27 MEI 2009. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 6 maart 1997 tot uitvoering van het decreet van 4 juli 1996 betreffende de integratie van vreemdelingen of van personen van buitenlandse herkomst
Art. 1-15
Artikel 1. Dit besluit regelt overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet een aangelegenheid bedoeld in artikel 128, § 1, ervan.
Art.2. In artikel 2 van het besluit van de Waalse Regering van 6 maart 1997 tot uitvoering van het decreet van 4 juli 1996 betreffende de integratie van vreemdelingen of van personen van buitenlandse herkomst wordt punt 4° vervangen als volgt :
"4° de administratie : het Departement Sociale Actie van het Operationele directoraat-generaal Plaatselijke Besturen, Sociale Actie en Gezondheid."
Art.3. Artikel 3 van voornoemd besluit van 6 maart 1997 wordt aangevuld met een punt 7°, luidend als volgt : "7° centrum van Tubeke : de gemeenten van het arrondissement Nijvel."
Art.4. Artikel 5 van voornoemd besluit van 6 maart 1997 wordt opgeheven.
Art.5. In artikel 7 van voornoemd besluit van 6 maart 1997 wordt het eerste lid geschrapt.
Art.6. In artikel 8 van voornoemd besluit van 6 maart 1997 worden de woorden "de duur en" geschrapt.
Art.7. In artikel 7, tweede en derde lid, van voornoemd besluit van 6 maart 1997 worden de woorden "of om hernieuwing ervan" geschrapt.
Art.8. Artikel 12 van voornoemd besluit van 6 maart 1997 wordt vervangen als volgt :
"Art. 12. De persoon belast met de directie en het dagelijks beheer beschikt bij zijn indienstneming over minstens een master- of bachelordiploma of over een gelijkwaardig diploma en heeft op basis van die diploma's minstens vijf jaar nuttige ervaring in de sector van de integratie van de gehandicapte personen van buitenlandse herkomst.
De persoon belast met het administratief en financieel beheer beschikt bij zijn indienstneming over minstens een bachelordiploma in de boekhouding, het directiesecretariaat of over een getuigschrift van het hoger secundair onderwijs of een gelijkwaardig getuigschrift en heeft drie jaar nuttige beroepservaring.
De persoon belast met projectencoördinatie beschikt bij zijn indienstneming over minstens een bachelordiploma of een getuigschrift van het hoger secundair onderwijs of een gelijkwaardig getuigschrift en heeft drie jaar nuttige beroepservaring.
De projectverantwoordelijke beschikt bij zijn indienstneming over minstens een bachelordiploma of over een getuigschrift van het hoger secundair onderwijs of een gelijkwaardig getuigschrift en drie jaar nuttige beroepservaring of over een getuigschrift van het lager secundair onderwijs en zes jaar nuttige beroepservaring."
Art.9.1° In artikel 13, eerste lid, van van voornoemd besluit van 6 maart 1997 worden de woorden "van de verantwoordelijke voor het dagelijkse beheer en van de halftijdse secretaris, waarvan sprake in artikel 13, eerste lid, 1°, en tweede lid, 1°, van het decreet" vervangen door de woorden "van de persoon belast met de directie en het dagelijks beheer, van de persoon belast met het administratief en financieel beheer, van de projectencoördinator en van de drie projectverantwoordelijken bedoeld in artikel 11 van het decreet";
2° punt 2° en punt 4° (Justel leest : vierde lid) , van hetzelfde artikel 13 worden opgeheven;
3° hetzelfde artikel 13 wordt aangevuld met een punt 5°, luidend als volgt :
"5° de personeelstoelagen bedoeld in artikel 13, 2°, van het decreet worden voor elk centrum verhoogd met een bedrag dat overeenstemt met de cofinanciering die nodig is om te voorzien in de bijkomende middelen voor de posten die in aanmerking komen voor minstens 6 punten APE toegekend of toe te kennen voor de projectverantwoordelijken, enerzijds, en, om te voorzien in de compenserende indienstneming, anderzijds, wanneer zulks bepaald wordt in de overeenkomsten van de non-profitsector gesloten met de Waalse Regering op 28 februari 2007, op voorwaarde dat ze vastligt in een collectieve arbeidsovereenkomst en dat rekening gehouden wordt met de beschikbare begrotingskredieten".
Art.10. Hetzelfde besluit van 6 maart 1997 wordt aangevuld met een artikel 13/1, luidend als volgt :
"Art. 13/1. Aan elk centrum wordt een jaarlijkse forfaitaire toelage van 25.000 euro toegekend om de werkings- en activiteitenkosten te dekken.
Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt geïndexeerd overeenkomstig de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare Schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld."
Art.11. In artikel 14, derde lid, van hetzelfde besluit van 6 maart 1997 worden de woorden "voor 1 juni van het volgende jaar" geschrapt.
Art.12. Artikel 15 van hetzelfde besluit van 6 maart 1997, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 16 april 2009 tot uitvoering van het kaderdecreet van 6 november 2008 houdende rationalisatie van de adviesverlenende functie voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 2008 van de Grondwet in het domein van sociale actie en gezondheid wordt vervangen als volgt :
"Art. 15. De centra bezorgen de administratie :
1° in de loop van het eerste kwartaal, het activiteitenprogramma betreffende het lopende kalenderjaar;
2° voor 30 juni, het activiteitenrapport betreffende het afgelopen kalenderjaar en hun rekeningen en balans vastgelegd op 31 december, alsook het afschrift van de bewijsstukken van het gebruik van de toegekende toelagen."
