23 OKTOBER 2009. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 9 maart 2007 tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 maart 2007 tot instelling van een tegemoetkoming in de kosten bij de renovatie van een woning wat de subsidiabele werkzaamheden betreft
Art. 1-3
Artikel 1. Artikel 6 van het ministerieel besluit van 9 maart 2007 tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 maart 2007 tot instelling van een tegemoetkoming in de kosten bij de renovatie van een woning wordt vervangen door wat volgt :
" Art. 6. De tegemoetkoming voor de renovatie wordt toegekend voor structurele of bouwfysische werkzaamheden die de kwaliteit van de woning fundamenteel verbeteren en voor de noodzakelijke technische installaties. Dat betekent dat de woning na de werkzaamheden structureel gezond en vochtvrij is, dat er zich geen enkel veiligheids- of gezondheidsprobleem voordoet, dat die voorzien is van een minimum aan veilige technische installaties, zowel op vlak van elektriciteit, sanitair als verwarming, dat er voldoende lichttoetreding is, dat de luchtkwaliteit gewaarborgd is en dat het nodige aantal woonlokalen aanwezig is. "
Art.2. In artikel 7 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 22 december 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1°in het eerste lid worden de woorden " het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening " vervangen door de woorden " de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening ";
2° het vierde lid wordt vervangen door wat volgt :
" De volgende renovatiewerkzaamheden, die de verbetering, herstelling of vernieuwing van bestaande onderdelen van de woning of de toevoeging van (installatie)onderdelen beogen om een structureel gezonde woning te verkrijgen die voorzien is van het nodige comfort, zijn subsidieerbaar :
1° de gehele of gedeeltelijke vervanging of verbetering van de buiten- en binnenmuren en de funderingen :
a) ondergrondse werkzaamheden om de funderingen te verbeteren of uit te breiden, de ingegraven constructies waterdicht te maken en kelderzwam te bestrijden;
b) de afbraak en de wederopbouw van muren en van dragende of steunende elementen in die muren, zoals balken, kolommen en lateien;
c) de behandeling van de muren tegen optrekkend vocht door middel van onderkapping, plaatsing van een waterkerende laag of injectie van waterdicht makende producten;
d) de vernieuwing van het voegwerk, al dan niet gecombineerd met gevelreiniging;
e) de behandeling van de muren tegen (huis)zwam;
f) het aanbrengen van natte of droge kalkbepleistering op de binnenmuren of aan de binnenkant van de buitenmuren;
2° de gehele of gedeeltelijke vernieuwing van de draagvloeren boven de kelder en tussen de verdiepingen :
a) het afbreken van bestaande draagvloeren en de vervanging ervan door draagkrachtige elementen;
b) de behandeling van de draagvloeren tegen (huis)zwam en insecten;
3° de gehele of gedeeltelijke vernieuwing van het dak van de woning :
a) het afbreken van bestaande dakstructuren en de vervanging ervan door draagkrachtige vloeren, balkenlagen of gebinten;
b) de behandeling van de dakstructuren tegen (huis)zwam en insecten;
c) de vernieuwing van de waterdichte bedekking;
d) het aanbrengen of de vernieuwing van de hulpstukken en toebehoren om het hemelwater af te voeren;
e) het aanbrengen of de vernieuwing van dakdoorbrekingen, zoals dak(vlak)ramen, koepels en schouwen;
4° de gehele of gedeeltelijke vernieuwing van het buitenschrijnwerk :
de vervanging van ramen en buitendeuren in de woning, waarbij isolerende hoogrendementsbeglazing geplaatst wordt met een U-waarde van maximaal 1,3 W/m.2 K;
5° de gehele of gedeeltelijke vernieuwing van de elektrische huisinstallatie, waaronder wordt verstaan het geheel van elementen om stroom en telecommunicatie te verdelen in de woning, inclusief de kosten van de aansluiting op het openbaar net en de plaatsing van de meetinstallatie voor elektriciteit. De conformiteit van de installatie met het Algemeen Reglement op de Elektrische installaties moet aangetoond worden met een attest van een erkend keuringsorgaan;
6° de gehele of gedeeltelijke vernieuwing van de sanitaire installaties :
a) de gehele of gedeeltelijke vernieuwing van de bestaande badkamer of de installatie van een badkamer als die nog niet aanwezig was in de woning. Onder een badkamer wordt verstaan de afzonderlijke ruimte waarin minstens een bad of douche is geïnstalleerd en één of twee wastafels;
b) de vernieuwing van het toilet of de installatie van een toilet als dat nog niet aanwezig was in de woning;
c) het aanbrengen of de vernieuwing van :
1) de leidingen en het toebehoren voor (regen)watertoevoer;
2) de leidingen en het toebehoren voor de afvoer van het gebruikte water in het openbare rioleringsnet;
3) de leidingen en toestellen voor de productie van sanitair warm water;
7° de werkzaamheden die erop gericht zijn de woning te voorzien van centrale verwarming :
a) het aanbrengen, de vervanging of de toevoeging van installatieonderdelen, gebruikmakend van klassieke of duurzame energiebronnen, met uitzondering van de verwarmingsketel;
b) de plaatsing van een hoogrendementsverwarmingsketel met het label HR+ of HR Top (aardgas) of Optimaz of Optimaz-elite (stookolie) of van een houtpelletketel om de hele woning te verwarmen;
c) de plaatsing van Co- of rookmelders;
8° het vervangen van een trap met het oog op een veilige verbinding met een woonverdieping. ";
3° het vijfde en het zesde lid worden opgeheven;
4° in het zevende lid wordt punt 6° vervangen door wat volgt :
" 6° warmtepompen en verwarmingssystemen die ook kunnen koelen; ";
5° aan het zevende lid wordt een punt 7° toegevoegd dat luidt als volgt :
" 7° vervangingsbouw en renovatiewerkzaamheden om niet-residentiële gebouwen te herbestemmen tot woningen. "
Art. 3.Dit besluit treedt in werking op de dag waarop artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 23 oktober 2009 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 1992 houdende instelling van een aanpassingspremie en een verbeteringspremie voor woningen en van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 maart 2007 tot instelling van een tegemoetkoming in de kosten bij de renovatie van een woning in werking treedt. (NOTA : het gaat om het BVR 2009-10-23/03, waarvan art. 3 op 29-10-2009 in werking treedt.)
Brussel, 23 oktober 2009.
De Vlaamse minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie,
Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE