5 DECEMBER 2011. - Koninklijk besluit houdende diverse bepalingen tot wijziging van het KB/WIB 92
Art. 1-22
Artikel 1. In het opschrift van de afdeling XV van het hoofdstuk I van het KB/WIB 92, worden de woorden "technologisch potentieel," opgeheven.
Art.2. Artikel 45, § 1, van hetzelfde besluit, vervangen bij koninklijk besluit van 9 juni 1999 en gewijzigd bij koninklijk besluit van 12 maart 2007, wordt opgeheven.
Art.3. In artikel 48, § 4, 5°, van hetzelfde besluit, wordt het woord "Gewestexecutieve" vervangen door het woord "Gewestregering".
Art.4. In artikel 49, § 1 en § 2, eerste lid, tweede streepje, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 21 september 2000 en 12 mei 2003, wordt het woord "Executieve" vervangen door het woord "Regering".
Art.5. In artikel 737 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij koninklijk besluit van 29 november 2000 en gewijzigd bij koninklijk besluit van 30 juli 2010, worden de woorden "van dit besluit" vervangen door de woorden "van deze afdeling".
Art.6. In artikel 952, § 3, c, 6°, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij koninklijk besluit van 22 augustus 2006 en gewijzigd bij koninklijk besluit van 31 juli 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in de inleidende zin worden de woorden "aan mekaar" opgeheven;
2° in het eerste streepje worden de woorden "artikel 2754, derde lid" vervangen door de woorden "artikel 2754, § 1, derde lid";
3° in het tweede streepje worden de woorden "artikel 2754, vijfde lid" vervangen door de woorden "artikel 2754, § 1, vijfde lid" en wordt het woord "moet" ingevoegd tussen de woorden "van hetzelfde Wetboek," en "uitsluitend".
Art.7. In artikel 106, § 4, van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 22 februari 2010, worden de woorden ", een beleggingsfonds is bedoeld in § 3" opgeheven.
Art.8. Artikel 110, 6°, van hetzelfde besluit, wordt opgeheven.
Art.9. In artikel 117, § 2, c, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij koninklijk besluit van 20 januari 2005, worden de woorden ", een beleggingsfonds is bedoeld in artikel 106, § 3" opgeheven.
Art.10. In artikel 118, § 1, 1°, eerste streepje, van hetzelfde besluit, worden de woorden " § 6," vervangen door de woorden " § 6 of § 6ter, ".
Art.11. In artikel 139, § 1, tweede lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij koninklijk besluit van 1 februari 2010, wordt het woord "postrekening-courant" vervangen door het woord "postrekening".
Art.12. In artikel 142, § 2, van hetzelfde besluit, worden de woorden "artikel 139, § 1, tweede lid" vervangen door de woorden "artikel 139, § 1, derde lid".
Art.13. Het opschrift van de afdeling IIIbis van hoofdstuk III van hetzelfde besluit, ingevoegd bij koninklijk besluit van 22 december 2010, wordt aangevuld als volgt :
" (Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, artikel 394, § 4)".
Art.14. In artikel 144/2, 1°, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij koninklijk besluit van 22 december 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in de bepaling onder het tweede streepje worden de woorden ", de woonstaatheffing bedoeld in artikel 2, § 1, 10°, van hetzelfde Wetboek" ingevoegd tussen de woorden "en in de bijzondere wetten" en de woorden "en de belastingverminderingen";
2° de bepaling onder het derde streepje wordt aangevuld met de woorden "berekend overeenkomstig de bepaling onder 3° ";
3° in de bepaling onder het vijfde streepje wordt het woord "3° " vervangen door het woord "4° ".
Art.15. In artikel 144/5 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij koninklijk besluit van 22 december 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid wordt het woord "evenals" vervangen door het woord "noch";
2° in de Franse tekst van het tweede lid, 2°, wordt het woord "cotisation" vervangen door het woord "imposition".
Art.16. In artikel 144/6 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij koninklijk besluit van 22 december 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 1, 3°, wordt het woord "genoten" vervangen door het woord "verkregen";
2° in paragraaf 2, eerste lid, 1°, worden de woorden ", woonstaatheffing" ingevoegd tussen de woorden "zijn voorafbetalingen" en de woorden "en terug te betalen voorheffingen";
3° in de Franse tekst van paragraaf 2, tweede lid, worden de woorden "attribuée à" vervangen door de woorden "imputée sur".
Art.17. Artikel 145 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 3 mei 1999, wordt opgeheven.
Art.18. In artikel 164 van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 18 maart 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° paragraaf 1, eerste lid, wordt aangevuld met de volgende zin :
" Indien de belastingschuldige geen gekende woonplaats meer heeft, geschiedt de aanzegging van het beslag bij een ter post aangetekende brief aan de procureur des Konings te Brussel. ";
2° paragraaf 4 wordt vervangen als volgt :
" § 4. De kosten voor de ter post aangetekende brieven beoogd in de paragrafen 1 en 3 zijn ten laste van de belastingschuldige. ";
3° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 5, luidende :
" § 5. De belastingschuldige wordt op de hoogte gebracht van de bestemming van de betalingen en van het saldo na de betalingen. " .
Art.19. - In de Franstalige tekst van artikel 203, § 2, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij koninklijk besluit van 22 december 2010, worden de woorden "que si la personne" telkens vervangen door de woorden "si la personne".
Art.20. In maatregel 1, B, eerste lid, van de bijlage IIbis, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij koninklijk besluit van 20 december 2002, worden de woorden "artikel 6311, § 1, 1°, tweede lid, KB/WIB 92" vervangen door de woorden "artikel 6311, § 1, A, 2°, KB/WIB 92".
Art.21. De artikelen 1 en 2 hebben uitwerking met ingang vanaf aanslagjaar 2009.
De artikelen 7 en 9 hebben uitwerking met ingang van 1 maart 2010.
Artikel 8 heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2011.
Artikel 10 is van toepassing op de inkomsten van Belgische obligaties uitgegeven sinds 1 februari 2005 en die het voorwerp hebben uitgemaakt van een inschrijving op naam bij de uitgever.
Art. 22. Onze Minister die bevoegd is voor Financiën, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 5 december 2011.
ALBERT
Van Koningswege :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën,
D. REYNDERS