21 FEBRUARI 2010. - Wet tot aanpassing van verschillende wetten die een aangelegenheid regelen als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet, aan de benaming "Grondwettelijk Hof"
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van de wet van 3 mei 1880
Art. 2
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van de wet van 6 augustus 1931 houdende vaststelling van de onverenigbaarheden en ontzeggingen betreffende de ministers, gewezen ministers en ministers van Staat, alsmede de leden en gewezen leden van de Wetgevende Kamers
Art. 3-4
HOOFDSTUK 4. - Wijziging van de wet van 5 april 1955 inzake de wedden van de ambtsdragers bij de Raad van State en de magistraten en leden van de griffie van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen
Art. 5
HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen van het Gerechtelijk Wetboek
Art. 6-11
HOOFDSTUK 6. - Wijzigingen van de gecoördineerde wetten
Art. 12-14
HOOFDSTUK 7. - Wijziging van de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap
Art. 15
HOOFDSTUK 8. - Wijzigingen van de gewone wet van 6 januari 1989 betreffende de wedden en pensioenen van de rechters, de referendarissen en de griffiers van het Arbitragehof
Art. 16-21
HOOFDSTUK 9. - Wijzigingen van de wet van 23 januari 1989 op het rechtscollege bedoeld bij artikel 92bis, § 5 en § 6, en artikel 94, § 3, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen
Art. 22-24
HOOFDSTUK 10. - Wijziging van de wet van 3 mei 2003 tot wijziging
Art. 25
HOOFDSTUK 11. - Wijzigingen van de wet van 25 april 2007 tot oprichting van een Parlementair Comité belast met de wetsevaluatie
Art. 26-28
1880050350 1931080650 1955040502 1973011250 1984023027 1989009072 1989021000 2003009444 2007201295
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van de wet van 3 mei 1880
op het parlementair onderzoek
Art.2. In artikel 4, § 5, tweede lid, van de wet van 3 mei 1880 op het parlementair onderzoek, vervangen bij de wet van 30 juni 1996, wordt het woord "Arbitragehof" vervangen door de woorden "Grondwettelijk Hof".
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van de wet van 6 augustus 1931 houdende vaststelling van de onverenigbaarheden en ontzeggingen betreffende de ministers, gewezen ministers en ministers van Staat, alsmede de leden en gewezen leden van de Wetgevende Kamers
Art.3. In artikel 1, eerste lid, 10°, van de wet van 6 augustus 1931 houdende vaststelling van de onverenigbaarheden en ontzeggingen betreffende de ministers, gewezen ministers en ministers van Staat, alsmede de leden en gewezen leden van de Wetgevende Kamers, vervangen bij de wet van 16 juli 1993, wordt het woord "Arbitragehof" vervangen door de woorden "Grondwettelijk Hof".
Art.4. In artikel 5, tweede lid, van dezelfde wet, laatst gewijzigd door de wet van 16 juli 1993, wordt het woord "Arbitragehof" vervangen door de woorden "Grondwettelijk Hof".
HOOFDSTUK 4. - Wijziging van de wet van 5 april 1955 inzake de wedden van de ambtsdragers bij de Raad van State en de magistraten en leden van de griffie van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen
Art.5. In artikel 3, § 5, eerste lid, 2°, van de wet van 5 april 1955 inzake de wedden van de ambtsdragers bij de Raad van State en de magistraten en leden van de griffie voor de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen, ingevoegd bij de wet van 2 augustus 1974, gewijzigd bij de wet van 6 januari 1989 en vernummerd bij de wet van 3 april 1997, wordt het woord "Arbitragehof" vervangen door de woorden "Grondwettelijk Hof".
HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen van het Gerechtelijk Wetboek
Art.6. In artikel 187, § 2, eerste lid, 2°, van het Gerechtelijk Wetboek, gewijzigd bij de wet van 6 mei 1997, wordt het woord "Arbitragehof" vervangen door de woorden "Grondwettelijk Hof".
Art.7. In artikel 188 van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 13 maart 2001, wordt het woord "Arbitragehof" vervangen door de woorden "Grondwettelijk Hof".
Art.8. In artikel 190, § 2, eerste lid, 2°, van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 3 mei 2003, wordt het woord "Arbitragehof" vervangen door de woorden "Grondwettelijk Hof".
Art.9. In artikel 192 van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 24 maart 1999, wordt het woord "Arbitragehof" vervangen door de woorden "Grondwettelijk Hof".
Art.10. In artikel 194, § 2, eerste lid, 2°, van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 24 maart 1999, wordt het woord "Arbitragehof" vervangen door de woorden "Grondwettelijk Hof".
Art.11. In artikel 259quaterdecies van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 22 december 1998, wordt het woord "Arbitragehof" vervangen door de woorden "Grondwettelijk Hof".
