissen maximaal 750.000.000 EUR bedragen. Het betreft projecten en programma's die door BTC uitgevoerd zullen worden op basisallocatie 54.10.54.52.02.
Elke verbintenis aangegaan krachtens dit artikel wordt voorgelegd aan de controleur van de vastleggingen die de toepassing van de procedures inzake administratieve en begrotingscontrole en het niet overschrijden van het plafond toetst.
Vóór de tiende van iedere maand legt de controleur van de vastleggingen aan het Rekenhof, ter informatie, een in drievoud opgemaakte lijst met de verantwoordings-stukken voor, die enerzijds het bedrag vermeldt van de aangegane verbintenissen die tijdens de afgelopen maand ingeschreven werden, en anderzijds het bedrag aangeeft van de verbintenissen die ingeschreven werden sinds het begin van het jaar.
Art.11. § 1. Voor de eerste drie maanden van het jaar 2012 wordt machtiging verleend om een programma voor leningen aan vreemde Staten te onderhandelen ten belope van 13.900.000 EUR.
Rekening houdend met de budgettaire mogelijkheden wordt het leningsprogramma goedgekeurd door de Ministerraad. Het vermeldt de prioritair te realiseren leningen evenals de prioritaire vervangingsleningen, in de vorm van een meerjarenprogramma.
De vervangingsleningen kunnen te allen tijde in de plaats treden van initieel te realiseren leningen die geschrapt worden.
De controleur van de vastleggingen boekt de realisaties en de vervanging van leningen van een programma.
§ 2. De leningen aan vreemde Staten worden door de controleur van de vastleggingen vastgelegd vóór de notificatie van het leningsakkoord, op het ogenblik dat de Minister van Financiën door de ondertekening van een volmacht of van het leningsakkoord zelf, zijn goedkeuring geeft over de toe te kennen lening.
Art.12. De schuldvordering van 10 044 464,40 USD (waarde weerhouden op 31 december 2010) die België heeft op de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IAOB) mag ten belope van 7 681 910 USD aangewend worden om de kosten te dekken van de deelname van België aan de negende wedersamenstelling van de werkmiddelen van de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IAOB). Op basis van consultaties tussen België en de Bank zal het saldo van de schuldvordering vóór 1 december 2011 toegewezen worden aan een activiteit die prioritair is voor de Belgische ontwikkelingssamenwerking, zo niet zal het gestort worden in de Rijksmiddelen. Eventuele wijzigingen aan de bovenvermelde toewijzing zullen aan het Rekenhof en aan de Minister van Begroting meegedeeld worden.
Art.13. In het kader van het contentieux waarin op 15 april 2011 het vonnis nr.124/04/11 van de vierde Kamer van de Rechtbank van Eerste aanleg te Brussel werd geveld, is het de Minister van Ontwikkelingssamenwerking toegelaten een dading te sluiten.
Art.14. De aanrekeningen van de sectie 14 - FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, Afdeling 54 - Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking mogen gebeuren volgens de aangepaste programmastructuur en codering van de basisallocaties vermeld in de bij deze wet gevoegde tabel.
Sectie 16. - Ministerie van Landsverdediging
Art.15. In afwijking van artikel 117 van de wet van 22 mei 2003 houdende de organisatie van de begroting en de comptabiliteit van de Federale Staat en in afwijking van artikel 151 van de programmawet van 2 augustus 2002, wordt de Minister van Landsverdediging gemachtigd om, zowel in het kader van de technische samenwerking en de dringende hulpverlening aan derde landen, als van de onderlinge hulpverlening bepaald door artikel 3 van het Noord-Atlantisch Verdrag, kosteloos over te gaan tot dienstverleningen en/of afstand van materieel en/of goederen uit de voorraden van de Krijgsmacht aan de landen waaraan een bijstand wordt verleend.
Art.16. De door het Ministerie van Landsverdediging in de Verenigde Staten van Amerika en in Canada te sluiten opdrachten mogen via onderhandelingsprocedure gegund worden.
