Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

12 OKTOBER 2010. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 19bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 23-11-2010 en tekstbijwerking tot 30-06-2017)



Inhoudstafel:


Art. 1-4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1969112813 



Uitvoeringsbesluit(en):

2017012965 



Artikels:

Artikel 1. In artikel 19bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 3 februari 1998 en laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 februari 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° § 1 wordt aangevuld met een lid, luidende :
  "Een maaltijdcheque mag niet gecumuleerd worden met een onkostenvergoeding voor een zelfde maaltijd voor dezelfde dag. "
  2° In § 2, eerste lid, worden de woorden "afgeleverd op papieren drager of in een elektronische vorm" ingevoegd tussen de woorden "maaltijdcheques" en de woorden "terzelfder".
  3° In § 2, 2°, wordt het tweede lid vervangen als volgt :
  "De maaltijdcheques op papieren drager worden iedere maand, in één of meer keren, aan de werknemer overhandigd in functie van het aantal dagen van die maand waarop de werknemer vermoedelijk prestaties zal verrichten, zoals bedoeld in het voorgaand lid. De maaltijdcheques in een elektronische vorm worden iedere maand, in één of meer keren, gecrediteerd op de maaltijdchequerekening van de werknemer in functie van het aantal dagen van die maand waarop de werknemer vermoedelijk prestaties zal verrichten, zoals bedoeld in het voorgaand lid. De maaltijdcheques in elektronische vorm worden geacht te zijn toegekend aan de werknemer op het moment waarop diens maaltijdchequerekening wordt gecrediteerd. Uiterlijk de laatste dag van de eerste maand die volgt op het kwartaal wordt het aantal cheques in overeenstemming gebracht met het aantal dagen waarop de werknemer tijdens het kwartaal prestaties heeft verricht zoals bepaald in het voorgaande lid.
  De maaltijdchequerekening is een databank waarop voor een werknemer een aantal elektronische maaltijdcheques zullen worden opgeslagen en die beheerd wordt door een uitgever erkend volgens de modaliteiten voorzien in het koninklijk besluit van 12 oktober 2010 tot vaststelling van de erkenningsvoorwaarden en erkenningsprocedure voor uitgevers van maaltijdcheques in een elektronische vorm tot uitvoering van de artikelen 183 tot 185 van de wet van 30 december 2009 houdende diverse bepalingen.";
  4° In § 2, 4°, eerste lid, worden de woorden "op papieren drager" ingevoegd tussen de woorden "maaltijdcheque" en de woorden "vermeldt";
  5° In § 2, 4°, tweede lid, worden de woorden "op papieren drager" ingevoegd tussen de woorden "maaltijdcheque" en de woorden "waarop";
  6° In § 2 wordt 4° aangevuld met een lid, luidende :
  "Indien de maaltijdcheque een elektronische vorm heeft, is de geldigheidsduur ook beperkt tot drie maanden te rekenen vanaf het ogenblik dat de maaltijdcheque in elektronische vorm op de maaltijdchequerekening wordt geplaatst en mag hij enkel worden gebruikt ter betaling van een eetmaal of voor de aankoop van verbruiksklare voeding."
  7° § 3, opgeheven bij het koninklijk besluit van 22 juni 2004, wordt hersteld als volgt :
  " § 3. Onverminderd de in § 2 opgesomde voorwaarden, dient de maaltijdcheque in een elektronische vorm gelijktijdig aan de volgende voorwaarden te voldoen opdat hij niet als loon zou worden beschouwd :
  1° Het aantal maaltijdcheques in een elektronische vorm en het brutobedrag ervan, verminderd met het persoonlijk aandeel van de werknemer, worden vermeld op de afrekening, bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers.
  2° Vóór het gebruik van de maaltijdcheques in een elektronische vorm kan de werknemer het saldo en de geldigheidsduur nagaan van de maaltijdcheques die hem werden toegekend en die nog niet gebruikt werden.
