7 OKTOBER 2009. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de forfaitaire vergoeding en het presentiegeld toe te kennen aan de auditeurs en de leden van de kamers van beroep, bedoeld in respectievelijk de artikelen 141, §§ 2 en 5, en 155, § 6, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994
Art. 1-4
Artikel 1. Aan de auditeurs, bedoeld in artikel 141, §§ 2 en 5, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wordt een forfaitaire vergoeding van 150 euro per dossier toegekend.
Art.2. Per zitting wordt een presentiegeld toegekend ten belope van :
1° 250 euro aan de voorzitters en de plaatsvervangende voorzitters van de kamers van beroep, bedoeld in artikel 155, § 6, van de bovenvermelde wet;
2° 100 euro aan de leden en plaatsvervangende leden van de bovenvermelde kamers van beroep.
Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 15 februari 2003 en treedt buiten werking op 15 mei 2007.
Art. 4. Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 7 oktober 2009.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie,
Mevr. L. ONKELINX