De fondsen bekomen door middel van ordonnantiën via kredietopening gedaan in het verleden mogen gebruikt worden om uitgaven te betalen, die voortvloeien uit voornoemde contracten.
Het overschot aan fondsen wordt aan de Schatkist teruggestort zodra de betrokken rekenplichtige de beheersrekening, houdende eindafrekening van de contracten waarvoor deze fondsen werden toegekend, aan het Rekenhof heeft voorgelegd.
De verplichtingen voortvloeiende uit aankooporders, gegeven aan het Belgian Military Supply Office (BMSO) te Washington voor het begin van het budgettaire jaar en die niet konden afgesloten worden voor deze datum mogen gedurende het budgettaire jaar afgesloten worden en dit binnen de beperkingen van het saldo van de sommen die reeds vastgelegd werden uit hoofde van deze aankooporders.
De sommen die vastgelegd worden in uitvoering van aankooporders gegeven aan het Belgian Military Supply Office (BMSO) te Washington, worden aangerekend ten laste van vastleggingskredieten geopend voor het jaar van het aankooporder, wat ook het jaar mag zijn waarin de verplichtingen voortvloeiend uit de aankooporders aangegaan worden.
Mogen eveneens volgens de onderhandelingsprocedure aangegaan worden, de opdrachten en uitwisselingsovereenkomsten gesloten met de instellingen van de NAVO Maintenance- en Bevoorradingsorganisatie (NAVO Maintenance- en Bevoorradingsagentschap en ondergeschikte afdelingen), evenals deze gesloten met een lidstaat van de NAVO in het kader van een internationaal akkoord, die de bevoorrading van wisselstukken, rantsoenen, het onderhoud of de herstelling van het ingezet materieel en de vernietiging of demilitarisatie van materieel of munitie tot doel hebben.
Art.17. Binnen de perken van de kredieten, ingeschreven op de betrokken basisallocaties, mogen de volgende bijdragen aan de op de activiteiten van het programma 50/9 vermelde organismen, worden toegekend :
CARTOGRAFISCHE STEUN
Nationaal Geografisch Instituut
NATIONALE ERKENNING
VZW "Luchtkadetten van België"
Koninklijke Nationale Unie der Reserveofficieren van België
Koninklijke Nationale Vereniging van de Reserveonderofficieren van België
VZW "Tank Museum"
VZW "Brussels Air Museum Fund"
VZW "De Vrienden van de Sectie Marine van het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis
VZW "De Vrienden van de Koninklijke Muziekkapel van de Gidsen"
VZW "Belgian Air Force Royal Symphonic Band Association"
VZW "Koninklijk Marine Kadettenkorps-België"
Het Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk
SOCIALE HULP, HUISVESTING en CULTUUR
Centrale Dienst voor Sociale en Culturele Actie (CDSCA) van het Ministerie van Landsverdediging
DOTATIE AAN HET KONINKLIJK LEGERMUSEUM
Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis
Art.18. De Schatkist is gemachtigd voorschotten toe te staan in verband met de betalings- en terugbetalingsverrichtingen van bezoldigingen voor rekening van andere departementen of diensten, van buitenlandse of internationale instellingen, of van andere derden.
Deze voorschotten worden ingeschreven op de in dit kader in het boekhoudplan van het Ministerie van Landsverdediging geopende rekeningen.
De debetstand van deze rekeningen mag een debetstand van 55 miljoen euro niet overschrijden.
Art.19. De voor orde verrichte ontvangsten en uitgaven in het kader van verdragen of internationale of nationale akkoorden zullen geboekt worden op de daarvoor geopende rekeningen in het kader van het boekhoudplan van het Ministerie van Landsverdediging.
Het gecumuleerde saldo van deze rekeningen mag niet langer dan zes maanden een debetstand vertonen. In het geval het gecumuleerde saldo een debetstand vertoont, mag dit saldo het bedrag van 10 miljoen euro niet overschrijden.
De wetgeving inzake overheidsopdrachten alsook de daarbij horende delegaties zijn van toepassing op de uitgavenverrichtingen.