  3° De keuze voor maaltijdcheques in een elektronische vorm wordt geregeld via een collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak, eventueel binnen het kader van een sectorale collectieve arbeidsovereenkomst. Kan een dergelijke overeenkomst niet worden gesloten bij gebrek aan een vakbondsafvaardiging of gaat het om een personeelscategorie waarvoor het niet de gewoonte is dat deze door zulke overeenkomst wordt beoogd, dan wordt de keuze voor maaltijdcheques in een elektronische vorm geregeld door een individuele schriftelijke overeenkomst.
  De modaliteiten van de omkeerbaarheid van de keuze en de modaliteiten en de termijnen van de verandering van de uitbetalingswijze van de maaltijdcheques worden vastgesteld bij collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak eventueel binnen het kader van een sectorale collectieve arbeidsovereenkomst of in het arbeidsreglement wanneer de keuze voor maaltijdcheques in een elektronische vorm geregeld is door een individuele schriftelijke overeenkomst.
  Indien er geen collectieve arbeidsovereenkomst, noch een regeling in het arbeidsreglement is voorzien met betrekking tot de modaliteiten van de omkeerbaarheid van de keuze, geldt de keuze voor maaltijdcheques in een elektronische vorm voor minstens drie maanden.
  Onverminderd wat bepaald is in het vorig lid, kunnen de werkgever en de werknemer hun keuze veranderen mits het respecteren van een opzegtermijn van een maand. Deze opzegtermijn begint te lopen op de eerste dag van de maand volgend op die waarin kennis van de opzegging is gegeven.
  Voor de werknemers die ressorteren onder het paritair comité voor de uitzendarbeid kunnen zowel de keuze als de modaliteiten van de omkeerbaarheid van de keuze enkel geregeld worden binnen het kader van een voorafgaande sectorale collectieve arbeidsovereenkomst.
  4° De maaltijdcheques in een elektronische vorm kunnen enkel ter beschikking gesteld worden door een uitgever gezamenlijk erkend door de Minister bevoegd voor Sociale zaken, de Minister bevoegd voor Werk, de Minister bevoegd voor Zelfstandigen en de Minister bevoegd voor Economische zaken, zoals bepaald in bovenvermeld koninklijk besluit van 12 oktober 2010.
  5° Het gebruik van de maaltijdcheques in een elektronische vorm mag geen kosten voor de werknemer teweegbrengen, behalve in geval van diefstal of verlies onder de voorwaarden vast te stellen bij collectieve arbeidsovereenkomst op sectoraal of ondernemingsvlak, of in het arbeidsreglement wanneer de keuze voor maaltijdcheques in een elektronische vorm geregeld is door een individuele schriftelijke overeenkomst. In ieder geval kan de kost van de vervangende drager in geval van diefstal of verlies de nominale waarde van één maaltijdcheque niet overschrijden.
  Alle maaltijdcheques in een elektronische vorm die niet voldoen aan alle in deze paragraaf opgesomde voorwaarden worden als loon beschouwd.
  Maaltijdcheques in een elektronische vorm, uitgegeven door een uitgever wiens erkenning werd ingetrokken of vervallen is overeenkomstig de bepalingen van bovenvermeld koninklijk besluit van 12 oktober 2010, blijven geldig tot de vervaldag van hun geldigheidsduur.

Art.2.De regeling betreffende de maaltijdcheques in elektronische vorm wordt aan een evaluatie onderworpen drie jaar na de inwerkingtreding ervan [1 ...]1 van de sociale inspecteurs van de Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en van de sociale inspecteurs van de Algemene Directie Inspectiediensten van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, door de door de Minister tot wiens bevoegdheid de Economische Zaken behoren aangestelde ambtenaren bevoegd om de in het bovenvermeld koninklijk besluit van 12 oktober 2010 bedoelde inbreuken op te sporen en vast te stellen alsook door de Nationale Arbeidsraad, de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de K.M.O. en de Raad voor het Verbruik.
  ----------
  (1)<KB 2017-06-22/02, art. 28, 002; Inwerkingtreding : 01-07-2017>

Art.3. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgend op de publicatie ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 4. De Minister van Sociale Zaken, de Minister van Werk, de Minister van Zelfstandigen en de Minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.