19 JUNI 2011. - Wet tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 wat de werkbonus en de opzeggingsvergoeding betreft
Art. 1-7
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art.2. In artikel 38 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, laatst gewijzigd bij de wet van 22 december 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
A. 1° paragraaf 1, eerste lid, wordt aangevuld met een bepaling onder 26°, luidende :
" 26° de ontslaguitkering bedoeld in de artikelen 38 tot 43 van de wet van 12 april 2011 houdende aanpassing van de wet van 1 februari 2011 houdende verlenging van de crisismaatregelen en uitvoering van het interprofessioneel akkoord, en tot uitvoering van het compromis van de regering met betrekking tot het ontwerp van interprofessioneel akkoord. ";
2° paragraaf 1, eerste lid, wordt aangevuld met een bepaling onder 27°, luidende :
" 27° ten belope van maximum 425 EUR en onder de voorwaarden en modaliteiten bepaald in § 5, de bezoldigingen die zijn verkregen uit hoofde van of naar aanleiding van het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid tijdens de opzegtermijn en de vergoedingen die door de werkgever al of niet contractueel zijn betaald uit hoofde van of naar aanleiding van de beëindiging van een arbeidsovereenkomst. ";
3° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 5, luidende :
" § 5. De in § 1, eerste lid, 27°, bedoelde vrijstelling wordt verleend op voorwaarde dat de arbeidsovereenkomst :
- een overeenkomst van onbepaalde duur is;
- door de werkgever wordt beëindigd;
- niet wordt beëindigd tijdens de proefperiode, met het oog op brugpensioen of pensionering of wegens dringende reden.
Het maximumbedrag van de vrijstelling bepaald in § 1, eerste lid, 27°, geldt per beëindiging van de arbeidsovereenkomst, ongeacht het tijdstip van de betaling van de bedoelde bezoldigingen en vergoedingen. Om het geïndexeerde maximumbedrag van de vrijstelling voor de beëindiging van een arbeidsovereenkomst te bepalen, wordt rekening gehouden met de indexeringscoëfficiënt die van toepassing is voor het belastbaar tijdperk waarin de opzegging ter kennis is gebracht.
De vrijstelling mag evenmin per belastbaar tijdperk meer bedragen dan datzelfde maximumbedrag zoals dat van toepassing is op de opzeggingen die in het belastbaar tijdperk zelf ter kennis zijn gebracht.
De vrijstelling wordt per belastbaar tijdperk bij voorrang toegepast op de uit hoofde van of naar aanleiding van het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid tijdens de opzegtermijn verkregen bezoldigingen. "
B. In de bepaling onder § 1, eerste lid, 27°, van hetzelfde artikel, ingevoegd bij A, 2°, worden de woorden " 425 EUR " vervangen door de woorden " 850 EUR ".
Art.3. In artikel 171, 5°, a, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 juli 2000 en 13 juli 2001, worden de woorden " van meer dan 615 EUR bruto, " opgeheven.
Art.4. In titel VI, hoofdstuk II, afdeling IVbis, onderafdeling I, van hetzelfde Wetboek, wordt een artikel 289ter /1 ingevoegd, luidende :
" Art. 289ter /1. Er wordt een belastingkrediet verleend aan belastingplichtigen met lage lonen die onderworpen zijn :
- ofwel aan de regelingen bedoeld in artikel 21, § 1, 1° tot 3° en 5°, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers,
- ofwel aan de regelingen bedoeld in artikel 1, 1° tot 3°, van de besluitwet van 7 februari 1945 betreffende de maatschappelijke veiligheid van de zeelieden ter koopvaardij.
Het belastingkrediet is gelijk aan 5,7 pct. van de vermindering van de persoonlijke bijdragen van sociale zekerheid op de tijdens het belastbaar tijdperk verkregen bezoldigingen die daadwerkelijk is verleend met toepassing van artikel 2 van de wet van 20 december 1999 tot toekenning van een werkbonus onder de vorm van een vermindering van de persoonlijke bijdrage van sociale zekerheid aan werknemers met lage lonen en sommige werknemers die het slachtoffer waren van een herstructurering.
Het belastingkrediet mag per belastbaar tijdperk niet meer bedragen dan 85 EUR. De bepalingen van artikel 178 zijn van toepassing op dit bedrag. ".
Art.5. In artikel 290, 3°, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 10 augustus 2001, worden de woorden " wordt het belastingkrediet genoemd in artikel 289ter, " vervangen door de woorden " worden de belastingkredieten bedoeld in de artikelen 289ter en 289ter /1, ".
Art.6. In artikel 304, § 2, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 22 december 2009, worden de woorden " van het in artikel 289ter bedoelde belastingkrediet, " vervangen door de woorden " van de in de artikelen 289ter en 289ter /1 bedoelde belastingkredieten, ".
Art. 7. Artikel 2, A, is van toepassing op de ontslaguitkeringen, bezoldigingen en vergoedingen die worden verkregen vanaf 1 januari 2012, voor zover de opzegging door de werkgever ten vroegste op 1 januari 2012 is ter kennis gebracht.
Artikel 2, B, is van toepassing op de bezoldigingen en vergoedingen die worden verkregen vanaf 1 januari 2014, voor zover de opzegging door de werkgever ten vroegste op 1 januari 2014 is ter kennis gebracht.
Artikel 3 is van toepassing vanaf aanslagjaar 2013.
De artikelen 4 tot 6 zijn van toepassing vanaf aanslagjaar 2012.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 19 juni 2011.
ALBERT
Van Koningswege :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën,
D. REYNDERS
Met 's Lands zegel gezegeld :
De Minister van Justitie,
S. DE CLERCK