Tevens worden deze verrichtingen onderworpen aan het aan de juridische vastlegging voorafgaand advies van de Inspecteur van Financiën conform de bepalingen van de artikelen 14 en 15 van het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de administratieve en begrotingscontrole.
Art.20. De Minister van Landsverdediging is gemachtigd ten belope van 100.000 euro de ontvangsten aan te wenden die voortvloeien uit de interesttegoeden opgebracht door uitstaande voorschotten bij de "Federal Reserve Bank of New York" in het kader van de overheidsopdrachten nopens de levering van de vliegtuigen, logistieke steun, grondinstallaties en bijkomende kosten voor het geheel van de F-16 vloot.
Art.21. In afwijking van artikel 61, alinea 2 van de wet van 22 mei 2003 houdende de organisatie van de begroting en de comptabiliteit van de Federale Staat, wordt de Minister van Landsverdediging er toe gemachtigd door middel van een gezamenlijke financiering door het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden een mijnenbestrijdingssimulator aan te schaffen.
In afwijking van de bepalingen van artikel 19 van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor werken, leveringen en diensten, wordt de Minister van Landsverdediging er toe gemachtigd één enkele opdracht, die conform de bepalingen van de wet van 24 december 1993 wordt gegund, af te sluiten, met als doel de gezamenlijke aankoop van een mijnenbestrijdingssimulator met Nederland die hem hiertoe mandateert.
De uitgavenverrichtingen in het kader van deze opdrachten worden onderworpen aan het aan de juridische vastlegging voorafgaand advies van de inspecteur van Financiën conform de bepalingen van het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de administratieve en begrotingscontrole.
Art.22. In afwijking van artikel 61, alinea 2 van de wet van 22 mei 2003 houdende de organisatie van de begroting en de comptabiliteit van de Federale Staat, wordt de Minister van Landsverdediging ertoe gemachtigd de vanaf 2002 gerealiseerde ontvangsten te gebruiken voorvloeiend uit de verkoop van houtkappingen op de domeinen die deel uitmaken van het aan zijn beheer toevertrouwd onroerend patrimonium, geïnd en aangerekend op het fonds voor wedergebruik van de ontvangsten voortvloeiend uit de vervreemding van onroerende goederen die deel uitmaken van het aan het beheer van de Minister van Landsverdediging toevertrouwde patrimonium en toegewezen aan het programma 16-50-3 conform de toepassing van artikel 41 van de programmawet van 19 juli 2001.
Art.23. In het kader van een via de onderhandelingsprocedure af te sluiten verkoopscontract van F-16 toestellen, in toepassing van artikel 41 van de programmawet van 19 juli 2001 wordt de Minister van Landsverdediging gemachtigd, in afwijking van artikel 117 van de wet van 2003 houdende de organisatie van de begroting en de comptabiliteit van de Federale Staat :
- niet overtollige goederen die deel uitmaken van het aan zijn beheer toevertrouwde patrimonium te verkopen,
- in het kader van de levering van de logistieke ondersteuning en aanverwante diensten de nodige uitgaven ten bezwarende titel ten aanzien van de koper tegen betaling uit te voeren,
- aan de koper een prefinanciering te verlenen.
In het kader van de afsluiting van het verkoopcontract zal elke juridische vastlegging, inclusief elke unilaterale verplichting, voortvloeiend uit de hierboven vermelde bepalingen, onderworpen worden aan het voorafgaand advies van de Inspectie van Financiën en het akkoord van de Minister van Begroting conform het koninklijk besluit van 16 november 1994.
De uitgaven en ontvangsten in het kader van de verkoop van niet overtollige goederen evenals de hierboven vermelde prestaties worden uitgevoerd naar analogie met de verrichtingen ten voordele van derden conform de bepalingen in de begrotingstoevoeging 17 van de huidige wet.
