Artikels:
Sectie I. - Algemene bepalingen
Artikel 1. Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.
Art.2. Overeenkomstig de tabel bij deze ordonnantie, worden de in de Algemene Uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2010 ingeschreven kredieten als volgt aangepast :
Vastleggingskredieten | Vereffeningskredieten | In duizenden euro |
| | Gesplitste kredieten |
3.120.406 | 2.897.670 | Initieel |
388 | 472 | Bijkredieten |
* | * | Kredietverminderingen |
3.120.794 | 2.898.142 | Aangepast |
| | Variabele kredieten |
193.116 | 201.159 | Initieel |
980 | * | Bijkredieten |
* | - 1.427 | Kredietverminderingen |
194.096 | 199.732 | Aangepast |
| | Algemene totalen |
3.313.522 | 3.098.829 | Initieel |
1.368 | * | Bijkredieten |
* | - 955 | Kredietverminderingen |
3.314.890 | 3.097.874 | Aangepast |
Deze kredieten worden opgesomd in de bij deze ordonnantie gevoegde tabellen, sectie I.
In toepassing van artikel 14 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, worden de uitgaven gemachtigd per programma waarvan de krediettotalen opgenomen zijn in de bij deze ordonnantie gevoegde begrotingstabellen, sectie I en sectie II en de bijlage I.
De geconsolideerde ontvangsten- en uitgavenbegroting van de gewestelijke entiteit wordt goedgekeurd en staat opgenomen in de vorm van een tabel op het einde van het beschikkende gedeelte van deze ordonnantie.
Art.3. De datum van 31 augustus zoals hernomen in artikel 60 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, wordt vervangen door deze van 31 december.
Sectie II. - Bijzondere bepalingen in verband met de diensten van de Regering met inbegrip van de bepalingen in verband met de organieke begrotingsfondsen
Art.4. In afwijking van de bepalingen van artikel 12 van de ordonnantie van 14 december 2009 houdende de begroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2010, dienen de facultatieve subsidies toegekend op de hieronder vermelde BA's geen voorwerp uit te maken van een overeenkomst.
26.002.52.03.63.21
25.007.20.02.51.11
27.007.28.01.63.21
27.012.28.01.63.21
In afwijking van de bepalingen van artikel 12 van de ordonnantie van 14 december 2009 houdende de begroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2010, maken de facultatieve subsidies toegekend op de BA 11.002.24.01.52.10 noch het voorwerp uit een besluit, noch van een overeenkomst.
In afwijking van de bepalingen van artikel 12 van de ordonnantie van 14 december 2009 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2010, maken de facultatieve toelagen toegekend aan de BGHM niet het voorwerp uit van een overeenkomst, maar dienen te beantwoorden aan de vereisten van het beheerscontract tussen de BGHM en de Brusselse Hoofdstedelijke Regering.
In afwijking van de bepalingen van artikel 12 van de ordonnantie van 14 december 2009 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2010, maakt de facultatieve toelage toegekend op de BA 25.007.20.01.51.11 niet het voorwerp uit van een overeenkomst, maar dient ze te beantwoorden aan de vereisten van het beheerscontract tussen het Woningfonds en de Brusselse Hoofdstedelijke Regering.
Art.5. In artikel 13, 1 paragraaf, van de ordonnantie van 14 december 2009 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2010, dient men 10.005.27.01.43.21 en 10.005.27.05.43.21 te lezen in plaats van 10.005.27.01.42.21 en 10.005.27.05.42.21.
Art.6. De aangepaste variabele kredieten van de organieke begrotingsfondsen worden toegewezen aan de programma's van hun respectieve opdrachten op volgende wijze :
(Tabel niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 14-01-2011, p. 1320)
Art.7. De 3e paragraaf van artikel 17 van de ordonnantie van 14 december 2009 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2010 wordt vervangen door hetgeen volgt :
" In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle en van artikel 2, 6° van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 tot oprichting van de begrotingsfondsen, wordt een deel van de middelen van het Fonds voor investeringen en aflossing van de schuldenlast in de sector van de sociale woningbouw toegewezen aan de basisallocaties " Investeringssubsidie aan de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM) " (B.A. 25.005.20.03.51.11), " Investeringsdotatie aan het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest " (B.A. 25.007.20.01.51.11) en " Investeringssubsidie aan het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bij wijze van toewijzing van de stedenbouwkundige lasten aan de huisvesting (B.A. 25.007.20.02.51.11) ". "
In artikel 17, 5e paragraaf, van de ordonnantie van 14 december 2009 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2010, wordt de tekst " en 27.015.08.01.12.11 " geschrapt.
