24 SEPTEMBER 2009. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot bepaling van de opdrachten, de samenstelling en de werkwijze van het samenwerkingscomité aangaande de " missions locales pour l'emploi " en de lokale werkwinkels
Art. 1-10
Artikel 1. Voor de toepassing van onderhavig besluit wordt verstaan onder :
1° ordonnantie : de ordonnantie van 27 november 2008 betreffende de ondersteuning van de " missions locales pour l'emploi " en de lokale werkwinkels;
2° " mission locale pour l'emploi " of lokale werkwinkel : de vereniging zonder winstoogmerk als bedoeld in artikel 3, § 1 van de ordonnantie;
3° ACTIRIS : de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling, als gereglementeerd bij de ordonnantie van 18 januari 2001 houdende organisatie en werking van de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling;
4° Bestuur : het Bestuur Economie en Werkgelegenheid van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
5° Minister : de Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Tewerkstelling.
Art.2. Het krachtens artikel 15 van de ordonnantie opgerichte samenwerkingscomité wordt geïnstalleerd in de schoot van ACTIRIS en verenigt ACTIRIS, de " missions locales pour l'emploi " en de lokale werkwinkels.
Art.3. Het samenwerkingscomité heeft inzonderheid als opdracht :
1° overeenkomstig met artikel 4, § 4 van de ordonnantie, overleg te plegen met het oog op het bepalen, door ACTIRIS, van het algemeen kader van de door de " missions locales pour l'emploi " en de lokale werkwinkels te volgen methodologie bij het verrichten van de algemene opdrachten als omschreven in artikel 4 van de ordonnantie;
2° overeenkomstig met artikel 5, § 3 van de ordonnantie, overleg te plegen over de coördinatiemodaliteiten van de schakelactiviteiten als bedoeld in artikel 5, § 1, tweede lid, 1° van de ordonnantie;
3° overeenkomstig met artikel 6, tweede lid, 3° van de ordonnantie, advies te verstrekken over de modaliteiten voor de omschrijving en de evaluatie van de operationele doelstellingen als bedoeld in artikel 6, tweede lid, 3° van de ordonnantie;
4° overeenkomstig met artikel 15 van de ordonnantie, overleg te plegen over de tenuitvoerlegging van de algemene en de bijzondere opdrachten, als bedoeld in de artikelen 4 en 5 van de ordonnantie, en deze te beoordelen.
Art.4. § 1er. Het samenwerkingscomité is samengesteld uit :
1° een vertegenwoordiger per " mission locale pour l'emploi " en per lokale werkwinkel;
2° vier vertegenwoordigers van ACTIRIS, waarvan er een het ondervoorzitterschap bekleedt;
3° een vertegenwoordiger van het Bestuur;
4° een vertegenwoordiger van de Minister die het voorzitterschap bekleedt.
Wat de vragen om advies betreft, nemen enkel de vertegenwoordigers als bedoeld in 1° en 2° deel aan het formuleren van het advies.
§ 2. Bij afwezigheid of verhindering van de voorzitter, zit de ondervoorzitter de zittingen van het samenwerkingscomité voor.
Art.5. De adviezen worden bij consensus aangenomen. Bij gebrek aan consensus herneemt het verslag aan de Regering de verschillende standpunten.
Art.6. Binnen het samenwerkingscomité kunnen technische comités opgericht worden. Hun opdracht bestaat erin het overleg over de kwesties die het samenwerkingscomité hen zal voorleggen, voor te bereiden.
Art.7. Het secretariaat van het samenwerkingscomité alsook de organisatie van de vergaderingen worden verzorgd door ACTIRIS.
Art.8. § 1. Het samenwerkingscomité komt samen telkens wanneer het, op vraag van de Regering, een advies dient te verstrekken overeenkomstig de ordonnantie. Het advies wordt verstrekt binnen de drie maanden te rekenen vanaf de ontvangst van het verzoek door het secretariaat als bedoeld in artikel 7.
Bij gebrek aan advies binnen deze termijn is de Regering vrijgesteld van het inwinnen van een advies van het samenwerkingscomité.
§ 2. Het samenwerkingscomité komt minstens twee maal per jaar samen en telkens wanneer :
1° de Minister daarom verzoekt;
2° ACTIRIS daarom verzoekt;
3° een schriftelijk verzoek in die zin naar behoren wordt ondertekend door minstens drie vertegenwoordigers van de " missions locales pour l'emploi " of de lokale werkwinkels, en verzonden naar het secretariaat als bedoeld in artikel 7.
§ 3. De leden van het comité worden opgeroepen door het secretariaat.
Art.9. Het samenwerkingscomité stelt zijn huishoudelijk reglement op waarin de regels inzake oproeping en werking, die niet door onderhavig besluit bepaald zijn, nader geregeld worden.
Art. 10. Artikel 15 van de ordonnantie treedt in werking op de dag waarop onderhavig besluit in werking treedt.
Brussel, 24 september 2009.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering :
De Minister-Voorzitter,
Ch. PICQUE
De Minister belast met Tewerkstelling, Economie, Wetenschappelijk Onderzoek en Buitenlandse Handel,
B. CEREXHE