4 JUNI 2010. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2002 betreffende de organisatie van het voltijds secundair onderwijs en van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2007 betreffende de studiegebieden en structuuronderdelen in het voltijds secundair onderwijs
HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2002 betreffende de organisatie van het voltijds secundair onderwijs
Art. 1-12
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2007 betreffende de studiegebieden en structuuronderdelen in het voltijds secundair onderwijs
Art. 13-19
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art. 20-21
HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2002 betreffende de organisatie van het voltijds secundair onderwijs
Artikel 1. In artikel 11, § 1, 2°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2002 betreffende de organisatie van het voltijds secundair onderwijs, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2007, worden de woorden "16 jaar" vervangen door de woorden "15 jaar".
Art.2. Artikel 14 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 september 2008, wordt opgeheven.
Art.3. In artikel 32, § 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de woorden ", 14, § 1" worden opgeheven;
2° de woorden ", het derde leerjaar van de tweede graad van het beroepssecundair onderwijs" worden opgeheven.
Art.4. In hetzelfde besluit wordt een artikel 34bis tot en met 34quater ingevoegd, die luiden als volgt :
"Art. 34bis. De inrichtende macht beslist of de onderwijsinstelling gebruikmaakt van de bepalingen van dit artikel.
Als aan al de volgende criteria is voldaan kan, op grond van specifieke onderwijskundige of organisatorische argumenten en met het oog op het aanbieden van meer individuele leertrajecten, voor een leerling worden afgeweken van artikel 6, § 1 :
1° gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad op basis van screening van de leerling;
2° akkoord van de betrokken personen.
Art. 34ter. De inrichtende macht beslist of de onderwijsinstelling gebruikmaakt van de bepalingen van dit artikel.
Als aan volgend criterium is voldaan kan, op grond van specifieke onderwijskundige of organisatorische argumenten, voor een leerling worden afgeweken van de voorwaarden, vermeld in artikel 24 :
gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad op basis van elders verworven competenties of kwalificaties.
Art. 34quater. De inrichtende macht beslist of de onderwijsinstelling gebruikmaakt van de bepalingen van dit artikel.
Als aan volgend criterium is voldaan kan, op grond van specifieke onderwijskundige of organisatorische argumenten en met het oog op het aanbieden van meer individuele leertrajecten, voor een leerling met tekorten voor bepaalde programmaonderdelen worden afgeweken van de voorwaarden, vermeld in artikel 8, § 1, artikel 12, § 1, artikel 13, § 1, artikel 18, § 1, artikel 19, § 1, artikel 20, § 1, of artikel 21, § 1 :
gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad na overleg met de delibererende klassenraad van het structuuronderdeel waaruit de leerling komt.
In voorkomend geval :
1° bestaat de toelatingsklassenraad, voor wat het onderwijzend personeel betreft en in afwijking van artikel 3, § 2, 1°, b), uit alle leden van het structuuronderdeel waarvoor de leerling opteert;
2° moeten de tekorten voor bepaalde programmaonderdelen in het eerste leerjaar worden weggewerkt vóór het einde van het tweede leerjaar van de graad in kwestie waarvoor de leerling toelating heeft verkregen;
3° wordt, in afwijking van artikel 40, in het eerste leerjaar van de graad in kwestie de uitreiking van een oriënteringsattest vervangen door de uitreiking van een attest van regelmatige lesbijwoning in afwachting van het wegwerken van de tekorten;
4° beslist de delibererende klassenraad van het eerste leerjaar van de graad in kwestie alsnog om een oriënteringsattest toe te kennen aan elke leerling die, zonder dat de tekorten zijn weggewerkt, overstapt naar een structuuronderdeel van dezelfde of een andere onderwijsinstelling waar niet gebruikgemaakt wordt van de bepalingen in dit artikel. Tegen een beslissing van de delibererende klassenraad in de loop van het schooljaar die door de betrokken personen wordt betwist, kan beroep worden ingesteld overeenkomstig de procedure als vermeld in artikel 68 tot en met 74, met dien verstande dat de inrichtende macht van de betrokken onderwijsinstelling, rekening houdend met het principe van de redelijkheid, zelf de termijnen bepaalt die inherent zijn aan deze procedure;
5° beslist de delibererende klassenraad van het tweede leerjaar van de graad in kwestie alsnog om een oriënteringsattest A van het eerste leerjaar van die graad toe te kennen aan elke leerling die de tekorten van het eerste leerjaar heeft weggewerkt doch niet geslaagd is in het tweede leerjaar. Bij die toekenning in een eerste leerjaar van de eerste graad wordt een getuigschrift van basisonderwijs gevoegd, voor zover de leerling dat nog niet in zijn bezit heeft;
6° wordt, in afwijking van artikel 41, op het einde van het tweede leerjaar van de eerste graad aan elke leerling, voor zover hij het nog niet in zijn bezit heeft, een getuigschrift van basisonderwijs uitgereikt indien de leerling dat tweede leerjaar van de eerste graad met vrucht heeft beëindigd."
Art.5. In artikel 35 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 oktober 2009, wordt in punt 6° de zin "Voor de toelating tot het derde leerjaar van de tweede graad van het beroepssecundair onderwijs, wordt onder tweede leerjaar van de tweede graad ook verstaan : het vierde leerjaar van de lagere cyclus van het secundair onderwijs van het type II" opgeheven.
Art.6. In artikel 38, 2°, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 oktober 2009, worden de woorden "het derde leerjaar van de tweede graad van het beroepssecundair onderwijs, ingericht onder de vorm van een vervolmakingsjaar," opgeheven.
Art.7. In hetzelfde besluit wordt een artikel 38bis ingevoegd, dat luidt als volgt :
"Art. 38bis. De inrichtende macht beslist of de onderwijsinstelling gebruikmaakt van de bepalingen van dit artikel.
Op grond van specifieke onderwijskundige of organisatorische argumenten en met het oog op het aanbieden van meer individuele leertrajecten, kan voor een bepaald structuuronderdeel worden afgeweken van de bepalingen in artikel 37 en 38, ten einde de delibererende klassenraad in de eerste, de tweede respectievelijk de derde graad uit te stellen tot het einde van het tweede leerjaar van de graad in kwestie.
In voorkomend geval :
1° wordt, in afwijking van artikel 40, de uitreiking van een oriënteringsattest in het eerste leerjaar van de graad in kwestie vervangen door de uitreiking van een attest van regelmatige lesbijwoning, dat van rechtswege toelating verleent tot het tweede leerjaar van die graad voor zover in dat leerjaar wordt gebruikgemaakt van de bepalingen van dit artikel;
2° beslist de delibererende klassenraad van het eerste leerjaar van de graad in kwestie alsnog om een oriënteringsattest toe te kennen aan elke leerling die het leerjaar heeft beëindigd en die vóór het einde van de graad overstapt naar een structuuronderdeel van dezelfde of een andere onderwijsinstelling waarvoor niet gebruikgemaakt wordt van de bepalingen van dit artikel. Bij de toekenning van een oriënteringsattest A of B in een eerste leerjaar van de eerste graad wordt een getuigschrift van basisonderwijs gevoegd, voor zover de leerling dat nog niet in zijn bezit heeft. Tegen een beslissing van de delibererende klassenraad in de loop van het schooljaar die door de betrokken personen wordt betwist, kan beroep worden ingesteld overeenkomstig de procedure als vermeld in artikel 68 tot en met 74, met dien verstande dat de inrichtende macht van de betrokken onderwijsinstelling, rekening houdend met het principe van de redelijkheid, zelf de termijnen bepaalt die inherent zijn aan deze procedure;
3° wordt, in afwijking van artikel 41, op het einde van het tweede leerjaar van de eerste graad of beroepsvoorbereidend leerjaar van die graad aan elke leerling, voor zover hij het nog niet in zijn bezit heeft, een getuigschrift van basisonderwijs uitgereikt indien de leerling dat tweede leerjaar van de eerste graad of beroepsvoorbereidend leerjaar van die graad met vrucht heeft beëindigd."
Art.8. In artikel 40 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 7 september 2007 en 9 oktober 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 1 worden de woorden "het derde leerjaar van de tweede graad van het beroepssecundair onderwijs," opgeheven;
2° in paragraaf 2 worden de woorden "het derde leerjaar van de tweede graad van het beroepssecundair onderwijs," opgeheven.
Art.9. Artikel 45 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.10. In artikel 56, § 1, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 oktober 2009, wordt punt 1° opgeheven.
Art.11. In bijlage 3, punt 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 oktober 2009, worden in punt (5) de woorden "voor het derde leerjaar van de tweede graad van het beroepssecundair onderwijs : (vervolmakingsjaar)" opgeheven.
Art.12. Bijlage 8 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2007 betreffende de studiegebieden en structuuronderdelen in het voltijds secundair onderwijs
Art.13. In bijlage VI van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2007 betreffende de studiegebieden en structuuronderdelen in het voltijds secundair onderwijs, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 mei 2008 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 oktober 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het opschrift "Vervolmakingsjaren bso" wordt telkens opgeheven;
2° onder het opschrift "Vervolmakingsjaren bso" wordt de benaming "Bouw" opgeheven.
Art.14. In bijlage XIII van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 oktober 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het opschrift "Vervolmakingsjaren bso" wordt telkens opgeheven;
2° onder het opschrift "Vervolmakingsjaren bso" wordt de benaming "Hout" opgeheven.
Art.15. In bijlage XVI van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 oktober 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in de kolom "Nieuwe benamingen", "Derde graad tso", worden de woorden "Diertechnische wetenschappen" telkens vervangen door de woorden "Dier- en landbouwtechnische wetenschappen";
2° in de kolom "Nieuwe benamingen", "Specialisatiejaren bso", worden de woorden "Opgeheven (vanaf 1 september 2010)" (op de hoogte van het woord "Agromanagement") vervangen door het woord "Agromanagement S".
Art.16. In bijlage XVII van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 oktober 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het opschrift "Vervolmakingsjaren bso" wordt telkens opgeheven;
2° onder het opschrift "Vervolmakingsjaren bso" wordt de benaming "Haarzorg" opgeheven.
Art.17. In bijlage XX van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 oktober 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het opschrift "Vervolmakingsjaren bso" wordt telkens opgeheven;
2° onder het opschrift "Vervolmakingsjaren bso" wordt de benaming "Moderealisatie en -presentatie" opgeheven.
Art.18. In bijlage XXIV van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 oktober 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het opschrift "Vervolmakingsjaren bso" wordt telkens opgeheven;
2° onder het opschrift "Vervolmakingsjaren bso" wordt de benaming "Verzorging-voeding" opgeheven.
Art.19. In bijlage XXVIII van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 oktober 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het opschrift "Vervolmakingsjaren bso" wordt telkens opgeheven;
2° onder het opschrift "Vervolmakingsjaren bso" worden de benaming "Brood- en banketbakkerij" en het symbool "S" opgeheven.
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art.20. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2010.
Art. 21. De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 4 juni 2010.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
K. PEETERS
De Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel,
P. SMET