Sectie III. - Bijzondere bepalingen in verband met de autonome bestuursinstellingen
Art.8. De aanpassing van de begroting voor het jaar 2010 van het Centrum voor Informatica voor het Brussels Gewest wordt goedgekeurd.
Deze begroting bedraagt 32.209.000 euro voor de ontvangsten, 34.078.000 euro voor de vastleggingskredieten, en 32.209.000 euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van 0 euro, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.
Art.9. De aanpassing van de begroting voor het jaar 2010 van het Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulpverlening wordt goedgekeurd.
Deze begroting bedraagt 88.163.000 euro voor de ontvangsten, 91.286.000 euro voor de vastleggingskredieten, en 88.163.000 euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van 0 euro, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.
Art.10. De aanpassing van de begroting voor het jaar 2010 van Leefmilieu Brussel/Brussels Instituut voor Milieubeheer wordt goedgekeurd.
Deze begroting bedraagt 88.675.000 euro voor de ontvangsten, 90.806.000 euro voor de vastleggingskredieten, en 88.675.000 euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van 0 euro, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.
Art.11. De aanpassing van de begroting voor het jaar 2010 van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid - Net Brussel wordt goedgekeurd.
Deze begroting bedraagt 188.826.000 euro voor de ontvangsten, 189.526.000 euro voor de vastleggingskredieten, en 188.826.000 euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van 0 euro, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.
Art.12. De aanpassing van de begroting voor het jaar 2010 van het Instituut ter bevordering van het Wetenschappelijk Onderzoek en de Innovatie van Brussel wordt goedgekeurd.
Deze begroting bedraagt 36.150.000 euro voor de ontvangsten, 38.955.000 euro voor de vastleggingskredieten, en 36.150.000 euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van 1.900.000 euro, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.
Art.13. De aanpassing van de begroting voor het jaar 2010 van het Fonds voor de Financiering van het Waterbeleid wordt goedgekeurd.
Deze begroting bedraagt 25.374.000 euro voor de ontvangsten, 24.697.000 euro voor de vastleggingskredieten, en 25.374.000 euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van 0 euro, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.
Art.14. De aanpassing van de begroting voor het jaar 2010 van het Brussels Gewestelijk Her?nancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën wordt goedgekeurd.
Deze begroting bedraagt 826.274.000 euro voor de ontvangsten, 826.274.000 euro voor de vastleggingskredieten, en 826.274.000 euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van 0 euro, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.
Art.15. De 3e paragraaf van artikel 43 van de ordonnantie van 14 december 2009 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2010, wordt vervangen door hetgeen volgt :
" Daarenboven wordt de Brusselse Hoofdstedelijke Regering gemachtigd de gewestwaarborg te verlenen voor de leningen aangegaan in 2010 door de MIVB om het deel van haar investeringsprogramma te financieren dat noch door de haar verleende gewestelijke dotaties, noch door haar eigen investeringscapaciteit wordt gedekt en dit voor een bedrag vastgesteld op maximum 15.000.000 euro. "
Sectie IV. - Bijzondere bepalingen in verband met de instellingen van openbaar nut van categorie A en B, bepaald door de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, die niet zijn ondergebracht onder de sectoriële code 13.12, rubriek " Deelstaatoverheid ", van het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen vervat in de Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad van 25 juni 1996 betreffende het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Gemeenschap
Nihil.
Sectie V. - Andere verbintenissen van de gewestelijke entiteit
Art.16. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd de gewestwaarborg te verlenen om de eventuele veroordeling van de GOMB in het kader van haar geschil met de FOD Financiën, btw-Administratie, te dekken via een lening en dit voor een maximumbedrag van 11.500.000 euro.
Art.17. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen ten bedrage van 210.000.000 euro om de BIWD in staat te stellen in 2010 bij de Europese Investeringsbank een lening aan te gaan voor een maximumbedrag van 168.500.000 euro.
Sectie VI. - Slotbepaling
Art.18. Deze ordonnantie treedt in werking op de dag van de stemming door het Parlement.
Brussel, 14 december 2010.
Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking,
Ch. PICQUE
Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen,
J.-L. VANRAES
Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie, Waterbeleid, Stadsvernieuwing, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp en Huisvesting,
Mevr. E. HUYTEBROECK
Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken en Vervoer,
Mevr. B. GROUWELS
Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie en Wetenschappelijk Onderzoek,
B. CEREXHE
BIJLAGE.
Art. N. (Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 14-01-2011, p. 1323-2692)