Art.24. De terugvorderbare voorschotten toegekend aan het Hulp- en Informatiebureau voor gezinnen van militairen (HIB) in 1969, 1993 en 1994, waarvan het totale bedrag 619.733,81 euro beloopt zijn door de Centrale Dienst voor Sociale en Culturele Actie ten behoeve van de leden van de militaire gemeenschap (CDSCA) ten definitieve titel verworven.
Sectie 17. - Federale Politie en Geïntegreerde werking
Art.25. De kosten voor verpleging in het buitenland mogen worden betaald desgevallend mag dit onder de vorm van provisionele voorschotten.
Art.26. De verrichtingen in verband met de budgettaire rekeningen met nummeringen 1787075074B8 11118, 11128, 11208, 11318, 11328 en 11408, elke keer gevolgd door code 0030000 (voormalige rekening 87.07.50.74.B van de sectie "Thesaurieverrichtingen voor orde"), mogen een debetstand van deze rekeningen veroorzaken. Deze debetstand mag echter niet groter zijn dan 3.500.000 EUR.
Art.27. In afwijking van de bepalingen van de artikelen 60 en 61 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat, mogen de ter beschikking van een verbindingsofficier gestelde voorwerpen die buiten dienst worden gesteld, door hem via de onderhandelingsprocedure en volgens de in elk land geldende regels worden verkocht.
Op dezelfde wijze mag ook worden gehandeld met het materieel en de goederen die in voorraad zijn op het ogenblik dat een vertegenwoordiging van de federale politie in het buitenland definitief wordt opgeheven, tenzij de betrokken voorraden, kosteloos of mits gelijkwaardige compensatie door de ontvangende partij, kunnen worden afgestaan aan de diensten van de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse handel en Ontwikkelingssamenwerking.
In de gevallen waarin tot verkoop ter plaatse wordt overgegaan, zal de opbrengst ervan gestort worden op de Rijksmiddelenbegroting.
Indien evenwel het materieel kan worden overgelaten aan de leverancier van nieuwe gelijkaardige goederen, mag er compensatie worden doorgevoerd tussen de waarde van de afgestane goederen en het voor de nieuwe goederen gefactureerde bedrag.
Art.28. De verrichtingen in verband met de budgettaire rekening met nummering 1787075175B8, elke keer gevolgd door de code (POL 88 075000) (voormalige rekening 87.07.51.75.B van de sectie "Thesaurieverrichtingen voor orde"), mogen een debetstand van deze rekeningen veroorzaken. Deze debetstand mag echter niet groter zijn dan 1.200.000 EUR.
Sectie 19. - Regie der Gebouwen
Art.29. De Minister bevoegd voor de Regie der Gebouwen wordt ertoe gemachtigd buiten het bedrag van de limitatieve vastleggingskredieten van de investeringsprogramma's, ingeschreven op de artikels 533.01, 533.03, 533.04, 533.11, 533.12, 533.13, 533.14, 533.16, 536.02, 536.11 en 536.13 van de begroting van de Regie der Gebouwen, verbintenissen tot huurkoop en analoge verrichtingen aan te gaan (met inbegrip van investeringen verricht door derden in het kader van privé-financieringsinitiatieven of huurcontracten op lange termijn met de bedoeling onroerende goederen ter beschikking te stellen van de overheid).
De boekhoudkundige vastlegging van deze verrichtingen wordt in 2012 beperkt tot 77.036.407 euro (3/12 is gelijk aan 19.259.101 euro), als volgt verdeeld :
Maximum bedrag te financieren | Vast te leggen in 2012 | 3/12 | |
Luik, uitbreiding gerechtshof | 90.000.000 | 4.379.775 | 1.094.943 |
Tervuren, Koninklijk Museum voor Midden-Afrika | 66.500.000 | 59.940.703 | 14.985.175 |
Wandre, FAVV | 3.000.000 | 115.929 | 28.982 |
Gent, firensisch psychiatrisch centrum | 80.000.000 | 8.000.000 | 2.000.000 |
Achêne, instelling voor jeugdige delinquenten | 55.600.000 | 4.600.000 | 1.150.000 |