Art.13. Hetzelfde besluit van 6 maart 1997 wordt aangevuld met een hoofdstuk II/1, luidend als volgt :
"Hoofdstuk II/1. Erkenning van de plaatselijke initiatieven inzake sociale ontwikkeling.
Art. 16/1. Om door de Minister als plaatselijk initiatief inzake sociale ontwikkeling erkend te worden vervult de rechtspersoon, behalve de voorwaarden die in het decreet vastliggen, de volgende voorwaarden :
1° minstens drie van de bij artikel 14 van het decreet bepaalde opdrachten ontwikkelen;
2° in de lijn liggen van het plaatselijk integratieplan of van het sociale cohesieplan van de gemeente, in voorkomend geval;
3° al het voorwerp hebben uitgemaakt van een meerjarige overeenkomst en van een positieve evaluatie van de administratie voor de georganiseerde activiteiten en inzake het administratief en boekhoudkundig beheer;
4° beschikken over lokalen waarin minstens 20 personen en zijn personeel onthaald kunnen worden.
Art. 16/2. De erkenningsaanvraag van het plaatselijk initiatief inzake sociale ontwikkeling wordt bij aangetekend schrijven of d.m.v. een elektronisch formulier aan de administratie gericht.
De erkenningsaanvraag wordt ingediend in de vorm van een verklaring op erewoord waarvan het model door de administratie vastgelegd wordt en aan de hand waarvan de vereniging :
1° bevestigt dat haar doel voorziet in acties inzake de integratie van vreemdelingen of van personen van buitenlandse herkomst die overeenstemmen met minstens 3 opdrachten bepaald bij artikel 15 van het decreet. De vereniging maakt melding van haar projecten voor de vervulling van de opdrachten, alsook van de middelen en van het kalender voor de tenuitvoerlegging ervan;
2° bevestigt over minstens 1 voltijds equivalent te beschikken om die opdrachten te vervullen. In haar aanvraag vermeldt de vereniging de kwalificaties van het personeel dat voor die opdrachten aangesteld is of zal worden;
3° bevestigt krachtens een zakelijk recht of een huurrecht te beschikken over lokalen waarin minstens 20 personen en haar personeel onthaald kunnen worden. Ze vermeldt de openings- en toegangstijden;
4° bevestigt het voorwerp te hebben uitgemaakt van een meerjarige overeenkomst voor de integratie van vreemdelingen of van personen van buitenlandse herkomst.
Elke wijziging in de gegevens vervat in de verklaring op erewoord wordt binnen vijftien dagen aan de administratie meegedeeld.
De beslissing waarbij het bevoegde orgaan van de vereniging verzoekt om de erkenning als plaatselijk initiatief inzake sociale ontwikkeling wordt ook bij de erkenningsaanvraag gevoegd.
De vereniging legt ter plaatse voortdurend een erkenningsdossier ter inzage van de administratie zodat ze kan nagaan of de erkenningsvoorwaarden vervuld zijn, alsook een journaal waarin de ontwikkelde activiteiten en het betrokken publiek vermeld worden.
De vereniging bezorgt de administratie jaarlijks in de loop van het eerste semester een activiteitenprogramma, alsook het activiteitenrapport, de rekeningen en de balans van het afgelopen jaar.
Art. 16/3. Binnen dertig dagen na ontvangst van de erkenningsaanvraag bezorgt de administratie de aanvrager hetzij een bericht van ontvangst indien de aanvraag volledig is, hetzij een bericht waarin hij erom verzocht wordt zijn aanvraag binnen twee maanden te vervolledigen en op de ontbrekende stukken en/of gegevens gewezen wordt.
De administratie onderzoekt de aanvraag en maakt ze samen met haar opmerkingen aan de Minister over binnen een termijn van een maand na de indiening van de volledige aanvraag.
De Minister beslist de aanvraag binnen twee maanden na ontvangst van het dossier.
De aanvrager wordt bij ter post aangetekend schrijven in kennis gesteld van de beslissingen tot weigering of tot intrekking van de erkenning.
Art. 16/4. Overeenkomstig artikel 15 van het decreet wordt een jaarlijkse toelage als tegemoetkoming in de personeels-, beheers- en activiteitenkosten naar gelang van de omvang ervan toegekend als volgt :
- een voorschot van 80 % na ondertekening en inwerkingtreding van het subsidiëringsbesluit;
- het saldo na overlegging en verificatie van het bewijsdossier van de uitgaven en van het activiteitenrapport.
De toelage bedoeld in het eerste lid bedraagt minstens 15.000 euro, geïndexeerd, voor de erkende verenigingen, overeenkomstig artikel 15, tweede lid, van het decreet."
Art.14. Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2009, met uitzondering van artikel 13, dat in werking treedt op 1 januari 2010.
Art. 15. De Minister bevoegd voor de Integratie van Vreemdelingen of van Personen van Buitenlandse Herkomst is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 27 mei 2009.
De Minister-President,
R. DEMOTTE