Details





Titel:

7 MEI 2009. - Besluit 2006/1266 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende het verlof wegens loopbaanonderbreking van het personeel van het Franstalig Brussels Instituut voor Beroepsopleiding(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 11-12-2009 en tekstbijwerking tot 07-12-2022)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Het verlof voor loopbaanonderbreking
Afdeling 1. - Toepassingsgebied
Art. 1-2
Afdeling 2. - Toepassingsregels voor de toekenning van het verlof voor loopbaanonderbreking
Art. 3-8
HOOFDSTUK 2. - Opheffings- en slotbepalingen
Art. 9-11



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1994031504  1996031366 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Het verlof voor loopbaanonderbreking
Afdeling 1. - Toepassingsgebied
Artikel 1. Dit besluit regelt, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet, een materie bedoeld in de artikelen 127 en 128 van de Grondwet.

Art.2.Het toepassingsgebied van het koninklijk besluit van 7 mei 1999 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan van het personeel van de besturen wordt uitgebreid naar het statutaire personeel van het Franstalig Brussels Instituut voor Beroepsopleiding, onder de hierna uiteengezette voorwaarden.
  Het toepassingsgebied van hoofdstuk 3, afdelingen 2 en 3 van het voornoemd koninklijk besluit van 7 mei 1999, wordt uitgebreid naar het administratieve en pedagogische contractuele personeel van het Franstalig Brussels Instituut voor Beroepsopleiding.
  [1 In toepassing van artikel 10bis van voormeld koninklijk besluit van 7 mei 1999, ingevoegd bij koninklijk besluit van 19 oktober 2020, zijn de bepalingen voorzien in de artikelen 100ter en 102ter van herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen van toepassing op, zowel statutaire als contractuele, administratieve en pedagogische personeelsleden van het `Institut bruxellois francophone pour la Formation professionnelle.]1
  ----------
  (1)<BESL 2022-05-19/13, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 17-12-2022>

Afdeling 2. - Toepassingsregels voor de toekenning van het verlof voor loopbaanonderbreking
Art.3. De ambtenaar kan verlof voor loopbaanonderbreking krijgen volgens de voorwaarden en modaliteiten van het koninklijk besluit bedoeld in artikel 2, eerste alinea, van het onderhavige besluit :
  1° volledig;
  2° gedeeltelijk, naar rata van één vijfde of de helft van de duur van de dienstprestaties die normaal behoren te worden verricht;
  3° met het oog op hulpverlening aan of verzorging van een gezins- of familielid tot de tweede graad dat aan een ernstige kwaal lijdt;
  4° met het oog op palliatieve verzorging;
  5° in het kader van het ouderschapsverlof bij de geboorte of de adoptie van een kind.

Art.4. De statutaire ambtenaren die houder zijn van een wervingsgraad hebben recht op de verloven voor volledige en gedeeltelijke loopbaanonderbreking, in het kader van de medische bijstand, het ouderschapsverlof en de palliatieve verzorging, zoals bedoeld in artikel 3, 1° tot 5°.
  De houders van een bevorderingsgraad en de leden van het contractuele personeel kunnen deze verloven genieten, voor zover ze op hen van toepassing zijn, middels de toelating van de directeur-generaal die erop toeziet dat de goede werking van de dienst verzekerd blijft.

Art.5. De volgende personeelsleden hebben geen recht op een volledige of gedeeltelijke loopbaanonderbreking, voorzien in artikel 3, punt 1° en 2°, van dit besluit :
  - statutaire stagiaires;
  - titularissen van een mandaat;
  - titularissen van rang 13 of een hogere rang;
  - titularissen van een ambt als pedagogisch beheerder of directeur van een vormingscentrum.
  Als de goede werking van de dienst niet verstoord wordt, kan de directeur-generaal de titularissen van de ambten, bedoeld in de vorige alinea, echter toestaan een loopbaanonderbreking te nemen of hun arbeidsprestaties met de helft te verminderen, op voorwaarde dat zij dit aanvragen.

Art.6. § 1. Bij gedeeltelijke loopbaanonderbreking worden de dienstprestaties ofwel dagelijks ofwel volgens een andere indeling van de werkweek verricht.
  In afwijking van het eerste lid, kan de directeur-generaal beslissen voor sommige door hem bepaalde functies een indeling van de dienstprestaties per maand op te leggen.
  § 2. De ambtenaar kan zijn ambtsverrichtingen hervatten vooraleer de periode van loopbaanonderbreking verstreken is met inachtneming van een opzeggingstermijn van drie maanden die per aangetekend schrijven aan de directeur-generaal ter kennis wordt gebracht, tenzij laatstgenoemde een kortere termijn aanvaardt.

Art.7. Een personeelslid die de leeftijd van 50 jaar heeft bereikt en die verlof verkrijgt tot loopbaanonderbreking overeenkomstig artikel 8 van het koninklijk besluit van 7 mei 1999, bedoeld in artikel 2, is ertoe gehouden zich ertoe te verbinden zijn loopbaan gedeeltelijk tot aan de pensionering te onderbreken. Hij kan voor een andere regeling opteren, op voorwaarde dat de duur van de verrichte dienstprestaties wordt beperkt.
  De ambtenaar kan de duur van zijn verrichte dienstprestaties echter opnieuw verlengen of terug voltijds gaan werken. In dat geval, verliest hij de in de eerste alinea bedoelde verhoogde onderbrekingsuitkering, voorzien door artikel 8 van het koninklijk besluit van 7 mei 1999.

Art.8. Het verlof wegens loopbaanonderbreking wordt niet bezoldigd.
  Het verlof wordt voor het overige evenwel gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit.

HOOFDSTUK 2. - Opheffings- en slotbepalingen
Art.9. Punt 4° van artikel 143/3 van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 20 oktober 1994 houdende het statuut van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van de Franse Gemeenschapscommissie, zoals gewijzigd bij het besluit nr. 2002/316 van het College van 3 juni 2004, wordt geschrapt.

Art.10. Het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 september 1996 betreffende de deeltijdse loopbaanonderbreking in de instellingen van openbaar nut van de Franse Gemeenschapscommissie, wordt opgeheven.

Art. 11. Het Collegelid bevoegd voor Ambtenarenzaken en het Collegelid bevoegd voor Beroepsopleiding, worden belast met de uitvoering van dit besluit.