HOOFDSTUK 6. - Wijzigingen van de gecoördineerde wetten
op de Raad van State
Art.12. In artikel 14, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, laatst gewijzigd bij de wet van 15 mei 2007, wordt het woord "Arbitragehof" vervangen door de woorden "Grondwettelijk Hof".
Art.13. In artikel 70, § 2, eerste lid, 1°, van dezelfde wetten, ingevoegd bij de wet van 15 september 2006, wordt het woord "Arbitragehof" vervangen door de woorden "Grondwettelijk Hof".
Art.14. In artikel 74/2, § 5, eerste lid, 2°, van dezelfde wetten, ingevoegd bij de wet van 15 september 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
A) in a) wordt het woord "Arbitragehof" vervangen door de woorden "Grondwettelijk Hof";
B) in f) wordt het woord "Arbitragehof" vervangen door de woorden "Grondwettelijk Hof".
HOOFDSTUK 7. - Wijziging van de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap
Art.15. In artikel 10bis, eerste lid, 8°, van de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, ingevoegd bij de wet van 16 juli 1993, wordt het woord "Arbitragehof" vervangen door de woorden "Grondwettelijk Hof".
HOOFDSTUK 8. - Wijzigingen van de gewone wet van 6 januari 1989 betreffende de wedden en pensioenen van de rechters, de referendarissen en de griffiers van het Arbitragehof
Art.16. In het opschrift van de gewone wet van 6 januari 1989 betreffende de wedden en pensioenen van de rechters, de referendarissen en de griffiers van het Arbitragehof, wordt het woord "Arbitragehof" vervangen door de woorden "Grondwettelijk Hof".
Art.17. In artikel 1 van dezelfde wet wordt het woord "Arbitragehof" telkens vervangen door de woorden "Grondwettelijk Hof".
Art.18. In artikel 2 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 27 juni 1994, wordt het woord "Arbitragehof" vervangen door de woorden "Grondwettelijk Hof".
Art.19. In artikel 3, eerste lid, van dezelfde wet wordt het woord "Arbitragehof" vervangen door de woorden "Grondwettelijk Hof".
Art.20. In artikel 4 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 2 april 2001, wordt het woord "Arbitragehof" telkens vervangen door de woorden "Grondwettelijk Hof".
Art.21. In artikel 8 van dezelfde wet wordt het woord "Arbitragehof" vervangen door de woorden "Grondwettelijk Hof".
HOOFDSTUK 9. - Wijzigingen van de wet van 23 januari 1989 op het rechtscollege bedoeld bij artikel 92bis, § 5 en § 6, en artikel 94, § 3, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen
Art.22. In artikel 4, § 4, van de wet van 23 januari 1989 op het rechtscollege bedoeld bij artikel 92bis, § 5 en § 6, en artikel 94, § 3, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, wordt het woord "Arbitragehof" telkens vervangen door de woorden "Grondwettelijk Hof".
Art.23. In artikel 54, § 2, van dezelfde wet, wordt het woord "Arbitragehof" vervangen door de woorden "Grondwettelijk Hof".
Art.24. In artikel 55, § 5, van dezelfde wet, wordt het woord "Arbitragehof" vervangen door de woorden "Grondwettelijk Hof".
HOOFDSTUK 10. - Wijziging van de wet van 3 mei 2003 tot wijziging
van sommige bepalingen van deel II van het Gerechtelijk Wetboek
Art.25. In artikel 58, § 7, van de wet van 3 mei 2003 tot wijziging van sommige bepalingen van deel II van het Gerechtelijk Wetboek, wordt het woord "Arbitragehof" vervangen door de woorden "Grondwettelijk Hof".
HOOFDSTUK 11. - Wijzigingen van de wet van 25 april 2007 tot oprichting van een Parlementair Comité belast met de wetsevaluatie
Art.26. In het opschrift van Hoofdstuk II, Afdeling II, Onderafdeling II, van de wet van 25 april 2007 tot oprichting van een Parlementair Comité belast met de wetsevaluatie, wordt het woord "Arbitragehof" vervangen door de woorden "Grondwettelijk Hof".
Art.27. In artikel 9, eerste lid, van dezelfde wet, wordt het woord "Arbitragehof" vervangen door de woorden "Grondwettelijk Hof".
Art. 28. In artikel 10 van dezelfde wet, wordt het woord "Arbitragehof" vervangen door de woorden "Grondwettelijk Hof".
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 21 februari 2010.
ALBERT
Van Koningswege :
De Eerste Minister,
Y. LETERME
De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën en Institutionele Hervormingen,
D. REYNDERS
De Vice-Eerste Minister en Minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen,
S. VANACKERE
Met 's Lands zegel gezegeld :
De Minister van Justitie,
S. DE CLERCK